Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 32
(2018)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |||||||
Karen Woets als recensent
| |||||||
[pagina 81]
| |||||||
Besproken boekenKaren Woets publiceerde boekbesprekingen voor diverse periodieken. Tussen 2009 en 2014 zijn regelmatig bijdragen van haar te vinden in De Leeswelp, het in 2014 opgeheven Vlaamse tijdschrift over jeugdliteratuur. Vele daarvan zijn geen enkelvoudige recensies (waarin één of hooguit twee boeken in kort bestek besproken worden), maar betreffen meer uitgebreide artikelen over maatschappelijke thema's als vluchtelingen, racisme, interculturaliteit en interreligiositeit in jeugdboeken. De besproken boeken zijn niet per se recent en het valt op dat ze hierin zelden titels van de bovenste plank bespreekt: de keuze van de boeken is eerder ingegeven door de thematiek dan door de literaire kwaliteit.Ga naar voetnoot1 Zo komen in ‘Spiegels, ramen en deuren... communicatieve openingen in verhalen over de multi- en interculturele samenleving’ (De Leeswelp, 2010) onder meer de volgende boeken aan bod: Aan de bal (2004) van Lieneke Dijkzeul, Vrij als een vogel (2003) van Geertje Gort, De flat van Fatima (2010) van Janneke Schotveld, Verbroken vriendschap (2004) van Chris Vegter en Vriendschap verboden (2004) van Heleen Vissinga. Omdat het geen recensies in strikte zin zijn - niet de beoordeling van de net verschenen boeken staat voorop, maar de verkenning van maatschappelijke thema's in jeugdboeken - laat ik deze artikelen buiten beschouwing en beperk ik me in de analyse voor De Leeswelp tot de enkelvoudige recensies. Ook daarin valt op dat Woets meestal boeken over geloven en interculturaliteit bespreekt. Dit hoeft uiteraard niet (louter) haar eigen keuze te zijn geweest; de redactie kan haar daar gericht om gevraagd hebben, omdat het thema's zijn waarmee Woets zich als onderzoeker ook bezighield. Breder is in elk geval het spectrum dat in haar recensies voor MappaLibri aan bod komt. Voor deze website ‘voor lezers die zoeken naar kwaliteit’ met ‘kritische, deskundig geschreven recensies’, veelal van voormalige recensenten van De Leeswelp en De Leeswolf, schreef Woets in 2015 en 2016 incidenteel een bijdrage. Het gaat om korte enkelvoudige recensies over recente boeken, zoals Littekens (2016) van Anke de Vries en Jongen zonder naam (2015) van Bettie Elias. | |||||||
[pagina 82]
| |||||||
In Literatuur zonder leeftijd verschenen twee uitgebreide besprekingen van jeugdboeken (over Vlam (2014) van Floortje Zwigtman en Een jaar met de gans en zijn broer (2014) van Bart Moeyaert). En ten slotte schreef ze voor Nieuwwij.nl, een website die ‘de [culturele en religieuze] verschillen verbindt’, tussen 2013 en 2015 recensies van fictie en non-fictie voor volwassenen. Passend bij het medium betreft dit alle boeken over religie, interculturaliteit, diversiteit en levensbeschouwing.Ga naar voetnoot2 Deze laatste recensies bieden interessant vergelijkingsmateriaal: wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen Woets' recensies van kinderboeken en boeken voor volwassenen? | |||||||
Opbouw recensiesIn het algemeen bevat elke recensie een beschrijving van de inhoud en een beoordeling van het boek, zij het dat het aandeel van beide onderdelen per recensie zeer kan wisselen. De beoordeling kan alleen korte kwalificaties bevatten of ook argumenten en citaten uit het besproken boek omvatten. Daarnaast kan een recensent woorden wijden aan beoordeling in het algemeen (metakritische opmerkingen) of aan trends of genres binnen de jeugdliteratuur (institutionele opmerkingen). Ook kan de recensent het besproken boek plaatsen binnen eerder werk van de schrijver (Krikhaar & Ros, 1986). Al deze elementen zijn terug te vinden in de recensies van Karen Woets. Soms vallen haar inhoudsbeschrijvingen wat royaal uit, maar het kritische aandeel is altijd duidelijk aanwezig. De ene keer startte ze met een samenvatting van de inhoud, een andere keer weefde ze beschrijving en beoordeling meer dooreen. Ze gaf geregeld citaten uit het besproken boek om haar oordelen te schragen en plaatste boeken ook geregeld in een context van eerder werk van een schrijver. Bijvoorbeeld in de De Leeswelp-recensie (2013) over Roots (2013) van Sebastiaan Leenaert. Ze merkt op dat Leenaerts boeken zonder uitzondering jongerenboeken zijn, ‘waarin demonen een belangrijke rol spelen, in letterlijke dan wel figuurlijke zin.’ Ook de in recensies doorgaans schaarse metakritische en institutionele opmerkingen vinden we bij Woets terug, zij het zeker niet in elke recensie en | |||||||
[pagina 83]
| |||||||
ook alleen in haar jeugdboekenrecensies. In haar recensie van Baas van de wereld (2016) valt bijvoorbeeld te lezen dat Woets het niet eens is met kwalificaties van collega-critici over de schrijver: Vanwege eerdere verhaalfiguren is Koolwijk al getypeerd als ‘de Lindgren van de lage landen’. Dat is niet min. (...) Samen met de schetsachtige, met aquarel ingekleurde pentekeningen van Elly Hees, waarin de personages grote ogen en slungelige benen hebben, doet dit verhaal eerder denken aan het oeuvre van Dahl/Blake. Evenmin een geringe kwalificatie. (MappaLibri, april 2016) Een voorbeeld van een institutionele opmerking vinden we in de recensie van een oorlogsboek van Bettie Elias, waarin Woets dit boek plaatst in het gehele aanbod aan oorlogsboeken voor de jeugd: Over de systematische en meedogenloze isolering, vernedering en uitroeiing van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de nodige jeugdboeken verschenen. Toch zijn het er voorlopig niet genoeg, zeker niet als een nieuw verhaal een licht werpt op specifieke gebeurtenissen die niet vergeten mogen worden, zoals Bettie Elias doet in Jongen zonder naam. (MappaLibri, november 2015) Al met al mogen we Woets wat betreft de opbouw van haar recensies karakteriseren als een serieus criticus die haar lezers tekst en context biedt. | |||||||
Soorten argumentenIn de inleiding kwam al de driedeling tekstgericht, lezergericht en werkelijkheidsgericht ter sprake. Deze voert terug op het voor het onderzoek naar literaire kritiek invloedrijke werk The Mirror and the Lamp (1953). Criticus en literatuurwetenschapper M.H. Abrams onderscheidt binnen het denken door de tijden heen over wezen en functie van literatuur vier groepen opvattingen: 1. mimetisch (focus op literatuur als weerspiegeling van werkelijkheid), 2. Pragmatisch (focus op literatuur als medium om effecten bij de lezer te bewerkstelligen), 3. expressief (focus op literatuur als medium voor de schrijver | |||||||
[pagina 84]
| |||||||
om zich uit te drukken) en 4. objectief (focus op literatuur als kunst op zich, als autonoom kunstwerk). Oorspronkelijk bedoeld als classificatie van opeenvolgende en dus tijdgebonden literaire theorieën is Abrams' indeling ook toegepast om literatuurbenaderingen van hedendaagse critici te typeren. Dat zien we ook terug in onderzoek naar de jeugdliteraire kritiek. Joke Linders-Nouwens (1975) ontleende aan hem de inmiddels bekende driedeling. De expressieve literatuurbenadering liet ze achterwege, die komt in theorieën over wezen en functie van jeugdliteratuur nauwelijks voor. Kennelijk zien deze theorieën jeugdliteratuur niet als een vorm van literatuur die aan schrijvers de mogelijkheid biedt om uitdrukking te geven aan de eigen persoonlijkheid. Ze gaan ervanuit dat jeugdboeken vooral in dienst staan van een representatie van de werkelijkheid of de vorming van de lezer. Anne de Vries (1989) hield het in zijn overzicht van opvattingen over kinderliteratuur vanaf 1880 zelfs op twee hoofdgroepen: pedagogisch en esthetisch. Dit laatste begrip gebruikt hij overigens ruimer dan het destijds in de literatuurwetenschap gangbare concept van literaire autonomie (Abrams' vierde groep): ‘Als ik spreek van een “esthetische