... dat zijn de anderen
Diversiteit in de jeugdliteratuur
Diversiteit in de jeugdliteratuur, dat onderwerp refereert aan de ideologiekritiek die in de jaren zeventig opkwam en de jeugdliteratuur door haar vraag naar emancipatie van minderheden en onderdrukten, de ‘anderen’, blijvend veranderde. Precies tien jaar geleden stelde Katrien Vloeberghs in een inleiding op een themanummer van dit tijdschrift over jeugdliteratuur tussen de culturen dat ‘recente jeugdliteratuur een unaniem pleidooi [houdt] voor tolerantie en respect voor verschillende aspecten van een multiculturele, gediversifieerde samenleving en voor de representatie van het (cultureel) andere’. Onder het ‘andere’ kunnen we verschillende klassen, culturen en etniciteiten verstaan, maar ook leeftijden, seksen en seksuele oriëntaties. Het kan gaan om de wijzen waarop dit andere gerepresenteerd wordt, maar ook over het accepteren, waarderen en zelfs vieren ervan. Moeten we het hier anno 2017 nog steeds over hebben? Ja, vonden wij, in een land waar culturele diversiteit en immigratie blijvend op de politieke agenda staan, waar nog steeds gediscussieerd wordt over de vraag of we nieuwkomers welkom mogen heten of niet en hoe dan wel, en waar het leren omgaan met verschillen als verplichting moest worden ingevoerd op scholen, moet het ‘diversity quotient’ van de Nederlandstalige jeugdliteratuur steeds opnieuw onder de loep genomen worden. Want we kunnen geen genoegen nemen met één verhaal. ‘That is how to create a single story,’ zei de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie immers in haar befaamde TED-talk, ‘show a people as one thing, as only one thing, over and over again, and that is what they become. (...) Power is the ability not just to tell the story of another person, but to make it the definitive story of that person.’
Dat het niet bij één verhaal gebleven is, laat Sandra van Voorst zien in haar verkenning van wat er de afgelopen tien jaar is bijgekomen aan jeugdboekenauteurs met een niet-westerse achtergrond en aan Nederlandse en