vensgrote balpen, dat zei hij. Ik dacht: dat is een antwoord. Het was meteen duidelijk wàt hij was: een balpen met een gat erin.
Of dat interview met weer een andere schrijver. De reporter stelde de hamvraag, en de schrijver ging er vlot op in. Hij zei dat hij een spons was. Een soort van huishoudspons die alles opzoog: verhalen en weetjes en ideetjes. De schrijver hoefde zichzelf alleen nog uit te wringen boven zijn witte vellen, en hup daar had je het boek. Wringen is hard werken, daar niet van, maar voor een interviewer is het (hoe dan ook) een duidelijk antwoord dat je ook nog als steamer kunt gebruiken. Hij is een spons. Dan haal je opgelucht adem. En dan begin je gauw aan de volgende vraag: hoe bent u ertoe gekomen een spons te worden?
Lang wou ik dat ik ook zo'n helder citaat boven een interview met mezelf zag staan. Maar daar ben ik nu vanaf. Ik ga niks meer verzinnen. Waarom zou ik - bijvoorbeeld - zeggen dat ik altijd dertien gebleven ben? Nee, daar begin ik niet aan. Ten eerste heb ik het niet van mezelf, maar van Annie, en ten tweede ben ik eenendertig. Dat zien de mensen ook wel. Moet ik doen als die andere schrijfster, die zegt dat ze zichzelf op schoot neemt, en schrijft voor het kind dat ze was? Koop ik die Wonderlijke Schrijfmachine van weer een andere schrijfster? (Ze zegt dat die machine met één zin begint, en er de zinnen die erbij horen achteraan typt. Bijna vanzelf.) Of moet ik zeggen dat ik Schepper van Mijn Wereld ben, zoals nog een andere schrijver zei, die de echte wereld te gruwelijk vindt?
Nee, sinds een poosje hoef ik niet meer te weten wàt ik precies ben. Janni Howker heeft me ervan af geholpen. In een televisie-interview dat naar aanleiding van de verfilming van The Egg Man gemaakt is, heeft ze de vraag met één vinger uit mijn leven geveegd. Ze liep naar een menhir toe, waarop een oud runeteken stond. Janni zei dat het teken een magische kracht bezat, zelfs van heksen was, en ze tekende het op de steen over.
Toen ze de hele lijn met haar vinger had gevolgd, stond de tekening er nog altijd, maar nu door Janni zelf getekend. Zo leek het, tenminste. Ze zei dat dit symbool het antwoord op