Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 23
(2009)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |||||||||||||
Vakliteratuur en meer
| |||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||
informatie die maar te vinden is over de boeken. Bijna honderd pagina's zijn nodig om alle zelfstandige publicaties goed te beschrijven. In het tweede hoofdstuk komende bibliofiele boeken aan de orde. Publicaties die meestal voor een klein publiek bedoeld waren en dus minder bekend zijn geworden. Uitgaven van onder meer de Stichting Plint (poëzieposters), maar ook boekjes uitgegeven n.a.v. speciale gelegenheden (een ‘herinnering’ bij de Annie M.G. Schmidtweek in 2006) of een rijmprent (oplage 30 stuks) van het gedicht ‘Raad’ door de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven. Uit dit hoofdstuk blijkt hoe inspirerend werk van Schmidt is voor allerlei werkvelden en doelgroepen. De bibliograaf moet veel hebben gespit om dit allemaal boven te halen. Luisterboeken verschenen voor het eerst in de tachtiger jaren van de vorige eeuw (toen nog op cassettebandjes). In hoofdstuk 3 worden zij allemaal beschreven. De oorspronkelijke tekst wordt genoemd, maar ook wie het verhaal voorleest en of er extra geluidseffecten zijn. In het volgende hoofdstuk komen de vele vertalingen aan de orde. Voor wie dacht dat Schmidt pas vertaald werd na haar Andersenprijs in 1988 komt bedrogen uit. Voor die tijd zijn er al veel vertalingen, zowel in het Duits, Frans en Engels, maar ook in veel minder gebruikelijke talen. Door de kleurenillustraties van de omslagen die zijn opgenomen, is mooi te zien hoe illustratoren in andere culturen met de inhoud van de boeken zijn omgegaan. Uiteraard zijn bij veel vertalingen ook de oorspronkelijke illustraties overgenomen. Ook de bladmuziek (hoofdstuk 5) en publicaties waarin een bijdrage van Schmidt zijn opgenomen (hoofdstuk 6 en 7) krijgen alle aandacht. Een speciale aflevering van Bzzlletin, waarin een verhaal van haar staat, de bijdrage aan het bekende ‘Duveltjes uit een doosje’, een gedicht in een boek met herinneringen aan Wim Kan. Alles vindt een plek in deze magnifieke bibliografie. En uiteraard is niet voorbijgegaan aan Schmidt als redacteur van boeken en bloemlezing, waarbij de Gouden Boekjes veel aandacht krijgen. Pagina's lang passeren alle | |||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||
deeltjes de revue, gevolgd door de luisterboekjes en de mini-gouden boekjes. In hoofdstuk 9 komen alle publicaties in tijdschriften en kranten voorbij. Uitgebreid wordt ook aandacht geschonken aan wat er over Schmidt is geschreven (hoofdstuk 10). Voor iedereen die nog iets wil toevoegen aan de studie van het werk van Schmidt een must. In 1973 verscheen de gestencilde monografie van Oda de Maire. Natuurlijk krijgt het proefschrift van Joke Linders ook de nodige aandacht en uitermate leuk is om alle voorlopers van de bibliografie aan te treffen in dit hoofdstuk. Uit al deze voorpublicaties wordt duidelijk hoeveel tijd Marcel Raadgeep geïnvesteerd heeft in dit levenswerk van hem. In hoofdstuk 12 zijn chronologische lijsten van het werk van Schmidt te vinden, de vertalingen per taalgebied, een lijst van alle illustratoren en componisten van haar werk (een aparte lijst van de illustratoren en vertalers van haar vertalingen). Al deze bijlagen maken de bibliografie zeer toegankelijk. Vaak is een bibliografie nogal een saai boek, waarin je iets opzoekt en daarna weer in de kast als naslagwerk zet. Deze bibliografie is echter, mede door de erg mooie uitvoering van het boek met zeer veel kleurenillustraties, ook een boek dat je gewoon wilt doorbladeren en je doet verbazen over wat onze grootste kinderboekenschrijfster (om het even tot die publicaties te beperken) allemaal heeft geschreven. Het zal voor iedereen een bron van herkenning zijn. Marcel Raadgeep heeft een meesterwerk volbracht. Zelden heb ik een zo gedegen en gedetailleerde, uitstekend verantwoorde bibliografie gezien. Dit smaakt naar meer. Wie wil een groot deel van zijn leven besteden aan een dergelijke bibliografie van Paul Biegel? En welke uitgever zou het aandurven dat dan net zo mooi uit te geven? (TD)
Marcel Raadgeep, Ik krijg zo'n drang van binnen. Bibliografie van het werk van Annie M.G. Schmidt. De Womba; 320 blz. ISBN 9789045107530; €49,95. | |||||||||||||
