Anne de Vries had een brede interesse voor de jeugdliteratuur, maar zijn passie was toch wel de geschiedenis van de kinderpoëzie. Zijn boek Van Alphen tot Zonderland (2010), een bloemlezing van Nederlandstalige kinderpoëzie van 1624 tot heden, wordt algemeen gezien als een standaardwerk over dit onderwerp. Naast zijn onderzoekswerk bleef hij een actief deelnemer aan debatten over de hedendaagse jeugdliteratuur in de media.
Anne de Vries was niet alleen een goede wetenschapper, hij was ook een effectief organisator. Als curator speelde hij een cruciale rol in de oprichting van het Kinderboekenmuseum in 1994. Hij was een gewaardeerd redactielid van Literatuur zonder leeftijd en een actief lid van de International Research Society of Children's Literature. Voor die organisatie maakte hij tussen 2001 en 2007 als penningmeester deel uit van het bestuur. Hij was altijd alert, ongelofelijk vriendelijk en discreet naar mensen die zijn steun nodig hadden, en steeds bereid om een extra stap te zetten om leden voor de IRSCL te behouden en de organisatie groter en beter te maken.
Na zijn vervroegde pensioen, besteedde hij het grootste deel van zijn tijd aan het schrijven van de biografie van zijn vader, Anne de Vries sr. (1904- 1964), een zeer bekende en veel gelezen auteur van streekromans, kinderboeken, leesmethoden voor de lagere school, en, last but not least, Bijbeladaptaties voor kinderen. Generaties protestante kinderen groeiden op met zijn boeken. Zijn zoon, Anne de Vries jr., heeft altijd betreurd dat de grote populariteit van zijn vader, en het feit dat hij veel gelezen werd, de erkenning en waardering van zijn literaire kwaliteiten in de weg heeft gestaan. De biografie van zijn vader, Een zondagskind. Biografie van mijn vader (2010), is een bewonderenswaardige evenwichtsoefening tussen zijn persoonlijke betrokkenheid bij zijn vader en de wetenschappelijke precisie die kenmerkend is voor al zijn publicaties. De biografie werd goed ontvangen en Anne de Vries gaf interviews en presentaties om aandacht te vragen voor deze publicatie. Daarna verschenen in 2015 nog twee boeken over kinderrijmen bij Amsterdam University Press: Meisje, kun je wel jokken? Achtergrond en betekenis van de Nederlandse kinderrijmen en Mijn moeder heeft de pee aan mij. Nederlandse kinderrijmen uit Noord en Zuid.
Vanwege zijn grote betekenis voor de kinder- en jeugdliteratuur kreeg hij in 2013 terecht de Hiëronymus van Alphenprijs. In het juryrapport werd hij