| |
| |
| |
Leesbevordering/Literaire vorming/Leesonderwijs
|
Bok, Ad |
232. |
Bijzondere Leer-krachten. |
|
1992 (23) 31-38 |
|
|
Bok bespreekt twee extreme standpunten over taal op school: taal als overbodig vak en taal als basis voor alle vakken. De talige omgeving van kinderen van 0 tot 4 jaar wordt besproken en Bok pleit voor een onderwijsomgeving waarin het kind ruimte krijgt om zelforganiserend, zelfregelontdekkend en ongeremd-producerend te zijn. |
|
|
Chambers, Aidan |
233. |
Making readers. |
|
1996 (39) 373-384 |
|
|
Chambers bespreekt de vraag hoe men kinderen en boeken kan samenbrengen, waarbij het volgens hem vooral gaat om het scheppen van voorwaarden, het aangeven van mogelijkheden en het creëren van een geschikte omgeving. ‘Everything about the promotion of reading depends on what we judge to be of value.’ |
|
|
Christophe, Nirav |
234. |
De visie van eenoog. |
|
1997 (42) 332-334 |
|
|
Reactie op het zeer kritisch stuk van Quelle (1997, 42, 326ev), waarin het boek van Henk van Faassen, De jonge geschiedenis van literaire vorming wordt besproken. Christoph beweert dat Quelle niet weet waarover hij praat. Quelle richt zich niet op wat er in de tekst staat, maar op wat er, volgens hem, had moeten staan. |
|
|
Duijx, Toin & Hugo Verdaasdonk |
235. |
Leesbevordering en socialisatiebronnen. |
|
1989 (10) 27-32 |
| |
| |
|
Beknopt overzicht van onderzoek naar leesgedrag van kinderen, alsmede enkele ‘leesbevorderingsprojecten’, waarin sprake is van het verwerven en kennisnemen van boeken en tijdschriften door kinderen. |
|
|
Fens, Kees |
236. |
De vleugels van de neus. Het binnenwerk van het kinderboek. |
|
1989 (12) 39-46 |
|
|
Inleiding ter gelegenheid van de officiële opening van de kinderboekenweek op 3 oktober 1989 te Utrecht. Fens vertelt over zijn lichte afkeer van het motto van de kinderboekenweek ‘Verder kijken dan je neus lang is’ en geeft op humoristische wijze zijn visie op leesbevordering. |
|
|
Freeman-Smulders, Annerieke |
237. |
Een oefening in Nederigheid. Het Nederlands leesonderwijs in internationaal perspectief. |
|
1993 (26) 50-60 |
|
|
Kritische bespreking van het rapport van Warwick B. Elly How in the world do students read?, waarin verslag gedaan wordt van een onderzoek naar de leesvaardigheid van negen- en veertienjarigen gehouden in 32 landen. |
|
238. |
Een parabel in het leesonderwijs. Het Mattheus-effect nader bekeken. |
|
1993 (28) 75-83 |
|
|
Annerieke Freeman-Smulders vraagt zich af of voor de altijd aanwezige en moeilijk te slechten kloof tussen goede en zwakke lezers de veel gebruikte term van het Mattheus-effect (naar de parabel van de talenten uit het Mattheus-evangelie) wel de juiste is. |
|
239. |
Het belang van leren lezen op de basisschool; Leren lezen is niet genoeg. |
|
1992 (23) 24-30 |
|
|
Annerieke Freeman bespreekt zeer beknopt oorzaken en oplossingen met betrekking tot problemen bij het (leren) lezen. |
| |
| |
240. |
Het structureren van leeservaringen, een vorm van boekpromotie. |
|
1988 (6/7) 47-50 |
|
|
Freeman gaat bij boekpromotie uit van de geroutineerde lezer met zijn eigenschappen en attitudes en poogt dat over te brengen op kinderen die eventueel moeite hebben met lezen. Hoe breng je kinderen de benodigde voorkennis en juiste attitude bij? Volgens Freeman mag men kinderen nooit onvoorbereid een tekst laten lezen; plaats de tekst (evt. pas achteraf) in een breder verband; evalueer de leeservaring in relatie tot wat bekend was en verwacht werd. |
|
|
Hoven, Peter van den |
241. |
Dramatiseren op papier. Een cursus verhalen schrijven in het HBO. |
|
1994 (31) 66-87 |
|
|
