Jeroen Vullings
Eerst wat oud nieuws: het fel bekritiseerde amusements-programma RTL Boulevard heeft de AKO-Literatuurprijs afgelopen jaar gered. De studiogesprekjes met die wereldvreemde schrijverds verliepen uiterst hoffelijk en stonden als zodanig in schril contrast tot de chaotische verlopende prijsuitreiking in een loods voor te ruimen kleinvee. Dat de genomineerden nog enige glamour te beurt viel, kwam geheel voor rekening van het vlotgebekte presentatorenduo.
Minder bekend wellicht is dat het televisieprogramma sindsdien schittert door aandacht voor het literaire boek. In heldere bewoordingen, mét literair-intrinsieke argumenten. Zozeer zelfs dat presentator Beau zijn goedlachse kompaan op een gegeven ogenblik toevoegde: ‘Voortaan noem ik je Albert Zeeman.’
Zeeman. Oude tijden herleven. Ik had destijds gemengde gevoelens over het naar hem vernoemde literatuurprogramma op de extreem late avond. De beste - want meest enthousiasmerende - formule om literatuur op de televisie te brengen blijft tenslotte de keuze voor een multilinguale gastheer van niveau die mét de schrijvers spreekt. Bij het literaire discussieprogramma Zeeman met boeken werd nadrukkelijk óver boeken en schrijvers gesproken - meestal op serieuze toon. Het gevaar van een pastiche - denk aan Reich Ranicki's literaire kwartet - is bij die vorm al bijzonder groot en Michaël Zeeman leek zich daar als spil van zijn programma af en toe niet bepaald druk om te maken. Dramatisch hoogtepunt was wel de uitzending waarin Joost Zwagermans uitermate verdienstelijke roman Chaos en Rumoer moedwillig beschadigd werd.
Ongetwijfeld vanuit de wetenschap dat kijkers en lezers vooral trefwoorden en adjectieven onthouden, was Zeemans dictie bij de opiniërende inleiding zeer nadrukkelijk: ‘Dit is een curieuze roman. (...) Het is een ramp. Wat voor drama heeft zich in die tien jaar schrijverschap voltrokken aan iemand die je bij zijn debuut nog veelbelovend kon noemen.’ Na nog een paar soortgelijke zinnen bleef hij even stil, keek zijn verbijsterde panelleden gepijnigd aan en besloot: ‘Het is kortom een erbarmelijk boek. Eigenlijk kunnen we nu al afsluiten, maar misschien willen jullie er ook nog iets over zeggen.’ Wat volgde was een staaltje hilarisch televisietheater.
Onmiddellijk na Zeemans betoog sputterde panellid Xandra Schutte tegen: ‘Kijk, als je een boek zó aankondigt, dan ben ik geneigd het voor dat boek op te nemen.’ Terwijl ze dit zei stond Zeeman op, pakte een glas van tafel, keerde Schutte zijn brede rug toe en schonk aan een belendend tafeltje wijn in. Daarbij zag hij nog kans dof te roepen: ‘O, dat lijkt me leuk. Doe maar.’
Maar de eigenlijke moordaanslag op Zwagermans roman vond plaats bij de aftiteling. Zeeman informeerde fijntjes wie dat mooie boek nog vaak zou gaan herlezen. Waarop de zich buiten de opname wanende Zwagermangezinden in het panel eensgezind hun masker lieten vallen. De zelfverklaarde ‘dichter en denker’ Maarten Doorman toonde zich het meest karakterloos: ‘Ik had ook graag wat onaardigs over het boek willen zeggen.’
De kranten spraken er destijds schande van. Maar er gebeurde toen tenminste wat. Los van zo'n incidentele karaktermoord op een schrijver, sprak er vaak oprechte passie voor boeken uit dat programma. Toegegeven, soms werden schaamteloos diensten bewezen aan derden (Bas Heijne die consequent alle boeken van uitgeverij Prometheus ‘subliem’ achtte). Maar de gevoerde discussie was meestal ook geestig en to the point. Inmiddels wordt Zeeman met boeken bij al die nostalgische stukken in de krant over de noodzaak van een literair televisieprogramma dan ook publiekelijk bewierookt. Logisch, debielen regeren in toenemende mate dat medium. Negen van de tien keer dat je zapt, kijk je bij de commerciëlen in de muil van een vent die levende maden fijnkauwt voor het oog van de camera.
Heil van de publieke omroep hoeven we echt niet te verwachten. Voor het gretig opgesoupeerde gemeenschapsgeld krijgt de literair geïnteresseerde kijker als bekend nauwelijks iets terug. Ja, soms een oppervlakkig itempje in een angstaanjagend algemeen kunstprogramma of een overgekochte documentaire over een suflullende Angelsaks uit cultregionen.
Kortom. Ik zie op de treurbuis al weinig goeds en het zal nog minder worden, vrees ik. Het wordt tijd om dit medium geheel verloren te achten voor de literatuur - als het aan de onverschillige beroerlingen bij de VPRO- of de NPS-televisie ligt. Juist daarom neem ik mijn hoed af voor die types van RTL Boulevard. Iets is tenslotte beter dan niets. Wonderen zijn de wereld nog niet uit. Pummels met poen zullen ons redden. En de literatuur, ja die blijft bestaan. Welterusten.