| |
| |
| |
Chaos, hoop, transitie
Notities bij de romans voor volwassenen van Joke van Leeuwen
Jaap Goedegebuure
Que la fête commence, ‘Laat het feest beginnen’: zo luidt de ironische titel van de uit 1975 daterende film waarin Bertrand Tavernier het Versailles ten tijde van de regent Philippe van Orléans (1674-1723) oproept. Aan het slot van deze komedie wordt het feestje van de decadente Franse hofadel min of meer bedorven door een opstootje dat anticipeert op de revolutie die decennia later, in 1789, een einde zal maken aan het ancien régime.
De revolutie van 1789 vormt de achtergrond van Joke van Leeuwens roman Feest van het begin (2012). Haar titel is niet minder van ironie doordrenkt. Wat kan er nu feestelijk zijn aan een verhaal waarin het bijna alle personages slecht lijkt te vergaan? En wat is er zo vrolijk aan het slothoofdstuk, waarover de valbijl zijn schaduw laat vallen?
Toch is het de vraag of Van Leeuwen met ‘feest’ zonder meer doelt op het tegendeel van wat dat woord doorgaans betekent. Bij een mogelijk antwoord doen we er goed aan bij haar andere romans te rade te gaan, allereerst omdat ook daar de titels in bijna alle gevallen haaks op de inhoud staan. Want zeg nu zelf, wat is er zo vrij aan de Vrije vormen (2002) waarin de studenten van de kunstacademie worden geëxamineerd? Wat verandert er eigenlijk, ten goede dan wel ten kwade, voor de hoofdpersonen van Alles nieuw (2009)? Zijn De onervarenen (2015) echt zulke onbeschreven bladen? En gaat Hier (2018) eigenlijk niet meer over daar?
| |
Chaos
Eerst maar naar Feest van het begin (2002). Die roman begint met een tableau de la troupe-achtige proloog. Een voor een gaan we de belangrijkste, maar nu nog naamloos blijvende personages langs, om vervolgens te worden meegenomen in de befaamde optocht van uitgehongerde Parijse vrouwen richting
| |
| |
Versailles, begin oktober 1789. Dat was een beslissend ogenblik in het verloop van de revolutie, gegeven het feit dat de demonstranten er in slaagden om het koninklijk echtpaar definitief te laten verhuizen naar Parijs, waar ze stukje bij beetje hun macht en aanzien teloor zagen gaan. Vanaf dat moment raakten de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in een stroomversnelling die uiteindelijk leidde tot de door Robespierre geïnitieerde terreur.
Na deze proloog brengt Van Leeuwen ons hoofdstuksgewijs in nader contact met haar karakters: de klavecimbel- en pianofortebouwer Tobias, de schilder Gustaphe, de adellijke non Berthe en haar beschermelinge Catho, en de beul Charles. Ze verkeren een tijd lang in elkaars gezelschap, om elkaar vervolgens weer uit het oog te verliezen, is het niet per ongeluk dan wel met opzet. Daarbij speelt het blinde toeval (vroeger zouden we van noodlot hebben gesproken) een beslissende rol.
Alle figuren die in Feest van het begin hun opwachting maken, ervaren aan den lijve dat hun levens dankzij de revolutie een ingrijpende wending ondergaan, en dat lang niet altijd naar hun tevredenheid. Tobias laat zich door Charles tegen zijn zin pressen om zijn technische kennis in te zetten bij het ontwerp van de guillotine, die als executiemiddel humaner lijkt dan zwaard of hakbijl. Gustaphe zoekt naar een stijl van schilderen die uitdrukking geeft aan het revolutionaire élan, maar heeft daarmee, geheel tegen zijn eigen verwachting in, geen enkel succes. Berthe verlaat het klooster nu de nieuwe vrijheid roept, probeert dwars tegen de mores van haar aangeboren rang en stand de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap in praktijk te brengen, maar wordt vanwege haar adeldom al meer behandeld als een paria. Ook Catho verlaat het klooster, leeft van de hand in de tand en gaat bijna kopje onder in de chaos en beroeringen waarmee de revolutie gepaard gaat.