Persoonlijk kinderboekenportretBij het afscheid van Querido-kinderboekenredacteur Jacques Dohmen presenteerde Bregje Boonstra niet alleen een geschreven portret (zie elders in dit nummer), maar ook een portret van de kinderboekenoogst onder zijn bewind. Zo althans zou men Wat een mooite! kunnen zien. Boonstra portretteert in dit boek weliswaar de literaire toppen uit haar eigen jeugdboekrecensentenbestaan, maar haar actieve jaren (1983-1993 voor NRC Handelsblad en 1993-2004 voor de Groene Amsterdammer) vallen grosso modo samen met Dohmens redacteurschap bij Querido (1979-2009). Haar boek is - en het tijdstip van verschijnen is | |||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||
dan ook niet toevallig - is een ode aan Dohmens werk en een ode aan wat zij ‘de gouden eeuw van de vaderlandse jeugdliteratuur’ noemt. Die gouden eeuw, de laatste twee decennia van de vorige eeuw, kenmerken zich volgens Boonstra door uitzonderlijk ‘karakter, creativiteit en productiviteit’ en door een ‘concentratie van literaire hoogtepunten’. Het brandpunt van die hoogtepunten ligt wat haar betreft bij acht schrijvers: Paul Biegel, Imme Dros, Wim Hofman, Peter van Gestel, Els Pelgrom, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen en Toon Tellegen. Zij behoren onmiskenbaar tot de groten van onze jeugdliteratuur, maar dat het allen (gedeeltelijk) Querido-auteurs zijn, zal geen toeval zijn. Boonstra zelf verantwoordt haar keuze voor deze acht in het voorwoord als volgt: ‘hun werk [heeft] mij als criticus het meest geraakt en geïnspireerd, terwijl ze allemaal minimaal één boek schreven dat het in zich heeft om de tijd te trotseren en toegevoegd te worden aan het nog altijd niet zo omvangrijke stapeltje klassieken dat onze jeugdliteratuur heeft voortgebracht.’ Als feitelijk argument telt nog dat alle acht onderscheiden zijn met de Theo Thijssenprijs. De jongste winnaar van deze P.C. Hooftprijs voor de jeugdliteratuur, Ted van Lieshout, toont zich op zijn weblog (http://tedvanlieshout.web log.nl/) enigszins verbolgen over Boonstra's keuze. Hij beticht haar van gemakzucht, want ze liet ‘literaire non-fictie, hoogstaande vertalingen en in het bijzonder poëzie’ links liggen. Het boek ontbeert volgens hem een sluitend concept en overtuigingskracht en het blijft steken in de welbekende favorieten van Boonstra. Het is ontegenzeggelijk waar dat Wat een mooite! een persoonlijk kinderboekenportret is en getuigt van de voorkeuren van de auteur. Maar Boonstra steekt dat ook niet onder stoelen of banken. Sterker, ze zegt expliciet geen jeugdliteraire geschiedenis te willen schrijven. Dat kan ze ook niet, omdat ze zichzelf willens en wetens te veel vastketent aan haar eigen tijd. Ze laat zich niet alleen leiden door haar eigen voorkeuren, maar ook door haar eigen herinneringen - ‘gelukkig is er in het geheugen voor middelmatigheid weinig ruimte’. De tijd voor en na haar actieve recensentenjaren moet het doen met een tweedehands geheugen - een geheugen dat niet is samengesteld uit eigen (lees)ervaringen, maar op vluchtiger kennis nemen van het boekenaanbod. Haar summiere beschrijving van de oudere en moderne jeugdliteratuur klinkt dan ook te veel als die van de dame op leeftijd die moppert dat het in haar tijd allemaal beter was. Net zoals mensen hun leven lang blijven steken in de popmuziek van hun jongelingjaren zit Boonstra opgesloten in haar kritische periode. Dat leidt tot oppervlakkige karakteriseringen als ‘vooroorlogse braafheid’ en moderne verpottering van het boekenaanbod. Voor het schrijven van geschiedenis is een bredere blik vereist. Maar goed, op een niet gesteld doel kun je een auteur niet afrekenen. Wat | |||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||
Boonstra wel geleverd heeft, zijn acht fraaie schrijversportretten, geschreven op basis van interviews met de auteurs en herlezing van hun werk. Ze ruimt daarbij, net als in haar portret van Jacques Dohmen, veel plaats in voor de jeugd en jeugdherinneringen van de betreffende auteur. Dat levert mooie verhalen op over
bijvoorbeeld de huiskrant die de jonge Joke van Leeuwen schreef (‘Leeuwenbekje’) en Toon Tellegens ontdekking van de mooite van meisjesbenen. Drie van de acht portretten (Biegel, Hofman en Dros) zijn eerder gepubliceerd en afkomstig uit speciale uitgaven bij tentoonstellingen in het Kinderboekenmuseum. De waarde van dit boek zit in Boonstra's vermogen om de persoonlijkheid van een schrijver en diens werk neer te zetten. (BR)
