er juist voor de oudere leerlingen nog een paar argumenten aan het rijtje worden toegevoegd.
Het voorlezen kan de leerlingen in aanraking brengen met genres die tot dan toe buiten hun gezichtsveld gebleven zijn. Leerkrachten die op de hoogte zijn van wat hun leerlingen lezen, kunnen door de weloverwogen keuze van een voor te lezen boek een eenzijdig leespatroon (van bij voorbeeld serieboeken) doorbreken.
Voorlezen heeft een zorgverbredende functie. Leerlingen met leesmoeilijkheden hebben zelden dezelfde leeservaringen als hun meer bevoorrechte klasgenoten; bij gesprekken over gelezen boeken voelen zij zich daardoor buiten spel gezet. Als een boek aan de klas is voorgelezen, is dat een door alle leerlingen gedeelde ervaring - en nu kunnen ook die leerlingen met leesmoeilijkheden meepraten.
Voorlezen kan ook een belangrijke rol vervullen bij het gestalte geven aan intercultureel onderwijs. Als leerkrachten zo nu en dan een keuze maken uit de steeds groeiende stapel kinderboeken waarin kinderen uit in Nederland vertegenwoordigde etnische groepen de hoofdpersonen zijn, kan dat het begrip voor ‘de ander’ vergroten - en begrip is nu eenmaal een voorwaarde voor het voorkomen van vooroordelen en discriminatie.
Door het voorlezen, tenslotte, kan de leerling zijn eigen voorkeuren ontdekken. Als de leerkrachten kiezen voor een gedifferentieerd aanbod, zullen leerlingen bij zichzelf bespeuren dat ze boeken van het ene genre veel plezieriger vinden dan boeken van het andere genre. Als er in de klas dan ook op een open manier over die boeken gepraat wordt, zullen de leerlingen bovendien ervaren, dat smaken nu eenmaal verschillen.
Het project Werken met Boeken vindt het om al deze redenen belangrijk, dat er in de klas regelmatig voorgelezen wordt, bij voorkeur op een vast tijdstip of op vaste tijdstippen in de week. De leerlingen moeten er niet alleen aan gewend raken, ze moeten ook naar dat vast moment kunnen uitkijken.
Wij achten het daarbij van belang dat de leerkrachten complete verhalen voorlezen, liefst zelfs hele boeken. Het lezen van fragmenten (vaak immers de spannende hoogtepunten uit verhalen) geeft een kind verkeerde verwachtingen ten aanzien van de boeken waaruit ze zijn gekozen, en het helpt hem niet bij het leren onderscheiden van verhaalstructuren.
Wij vinden het ook belangrijk dat de leerlingen er van het begin af aan mee vertrouwd raken dat ze op hun eigen manier op de voorgelezen tekst kunnen reageren. Als leerkrachten na het voorlezen controlerende vragen stellen, kan dat veel van het luisterplezier van de leerlingen vergallen (‘Ik moet wel opletten, an-