benadering”, gebruik ik de term dus in een afwijkende betekenis. Het kenmerkende van deze benadering is dat literaire argumenten verbonden zijn met de beleving van de lezer’ (De Vries, 1989, p. 285). Het begrip pedagogisch reserveert hij voor de opvatting van kinderboeken als middel in de opvoeding. Krikhaar en Ros (1986) onderscheidden in hun onderzoek naar de jeugdliteraire kritiek weliswaar alle vier groepen, maar vonden weinig auteursgerichte oordelen. Hun analysemodel bevatte zelfs nog een vijfde en zesde groep - het boek als koopwaar en het boek in vergelijking met andere boeken - maar ook deze bleken slechts mondjesmaat vertegenwoordigd in jeugdboekenrecensies. Dat bleek ook in de recensies van Woets het geval en daarom focus ik me hier op de drie hoofdgroepen lezergericht, tekstgericht en werkelijkheidsgericht. Je zou kunnen denken dat Woets, vanwege haar voorkeur voor boeken met maatschappelijke thema's, als recensent vooral let op de verbeelding van die thema's in relatie tot de werkelijkheid en de vormende waarde daarvan op jonge lezers. Ofwel, dat ze boeken vooral langs de mimetische en | |||||||
[pagina 85]
| |||||||
vormende meetlat legt. Dat blijkt niet zo te zijn, in elk geval niet in haar jeugdboekenrecensies. | |||||||
Een waaier aan oordelenWoets' oordelen over jeugdboeken zijn afkomstig uit alle drie groepen: ze lette zowel op literaire vormgeving, het werkelijkheidsgehalte van het boek als op de effecten op de lezer. Wel tekenen zich enkele hoofdlijnen af. Zo draait het bij haar oordelen over de beschreven werkelijkheid vaak om de levensechtheid van personages. De hoofdpersonen moeten mensen van vlees en bloed zijn: Koolwijk portretteert ditmaal authentieke kinderen, die heel wat in hun mars hebben, maar ook de nodige keren twijfels en angsten hebben. (MappaLibri, april 2016) Ook de plot moet geloofwaardig zijn: niet te veel toevalligheden bevatten en sporen met hoe het er in het echte leven aan toe gaat: Samuel stort zich aan het eind van het verhaal hongerig op brood, eieren en spek. Niet echt waarschijnlijk in het geval van een Joodse jongen. (MappaLibri, november 2015) Woets stoorde zich aan elementen die niet kloppen. Haar eigen wereld en wereldbeeld, of voorzichtiger geformuleerd de thema's waar zij zich in leven en werk mee bezighield, vormen een belangrijke toetssteen voor haar oordelen. Niet alleen in haar voorkeur voor maatschappelijke thema's, maar ook in haar oordelen laat Woets zich kennen als iemand die op de bres sprong voor nuance, verdraagzaamheid en het onderkennen en respecteren van verschillen. Een Joodse jongen die spek eet, past daarbinnen niet. Ze heeft ook moeite met een auteur van een informatief boek die te grove lijnen schetst en daarmee de nuances uit het oog verliest: Daarbij moet je er als volwassene rekening mee houden dat niet alle informatie heel genuanceerd is gebracht. Dat kan ook niet anders bij deze aanpak, maar het is wel een aandachtspunt. Om een voorbeeld te geven: | |||||||
[pagina 86]
| |||||||
er kunnen wel degelijk behoorlijk grote inhoudelijke verschillen zijn tussen de religies die onder het christendom vallen en die verschillen gaan over meer dan ‘andere ideeën over de regels in de kerk’. (De Leeswelp, 2014) Diezelfde houding zien we ook terug in haar oordelen over de thematiek van boeken: En hij trekt kritische parallellen tussen verleden en heden, bijvoorbeeld door van de barmhartige Samaritaan een cynische, maar toch ook barmhartige Palestijn te maken, of door vreemdelingenhaat aan de kaak te stellen. (De Leeswelp, 2012, Eykman) Naast de werkelijkheid lette Woets op de effecten van het boek op de lezer. Ze hanteerde vooral emotionele argumenten: ze omschrijft boeken als indringend, ontroerend of grappig: In dit deel zijn ook weer de nodige hilarische momenten te vinden, maar ook ontroerende, (...) (MappaLibri, maart 2016) Identificatiemogelijkheden voor de lezer