Friese Kinder- en Jeugdliteratuur
Jant van der Weg-Laverman
Onheilsverhalen kunnen als een prikkel werken en mensen tot nieuwe creativiteit inspireren. Dat geldt tenminste voor de Friese kinder- en jeugdliteratuur. Nieuwe uitgaven laten zien dat er met beperkte middelen toch heel wel kwaliteit kan worden geleverd. Bovendien lijken de resultaten van de traditionele ‘sutelaksje’ (de zo langzamerhand vermaarde huis-aan-huis actie waarbij Friese boeken te koop worden aangeboden) alle sombere verhalen die van verschillende kanten werden geuit, te logenstraffen. Het succes van die actie heeft aan de verkoop van kinderboeken een belangrijk aandeel geleverd. Het ‘aksjeboek’ It hûs fol ferhalen (Het huis vol verhalen), uitgekomen ter gelegenheid van de Kinderboekenweek en eveneens geschreven op het thema ‘Huizen in boeken’, is zeer geslaagd te noemen en was binnen enkele weken aan zijn tweede druk toe. Dit betekent dat er op dit moment 4500 exemplaren bij de uitgever de deur uit zijn. Dit betekent eveneens, dat ook andere kinderboeken volop zijn verkocht, omdat men It hûs fol ferhalen als geschenk kreeg bij aankoop van een kinder- of jeugdboek. Het ziet er zeer appetijtelijk uit, heeft geen rel veroorzaakt, en de auteur ervan, Mindert Wijnstra, heeft zich beter aan het thema gehouden dan zijn Hollandse collega Thea Beckman. In het verhaal gaat een echte lezer, samen met een ander kind, op zoek naar (het huis van) zijn geliefde auteur, waarbij taal en (Friese) literatuur op een speelse manier aan de orde komen.