Dan is er ook nog de naamloze massa die meedeint in de dans om de vrijheidsboom. Haar vergaat het niet beter dan Catho, Berthe, Gustaphe, Tobias en Charles. Wanneer op 14 juli 1791 de bestorming van de Bastille wordt herdacht ontstaat er in de feestvierende menigte gedrang en paniek, en worden er door de ordebewaarders tientallen mensen doodgeschoten. Het is maar een van de vele chaotische scènes die Van Leeuwen hier in beeld brengt. Verwarring is troef, hooggestemde idealen lopen vast op bot eigenbelang en sociale controverse, vriend en vijand zijn nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden.
| |
| |
Toch vonken er bij al dit sappelen en overleven altijd weer sprankjes hoop en vitaliteit, vooral bij Berthe en Catho, de mentrix en haar pleegkind die elkaar na hun samenzijn in het klooster uit het oog verliezen. Al gaat het ze tegen het einde van het verhaal nog zo slecht, ze houden hoop op een beter lot en een beter leven, voor zichzelf en de ander. Ondanks alle verwarring, wetteloosheid en armoede is het de hoop die de optimistische titel van deze roman rechtvaardigt, misschien wel tegen beter weten in.
| |
Hoop
Het is de hoop die de personages van Joke van Leeuwen, tegen alle verdrukking in, gaande houdt. Wanneer de roman Alles nieuw (2009) begint, worstelt de oude Ada al een leven lang met de vraag waarom haar enige dochter niets meer met haar te maken wil hebben. En zelfs nadat een behulpzame leeftijdgenoot haar duidelijk heeft proberen te maken dat herstel van de bloedband onbespreekbaar is, legt ze zich daar niet bij neer. Als ze samen met haar vriend het begin van het nieuwe millennium staat af te wachten en haar handen in zijn jaszakken warmt, vindt ze daar een briefje met het adres van haar dochter en is niet meer te houden. Hij roept haar nog achterna dat het mooiste nog moet komen, maar voor haar is dat niet het vuurwerk, maar de onverwachte mogelijkheid van een verzoening.
Hoop is ook de kracht waarmee de moeder van hoofdpersoon Odile in De onervarenen (2015) zich staande houdt, eerst nadat ze vanwege haar recalcitrantie en onaangepast gedrag in een krankzinnigengesticht is beland, later wanneer ze de spilfiguur wordt van een groep om economische redenen naar de nieuwe wereld geëmigreerde landarbeiders. Zij is het die het hoofd koel houdt als het pioniersproject schipbreuk lijdt en besmettelijke ziektes, machtsconflicten en godsdienstwaanzin bijdragen aan de totale kladderadatsch. En tenslotte is zij het ook die de overlevenden, waaronder haar dochter en kleindochter, de weg wijst naar een beter bestaan.
Voor zover het niet al opviel moge duidelijk zijn dat het Van Leeuwens vrouwelijke personages zijn die de hoop én de daarop gestoelde daadkracht belichamen. Zelfs als ze lijken te falen, zoals de jonge kunstenares die in Alles nieuw zonder het te beseffen medeverantwoordelijk wordt voor de zelfmoord van een vriend, of de wat oudere kunstenares die in Vrije vormen (2002) niet
| |
| |
slaagt in haar missie om een migrante een veilig thuis te geven, tast dat hun levenskracht niet wezenlijk aan.
| |
Transitie
Joke van Leeuwens romans draaien vaak om een chaotisch en verwarrend moment dat ongemerkt toch de belofte van een nog onbekend begin in zich draagt. In Feest van het begin is dat het duidelijkst, maar de andere romans kennen eenzelfde thematiek. Alles nieuw speelt zich nadrukkelijk af op het breukvlak van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Van de twee hoofdpersonen is de bejaarde Ada in zekere zin de speelbal van haar kamerhuurder. Deze aankomende kunstenares vindt in haar kamer een jeugdkiekje van Ada's dochter Grace en fotoshopt dat tot een natuurlijk ogend portret van Grace op latere leeftijd. Daarmee wekt ze in Ada's verwarde brein het verleden tot leven en daarmee ook het verlangen om van dat verleden weer toekomst te maken. Of dat ook lukt, ligt buiten het bestek van het verhaal, dat met een open einde besluit.
In De onervarenen zijn er verschillende transitiemomenten. In retrospectief is er het moment van Odile's geboorte als kind van een ongehuwde moeder, in het heden ondergaat Odile een aantal ‘rites de passage’ en neemt ze deel aan wat de hoofdmoot van de roman uitmaakt: de verhuizing naar Zuid-Amerika en de moeizame jaren van het pioniersbestaan.
