| |
| |
| |
De Woutertje Pieterse Prijs-winnaars en de pers
Reacties op Het geheim van de keel van de nachtegaal
Wilma van der Pennen
Op 5 maart werd bekendgemaakt dat Peter Verhelst en Carll Cneut de Woutertje Pieterse Prijs kregen voor Het geheim van de keel van de nachtegaal. Eerder al vielen de makers in Vlaanderen in de prijzen: Verhelst werd bekroond met een Boekenwelp; Cneut ontving een Boekenpluim. Hoe reageerden recensenten op dit boek nog voordat bekend was dat het bekroond werd?
Op 3 september 2008 werd het boek aangekondigd op Leesplein, de website over kinder- en jeugdliteratuur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. In het vaste nieuwsonderdeel op woensdag (‘Aangekondigd’) signaleerde de redactie de komst van deze bewerking van het sprookje over de keizer en de nachtegaal van Hans Christian Andersen:
Twee toptalenten spanden zich in om dit schitterende prentenboek te maken: Peter Verhelst en Carll Cneut. De eerste is bekend als auteur voor volwassenen (met Tongkat won hij de Gouden Uil); Carll Cneut heeft met zijn illustraties zijn sporen verdiend in binnen- en buitenland.
Het boek, dat half september verscheen, kreeg onmiddellijk aandacht in de Vlaamse pers. Patrick Jordens schreef op 24 september in De Morgen:
Het mag een gebeurtenis van formaat heten: Peter Verhelst, gerenommeerd om zijn romans voor volwassenen, waagt zich aan een kinderboek, meer bepaald aan een bewerking van een bekend sprookje van H.C. Andersen. En slaagt daarin met glans, want Het geheim van de keel van de nachtegaal is een juweeltje. Eerst en vooral door de taalrijkdom. In soepele, vaak muzikale en beeldende zinnen weet Verhelst trefzeker en sfeervol het Chinese rijk op te roepen waar dit oude verhaal zich afspeelt. (...) Het sprookje zit Verhelst als gegoten, de beschrijvingen van de tuin zijn van een prikkelende zinnelijkheid
| |
| |
zoals we dat van hem mogen verwachten. Maar ook de karaktertekening, de dialogen, de subtiele humor, het kabbelende ritme, het open einde... alles valt op zijn plaats in deze bewerking. Een aanwinst voor de kinderliteratuur dus, en hopelijk blijft het niet bij deze ene keer.
En ook voor illustrator Carll Cneut heeft Jordens niets dan lof:
Minstens even verbluffend als Verhelsts kristalheldere vertelling zijn de prenten van Carll Cneut, die zich hier nog maar eens overtreft. Ronduit magistraal hoe hij zijn inspiratie heeft gehaald uit de oude Japanse schilderkunst maar daar toch iets heel eigens van heeft gemaakt. De afwisseling tussen kleurtekeningen en nachtelijke taferelen in een diep donkerblauw zorgt voor een mooi evenwicht, en het nodige mysterie. En bijna elk kostuum van de keizerlijke personages is een meesterwerkje op zich: het wemelt van de motieven en kleuren, maar het is nergens overdadig of te opdringerig, en het getuigt van een enorme zorg en liefde voor het werk. Een parel van een prentenboek, nu al een collector's item.
Veerle Vanden Bosch sprak op 3 oktober in De Standaard met de makers. Verhelst licht in het interview toe hoe het boek tot stand kwam. Hij had aan zijn kinderen beloofd een jeugdboek te schrijven. Die kans kreeg hij toen hij van de Theatergroep Pantalone het verzoek kreeg een theaterbewerking te schrijven van het beroemde sprookje van Hans Christian Andersen. Het idee sprak hem meteen aan. Vanden Bosche:
Hij haalde het originele sprookje helemaal uit elkaar en bouwde met de onderdelen een prachtig nieuw verhaal, geschreven in een zinne-
| |
| |
lijke, lichte en poëtische taal en met een prachtig ritme, dat vraagt om te worden voorgelezen. Het geheim van de keel van de nachtegaal is bovendien schitterend uitgegeven, op groot formaat met goud op snee, en met prachtige prenten van Carll Cneut.
