| |
| |
| |
Vakliteratuur en meer
Wilma van der Pennen & Bea Ros
Whitbread Award
Voor de tweede keer in zijn schrijversloopbaan won de Britse auteur David Almond de prestigieuze Whitbread Award in de categorie jeugd. Almond kreeg de prijs voor The Fire-Eaters, een boek dat (nog) niet in het Nederlands is vertaald. Eerder ontving hij deze prijs voor De schaduw van Skellig (Querido, 1999).
Opmerkelijk is de winnaar in de categorie ‘Novel’ - dus voor volwassenen - Mark Haddon. Hij won de prijs voor The Curious Incident of the Dog in the Night-Time (Jonathan Cape), dat tevens verkozen werd tot Whitbread Book of the Year. De Nederlandse vertaling verscheen o.d.t. Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht (De Fontein). Dit boek is in twee edities verschenen, voor de jeugd en voor volwassenen.
In de eerste is de taal enigszins aangepast (minder/andere vloeken). Ook heeft het een ander omslag en is de tekst opnieuw gezet. In het boek vertelt de 15-jarige Christopher hoe hij ontdekt wie de hond van zijn buurvrouw vermoordde, wat leidt tot het besef dat zijn moeder niet overleden is, maar hem en zijn vader heeft verlaten voor de buurman. Wat dit verhaal bijzonder maakt, is het feit dat Christopher autistisch is. Met veel inlevingsvermogen en dito humor beschrijft de auteur wat er in deze bijzondere jongen omgaat. Het grillige, detectiveachtige verhaal bevat wiskundige problemen, schema's, lijstjes en tekeningen in zwart-wit.
Voor een overzicht van de Whitbread Award (prijzen en nominaties, quotes uit de juryrapporten etc.) zie: http://www.whitbread-bookawards.co.uk/press.cfm?page=68&id=26 (WP).
| |
| |
| |
Joke Linders, Ik bof dat ik een kikker ben. Leven en werk van Max Velthuijs.
Leopold, 2003. ISBN 90 258 4180 5, 232 blz. € 25,-. (Schrijversprentenboek 50)
Het is een goede gewoonte van het Letterkundig Museum om bij een tentoonstelling een speciaal boek te laten maken. Met deze traditie is in 1958 een begin gemaakt. Het eerste deel, toen nog onder de serienaam Schrijver's prentenboek, was gewijd aan A. Roland Holst.
Pas in 1991 verscheen het eerste
Schrijversprentenboek dat een kinderauteur tot onderwerp had. Bij de tentoonstelling over Annie M.G. Schmidt, geheel gewijd aan haar oeuvre voor kinderen, verscheen Altijd acht gebleven: over de kinderliteratuur van Annie M.G. Schmidt (nr. 31). In 1995 kwam Bab's bootje krijgt een stuurman: de meisjesroman en illustrator Hans Borrebach uit (nr. 37) en in 1996 verscheen een deel over Paul Biegel (‘meesterverteller met een rovershart’; nr. 39). Aan Miep Diekmann was in 1998 een tentoonstelling gewijd, met als resultaat Ogen in je achterhoofd: Miep Diekmann (nr. 42).
En nu dan het vijftigste deel bij de tentoonstelling over illustrator en prentenboekenmaker Max Velthuijs, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Joke Linders stelde het Schrijversprentenboek samen. In twaalf hoofdstukken beschrijft zij het leven en werk van Velthuijs en kiest daarbij niet voor een chronologische opbouw, maar voor een thematische aanpak. Familie (‘Een gewone Haagse jongen’); opleiding en werk (‘Twaalf ambachten, dertien ongelukken’); de eerste schreden op het kunstenaarspad (‘Niet weten wat, waar en hoe’) en de ontwikkeling van zijn carrière worden uitvoerig toegelicht. Dat leven en werk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, weet Linders in haar biografie aannemelijk te maken, hoewel sommige critici bezwaar aantekenden tegen de zeer gedetailleerde weergave van Velthuijs amoureuze escapades.
Kikker, met wie Velthuijs zich sterk verbonden voelt, kreeg een eigen deel, maar ook voor Velthuijs' hobby's (schaken en muziek) is een hoofdstuk inge- | |
| |
ruimd. En natuurlijk is er plaats voor illustraties: foto's en heel veel boekillustraties. Met elkaar biedt het een schitterend beeld van zijn lange carrière als ‘schrijvenaar’, zoals Velthuijs zichzelf noemt.