Een geprononceerd voorbeeld van het transitiethema is Joke van Leeuwens laatste roman Hier (2018). Net als voor Feest van het begin en De onervarenen heeft ze gekozen voor een historische setting, zij het dat die veel minder duidelijk is gefundeerd in verifieerbare data en een herkenbare periode van de geschiedenis. Feest van het begin speelt zich nog expliciet af tijdens de eerste jaren van de Franse revolutie en De onervarenen is gebaseerd op de avonturen van Nederlandse landverhuizers die zich halverwege de negentiende eeuw in Zuid-Amerika vestigden. In Hier zijn de couleur locale, het speelveld en de handeling niet zo gemakkelijk te herleiden tot één specifieke plek en één specifieke tijd. Wel is het mogelijk te denken aan een van de landen in Oost-Europa die na 1945 achter het IJzeren Gordijn kwamen te liggen. Daarmee werden de noties ‘grens’, ‘grensverkeer’ en ‘grensoverschrijding’ acuut. Om dat te benadrukken heeft Van Leeuwen gekozen voor een hoofdpersoon die
| |
| |
als douanier smokkelarij tegen moet gaan, een motief dat overigens niet per se ontleend hoeft te zijn aan een Oost-Europese werkelijkheid, het deed zich decennia geleden al voor in de realiteit van het grensverkeer tussen Nederland en België. In de loop van het verhaal overstijgt het belang van de grens eventuele smokkelarij. Toenemend nationalisme en het daarmee gepaard gaande vijanddenken maken dat de leiders van het ongenoemd blijvende land zich met prikkeldraad en wachttorens afschermen van de buitenwereld. De personages voelen dat aan den lijve. Hoofdpersoon Bardo raakt als grensbewaker verstrikt in een situatie die hem invalide maakt en hem tot een vreemde maakt voor zijn echtgenote. Daarmee is ook tussen hen een grens opgeworpen die pas aan het slot van de roman wordt geslecht.
| |
Bezieling
Chaos en verwarring die ogenschijnlijk lijken te verwijzen naar dreigend onheil, maar bij nader inzien toch perspectief bieden op betere tijden, het ligt alles ingebed in het - onuitgesproken blijvend - geloof in de vitaliteit van het bestaan dat floreert tegen de verdrukking in. Je bespeurt dat nog het beste in de bijzondere aandacht die Joke van Leeuwen schenkt aan de schijnbaar nietige details en de levenloze dingen. Neem bijvoorbeeld deze beschrijving, één uit vele, van een uitdragerij, te vinden in Vrije vormen:
Op de ruwe betonnen vloer staan gebruikte meubels bijeengedreven, tafels links, stoelen rechts, bedden achteraan, kasten tegen de wanden, kleingoed dichtbij de ingang. Verbleekte poppen, beduimelde boeken, vervaalde vazen en klokken en kitschbeelden van zwak naglimmend krullenwerk als te zwaar opgemaakte oude dames die nog weten hoe ze ooit bekoren konden. De tafels missen de stoelen, de kasten doen wie het grootst is, de bedden staan er zonder matrassen kaal bij, of de liefdes die erin gevierd zijn het al veel eerder koud hebben gekregen. In een hoek hangen tweedehands kleren te proberen anoniem te worden, ze moeten vervreemden van hun eerste eigenaar, de plooien van het lichaam dat erin zat zijn eruit gestreken. (Van Leeuwen, 2002, p. 49)
| |
| |
De bezieling die de doorgaans als dood beschouwde dingen bij Van Leeuwen eigen is, slaat vanzelf over naar de personages; zo ook schilderes Dok, de hoofdfiguur van Vrije vormen:
In de supermarkt volgen haar ogen de opbollende nerven van een krop eikenbladsla, de gestolde wolken van een bloemkool, de putten en pitten in de huid van een aardappel, de sproeten van een groene peer, de nauwsluitende bladeren van een spitskool, de rimpels in de dadels als vingertoppen na een lange badbeurt [...]. (Van Leeuwen, 2002, p. 158)
De bezielende kijk op dat wat zich doorgaans aan de rand van het bestaan bevindt kan ook negatief geladen zijn, bijvoorbeeld in het geval van de niet al te sympathiek getekende Koben, in De onervarenen de echtgenoot van Odile. Zij ziet hem bezig op de akker, schoppend en trappend ‘alsof hij zijn ongehoorzame aardappelen wilde kastijden, omdat ze niet genoeg hun best hadden gedaan zich de ziekmakers van het lijf te houden’ (Van Leeuwen, 2015, p. 39). Het zal wel geen toeval zijn dat we hier een man bezig zien. Want behalve de hoop op betere tijden schrijft Joke van Leeuwen ook de positieve blik bij voorkeur toe aan de vrouw.
| |
Primaire literatuur
Leeuwen, Joke van, Vrije vormen. Amsterdam, Querido, 2002. |
Leeuwen, Joke van, Alles nieuw. Amsterdam, Querido, 2009. |
Leeuwen, Joke van, Feest van het begin. Amsterdam, Querido, 2012. |
Leeuwen, Joke van, De onervarenen. Amsterdam, Querido, 2015. |
Leeuwen, Joke van, Hier. Amsterdam, Querido, 2018. |
|
|