Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
literatuur aan de muurGa naar voetnoot+De wereld is niet zo slecht: tentoonstelling van de nalatenschap van Nienke van HichtumHet heeft iets vertrouwds om in het buitenland in de uitverkoopbak van een antiquariaat een vertaling van een Nederlands boek tegen te komen. Het gebeurt nog niet zo heel erg vaak, maar de internationale opmars van de Nederlandse literatuur gaat gestaag. Over een paar jaar treffen we misschien naast Jan Willem van de Wetering en Jan de Hartog ook Haasse, Mulisch, Nooteboom in de bak. Maar op Afke's Ten van Nienke van Hichtum had ik niet gerekend. Die titel was bovendien nog eens extra vertrouwd, omdat ik als kleuter in haar sterfplaats Hilversum een Nienke van Hichtum-kleuterschool heb bezocht. Het had me niet zo hoeven verrassen, want Afke's tiental (1903) is een veel vertaald en tientallen malen herdrukt boek. Maar ik had toch verwacht dat het boek vergeten zou zijn: van een kinderboek uit het begin van de vorige eeuw, geschreven door een verklaard socialiste, verwacht je een ondubbelzinnige moraal en niets raakt zo snel gedateerd als een goed bedoelde boodschap. Aan de auteur van dit tijdloze boek (Sjoukje Maria Diderika Bokma de Boer, schrijvend onder pseudoniem Nienke van Hichtum) is nu een tentoonstelling gewijd in het Friese Letterkundig Museum te Leeuwarden, met als titel De koffer fan Nynke. Die titel suggereert een pak-van-Sjaalmanachtige schatkist, maar dat zou te veel eer zijn. De koffer blijkt dan ook geen metafoor te zijn, maar een daadwerkelijke koffer die in de hoek van de tentoonstellingszaal staat. Afkomstig uit de nalatenschap van Jelle Troelstra, haar zoon, bevat de koffer de papieren die ze tot haar dood bewaard heeft. Voor een groot deel persoonlijk materiaal, maar ook brieven omtrent haar schrijverschap. Het zijn de papieren die ze tot op het eind belangrijk vond. Dat ze goed wist wat er met haar spullen moest gebeuren, blijkt uit alles. Ze heeft het keurig opgeschreven op een envelop die gemarkeerd is als ‘Aanwijzingen over mijn werk aan mijn erfgenaam’. De tentoonstelling laat een kleine selectie uit het nieuw verkregen materiaal zien - en een keuze uit het bestaande -, die zonder biografische voorkennis niet veel zegt. Maar wie het materiaal in de context ziet (en die wordt in de schriftelijke toelichting die bij de tentoonstelling is meegeleverd redelijk geschetst) krijgt een goed beeld van de inzet en ambitie van de schrijfster. Sjoukje Bokma de Boer is in 1860 geboren, trouwt in 1885 met Pieter Jelles Troelstra, die negen jaar later een van de oprichters van de SDAP zou worden. Ze krijgen twee kinderen, Dieuwke en Jelle. De familie had het niet eenvoudig, en armoede bepaalt het levenspatroon, zeker wanneer de heer des huizes in het gevang belandt en moeder steeds meer kwakkelt met de gezondheid. Maar dit beeld van de trouwe vrouw die haar hemelbestormende man vanaf het thuisfront ondersteunt, is op zijn minst onvolledig. Ze was al heel vroeg bezig schrijfster van jeugdliteratuur te worden, en ze had een rubriek in for Hûs en Hiem, het mede door toen nog dichter Troelstra samengestelde familietijdschrift. Dat ze ging schrijven om wat extra inkomsten voor het gezin te regelen lijkt me een onderschatting van haar motivatie. En het is eigenlijk ook een onderschatting van de verdiensten: ze kon spoedig rondkomen van de royalties van haar boeken en vertaalarbeid. De tentoonstelling bevestigt de indruk dat ze iemand was die een duidelijk inzicht had in het functioneren van de literaire wereld. De financiën worden goed en nauwkeurig geregeld, en vertalers krijgen nauwkeurige instructies. Bovendien had Nienke van Hichtum duidelijke ideeën over wat een kinderboek moest zijn. Ze stelde prijs op betrouwbaarheid wanneer er een beeld werd gegeven van andere volkeren, de stijl moet ‘vloeiend en los’ zijn, de woordkeus ‘eenvoudig en sober’. Haar inzicht blijkt ook uit het feit dat ze al in 1929 met het idee kwam om Winnie-the-Pooh (1928) te vertalen. Een sobere stijl en een inzicht in tijdloze kinderboeken - het zijn de goede voorwaarden voor de succesformule van Afke's tiental. Toegegeven, de hedendaagse lezer (althans ik) kan er niet volop van genieten zonder het in de tijd te zien. Het boek is een soort naturalistische roman voor kinderen. De werkelijkheid wordt niet verbloemd, en de boodschap wordt ook zeker niet opgedrongen. Maar de thema's gezinswarmte en moederliefde mogen tijdloos zijn, ze bieden toch weinig spannend materiaal. Toch is de wereld waarin Afke's tiental zich afspeelt niet helemaal de veilige, probleemloze beschermende huls van bijvoorbeeld het | |
[pagina 131]
| |
ongeveer gelijktijdig verschenen Ot en Sien. Zonder dat het boek pamfletachtig wordt, speelt armoede in het Friese arbeidersgezin een rol van betekenis op de achtergrond. Die benadering was vrij vernieuwend en het resultaat is een prestatie van formaat: een eeuw na de eerste publicatie is Afke's tiental nog leverbaar en er wordt regelmatig over Nienke van Hichtum geschreven. Ook verschijnt in de herfst van dit jaar de film van Pieter Verhoeff over haar leven, die vooral de persoonlijke kant van de relatie met Troelstra gaat benadrukken. ‘Ze werd verliefd op de dichter en ze scheidde van de politicus’, zo laat het script zich samenvatten en het ziet eruit dat het een fraai vormgegeven kostuumdrama gaat worden. De tentoonstelling straalt vooral een aangename vertrouwdheid uit, en geeft de bezoeker een beeld van een wereld waarin het leven weliswaar niet makkelijk was, maar waarin saamhorigheid en vertrouwen toch de overhand hadden. Het moederschap is heilig, voor ‘Nienke’ niet minder dan voor Sjoukje, wat blijkt uit de opdracht die ze in 1903 in haar zoons exemplaar van Afke's tiental zet: ‘In dit boekje vol moederliefde heb ik getracht, mijn eigen liefde voor mijn tweetal uit te drukken. Je trouwe moeder, ‘Nienke van Hichtum'.’ Er zijn geen donkere geheimen onderuit de koffer gekomen. Dat ligt ook niet voor de hand in een door de auteur zelf geordende nalatenschap, maar er is op de tentoonstelling ook geen ruimte voor het (weliswaar bescheiden) potentieel aan conflict dat er misschien toch ligt. Want het valt me toch op, dat de roman van Tineke Steenmeijer over het leven van de schrijfster in het Fries vaart onder de titel De oare helte. De frou fan Piter Jelles (1997) en drie jaar later in het Nederlands vertaald is als Eigen waarde. Herinneringen van Nynke van Hichtum. Het suggereert op zijn minst twee zeer uiteenlopende visies op het huwelijk tussen de grootheden, maar het betreft toch echt hetzelfde boek. Andere vragen waarop deze tentoonstelling geen antwoord geeft: is er vanuit de Friese letterkunde nooit commentaar gekomen op het feit dat ze vrijwel altijd in het Nederlands schreef? (Afke's tiental werd pas in 1957 in het Fries vertaald, meer dan twintig jaar na bijvoorbeeld de Engelse vertaling.) En was er echt geen enkele vorm van concurrentiestrijd met Troelstra? Er is dan ook reden om uit te zien naar de biografie van Aukje Holtrop, die niet te beroerd is om kanttekeningen te plaatsen bij het ideaalbeeld van respect, tolerantie en harmonie. Natuurlijk is Troelstra ‘ontroerd en geïmponeerd’ door het succes van zijn vrouw en de hoeveelheid respons die ze krijgt: ‘Hoe lap je hem dat toch? Jij zit hier thuis, komt nooit bij de mensen en hoeft je pen maar op papier te zetten om de arbeiders ertoe te brengen, nu juist dat te doen, waar ze allemaal een broertje dood aan hebben: schrijven’. Holtrop signaleert hier volgens mij terecht nog een andere emotie: jaloezie van de grote socialist die verder van de mensen stond dan zijn verhalen vertellende vrouw. De koffer fan Nynke. Nalatenschap en voortbestaan van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer, de kinderboekenschrijfster Nynke fan Hichtum. Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum. Grote Kerkstraat 212, 8911 EG Leeuwarden. Tot 27 april, maandag t/m vrijdag; www.flmd.nl bertram mourits |
|