Verhelst heeft Carll Cneut benaderd voor het maken van de illustraties. Die was meteen enthousiast:
Ik vond het geweldig om dit verhaal te illustreren. Dat heeft bij mij evengoed te maken met mijn kindertijd. Ik had als kind alle geïllustreerde sprookjesboeken van Lekturama, dikke rode boeken waren dat. Ik heb altijd gevonden dat dit sprookje in die reeks het mooist geïllustreerd was. Die oude illustraties zaten ergens ver weg in mijn hoofd, en ik denk dat ze de inspiratiebron zijn geweest voor de tekeningen die ik voor dit boek heb gemaakt. Wat me vooral is bijgebleven van die illustraties is de hoed van de keizer. Eigenlijk is het allemaal daarmee begonnen. Dat is maar een klein detail, maar het bepaalt al de rest.
In het oktobernummer van het Vlaamse recensietijdschrift de Leeswelp wijdt hoofdredacteur Jen de Groeve een uitgebreide bespreking aan het boek. Zij introduceert Verhelst - die immers met Het geheim van de keel van de nachtegaal zijn eerste kinderboek schreef - als ‘een estheet’ en noemt zijn werk voor volwassenen ‘poëtisch, gedreven, experimenteel, exuberant’. Als kinderboekenauteur kan Verhelst de toets der kritiek ruimschoots doorstaan:
Een prentenboek behoort voor jonge kinderen - in dit geval vanaf zowat zeven jaar - voldoende houvast te bieden om de aandacht gaande te houden. Verhelsts creatieve, literaire omgang met het verhaal staat dat geenszins in de weg, wel in tegendeel. Hij maakt in de dynamische, erg ritmische tekst de verhaalstof uit Andersens sprookje geheel tot de zijne én hij betrekt de lezer veel sterker bij het verhaal dan bij Andersen het geval was.
(...)
Verhelst schreef een bijzonder krachtige, ritmische verteltekst, die zich met veel effect laat voorlezen. De taal is erg visueel, de toon afwisselend dramatisch en licht, de beelden bijwijlen haast tastbaar.
| |
| |
Naast lof voor de manier waarop Verhelst het sprookje van Andersen bewerkte, heeft De Groeve ook voor Cneuts illustraties grote waardering:
Carll Cneut heeft het paradoxale van de Tuin der Tuinen magnifiek in zijn prenten opgenomen. In de wilde explosie van kleuren zitten ook duidelijke patronen, kleuren zijn gegroepeerd, vormen herhalen zich, vlinders accorderen perfect met hun omgeving.
(...)
Cneut laat zijn prenten in kleur, beweging en textuur perfect harmonieren met de wisselende verteltoon in het verhaal. Hij maakt hier illustraties zoals je ze alleen in zijn beste werk tegenkomt.
| |
Reacties in de Nederlandse pers
In de Nederlandse pers lieten de reacties iets langer op zich wachten, maar ook daar ontving het boek niets dan lof. Zo schreef Simone van Driel half januari 2009 in NRC Handelsblad:
Door zijn poëtische stijl en door het verhaal de ik-vorm te geven voegt Verhelst aan de oorspronkelijke Nachtegaal meer dimensies toe. Er zijn een nieuw begin en een nieuw eind, het laatste aansprekend en lief.
En ook zij heeft veel waardering voor de illustraties:
Maar de illustraties van zijn landgenoot Carll Cneut (winnaar Zilveren Penseel 2003) maken het tot een boek waarvoor je als een blok valt. Cneuts schilderingen trekken als magneten; je wilt je nog een keer laven aan de vrouw die, in prachtig paars gewaad, staat te jammeren aan het bed van de keizer.