Beschrijving van doel, methode en diverse onderdelen van het programma ‘taal’ op de eerstejaarsopleiding Docent Drama in Arnhem, dat is geëvolueerd tot een kleine cursus (creatief) schrijven. ‘Ze beweegt zich op het grensvlak tussen een buitenschoolse vrije cursus en een strak georganiseerd onderwijsprogramma, en dat vormt een soort vrijheid in gebondenheid die zowel noodzakelijk als aangenaam is...’ |
|
242. |
Een hand door de tekst: over literaire vorming, een inventaris. |
|
1994 (31) 5-34 |
|
|
De vraag of de literaire vorming een vaste plaats heeft verworven in het binnen- en buitenschoolse aanbod op het gebied van literatuur, is de aanleiding voor deze globale terreinverkenning in de vorm van een interview met vier specialisten: Wam de Moor, Ed Leeflang, Pieter Quelle en Jos van Hest. |
|
243. |
Op zoek naar een regie. Literaire vorming en het beleid. |
|
1994 (31) 48-53 |
|
|
Met een aantal citaten van beleidsuitspraken geeft de auteur aan dat literaire vorming, zowel begrips- als beleidsmatig, gekenmerkt wordt door diffuusheid en lacunes, en pleit hij voor meer samenhang en visie-ontwikkeling. |
| |
| |
|
Käss, Marja |
244. |
De Blauwbilgorgel. |
|
1996 (38) 233-243 |
|
|
Beschrijving van het leesbevorderingsproject ‘De Blauwbilgorgel’ dat door de regionale omroepen wordt uitgezonden voor en met jongeren, leerlingen van Mavo 3 en Havo 3. In het programma staat het lezen centraal. Behalve boeken worden ook andere middelen gebruikt, maar dat lijkt Käss geen enkel probleem, want ‘Kinderen bereiken die al lezen is geen probleem. Het gaat er juist om die jongeren erbij te betrekken die nooit of bijna nooit lezen. Het enthousiasme rond zo'n project kan tot een andere opstelling leiden’. |
|
245. |
Een gedicht is een tijdrovend werkje. Teleac-serie ‘Schrijven van gedichten en verhalen’. |
|
1994 (31) 54-65 |
|
|
Korte bespreking van een teleac-cursus, die zich richt tot mensen die een grote belangstelling hebben, maar zelf geen talent hebben of denken dat niet te hebben, maar wel in de keuken van het ‘creatiefschrijven’ een blik willen werpen. |
|
|
Koefoed, Geert |
246. |
Nieuwe boeken over gedichten schrijven. |
|
1997 (42) 311-325 |
|
|
Koefoed vergelijkt drie boeken over het schrijven van gedichten: In een plas zag ik de lucht van Lucie Visch, Het huis lijkt wel een schip van Jacques Vos en Lees het nog eens van Ankie Pijpers en Katinka van Dorp. Het laatste vindt Koefoed het meest geschikt om te gebruiken bij cursussen gedichten schrijven voor volwassenen en kinderen. Het boek doet recht aan alle voorwaarden voor het schrijven van gedichten: ervaring, taal en vorm, en wel op inspirerendcreatieve wijze. |
|
|
Kuik, Angelique van |
247. |
Ze vinden dat ik anders ben. Literair project voor de basisschool. |
|
1992 (23) 1-9 |
|
|
Verslag van een literair project op basisscholen in Alkmaar. Het |
| |
| |
|
literaire project is een bescheiden poging kinderen te stimuleren om verhalen, brieven en gedichten te schrijven. Daarnaast wil het project het lezen door kinderen bevorderen. |
|
|
Lentz, Leo |
248. |
‘Slechte tijden voor het literatuuronderwijs’. Het leerplan fictie stelt teleur. |
|
1994 (31) 35-47 |
|
|
Negatieve reactie op het in december 1993 gepubliceerde leerplan fictie dat de SLO maakte op verzoek van de Stichting Promotie Literatuuronderwijs. Lentz vindt dat in het plan de vakkennis van docenten Nederlands volledig genegeerd wordt. Ook biedt het leerplan geen overzicht van doelstellingen voor de verschillende jaren van de basisvorming op basis van een uitwerking van de kerndoelen. Hij vindt het plan een bedreiging voor het literatuuronderwijs in Nederland. |
|
|
