Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 12

[achterplat]

Kruimeldief

Wie gaf mij in hemelsnaam
mijn naam? Een rare pief.

Ik breek nooit in, ik pik
ook niets, ik ben heel lief.

Behalve kruimels eet ik stof
en steentjes, korrels zand.

Ik kan zonder stofcontact, men
neemt mij makkelijk ter hand.

Van grote broer de stofzuiger
ben ik de kleine zus.

Ik pijnig vloeren niet, nee
eerder geef ik ze een kus.

Zacht zoemend neem ik alles op,
en zonder hulp van de slang.

Een kind schrikt niet van mij -
voor grote broer doodsbang.

Ik wil een andere naam,
ik ben het meer dan zat

dat de politie mij verdenkt
als ergens kruimels zijn gejat.

Bas Rompa