Nieuwe media leiden naar oude druk
‘In De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero uit 1981 wordt hij genoemd: een druk uit 1612 van het vierde, vijfde, zesde en zevende deel van de Tragische Historiën, met gedichten van Bredero. Die kennen we uit een druk van meer dan dertig jaar later. Maar dat er van de eerste druk nog iets over was, was nog niet bekend.’
Piet Verkruijsse, docent Historische Letterkunde en Boekwetenschap aan de
Titelpagina van de De Tragische of claechlijcke Historien
Universiteit van Amsterdam, ontdekte via de World Cat van het Online Computer Library Center dat in een bibliotheek in het Zweedse Linköping zich een exemplaar van het vierde deel uit 1612 bevindt. Hij deed die ontdekking tijdens een module Hulpwetenschappen voor studenten Nederlandse letterkunde en Boekwetenschap, gewijd aan de relatief onbekende Amsterdamse drukker Comelis Fransz.
Het gaat om een vertaling via het Frans van de Italiaanse Novelle van Matteo Bandello. De eerste drie delen waren rond 1600 al in Nederlandse vertaling verschenen. Reinier Telle, vertaler van deel vier tot en met zeven, vroeg zijn vriend Bredero de oorspronkelijke poëtische intermezzi opnieuw te berijmen.
Nadat uit de internationale catalogus was gebleken dat men in Zweden over een exemplaar van dit boekje beschikte, wachtte Verkruijsse nog wel een onaangename verrassing bij het raadplegen van de site van de openbare bibliotheek in Linköping. ‘Ongeveer het eerste wat je op je scherm krijgt, is het verhaal over de brand in 1996, waarbij de bibliotheek afbrandde en de halve collectie werd verwoest.’ Bij navraag bleek dit boek gelukkig gespaard.
Het boek wordt momenteel in Zweden met budget van het Instituut voor Cultuur en Geschiedenis gedigitaliseerd, zodat het beschikbaar is voor onderzoek. ‘Ik mocht
Een pagina uit De Tragische of claechlijcke Historien
kiezen,’ zegt Verkruijsse: ‘zelf gaan kijken, of het geld gebruiken voor digitalisering. Een boek vasthouden is natuurlijk het leukste, maar een digitaal bestand kun je nog eens naslaan.’ Verzenden was er niet bij, ook al leek dat aanvankelijk geen probleem te zijn. ‘Maar toen ze daar ook doorkregen dat het een unicum was, werd men ineens een stuk voorzichtiger.’
Op basis van een aantal scans die hem zijn gestuurd, vermoedt Piet Verkruijsse al dat het boek niet compleet is. Naar verwachting kan hij deze zomer het complete digitale bestand aan een nader onderzoek onderwerpen. [sk]