en worden nooit boos. Mama's sturen hun kind nooit naar bed als hij niet wil. ‘Ze zouden niet durven.’ In de winkels gaan kinderen voor, de scholen zijn er voor vaders en moeders want ‘kinderen hebben wel wat anders aan hun hoofd’, kinderen zijn er vaak beroemd en komen dan in de krant, je bord leeg eten is niet netjes in China... In stijgende lijn gaat het door, steeds sneller en drammeriger en bozer.
Imme Dros maakt zijn groeiende colère meesterlijk voelbaar in haar ritmische en repetitieve taalgebruik. Dat Jan morgen naar China gaat zullen we geweten hebben. Haast elke zin begint met de opsommende, haast bezwerende ‘en’. Zinnen worden steeds langer en China wordt steeds meer present. Het lijkt wel een klaagzang uit de Ilias of de Odyssee. Maar ja, zonder verdedigende respons van een toehoorder gaat woede algauw bekoelen, hoe de kleine roeper zichzelf ook wil blijven overtuigen van de haalbaarheid van zijn slimme plan. En roepen lucht op. Stilaan sluipt er onzekerheid binnen. China zonder zijn vriend Sep of hond Waf (die zou toch maar worden opgegeten, want dat doen ze in China, honden eten), ach, dat is misschien niet echt een optie. En Chinees eten vindt Jan niet lekker... ook al valt daar in zijn bezige hoofd allemaal wel een mouw aan te passen. Kinderlijke logica op zijn best en zijn herkenbaarst in dit aandoenlijke betoog.
En wat een geloofwaardige spanningsboog zet Imme Dros hier subtiel neer. In de prachtige gouaches van Harrie Geelen wordt ingenieus verteld wat niet wordt gezegd. Chinese draken, vuurpijlen, vliegers en maskers maken de woede tastbaar. De expressieve prenten volgen de wisselende stemmingen en het heen en weer tussen werkelijkheid en fantasie op de voet. De twee laatste schilderijtjes vatten woord en beeld perfect samen: Jan met een dikke traan in zijn gestipte pyjama dubbend op zijn veilige bed en diezelfde Jan furieus roepend naar de wereld met zijn rugzak op een bergje van niks: ‘Morgen ga ik naar China. Morgen ga ik naar China! Ik ga morgen naar China. En ik kom overmorgen nooit meer terug.’
Een heerlijk huzarenstuk van een heerlijk duo!