Zie met hoeveel details de po onder het bed is beschilderd. Een mooi contrast met de kleurige en gedetailleerde kostuums vormen de bleke bolle gezichten en de gekke kleine handjes en voetjes die Cneut zijn personages vaak meegeeft. De keizer torst boven zijn mooie kleren vele onderkinnen en een speknek.
| |
| |
Ons-meisje-dat-lenig is-als-een-slang-en-door-de-lucht-springt-als-een-aap is de verteller van Het geheim van de keel van de nachtegaal. Zij is belangrijk als verteller, maar stelt aan het hof van de keizer niet veel voor. Met dat gegeven speelt Cneut volop, aldus Van Driel:
Op zijn tekeningen kijkt zij op afstand naar wat zogenaamd belangrijke mensen doen, of Cneut maakt dat je haar nauwelijks kan onderscheiden van anderen, zodat je als op een zoekplaatje het beeld aftast.
Betoverend is de tekening waarop alle nachtegalen van het land Onsmeisje optillen. Zij zullen de keizer, in wie een man van ijs is komen wonen, uit zijn ellendige toestand zingen - het geheim van de keel?
In de Leeuwarder Courant (23 januari 2009) staat te lezen:
Het boek is mooi ingebonden en heeft goudstof aan de bladrandjes. Dat begint altijd zo fijn. De Belgische schrijver Peter Verhelst bewerkte er een Chinees sprookje voor van Hans Christian Andersen. Nu kan het altijd twee kanten op met bewerkte sprookjes; ze worden verknald of juist verbluffend mooi verteld. Verhelst deed het laatste. Op een mooie, zweverige manier neemt hij de lezers mee naar het Chinese keizerrijk, waar een hoofdrol is weggelegd voor het-meisje-dat-lenig-is-als-een-slang-en-door-de-luchtspringt als-een-aap. Carll Cneut maakte er mooie prenten bij. Het meisje komt aan het hof te werken. Daar maakt zij de keizer gelukkig door hem een nachtegaal te brengen. En als de keizer lacht, lacht het hele land.
In Trouw bespreekt Bas Maliepaard het boek. Hij beëindigt zijn recensie met: ‘Al met al een beeldschoon boek, dat de keizerlijke paleistuin naar de kroon steekt’:
Peter Verhelst maakt zijn reputatie als zintuiglijk schrijver waar en schildert de keizerlijke lusthof in bedwelmende taal (...). In zijn eerste kinderboek zet Verhelst, gelauwerd auteur voor volwassenen, het bekende sprookje van Andersen naar zijn hand. Hij maakt het verhaal nog poëtischer dan het origineel en geeft het arme keukenhulpje dat in Andersens versie slechts de weg naar de nachtegaal wijst een prominente rol als ik-verteller.
(...)
| |
| |
Naast de poëtische taal van Verhelst maken ook Carll Cneuts paginagrote illustraties veel indruk. Zijn vervreemdende mensfiguren verrassen niet erg, maar met de schitterende nachttaferelen in donkere tinten als bosgroen en indigo overtreft hij zichzelf. De duisternis verhult op die platen de details en daardoor blijven sterke, silhouetachtige beelden over, die een magische sfeer ademen.
Ook in Leesgoed werd het boek opgemerkt. Truusje Vrooland-Löb, vaste recensente van dit tijdschrift, sluit haar korte bespreking af met de woorden: ‘Samen maakten ze een gevoelige en intrigerende persoonlijke prentenboekversie van dit sprookje, dat bij voorlezing en het gelijktijdig bekijken op veel kinderen vanaf een jaar of zeven een grote indruk zal maken.’
Volgens Vrooland-Löb geeft Verhelst aan het bekende sprookje voorzichtig een wat andere invulling:
Zo laat hij het meisje een flinke intermediaire rol spelen in zijn versie en laat hij de keizer niet bijna dood gaan vanwege het gemis aan gezang, maar dompelt hij het hele hof en de inwoners in een depressieve doornroosjeachtige bedlegerigheid. Maar het zijn het meisje en een grote schare van duizenden nachtegalen uit het hele land die met hun gezang de keizer weer genezen. Verhelst schrijft heel beeldend en poëtisch en stopt af en toe ook wat levenswijsheid in zijn tekst.
(...)
