ze had bedacht. Los van elkaar hadden Edward en ik het idee dat ik met dit verhaal verder moest gaan. Toevallig ontstond er plotseling een gat van twee maanden in mijn studieprogramma. Edward suggereerde dat ik de tijd moest nemen om te schrijven. Op zijn initiatief spraken we die tijd elke twee à drie weken af in het Douwe Egbertscafé bij Rotterdam Centraal, bij voorkeur op vrijdagmiddag. Doordat de besprekingen elkaar snel opvolgden werd ik gedwongen om niet alleen te denken, maar ook te blijven schrijven. Ik scherpte het plot aan en was vooral bezig de personages meer gestalte te geven.
Een van Edwards grootste kwaliteiten is dat hij veel verschillende mensen de juiste begeleiding kan bieden. Edward heeft ooit verteld dat het hem soms verbaast dat mensen die hij begeleidt zijn kritiek doorgaans vrij blijmoedig aannemen. Dat komt omdat Edwards commentaar altijd concreet is - geen vage uitleg of onbeduidende begrippen.
Edward legt mij uit hoe het verhaal overkomt, hoe hij scènes voor zich ziet, waarom ik een bepaald woord niet moet gebruiken, of juist wel. Na zijn min of meer technische commentaar gaat Edward altijd vragen stellen over de personages. Wat doen ze precies? Waarom? Wat vinden ze er zelf van? Wat vinden ze dat ze moeten doen?
Wat Edward me al vrij snel leerde, is dat alles wat je schrijft een soort dubbele betekenis moet hebben. Een scène moet geloofwaardig passen in de gebeurtenissen van het verhaal. Daarnaast moet ze indirect iets wezenlijks zeggen over een personage of over het overkoepelende vraagstuk waar het verhaal om draait. Pas als een passage ook daaraan voldoet, is ze de moeite van het opschrijven waard.
Soms ben ik het niet met Edward eens tijdens een bespreking. Hij keurt iets af dat ik goed vind, prijst iets dat ik zelf minder geslaagd vind of doet een suggestie die ik niet zie zitten. Dan discussiëren we er even over. Ik moet toegeven dat in die enkele gevallen dat hij me niet direct overtuigt, ik het de volgende dag in vier van de vijf gevallen toch met hem eens ben.
In het verhaal waar ik aan werk, houd ik me bezig met de vormen die relaties tussen mensen aannemen en de particuliere geschiedenis van waaruit die verhoudingen vorm krijgen. En ook de verwarring die onduidelijkheid daarover tussen mensen creëert. Voor mij is het heel waardevol om hierover met Edward van gedachten te kunnen wisselen. Dat doen we vanuit de