Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 147]
| |
Literatuur en internet
| |
[pagina 148]
| |
is in de verkoopcijfers, maar dat er niet altijd een verband is aan te tonen tussen positieve recensies en betere verkoop van een roman. Niet alleen Utrecht, ook de Leidse opleiding Nederlands kent een interessante site. Helaas is deze vormgegeven in de saaie en slordige huisstijl, maar er valt binnen deze faculteit veel te beleven op het net, vooral als het gaat om historische letterkunde (http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/dutch.html). Fraai zijn de gedichten van Constantijn Huygens, de Heinsiuscollectie met een grote hoeveelheid Neolatijnse gedichten en prozateksten, het ambitieuze Census Nederlands Toneel (Centiton) project voor Nederlandse toneelteksten en een overzicht van Nederlandse heldinnenbrieven (helaas zonder de teksten). Ook kent de universiteit een site voor boekwetenschappen met als meest interessant onderdeel de beschrijvingen van de cursussen waarin allerlei links naar informatie op dit vakgebied zijn aangebracht. De Leidse site voorziet ook in verwijzingen naar tal van andere lettereninstituten of links naar andere letterensites, waaronder die van boekhandels en digitale literaire teksten. In Leiden is men een stapje voor op de rest. Naast de genoemde internetprojecten om teksten toegankelijk te maken, is er meer aandacht voor presentatie van de eigen activiteiten. Dat getuigt ook het NLCM, het instituut voor middeleeuwse letterkunde dat onder leiding staat van Frits van Oostrom en dat naast vele verwijzingen naar (internationale) mediëvistieke sites ook veel eigen teksten biedt en informatie geeft over lopend onderzoek (http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/NLCM/NLCM.html). Op deze pagina zijn onder meer liederen te vinden uit het veertiende-eeuwse Gruuthuse handschrift. In de nieuwsbrief geven wetenschappers aan welk promotieonderzoek juist is gestart en op de medewerkerspagina vinden we al het gepubliceerde werk.
Mondjesmaat worden de mogelijkheden van internet op het gebied van literatuurwetenschap door de universiteiten gebruikt. Gelukkig zijn er veel verwijzingen naar andere sites. Leiden kent een grote lijst van doorverwijzingen, ook bij de letterenfaculteit van de Vrije Universiteit is het overzicht met links de moeite waard: (http://www.let.vu.nl:9000/algemeen/info/links.htm). Al geldt ook hier dat de keuze van de doorverwijzingen zich maar lastig laat verklaren. Waarom geeft de VU alleen de zoekpagina van Dutchess, de verzamellijst van de Koninklijke Bibliotheek en geeft de Leidse Universiteit de specifiek op letteren toegespitste verzameling (http://www.kb.nl/dutchess.ned/l8/ll/index.html)? Ook blijven de verwijzingen sterk binnen de eigen landgrenzen. Alleen Wenen en het Amerikaanse Wisconsin vinden we nog regelmatig terug, maar de Vlaamse universiteiten komen nauwelijks voor. Toch kent bijvoorbeeld de Antwerpse universiteit (http://www.uia.ac.be/webger/onderzoek.html) een interessante site met een digitaal documentatiecentrum van Louis Paul Boon en van Hugo Claus.
Daarnaast zijn er verschillende initiatieven die niet direct aan de universiteit zijn verbonden. Een voorbeeld van zo'n initiatief waar de neerlandistiek op termijn van kan profiteren is de in Leiden gevestigde stichting onder de naam digitale bibliotheek Nederland (http://www.0003.org). De site bevat literaire teksten, secundaire literatuur en aanvullende informatie als biografieën, portretten en hyperlinks. De 0003 wil de komende jaren uitgroeien tot een rijk gevulde bibliotheek, waarin vele schatten uit de Nederlandse taal en literatuur op een aantrekkelijke manier gepresenteerd worden. De site opent fraai vormgegeven in een wat stemmige donkerblauwe achtergrond met de teksten in wit en oranje. Op de homepage is een zoekfunctie en kan met een snelnavigatie direct de gewenste informatie worden opgevraagd. De keuze op literair gebied bestaat uit primaire en secundaire teksten uit de Middeleeuwen, de Gouden Eeuw, de achttiende, negentiende en twintigste eeuw. Daarnaast werkt men aan de bouw van een atlas van de literatuur. De bedoeling is dat op de kaart links worden aangegeven naar locaties die interessant zijn voor de Nederlandse literatuur. Dit werkt echter nog niet en het is dus nog niet duidelijk om wat voor locaties het zal gaan. Wel is er al een behoorlijke lijst met literaire links verzameld. En ook met het aanleggen van literaire teksten is een begin gemaakt. Er zijn twee keuzes: uit titels en auteurs. Bij titels gaat het om een nog kleine lijst, afkomstig uit verschillende periodes. Zo bevat de site teksten van auteurs als Jan van Hout, Philips van Marnix van St. Aldegonde, Willem Bilderdijk, Busken Huet en J.C. Bloem. De twintigste eeuw is nog wat karig bedeeld. Naast Bloem is er alleen werk te vinden van llja Pfeijffer, Menno Wigman en Michael Zeeman. De namenlijst met auteurs is beduidend groter. Hier gaat het niet om primaire teksten. Van de auteurs zijn vaak kleine biografische | |
[pagina 149]
| |
passages genomen uit Van Bork & Verkruijsse en staat er veelal een verwijzing naar andere sites met informatie over de auteur. Bij Marsman zijn dat artikelen over de auteur en literaire teksten uit het digitale verzamelboek Laurens Jansz Coster, bij Tip Marugg een verwijzing naar een site met literatuur uit de Caraïben. Zeker ook een interessante bron op het gebied van de neerlandistiek is het digitale tijdschrift Neder-L. Niet bijzonder fraai vormgegeven, maar wel met veel actuele informatie van onder meer evenementen. Het blad verschijnt zo'n veertig maal per jaar en wordt elektronisch verstuurd naar twaalfhonderd neerlandici. Het is echter ook op het net te lezen (http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/). Het elektronisch blad bevat ingezonden mededelingen van lezers, columns en rubrieken op het brede terrein van de neerlandistiek. De lezerskopij is zeer divers van aard: aankondigingen van nieuwe boeken, congressen, optredens van Nederlandse auteurs in den lande, boekbesprekingen, vacatures en zo meer. Alleen het overzicht van de literaire tijdschriften is behoorlijk achterhaald.