Carll Cneut etaleert in zijn illustraties deze wonderlijke wereld met interessante afbeeldingen van de keizer en zijn hofhouding waarin hij zich, zoals we van hem gewend zijn, uitleeft in het neerzetten van al die mensen in hun fraaie oosterse kostuums. Daarnaast zijn er mysterieuze en haast abstracte pagina's in het boek, waarin hij heel duistere nachtelijke silhouettekeningen maakt van de hofhouding, het meisje en de zwerm nachtegalen in het donker.
In februari werd bekendgemaakt dat aan het boek zowel een Boekenwelp (voor de tekst) als een Boekenpluim (voor de illustraties) werd toegekend. In het juryrapport van de Boekenpluim merkt de jury op:
In een harmonieuze combinatie van woord en beeld zetten de makers van dit prentenboek een klassiek sprookje naar hun eigen artistieke hand. Een ‘zwelgboek’ wilden ze maken, en dat is het ook geworden. Je raakt niet uitgekeken op de ruim veertig kleinere en copieuze
| |
| |
schilderijen. De illustrator liet zich niet verleiden tot een voor de hand liggend gekunsteld, oosters aandoend stijltje. Hij zette voor dit boek zijn gekende troeven in: het geheel werd een magistrale symbiose van kleur, vorm en compositie, aangevuld met een eigenzinnige kijk op een andere cultuur. Druk bevolkte, dynamische prenten wisselen af met verstilde momentopnames, zodat het vertelritme op de voet wordt gevolgd. In een prachtig spel van licht en donker werd geëxperimenteerd met nieuwe technieken en kleuren. De keizerlijke Tuin der Tuinen werd een wilde bloemen -en plantenweelde, in weelderige kleuren en van een bedachtzame architectuur. Kostuums en objecten kregen een bestudeerde snit en textuur mee met prachtige tinten en patronen. Een genereuze hommage van een meestertekenaar aan een meestersprookjesverteller!
Mirjam Noorduijn bespreekt het boek in De Groene Amsterdammer kort na de bekendmaking van de toekenning van de Woutertje Pieterse Prijs. Zij stelt dat Hans Christian Andersen, die als ‘lelijk eendje’ van onsterfelijkheid en eeuwige roem droomde, jaloers zou zijn geweest op Het geheim van de keel van de nachtegaal, een ‘betoverende Vlaamse hervertelling van De nachtegaal (1843) in woord en beeld’. En: ‘Tegelijkertijd zou hij trots zijn geweest. Hij zou zich realiseren dat zonder zijn sprookje dit boek er vermoedelijk nooit was geweest en dat Verhelst en Cneut met hun kunstwerk zijn onsterfelijkheid bevestigen.’
Jaloers en trots. De besprekingen hierboven onderstrepen deze veronderstelling. Als Andersen dit nog had kunnen meemaken.
| |
Literatuur
(in chronologische volgorde)
‘Aangekondigd’ op Leesplein, 3-9-2008. (www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=1&sm=1&id=4084) |
Jordens, Patrick, ‘Hemels sprookje’. In: De Morgen, 24-9-2008. |
| |
| |
Vanden Bosch, Veerle, ‘Voor grote kinderen en kleine mensen’. In: De Standaard, 3-10-2009. |
Groeve, Jen de, ‘Reiken naar de sterren’. In: de Leeswelp 14 (2008), nr. 7, blz. 248-250. |
Driel, Simone van, ‘Nachtegalen helpen de keizer’. In: NRC Handelsblad, 16-1-2009. |
Redactie, ‘De keel van de nachtegaal’. In: Leeuwarder Courant, 23-1-2009. |
Maliepaard, Bas, ‘Nog sgooner dan dit al, is de nagtegal’. In: Trouw, 31-1-2009. |
Vrooland-Löb, Truusje, [recensies 4-8 jaar]. In: Leesgoed, 36 (2009), nr. 1, blz. 41. |
Juryrapport Boekenpluim (zie: http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=8&sm=3&id=31) |
Noorduijn, Mirjam, ‘Een hemelse nachtegaal’. In: De Groene Amsterdammer, 13-3-2009. |
|
|