Op de vraag wat mijn favoriete Biegel-illustratie is, moet ik het antwoord schuldig blijven. Dit vraagt wel enige uitleg. Wat mij betreft valt er geen favoriete Biegel-illustratie aan te wijzen. Wanneer Paul een manuscript had dat tot boek moest worden omgevormd, gingen we eerst met z'n tweeën overleggen wat de beste vormgeving voor dat boek kon zijn. Het uitgangspunt was altijd de inhoud en aard van de tekst. Daarbij moest een zo passend mogelijke vorm worden gevonden, uiteraard binnen de grenzen die door de uitgever waren gesteld. We hadden bijvoorbeeld graag gezien dat Man en muis zou zijn gebonden in echt muizenvel, donkerroze op snee en met een muizenstaart als leeslint, maar alles heeft zijn grens.
Op basis van ons overleg deed ik dan een of meer ruig uitgewerkte voorstellen voor de illustraties, lay-out en typografie. Paul was altijd zeer betrokken bij dat proces en kwam regelmatig naar mijn studio om schetsen en lay-outs te bespreken. Daarna volgde, met goedkeuring van de uitgever, de uitwerking van het geheel.
Problemen die tijdens de uitwerking optraden, losten we meestal gezamenlijk op. Vooral bij illustraties die om moverende redenen dwars door de tekst heen liepen, zat er wel eens een woord in de weg. Paul schrapte dan wat of schreef een nieuwe zin die beter uitkwam. Al schrappend en gummend kwamen we altijd wel tot een bevredigende pagina.
Het gevolg van die samenwerking was dat de boeken die we gemaakt hebben er allemaal nogal verschillend uitzien. Wanneer je bijvoorbeeld De zwerftochten van Aeneas, Laatste verhalen van de eeuw en Man en muis naast elkaar legt, heb je drie behoorlijk mooie boeken. De vormgeving en illustraties van die drie uitgaven verschillen echter volledig, omdat achter elk boek een ander idee zit. Toch zijn ze me alle drie even dierbaar.
Door het sterke ‘eigen’ karakter van elk boek dat ik met Paul maakte, is het daarom onmogelijk een favoriet te kiezen.