Jan de Roos: kunstenaar, geen straatzanger
Johan Oosterman
Het waren zijn nadagen. Wie in de jaren zeventig van de twintigste eeuw door de Groninger Herestraat liep, trof daar, voor de Hema, een excentrieke straatzanger. Jan de Roos (vaak Jan Roos genoemd) droeg een slipjas, van boven tot onder behangen met medailles, onderscheidingen, diploma's, maar ook een bordje ‘twee keer bellen’. Zijn stem was zwakker geworden - in betere tijden klonken zijn onverstaanbare uithalen welluidend - en zijn acrobatische bewegingen gingen moeizaam. Wel zwaaide hij vaak vervaarlijk met zijn stok als hij door voorbijgangers niet serieus werd genomen. De ergste woede-uitbarstingen volgden als hij te weinig betaald kreeg. Wie een stuiver betaalde, kreeg naar het hoofd geslingerd dat de kunst meer waard was. Jan de Roos was een kunstenaar, geen straatzanger.
Wie in Groningen de naam Jan de Roos laat vallen krijgt de meest wonderlijke verhalen te horen over een straatzanger die leefde voor de kunst, rondreisde door dorpen, overal schulden makend. En iedereen kent net even andere details, is ervan overtuigd dat zijn of haar versie de juiste is. Alle Groningers van boven de 35 hebben Jan de Roos gekend, in zijn wonderlijke uitdossing.
Ontelbaar zijn de verhalen en anekdotes die over hem de ronde doen, 25 jaar nadat hij op 13 december 1979 overleed. Daaruit komt een beeld te voorschijn van iemand die de gek speelde op het podium van de straat. Maar Nico Favre, van het Nederlandsch Leger des Heils, zegt in het Nieuwsblad van het Noorden van 6 december 1989: ‘Hij bezocht regelmatig onze samenkomsten op zondag en daar was hij een keurige heer, die zich niet van u of mij onderscheidde. Ik plaagde hem wel eens als hij in de Herestraat stond. Dan zei ik hem, dat het een wijs man is, die voor gek kan spelen. Jan glimlachte dan en maakte een apart hoogstandje. Gek was hij bepaald niet.’ Toch overheersen de anekdotes over zijn zotheden. Bijvoorbeeld over hoe hij met de antenne van een autoradio rondliep. Als deze half uitgeschoven was, was hij op de radio te horen en was hij helemaal uitgeschoven dan verscheen Jan de Roos op de televisie, zo vertelde hij zelf.
Op zoek naar feitelijke informatie over Jan de Roos stuitte ik op een probleem dat uit de oral history maar al te bekend is: veel verhalen, veel constanten, maar ook talrijke verschillen, zelfs over zijn laatste rustplaats. In werkelijkheid bevindt zijn graf zich in Ureterp, de plaats waar hij in 1896 was geboren.
De zoektocht was in veel opzichten leerzaam. Hét verhaal over zijn leven is niet zomaar op te tekenen, omdat er in feite talloze verhalen over hem bestaan; er heeft zich een ‘zee van verhalen’ rond zijn figuur gevormd. Bij het zoeken naar materiaal dat houvast zou kunnen bieden temidden van de legendevorming, kreeg ik een artikeltje toegespeeld uit de
Friesche Koerier uit 1968. Het was gebaseerd op de
Biografie van Jan de Roos door Wiert Kruise, gepensioneerd politieagent in Woltersum. Kruise, zelf