gelezen heeft, houdt ook van hem, zoveel is zeker. Als Pietepaf, de kleinste rijst-met-krentenhond ter wereld, uit zijn doosje springt met de blije lach op zijn hondengezichtje dan wil je hem meteen, ja dat is een lage behoefte, maar zo is het: dan wil je hem meteen hèbben. Ook al kent hij geen kunstje en kan hij nog niet eens een pootje geven. Het zou al genoeg zijn als hij af en toe eens over je tafel wilde rennen en misschien een klein blafje wilde geven tegen de vaas met tulpen en zelfs zou hij, als hij dat zou willen, zichzelf best mogen uitlaten bij de kamerplanten want zo'n klein hondenpoepje kan niet noemenswaardig stinken.
Gelukkig hebben de makers van het Pietepaf boekje begrepen dat je kinderen niet aan zo'n hartveroverend hondje kunt voorstellen als ze dat toch nooit kunnen krijgen, en omdat ze er geen gratis Pietepafjes bij konden doen hebben ze Pietepaf zelf in het boekje onbereikbaar gemaakt. Door hem te laten groeien. Eerst tot gewoon hondenformaat en uiteindelijk tot reuzenhondenformaat, veel groter dan de circusdirecteur en met nog altijd net zo'n lieve onnozele blik maar wel overduidelijk te groot om te willen hebben. Aan het eind van het boekje is Pietepaf HEEL ERG GELUKKIG met allemaal hoofdletters en de lezers zijn dat ook.
Dus als ik niet al voor De hondenmatroos had gekozen, dan zou ik voor Pietepaf kiezen. Maar iedereen kiest voor Pietepaf dus die heeft mij niet zo nodig. Skipper ook niet, want die is zeeman en zeemannen zijn onafhankelijke honden. Skipper wil je niet hebben, Skipper wil je zijn. Om eenvoudige redenen, zoals zijn gele zuidwester, net zo'n mooie grote zuidwester als die van Christopher Robin uit Win-nie de Pooh - om een of andere reden oefenen grote zuidwesters een ontzaglijke aantrekkingskracht uit. Net als een oliejas, die heeft Skipper ook, ook geel en veel haar aan zijn snuit, maar dat hoef ik niet.
Skipper is benijdenswaardig omdat hij zich zo goed redt. Hij repareert bijvoorbeeld moeiteloos een gat in het schip met willekeurig over elkaar heen getimmerde planken, als een slordige pleister op een kapotte knie. Al even losweg zet hij zijn zeer benijdenswaardige huisje in elkaar, waarvan vooral de schoorsteen de aandacht trekt. Een schoorsteen die eruit ziet alsof je hem zelf ook wel zou kunnen bouwen. Een schoorsteen waar een vuur bij hoort met zo'n grote zwarte kookpot waarin je een toevallig passerende wolf of heks lekker gaar zou kunnen laten trekken, of waarin je van bessen en knollen, want