Linders besluit haar biografie met enkele aantekeningen uit Velthijs' notitieboek: De laatste jaren van mijn leven. / Het getal. / 80. Oud en afgedaan. / Aan Kikker schreef hij: Kikker, mijn trouwe vriend. / Je bent nu beroemd. / Het spijt me zeer. / Zo was het niet bedoeld / maar trek het je niet aan. / Samen zullen we verder gaan / naar achter de horizon / waar het stil en rustig is / en niemand ons kan gadeslaan. / Voor wie op televisie of op de tentoonstelling de documentaire over Velthuijs heeft gezien, vormen deze sombere woorden geen verrassing. (WP)
| |
Encyclopedie van de jeugdliteratuur
Onder redactie van Jan van Coillie, Joke Linders, Selma Niewold en Jos Staal.
De Fontein, 2004. ISBN 90 261 1988 7, 381 blz., € 49,50
Reeds lang aangekondigd en nu
dan eindelijk verschenen, de Encyclopedie van de jeugdliteratuur. De aanzet tot dit naslagwerk werd in 1998 gegeven en in de vijf jaar die volgden is met inzet van vier redacteuren en zo'n 35 medewerkers gewerkt aan deze eerste Nederlandse encyclopedie van de jeugdliteratuur. In het voorwoord licht de redactie de opzet toe: ‘Ons doel was vanaf het begin ambitieus: we wilden een breed en toegankelijk naslagwerk maken, bestemd voor een ruim publiek met belangstelling voor kinderboeken: leerkrachten, studenten, bibliothecarissen, boekhandelaars, auteurs, illustratoren, ouders, grootouders, opvoeders en natuurlijk ook de jonge lezers zelf. Het moest niet alleen informatie bevatten over auteurs en illustratoren, maar ook over belangrijke jeugdboeken, beroemde personages, genres en prijzen.’
| |
| |
Met als resultaat een overzicht van ruim 1000 auteurs en illustratoren en meer dan 100 titels en personages, alfabetisch geordend met de nodige doorverwijzingen naar andere lemmata. Aan de auteurs- en illustratorenlemmata werd een gewicht toegekend, wat zich vertaalde in een meer of minder uitgebreide behandeling. De lemmata zijn opgebouwd volgens een stramien, waardoor de lezer verzekerd is van een set basisgegevens (land van herkomst, geboorte- en eventueel sterfjaar, opleiding, carrière etc.). Verder is er aandacht voor boekfiguren, belangrijke werken en genres. Wie nu verwacht een saai naslagwerk in handen te krijgen, zal verrast zijn: de informatie is beknopt maar adequaat en zal antwoord bieden op de vele vragen die bij de professional en bij de liefhebber leven.
Het boek is geïllustreerd met boekomslagen, foto's en illustraties uit de kinderboeken zelf. En eerlijk gezegd had dat wel wat scheutiger gekund: slechts een enkele keer is er een foto van de auteur of illustrator opgenomen en de boekomslagen lijken willekeurig gekozen uit voornamelijk recent materiaal. Veel illustratoren moeten het zonder voorbeeld van hun manier van illustreren doen. Toch is deze encyclopedie de aanschaf dubbel en dwars waard. Want hoewel tegenwoordig iedereen - zeker de jonge lezer - als eerste bron het Internet lijkt te raadplegen, is veel van wat dit naslagwerk biedt daar niet te vinden. (WP)
| |
Protestantse kinderliteratuur
Jacques Dane en George Harinck, ‘Bouwsel voor 't leven’. De traditie van protestantse kinderliteratuur. Meinema, 2003. ISBN 90 211 3915 4, 205 blz. € 19,50. (Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme na 1800, jrg. 11)
Op 13 november 2002 vond aan de Vrije Universiteit een studiedag plaats over protestantse kinderliteratuur. De bijdragen zijn gebundeld in de eind 2003 verschenen publicatie Bouwsel voor 't leven. De titel (tevens titel van de studiedag) is ontleend aan de woorden van J.P. Tazelaar, bestuurslid van de gereformeerde zondagsschoolvereniging Jachin: ‘Wij beschouwen de kinderlectuur niet als een zaak van bloot amusement, maar als bouwsel voor 't leven.’ Deze woorden uit 1925 lijken nog niets aan geldingskracht ingeboet te hebben. Tenminste, voor de christelijke kinderboekenauteurs. Zo stelt auteur Henk Koesveld in zijn bijdrage dat het hem in zijn boeken toch vooral te doen is om het overdragen van een christelijke moraal: ‘Ik voel me verplicht een boek te schrijven dat een christelijke geest ademt.’
