[Nummer 43]
Tussen hoop en wanhoop
Redactionele inleiding
Toegegeven. De vorige aflevering van Literatuur zonder leeftijd was te dik. Tweehonderdtwintig bladzijden is een beetje erg veel van het poëtisch goede. Zelfs in het kader van een jubileumviering.
Het herfstnummer omvat ook weer te veel bladzijden, maar het verschijnt wel een tikkeltje later dan normaal. Dat geldt wellicht evenzeer voor de vierde aflevering van dit jaar dat een ‘companion’ zal zijn van meer dan tien jaar reflecteren op het kinder- en jeugdboek. Aan de samenstelling van die ‘index met commentaar’ wordt intussen wanhopig gewerkt.
In organisatorische zin echter zijn we niet zonder hoop op de toekomst. Als we de ingewanden goed gelezen hebben, wordt literatuur zonder leeftijd mogelijkerwijs door een echte uitgever op de markt gebracht. Uiteraard zonder dat de redactie haar onafhankelijkheid op enigerlei wijze prijs hoeft te geven.
En dan het nummer dat U in handen heeft: een bont allerlei van vallende blaadjes. Sommige van die blaadjes hebben een historisch karakter. Naast een feestelijke Fiep Fiep Hoera liggen kritische blaadjes over de bevindingen van de griffeljury's en de twee mooiste boeken van 1997: Zwart als inkt van Wim Hofman en De wezen van Woesteland van Margriet Heymans.
De blaadjes met herinneringen aan Pietepaf en De hondenmatroos stemmen vrolijker dan die met herinneringen aan de periode daarvoor, terwijl de ingezonden bijdragen wel heel verschillend van kleur en teneur zijn. Aad Meinderts is boos, Ted van Lieshout geïnspireerd, onze vaste columnist worstelt met zijn deadline en de Gouden Griffelwinnaar 1997 legt een poëticale verklaring af.
De redactie dankt alle scribenten van hun belangeloze bijdragen die niet alleen het begrip leeftijd tarten maar ook de tijd willen trotseren. Zonder hoop vaart niemand wel.