Vaak zien we bij dit soort initiatieven een rol weggelegd voor neerlandici werkzaam op universiteiten. Op de universiteiten zelf is slechts een voorzichtige ontwikkeling naar het gebruik van internet. Het is dan op zijn minst opvallend dat de beste site op het gebied van de neerlandistiek afkomstig is uit Wenen (http://www.ned.univie.ac.at/index.htm). Het accent ligt op de informatievoorziening. Doelgroep zijn docenten en studenten die in het buitenland de taal doceren of studeren. Maar onder de naam NedWeb is er een grote hoeveelheid informatie beschikbaar die voor iedereen aantrekkelijk is. Zo heeft de pagina NebWeb-Links een breed georiënteerde verzameling links verenigd waarbij het uitgangspunt is wat interessant kan zijn voor de buitenlander met een belangstelling voor de Nederlandse taal en cultuur. Nederlands wordt in breder perspectief geplaatst. Internationaal is er aandacht het Afrikaans, het Surinaams en de Nederlandse Antillen, maar ook komen meer algemene informatiesites over de Nederlandse cultuur aan bod, zoals een site over de cultuur van de gewone Nederlander, een ‘Factbook of the Netherlands’, de geschiedenis van Anne Frank en heel veel literaire sites. Dit is niet het enige dat NedWeb een aanrader maakt. Het coördinatiepunt Nederlandse literatuur verzamelt informatie over Nederlandse literatuur. De pagina richt zich op docenten, onder meer door didactisch materiaal te verzamelen, zoals nu al een verwijzing naar ‘de wiskunde van Achterberg’. Het coördinatiepunt is ook een inleiding op internet. Dat gebeurt onder meer met zogenaamde webtours, rondleidingen op het internet. Er is een algemene rondleiding die voert langs de beste beginsites, zoals NL-menu of het Taalweb. Daarnaast zijn er thematische rondleidingen. Op dit moment zijn er vier: over Helga Ruebsamen, Joost van den Vondel, het Naturalisme en De Vijftigers. De bezoeker krijgt een paar voorbeelden te zien van sites over deze schrijvers of thema's en de auteurs. Bij Vondel bijvoorbeeld komt eerst de site van Laurens Jansz Coster in beeld met teksten van de auteur. Via het knopje ‘volgende’ komen we bij een toneeltekst van Ceneton en illustraties van de KB om ten slotte te eindigen bij het collegenet met geïllustreerde boekverslagen van werken als Lucifer. De auteurs van de rondleiding geven in een kader kort commentaar over de betekenis van de site. Ten slotte kan men via het NedWeb Nederlands leren, is er informatie over de geschiedenis van de Nederlandse taal, is er een discussieforum over ‘Nederlands als vreemde taal’, kan men informatie verzamelen of vacatures ontdekken via Neerlandistiek internationaal en is er het project DokuStelle dat informatie verzamelt over de Nederlandse literatuur in het buitenland. Er is een overzicht van uit het Nederlands vertaalde literatuur, de namen van de uitgevers staan erbij en de recensies uit die betreffende landen zijn te lezen. Op dit moment beperkt de informatie zich nog tot zeven landen, vooral in Midden- en Noord-Europa, zoals Oostenrijk, Servië, Slowakije en Zweden. De neerlandistiek kan met het internet een breed publiek inzicht geven in de letterkunde. De webtours zijn een originele manier om een schrijver als Joost van den Vondel toegankelijk te maken. Moderne poëzie, maar zeker ook oudere letterkunde zijn opeens aantrekkelijk eigentijds te presenteren. Docenten en leerlingen op middelbare scholen kunnen hiervan profiteren. Ook voor wetenschappers zal het internet een belangrijke bron worden. Het is mogelijk om primaire teksten op te vragen of wetenschappelijke artikelen van collega's te raadplegen. Voorlopig is het gebruik van internet binnen de universitaire neerlandistiek nog klein, de initiatieven zijn vooral daarbuiten zichtbaar. Wellicht dat de officiële universitaire wereld kan meeliften met deze ontwikkeling. |
|