komen verrassend genoeg - want voor veel jeugdboekenrecensenten een belangrijk criterium - nauwelijks aan bod. Je zou kunnen redeneren dat als een recensent personages prijst om hun authenticiteit, dat impliceert dat de lezer dus herkenning vindt. Maar dat is te speculatief. Als expliciet argument komt identificatie slechts een enkele keer aan bod: Omdat Vlam over veel verschillende personen gaat, en je naar mijn mening (nog) niet de kans krijgt om hoofdpersoon Roxane heel diepgaand te leren kennen, is het wel lastig om je als lezer in een verhaalpersonage in te leven. (Literatuur zonder leeftijd, 2015) Ook oordelen over of boeken geschikt zijn voor kinderen komen weinig voor. Passend bij het tot nu toe geschetste profiel van Woets - iemand die hecht | |||||||
[pagina 87]
| |||||||
aan nuance en wederzijds respect - is het niet verwonderlijk dat de vormende waarde van boeken wel regelmatig aandacht krijgt. Het werk (...) zal voor zowel jongeren als volwassenen vaak leerzaam zijn. (De Leeswelp, 2014, Giedts) Daarmee zou het plaatje compleet kunnen zijn: een recensent die vanuit haar eigen maatschappelijke geënageerdheid boeken vooral beoordeelt op authenticiteit, nuance, geloofwaardigheid, indringendheid en vormende waarde. Maar Woets had wel degelijk ook oog voor de literaire waarde van jeugdboeken. In elke recensie velt ze een oordeel over het boek als kunstwerk. Veel aandacht schonk ze aan de opbouw en compositie van boeken: Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Ivo, wat voor eenheid zorgt (...) en loopt het aan het eind mooi rond. (MappaLibri, april 2016) Ze onderbouwde haar oordelen met argumenten, zoals in de bespreking van Roots: Daarnaast krijgt de lezer zo weinig over haar te weten, dat deze hoofdstukken beter achterwege waren gelaten. (De Leeswelp, 2013, Leenaert) Ook velde ze oordelen over stilistische kwaliteiten: Op geen enkel punt in het verhaal is een stijlbreuk te ontdekken, ook al namen twee auteurs de pen op. (De Leeswelp, 2014, Letterie/ Stoffels) Als een boek illustraties bevat, komen die altijd aan bod. Daarbij lette Woets vooral op de samenhang tussen tekst en beeld. Dat gaat verder dan een constatering daarover, ze legt uit hoe het beeld de tekst aanvult: | |||||||
[pagina 88]
| |||||||
Eykman portretteert Jezus als een bijzonder mens wiens principes zijn leven eenheid gaven. Hier sluiten de illustraties van Ceseli Josephus Jitta naadloos op aan. Met eenvoudige lijnen en vlakken geeft ze een persoon als Jezus een niet te vaste, maar toch herkenbare vorm, met de alerte en liefdevolle ogen als terugkerende elementen. (De Leeswelp, 2012, Eykman) Woets' jeugdboekenrecensies vertonen kortom een waaier aan argumenten. Van een eenzijdige beoordeling is geen sprake, ze putte uit alle drie groepen. Hoe is dat in haar recensies van boeken voor volwassenen? | |||||||
Wij in de wereldAnders dan in haar jeugdboekenrecensies valt in Woets' besprekingen voor Nieuwwij.nl de focus op het werkelijkheidsgehalte van de boeken op. Ze besprak hierin weliswaar geregeld non-fictie, maar ook dan kan een recensent oog hebben voor de lezer en tekstuele en compositorische aspecten. In de recensies voor Nieuwwij.nl overheerst echter de werkelijkheid. Meer nog dan in haar jeugdboekenrecensies hamerde Woets hier op een genuanceerde weergave van die werkelijkheid: Hoewel je nooit alle perspectieven aan bod kunt laten komen, viel er wellicht nog wat meer te nuanceren. Tahir is behoorlijk positief over wat er voor moslima's in het westen mogelijk is - met of zonder dubbelleven - maar je kunt je toch afvragen of er niet nog teveel gebeurt uit naam van respect voor traditie en ouders/gemeenschap, waarbij het recht op vrije meningsuiting en het recht op zelfbeschikking veel te veel in het geding zijn en het vrouwelijk individu de kans loopt vermorzeld te worden tussen traditie en moderniteit. (Nieuwwij.nl, 4 maart 2015) Soms zien we zelfs een neiging naar politieke correctheid: | |||||||
