literatuur-ingekomen uitgaven
· Het teken van de ram 3. Bijdragen tot de Claus-studie. Ed. Georges Wildemeersch. Amsterdam: De Bezige Bij 2000. 290 blz.; ills.; ƒ 45,-; isbn 90-2343-824-8.
In deze derde aflevering van Het teken van de ram staat de periode 1955-1965 centraal. De bundel bevat zoals gebruikelijk een goed verzorgde, uiterst informatieve kroniek van het leven van Claus, gelardeerd met tal van interessante citaten. Voorts is ook weer veel ruimte vrijgemaakt voor relatief onbekend werk van de Meester. Met name de acht essays die Claus begin jaren zestig voor de BRT-radio schreef zijn zeer boeiend. Onderwerpen die daarbij aan bod kwamen waren William Faulkner, Stijn Streuvels, J.D. Salinger, Vladmir Nabokov, Charles Olson en Theodre Roethke. De andere twee onbekende essays zijn getiteld ‘De nieuwe roman is er’ en ‘Lezing over poëzie’. De selectie van scherpzinnige en amusante brieven van Claus, de foto's, de gedichten en de verhalen zijn eveneens zeer de moeite waard. Een reeks essays (van zeer wisselende kwaliteit overigens) completeert dit boek dat de ware liefhebber beslist niet mag missen.
eb
· Willem W Waterman, De avonturen van Waltertje Waerachtig en den wilden Waman. Inleiding Gerard Groeneveld. Nijmegen: Uitgeverij Flanor 2001. 58 blz.; isbn 90-7320-245-0. Bestellen door ƒ 40,- over te maken op giro 1912112 van Uitgeverij Flanor te Nijmegen, onder vermelding van ‘Flanor-44’.
Willem van den Hout, alias Willem Waterman, werd in mei 1945 gearresteerd. Hij zou tijdens de bezetting propaganda hebben verzorgd voor de Duitsers. Uiteindelijk werd hij door de Commissie voor de Perszuivering veroordeeld tot ontzegging van journalistiek werk voor een periode van tien jaar. Van verdere vervolging werd afgezien. Na de oorlog zou Van den Hout vooral bekendheid genieten als schrijver van de jeugdserie Bob Evers, onder het pseudoniem Willy van der Heide. Tussen de papieren die in 1945 door de Binnenlandse Strijdkrachten in beslag werden genomen bevond zich ook een novelle. Deze werd vermoedelijk geschreven voor de Nederlandsche Nationaal-Socialistische Uitgeverij (Nenasu). Nu is de tekst voor het eerst vrijgegeven in een uitgave van uitgeverij Flanor. Het kolderieke propagandistische verhaal werd door Gerard Groeneveld van een korte maar uiterst informatieve inleiding voorzien.
eb
· Jan J. Herpen, Er komen mensen op een kopje thee, om verder het avondje te passeren. Hilversum: Uitgeverij Flanor 2000. 20 blz.; isbn 90-7320-245-0. Bestellen door ƒ 15,- over te maken op giro 1912112 van Uitgeverij Flanor te Nijmegen, over vermelding van ‘Flanor-42’.
Deze tekst verscheen naar aanleiding van 150 jaar Camera Obscura. Herpen onderzoekt in zijn tekst de achtergronden van het vers, ‘het Rijntje’ dat gereciteerd wordt in De Familie Stastok en dat afkomstig blijkt te zijn van Elias Annes Borger (1784-1820). De eigenlijke titel van dit gedicht is ‘Ode aan den rijn’, destijds een wereldberoemd gedicht. Als mevrouw Dorbeen in de tuin van de familie Stastok begint met reciteren, start er een speelwerk in de lamp boven haar hoofd. Ook de achtergronden van dit deuntje worden door Herpen beschreven. Het is wel erg jammer dat Herpen nergens de fotografische herdruk vermeldt die in 1984 van de Gedichten van Borger werd gemaakt door uitgeverij De Hynsteblom in Joure. In zijn boeiende inleiding bij deze uitgave memoreerde Freerk Marten Ringnalda al dat het beroemde gedichtje (dat zelfs in het Engels werd vertaald) door Mevrouw Dorbeen werd voorgedragen in de Camera Obscura!
eb