[Nummer 52]
I had a dream
Redactioneel
Een oud pand met hoge, gebogen winkelruiten waar veel licht door valt, binnen overal boeken, oude en nieuwe, in hoeken, verhogingen, trapnissen, houten kasten met verrijdbare ladders, op tafels en stapels. Ordelijk en rommelig tegelijk. Licht uit koperen lampen met groen of wit glas, leestafels met kranten, tijdschriften, wijn en water, en daaromheen bezige mensen die alle boekenvragen kunnen beantwoorden. In die ruimte breng ik mijn dagen door, zonder e-mail, post of telefoon. Lezend, schrijvend, bladerend, lerend en genietend. Soms mag ik helpen een boek te verkopen aan mensen die niet zonder kunnen. Een enkele keer ontdek ik meesterwerken die door bevlogen vormgevers tot wonderschone boeken worden gemaakt. Het is er een komen en gaan en ontmoeten van schrijvers, lezers, vormgevers, illustratoren.
Maar dromen zijn bedrog. Figuren als John Newbery (1713-1769) ‘London bookseller, adknowledged to be the first British publisher of children's books to make a permanent and profitable market fbr them, to make a class of books to be taken seriously’ behoren voorgoed tot het verleden. Een boekhandelaar die anno 2000 wil overleven, zo leert de vakopleiding van de boekenbranche, dient in zijn winkel vooral ruimte te maken voor kantoorartikelen, tijdschriften, speelgoed en cd-roms. Die leveren nog enige winst op. Aan boeken valt niets te verdienen, ook niet door uitgevers die bestsellerauteurs lanceren. En daarmee is het woord aan de zeven verdiepingen tellende megabookstores waar de goedogende dames aan de kassa geen idee hebben van het culturele en geestelijke erfgoed dat elders in het pand te vinden is. Anno 2000 zijn uitgevers druk met beleidsplannen, fusies, traffic managers, marketing en calculaties. En dat is maar goed ook, misschien, want anders zouden er helemaal geen boeken meer verkocht kunnen worden.
Wat bezielt een uitgever in een tijd die wordt gedomineerd door internet? Voor wie of wat maken ze hun (kinder)boeken als toch geen mens meer leest! Want dat is wat onderzoek na onderzoek ons in blijft peperen. Zelf lees ik meer dan ooit, maar dat komt omdat ik van het vrouwelijke geslacht ben en boven de vijftig en dan is het minder relevant, stellen de onderzoekers. Dat deel van de bevolking leest nu eenmaal veel. De CPNB heeft haar eigen antwoord gevonden op het doemdenken van de onderzoekers. Jaar na jaar na jaar lukt het hun dankzij een slimme keuze van het vergelijkingsmateriaal opgewekte cijfers te presenteren. De ene keer kijken ze naar de omzetcijfers, de andere keer naar het aantal verkochte boeken en de derde keer zetten ze de uitleencijfers af