[pagina 89]
| |||||||
Het boek ‘Bekeerd’ is een verademing, omdat moslimvrouwen hierin positief worden benaderd, en er ook ruimte is voor aandacht voor verschillen in opvatting en geloofspraktijk, en vooroordelen duidelijk worden genoemd en van repliek worden voorzien. (Nieuwwij.nl, 28 april 2014) Het medium - zoals gezegd een website die culturele en religieuze verschillen wil overbruggen - zal hier mede debet aan zijn. Woets' oordelen lijken welhaast in een politiek-maatschappelijk program thuis te horen, waarin telkens gehamerd wordt op nuance en verdraagzaamheid: Het is steeds noodzakelijker om een genuanceerd geluid te laten horen, ook al kun je je pessimistisch afvragen of dat wél iets kan veranderen... Zo'n geluid laat Mohamed Ajouaou horen in zijn nieuwe boek. (Nieuwwij.nl, 27 december 2014) Natuurlijk, soms putte Woets haar oordelen ook wel uit andere groepen en zien we bijvoorbeeld aandacht voor stilistische kwaliteiten van een schrijver: Waar Benzakour een meester in is en bewondering voor afdwingt, is zijn bloemrijke taalgebruik. In sommige passages lijkt het alsof er een oud woordenboek over je uitgestort wordt, maar het zijn juist die passages die een glimlach opwekken. (Nieuwwij.nl, 21 november 2015) Maar anders dan in haar jeugdboekenrecensies komen deze lezergerichte en literaire oordelen lang niet in elke recensie aan bod. | |||||||
ConclusieKaren Woets schreef recensies voor diverse periodieken en podia en deed dat over het algemeen met verve. Ze gaf haar lezers in (doorgaans) kort bestek een goed beeld van de inhoud van een boek en haar oordeel daarover, en schetste waar nodig ook een bredere context. Als onderzoeker was Karen Woets geïnteresseerd in religie en culturele diversiteit in kinderboeken. Die thematische interesse is ook terug te vinden in haar recensies. Ze koos, zeker in De Leeswelp en op Nieuwwij.nl, vaak voor | |||||||
[pagina 90]
| |||||||
boeken met een thematiek in het verlengde van haar onderzoeksinteresses: religie, diversiteit en interculturaliteit. Dit maatschappelijk engagement vormde een belangrijke toetssteen voor haar oordelen als recensent. Niet alleen in haar voorkeur voor (boeken met) maatschappelijke thema's, maar ook in de analyse van haar oordelen laat Woets zich kennen als iemand die op de bres sprong voor nuance, verdraagzaamheid en het onderkennen en respecteren van verschillen. Toch is het zeker niet zo dat ze boeken louter beoordeelde op authenticiteit, nuance, geloofwaardigheid, indringendheid en vormende waarde. Ze had wel degelijk ook oog voor de literaire waarde van jeugdboeken. In elke recensie velde ze een oordeel over het boek als kunstwerk. Opvallend is op dit punt het verschil tussen haar recensies voor volwassenen en haar jeugdboekenrecensies. Juist in die eerste overheerst de werkelijkheid. Dat zal deels te maken hebben met het medium, Nieuwwij.nl, waarvoor ze deze recensies schreef en met de besproken boeken, veelal nonfictie over religie en andere maatschappelijke thema's. Maar ook dan zou een recensent oog kunnen hebben voor lezergerichte en literaire aspecten. Dat is nauwelijks het geval. Haar Nieuwwij.nl-recensies lezen als een politiekmaatschappelijk program, waarin telkens gehamerd wordt op nuance en verdraagzaamheid. In haar jeugdboekenrecensies, waarin besproken boeken ook vaak pasten binnen haar maatschappelijke interesse, toonde ze wel een breder spectrum aan oordelen. Daar valt ze niet vast te pinnen op een overwegend tekstgerichte, lezergerichte of werkelijkheidsgerichte benadering. Samenvattend kunnen we stellen dat Karen Woets als jeugdboekenrecensent vooral een genuanceerd geluid liet horen. | |||||||
Geanalyseerde recensiesMappa Libri - www.mappalibri.be
| |||||||
[pagina 91]
| |||||||
De Leeswelp
| |||||||
Literatuur zonder leeftijd
| |||||||
NieuwWij - www.nieuwwij.nl
| |||||||
Secundaire literatuur
|