Moraal in het verhaal
Op het moment van schrijven krijgen twee boeken de nodige aandacht. Twee boeken die over hetzelfde gaan en die desondanks totaal verschillend zijn.
Het ene is The Secret, waarin de Australische Rhonda Byrne een eeuwen verborgen gebleven geheim onthult. Dat geheim komt er kortweg op neer dat je alles kunt worden wat je wilt als je er maar zelf in gelooft. Alle geluk heb je aan jezelf te danken, al het ongeluk trouwens ook. The American Dream in een zweverig jasje. Want het komt niet eens zozeer neer op heel hard werken, maar op heel veel positief denken.
Het andere boek is Tot hier heeft de Heer ons geholpen van Herman Vuijsje. Terwijl Nederlandse politici kibbelen over of onze samenleving straks nu wel of niet geworteld zal zijn in een joods-christelijk-islamitische traditie en of dat erg is of niet, schrijft Vuijsje over een samenleving na God. Hij vindt het onzin te beweren dat een goddeloze samenleving per definitie amoralistisch is. Als er geen God meer is die ons een manier van leven en een moraal oplegt, zullen we die zelf moeten scheppen. Niet langer omdat een God het gebiedt, maar omdat het de samenleving en dus onszelf deugd doet.
De richting die de auteurs inslaan en de keuzes die ze maken, zijn nogal verschillend. Het is het individu versus de samenleving, egocentrisme versus verantwoordelijkheid en maakbaarheid versus realisme. Maar beide boeken getuigen van de moderne mens die zoekende is. Er is, zoals Karen Ghonem in haar inleidend artikel schrijft, ‘een zee van mogelijkheden’ en een vast anker ontbreekt. Ouders, opvoeders en leerkrachten moeten zelf op zoek gaan naar waarden die ze willen overdragen.
Over die zoektocht en de gevolgen ervan voor de literatuur die we kinderen en jongeren voorschotelen, gaat het jeugdliteratuursymposium van de Universiteit van Tilburg 2008. De redactie van Literatuur zonder leeftijd haakt met dit nummer aan bij dit thema, ‘Jeugdliteratuur, levensbeschouwing en filosofie’.
In haar inleiding bij dit nummer citeert Ghonem een docent levensbeschouwing. Deze stelt dat het in zijn vak niet langer gaat om religieoverdracht of uitleg van heilige boeken, maar om ‘het vrije en kritische denken te stimuleren’ en ‘universele waarden over te dragen’.
Literatuur is van oudsher het domein voor universele vragen en thema's. Dat geldt ook voor de jeugdliteratuur. Lange tijd bood de jeugdliteratuur weliswaar vaker antwoorden, dan vragen, dat is de laatste decennia aan het veranderen. De moraal van het verhaal is steeds minder vaak gegeven, het gaat juist om het zoeken naar een mogelijke moraal. De arkvaarders van Anne Provoost is een