Liter. Jaargang 1(1998)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermdChristelijk literair tijdschrift Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Johan Christiaan Snel Gedichten 1 Alles is lucht Wie oren heeft die hoort de wind boven de boomgrens uit, die zondert zich niet van de aarde af, die dompelt kopje onder en verdringt de vlam niet die verwaait. Wie oren heeft die hore wat het duister blaast, die luistere wat de stilte leest, die ademt op wanneer op tast de geest zich openbaart: de wonderen zijn de wereld nog niet uitgewaaid; zolang het oor reikt waarheen zij wil, zolang de geest zich zelf over de wateren buigt, zolang de hemel zindert waar men zegt dat God slaapt. Maar's nachts voel ik zijn adem langsscheren in een ademloos gedicht. [pagina 3] [p. 3] 2 Aarde Et in terra paxhominibus, als ook de laatste overlevende in de lange rij van wachtenden is langsgeschuifeld kan de kist maar beter dicht. Het is wel tijd, de zon is al gedaald. Een halve eeuw pas sinds Berlijn, een requiem voor wie Verdun tot stilte weet te krijgen; sinds de kanonnen zwijgen is de aarde luider en luider gaan luisteren, en luistert alles nauw. Zolang het blinde hart vermolmt, zolang de stof tot ondoordringbaar stof vergaat, zolang de droom niet loskomt van het grondvlak en dus niet vliegen kan, gaat elk geheim mee in het graf. Requiescat in pace, maar wel zo dat de aarde nooit aarde genoeg is. [pagina 4] [p. 4] 3 Water Die de vis doodt. Die de netten spant maar niet verbeidt, die de bakens verzet maar de drenkeling stenigt, die de reddingssloep wel luidkeels uitzet maar nooit zal bemannen. Die de pan in de knik van de duinen vult met zilt dat geen tong heeft beroerd, dat geen mensenoog heeft gezien. Alsof alles voor eeuwig dwarsligt. Alsof hier de doodsrivier verzandt, de spiegel breekt en de vonk dooft. Doorheen de rode en de dode zee, doorheen de modder van de Ganges. En toch beweegt ze, en toch blijft alles stromen. Een blinkend cruiseschip laveert door de Sargassozee. En toch. [pagina 5] [p. 5] 4 Vuur Boven de savanne hangt een waas van licht, de horizon vlamt als een wakkerende kaars boven de aarde uit en heel de hemel zingt Gods lof. Godlof dat dit voorbij gaat. De aarde ligt geblakerd als dor, roodbruin koolstof voor mij, te wachten op wat komen gaat naar twee Petrus drie want alles snakt het uit, want alles is vol van het einde; zodra de laatste adem stokt, zodra de oceaan verdroogt en toch verdrinkt, zodra de aarde schokt en schudt en nog verdort, is daar de oven, de tichelsteen die loutert, de koortsachtige engel, is hier het zuiver onzegbare onverzengbare vuur - vuurvrij ogenblik, eeuwig moment. Johan Christiaan Snel (1961) is historicus. Hij is docent aan een Hogeschool en maakt radioprogramma's. Vorige Volgende