voor Annetje Lie, maar met elkaar kunnen ze het niet goed vinden. Bij de ruzies die er ongetwijfeld tussen haar ouders zijn geweest: ‘Niet doen, niet doen,’ huilt Annetje Lie, ‘waarom maken jullie altijd ruzie? Altijd maken jullie ruzie en ik begrijp niet eens waarover het gaat.’
De jurkenvrouw, die Annetje Lie overal achterna zit, kan staan voor de angst van Annetje om haar ouders helemaal niet meer terug te zien. Haar vader bracht haar bij oma met een koffertje winter- en zomerkleren. De jurkenvrouw draagt wel tien zomer- en winterjurken over elkaar. Zij wil de satijnen trouwschoenen van Annetje's moeder hebben, de enige tastbare herinnering die zij in haar droom aan haar moeder heeft.
In het circus ziet Annetje de clown die haar bang maakt als hij zijn hoedje afzet en daaronder weer een hoedje zit en daaronder weer een, enzovoort. Hij kan gewoon een gek element in het verhaal zijn, maar hij kan ook verwijzen naar de beklemmende situatie waarin Annetje Lie zich bevindt, waar maar geen einde aan lijkt te komen.
En dan is er Heintjevaar, die de bijna willoos geworden Annetje Lie naar zich toe lokt. Het is de Maan die haar net op tijd uit de armen van de dood redt. Maar de lokroep van Heintjevaar blijft door het verhaal heen klinken.
Vier dieren, onder leiding van de Vos, doen nog een aanval op Annetje Lie. Zij trekken aan haar haren en hebben het ook op haar leven voorzien. Ze kan vrijkomen als ze de Muizenkoning aan het viertal wil uitleveren. Maar Annetje Lie verraadt haar vriend niet. Hij komt haar met zijn legertje redden.
Al deze symbolische figuren in het verhaal versterken het verhaal van het meisje, dat onbewust wel weet wat er met haar ouders aan de hand is, maar het onmogelijk vindt om een keuze tussen hen te maken. Bijna ieder woord heeft betekenis. Bij elke lezing komen meer in de tekst verborgen verwijzingen naar boven.
Annetje Lie in het holst van de nacht is een verhaal met een droevig einde, maar dat is onontkoombaar. Het zou onrecht doen aan Annetje Lie's zorgen, die zulke verschrikkelijke koortsdromen veroorzaken, als aan het eind zou blijken dat haar vader en moeder het nog maar eens met elkaar proberen.
Lieveling, boterbloem speelt zich ook af op het vlak van het onbewuste. Bethe heeft van de juf strafwerk gekregen. Liefdevol brengt zij haar pop naar bed, om de honderd regels te gaan schrijven. Zodra zij weg is komt door het raam de boze heksenfee naar binnen die Poppeleia mishandelt. Berthe komt haar troosten, wanneer zij aan het werk gaat herhaalt het tafereel met de boze heksenfee zich.
Lieveling, boterbloem is in versvorm geschreven. In dit treurspel gebruikt Heymans de ‘Rei’, die de handelingen van Berthe van commentaar voorziet en onthult dat Berthe en de boze heksenfee een en dezelfde persoon zijn. ‘Eigen