‘Een verhaal of roman moet nu eenmaal van binnenuit komen. Natuurlijk kun je je daarbij laten inspireren door wat er om je heen gebeurt, maar als het alleen van buitenaf komt, is het onvoldoende.’
In 1998 vond Simoen het nog een probleem dat een dag maar 24 uur heeft. ‘Daar heb ik nooit genoeg aan, zelfs als ik de nacht over sla. Er is zoveel te zien, te lezen en te beleven. Als je dan ook nog wilt schrijven? Misschien moet ik het aanpakken zoals Jules Deelder en af en toe wat speed nemen. Dan kan je alles twee keer zo snel.’ Vijftien jaar en elf boeken later is zijn tijd definitief op. Van alle dingen die hij in zijn leven had gedaan, was schrijven hem het best bevallen. ‘Met die jaloezie van me is het ten slotte toch nog goed gekomen. Die had immers alles te maken met bewondering voor wat anderen kunnen. En zo'n slechte drijfveer is jaloezie niet.’
Na de voltooiing van zijn laatste boek De nacht van 2 April schreef hij op 13 december 2012 in zijn logboek: ‘Ik voel me uitgeprocedeerd, als een asielzoeker die heel erg gehecht is geraakt aan het land waar hij zich de laatste jaren zo goed thuis voelde, maar binnen een paar maanden op het vliegtuig wordt gezet... Mijn land heet niet België of Nederland of Zweden, het heet Leven, en boy o boy, wat heb ik me hier thuis gevoeld, de laatste 59 jaar. Het is zo'n mooi land, dat leven. Ik hou van de mensen die erin rondlopen, ik hou van zijn muziek, zijn landschappen, zijn gebouwen, zijn schilderijen, zijn foto's, zijn films, zijn wielrenners, zijn beeldhouwers, zijn beenhouwers, zijn straten, zijn pleinen, zijn treinen, zijn wijn, zijn huizen, zijn tuinen, zijn appels, zijn aardbeien, zijn Macbook Airs, zijn gezever, zijn getater, zijn gedichten, zijn stripverhalen, zijn gelach, zijn gekonkelfoes, zijn reclames, zijn continenten, zijn steden, zijn vriendschappen, zijn seizoenen, zijn kinderen die spelen in het park, zijn Moleskine opschrijfboekjes met de zwarte elastiekjes, zijn hoeden en sjaals van Paul Smith, zijn vergezichten over de Schelde, zijn wandelingen langs de Seine en zijn mistflarden boven de herfstige velden. Zijn Schotse landschappen en zijn witte klippen van Dover. Zijn zee, altijd weer. Zijn prachtige vrouwen die flaneren langs de Graslei, zijn concerten van Leonard Cohen en zijn zomerse ontbijten onder de appelboom. Zijn donkere dagen voor Kerstmis als je het licht 's ochtends al moet aandoen en de verwarming hoger draait en je geweldige vrouw binnenkomt van de bakker met verse broodjes en een superdikke krant, en je zet nog gauw “The Messiah” op voor ze de koffie uitschenkt. Nespresso volluto, met een dikke schuimende melkkraag en twee klontjes. De knalrode trui van Fabian Cancellara vanuit de helikopter