Linders, Joke |
249. |
Onmisbaar of verplicht? |
|
1995 (33) 22-31 |
|
|
Pleidooi voor een gestructureerd programma van voorlezen in het onderwijs - de confrontatie met (jeugd)literatuur, vanaf de basisschool tot in de eindexamengroep -, dat minstens zo belangrijk is als het maken van een boekbespreking of het organiseren van een kringgesprek. |
|
250. |
Tekenen, schrijven, lezen. De voorbereiding van een lees- en schrijfproject. |
|
1992 (23) 10-23 |
|
|
Linders beschrijft haar ‘literaire socialisatie’, haar eerste leeservaringen en de schooljuf die poëzie zo prachtig voordroeg. Vervolgens gaat ze in op het belang van de illustraties die onlosmakelijk verbonden moeten zijn met de tekst en geeft ze tips voor het werken met tekeningen in de klas. |
|
|
Meijer, Michiel |
251. |
Kinderen tussen letteren. |
|
1997 (42) 295-303 |
| |
| |
|
Impressies van de studiedag ‘Kinderen tussen Letteren’ die op 13 november 1996 werd gehouden naar aanleiding van het 20-jarig bestaan van de Taaldrukwerkplaats Amsterdam. |
|
|
Nannings-Roozenburg, Elly |
252. |
Leesbevordering voor de jeugd in de openbare bibliotheek. De ondersteuning door het NBLC. |
|
1988 (6/7) 51-53 |
|
|
Overzicht van de ondersteunende produkten en activiteiten van het NBLC op het gebied van leesbevordering. |
|
|
Niewold, Selma |
253. |
Lezen en laten lezen |
|
1995 (33) 134-138 |
|
|
Interview met Aidan Chambers naar aanleiding van het verschijnen van zijn boeken De Leesomgeving en Vertel eens. ‘Je moet kinderen niet alleen teksten geven, maar er ook met hen over praten. De sleutel daarvoor is de kennis die de onderwijzer heeft van de boeken. Wanneer de leraar voorleest, moet hij weten hoe je met de leerlingen over boeken kunt praten.’ |
|
254. |
Leren lezen, eten en drinken met Boekenpret. |
|
1996 (38) 223-232 |
|
|
Niewold geeft een beeld van het leesbevorderingsproject Boekenpret en gaat dieper in op de totstandkoming van het project in het Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer. In deze oude stadswijk is het merendeel van de bevolking van allochtone afkomst. De ervaringen in Bos en Lommer zijn positief. Niewold maakt echter de kanttekening dat niet duidelijk is of dit succes alleen valt toe te schrijven aan Boekenpret zelf, het project was ingebed in een ander, breder opgezet project. Niewold pleit verder voor gedegen onderzoek om de resultaten van Boekenpret te kunnen beoordelen. |
|
|
Wijk, Janneke van |
255. |
‘Weet je nog een leuk boek?’ - een voortgangsbericht - |
|
1992 (22) 42-47 |
| |
| |
|
Verslag van een deelproject van het leesbevorderingsproject ‘Weet je nog een leuk boek?’. Aangegeven wordt hoe belangrijk het is en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om allochtone ouders te betrekken bij een leesbevorderingsproject. |
|
|
Vriens, Jacques |
256. |
Is de meneer zelf ook wel eens verliefd? |
|
1995 (33) 101-111 |
|
|
Verslag van de reis van een aantal jeugdboekenauteurs langs basisscholen op Curaçao en de bibliotheek van Willemstad. |
|
|
Zanger, Jan de |
257. |
De boekenkring, een vorm van boekpromotie. |
|
1986 (2) 22-24 |
|
|
Korte bespreking van positieve en negatieve ervaringen van het werken met een boekenkring in projectscholen, gebaseerd op het SLO-project ‘Werken met boeken: lees- en literatuuronderwijs aan viertot twaalfjarigen’. |
|
258. |
Voorlezen is als tandenpoetsen. |
|
1987 (4/5) 79-82 |
|
|
Het SLO-project Werken met boeken pleit ervoor lezen een vaste plaats in het wekelijkse schoolgebeuren te geven in alle klassen van het basisonderwijs en ook in het voortgezet onderwijs. De Zanger doet tussentijds verslag van een proefproject. |
|
|