De bundel bevat meer geëngageerde bijdragen als die van Koesveld, maar
| |
| |
het merendeel betreft beschrijvende, wetenschappelijke bijdragen. Zo schetst Marjoke Rietveld-van Wingerden de opkomst van protestantse jeugdliteratuur in Nederland en wijst ze op de verbanden met internationale, met name Engelse jeugdliteratuur. De lezer leert, dankzij de bijdrage van Richard van Schoonderwoerd den Bezemer de verschillen tussen de jeugdliteratuur van het Reveil en die van de vrijzinnig protestanten. Jacques Dane beschrijft de ontstaansgeschiedenis van Reis door de nacht van Anne de Vries sr. Hij laat zien hoe dit boek in de protestantse jeugdliteraire traditie staat. Boeiend is ook de bijdrage van David Bos, over de verbeelding van de dominee in jeugdboeken uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij maakt aannemelijk dat de keuze voor een domineesgezin als setting voor het verhaal niet zozeer de godsdienst als wel de verhaallijn diende. Een dominee immers komt bij allerlei gezinnen thuis en biedt zo de mogelijkheid tal van maatschappelijke thema's aan te snijden. Verder was de dominee, anders dan meneer pastoor, ook nog eens een pater familias. Zo kon de auteur via de dominee de ideale vader-figuur - streng, maar rechtvaardig - schilderen.
Al met al brengt deze bundel de nodige nuances en onderscheidingen aan in een deel van de jeugdliteratuur dat tot nog toe misschien wat al te makkelijk op een grote hoop is gegooid. (BR)
| |
Ineke Guldemond, Emotionele betrokkenheid bij jeugdliteraire teksten. Stichting Lezen, 2003. ISBN 90 75870 27 2, 122 blz., € 16,50.
Bij Stichting Lezen verscheen onlangs een verkennend onderzoek naar het verband tussen leesplezier en identificatiemogelijkheden bij veertienjarigen in het beroepsonderwijs in Nederland en Vlaanderen. In navolging van eerder onderzoek van Saskia Tellegen naar de emotionele betrokkenheid van vmbo-leerlingen bij teksten, deed Guldemond in het schooljaar 1998-1999 onderzoek in twee tweede klassen, een in Nederland en een in Vlaanderen. Dit verkennende onderzoek werd in 2002 op initiatief van Stichting Lezen uitgebreid met nieuwe gegevens. Het rapport is bedoeld voor docenten Nederlands op scholen voor vmbo in Nederland en tso in Vlaanderen. Dat vormde de reden om voor meer wetenschappelijk geïnteresseerden het bijbehorende statistische materiaal op een cdrom beschikbaar te stellen. De docenten treffen in het rapport wel enquêtes aan, waarmee zij zelf onderzoek in de eigen klassen kunnen uitvoeren.
Het onderzoeksverslag en de cd-rom zijn te bestellen via de website van Stichting Lezen (www.lezen.nl). (WP)
| |
| |
| |
In Memoriam: Joan Aiken
Op 4 januari is Joan Aiken op negenenzeventig jarige leeftijd in haar huis in Petworth, West Sussex overleden. De Engelse schrijfster heeft meer dan honderd boeken geschreven, voor kinderen en volwassenen, in verschillende genres. Aiken is geboren in 1924 in Rye, East Sussex als dochter van de Amerikaanse dichter Conrad Aiken en zijn Canadese vrouw Jessie McDonald. Haar eerste verhaal schreef ze toen ze zestien jaar was. Haar eerste boek, All You've Ever Wanted, kwam in 1953 uit. Ze werkte lange tijd als bibliothecaresse bij de informatiedienst van de Verenigde Naties in Londen en was redacteur bij het blad Argosy.
Aiken schreef veel verhalen voor het programma Jackanory van de BBC en las die zelf voor. Daaruit kwam onder meer Arabel's Raven voort, het eerste in een serie boeken over de jonge Arabel en haar raaf Mortimer. Twee ervan, Tales of Arabel's Raven (1974) en Arabel and the Escaped Black Mamba (1973) zijn vertaald in het Nederlands: Ammenooitniet zei de raaf (Bruna, 1980) en Annabel en de ontsnapte zwarte moemba (Holland, 1991).
Aiken debuteerde in Nederland met De gemene gouvernante (Het Spectrum, 1966), over twee nichtjes die een aanslag op Lord en Lady Willoughby door hun gemene gouvernante, die het landgoed wil overnemen, weten te verijdelen. In 1970 volgde Het geheim van de gouden harp (Lemniscaat), dat vertelt over de avonturen die een jongen uit Wales enkele honderden jaren geleden beleefde bij de jacht op een legendarische gouden harp die een markies door twee boeven uit het museum van zijn grootvader had laten stelen. Bij Ploegsma kwam in 1980 De wraak van de maan uit, een prentvertelling bij illustrates van Alan Lee. Recent verscheen bij Facet De schreeuw (2002), een griezelroman.
De gemene gouvernante is haar meest bekende boek, dat meermalen is verfilmd. In 1992 verscheen het opnieuw onder de titel Wolven rond De Wilgenborgh (Het Spectrum). Postuum zal Midwinter Nightingale verschijnen, het langverwachte vervolg op Wolven rond de Wilgenborgh. (WP) |
|