Bregje Boonstra, Wat een mooite! Hoogtij in het kinderboek in acht portretten. Amsterdam, Querido, 2009. ISBN 9789021435411; €35,-. | |||||||||||||
Bibliografie oude boekenVoor onderzoekers en bibliofielen met interesse voor de periode 1550-1850 is er sinds begin mei een handig bibliografisch hulpmiddel te downloaden. Het gaat om Sub Rosa, een database met momenteel ongeveer 27.500 titels waaronder ruim 7500 school- en kinderboeken. Erin opgenomen zijn alle nummers uit bibliografische standaardwerken, zoals die van Buisman, Versnel, De Vries, Boekenoogen, Huiskamp, Buijnsters/Buijnsters Smets en Verhoeven & Verkruijsse. Bij de titels worden vindplaatsen in zowel binnen als buitenland vermeld. Verder bevat Sub Rosa zo'n 40.000 foto's van titelpagina's, frontispices, fingerprintpagina's en dergelijke. De database is ‘een uit de hand gelopen hobby’ van neerlandicus en verzame- | |||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||
laar Arno van der Plank. Hij stelt zijn systeem nu via internet gratis beschikbaar. (BR)
Sub Rosa is te downloaden via de website http://www.amore-et-labore.nl/. Een aanvullende foto-dvd is voor €10, - (inclusief verzendkosten) te bestellen bij arno@van-der-plank.com. | |||||||||||||
Te gast op LeespleinLeesplein, de website over kinder- en jeugdliteratuur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken, ontvangt vanaf september 2008 maandelijks twee of meer gasten. Leesplein bestaat uit vier pleinen, twee voor de volwassen intermediairs en liefhebbers van jeugdliteratuur (Voorleesplein en Laten Lezen) en twee voor jonge gebruikers: Kinderboekenplein en Jeugdboekenplein. Op de laatste twee pleinen is iedere maand een jeugdauteur te gast. In september beet Annemarie Bon het spits af. Daarna volgde in oktober Hans Hagen, destijds auteur van het Kinderboekenweekgeschenk. Caja Cazemier, Marita de Sterck, Selma Noort, Harm de Jonge, Jacques Vriens, Judith Eiselin en Bart Moeyaert vulden tot en met mei de stoet aan. Dat leverde korte interviews op (soms door de verhaalfiguren met de auteur) of een blik in de werkkamers van de auteurs. Op Voorleesplein en Laten Lezen vertellen deskundigen op het gebied van de kinder- en jeugdliteratuur over wat hen bezighoudt. John Schrijnemakers, gepassioneerd boekverkoper, was in september de eerste gast. Helma van Lierop-Debrauwer vroeg zich in oktober af waarom kinderen van andere kinderboeken houden dan volwassenen. Andere gasten waren Yvonne Jagtenberg (die met haar Balotje in Japan was geweest), Geertruide Jonkman, Coosje van der Pol, Sanne Parlevliet (twee jonge onderzoeksters), Jant van der Weg (over de Friese kinder- en jeugdliteratuur), Saskia de Bodt (over haar werk als hoogleraar illustratie aan de UvA) en Karin Wanrooij, specialiste op het gebied van de kamishibai, het van oorsprong Japanse vertelkastje. Een overzicht van Auteurs van de maand is te vinden op Kinderboekenplein en Jeugdboekenplein (Schrijvers en tekenaar > Auteur van de maand); de deskundigen zijn te vinden op Voorleesplein (Leestip > Aan het woord) en op Laten Lezen (Nieuws > Aan het woord). Zie: http://www.leesplein.nl. Leesplein beschikt over een eigen Leesplein Nieuwsbrief, waarin maandelijks de gasten worden aangekondigd en meer nieuws te vinden is over wat Leesplein allemaal te bieden heeft. De nieuwsbrief is gratis. Aanmelden kan via e-mail: nieuwsbriefleesplein@debibliotheken.nl. | |||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||
Het dagelijkse nieuws over kinder- en jeugdliteratuur is te vinden in de goed bijgewerkte nieuwsoverzicht op Laten Lezen (ook beschikbaar via RSS: http://www.leesplein.nl/feed.php?feed=nieuws&plein=LL) (WvdP) | |||||||||||||
Kort nieuws
| |||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||
| |||||||||||||
In memoriam
| |||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||
| |||||||||||||
RectificatieIn het vorige nummer van Literatuur zonder leeftijd (78, voorjaar 2009) zijn in het artikel van Sanne Parlevliet twee jaartallen niet juist. Het boek van Jan Mens (blz. 31) dateert uit 1948 en niet uit 1848; de eerste druk van de bewerking van Robinson Crusoë van P. Louwerse dateert uit 1888 en niet uit 1988, zoals op blz. 34 staat vermeld. |
|