Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 14

[achterplat]

Begin I

Ik zal proberen het te verklaren. Het is iets
als een begin, maar nog eerder.
Ergens begint het. Niemand weet waar.
Het is je altijd een gedachte voor.

Zo ongeveer.

Het heeft geen naam en geen kleur. Het is
een onzichtbaar stuwen en kloppen.
En van daaruit vertakken zich de dingen
van hier naar daar
van klein naar groot.
Van bot naar haar en huid.

Je moet niet proberen het te zien.
Voor sommige dingen zijn ogen te groot.

Ik leg het nog één keer uit.