Zeeuwse wateren
Wie naar Zeeland op vakantie gaat, zou De genietmachine van Marco Kunst mee moeten nemen. Dit literair debuut verscheen in 1999 bij uitgeverij SUN, maar is onopgemerkt gebleven. Onbegrijpelijk. Het boek bestaat uit een aantal hoofdstrukken, of korte verhalen, die tezamen geen afgerond verhaal vormen, maar vooral een sfeer schetsen. Met name het openingsverhaal leent zich uitstekend voor overpeinzingen aan de Zeeuwse kust. De hoofdpersoon beschrijft daarin zijn nachtelijke dromen, die, als je erover nadenkt, verdacht sterk overeenkomen met de visioenen van een toerist in de branding: hij droomt dat hij al zijn kennissen, maar ook andere bekende personen ziet ronddobberen, als baby's. Als blozende, roze baby's, maar toch herkenbaar, in een diepe blauwe zee. Het is een sensitieve jongen, deze hoofdpersoon, opgegroeid in de nabijheid van de zee. We lezen over jongensspelletjes aan de waterrand, over jeugdliefdes, ouders in badpak (tot schaamte van hun kinderen), over de dood van vader op een moment dat de jongen al een man is en de Zeeuwse wateren ontgroeid. De genietmachine is een mooi, bijna intiem boek dat je met andere ogen naar basaltblokken en zeealgen doet kijken.
‘Miljoenen jaren al klotst de zee hier in het rond, en het maakt niet uit of de dijk hier staat en het maakt niet uit of ik hier zit of niet, met alles wat op zijn beurt weer in mij rondwoelt en golft. Ik mag er mee doen en laten wat ik wil - ieder verhaal is mogelijk; ieder verband, iedere associatie, iedere betekenis is toegestaan. De optocht met Frank Sinatra aan het hoofd komt in de verte over de golven aanzetten; ploeterend, zwoegend, klauterend, onhandige musicaldanspasjes tussendoor; zingend van golftop naar golftop deinend. [...]’ Uit: De genietmachine (1999)
lisa kuitert