in Indonesië wordt gelukkig ook in Den Haag onderkend. Het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ondersteunt de sectie Nederlands van de Universitas Indonesia door middel van drie Nederlandse docenten en verstrekt gelden ten behoeve van de aanschaf van boeken en leermiddelen. Ook kunnen aankomende Indonesische docenten in Nederland een vervolgopleiding volgen die leidt tot het behalen van een doctoraaldiploma of een promotie. Een van de taken van de uitgezonden docenten is daarvoor potentieel talent op te sporen, talent dat straks de coördinatie van de drie belangrijkste studieonderdelen, taalverwerving, taalkunde en letterkunde, op zich kan nemen. Tot nu toe hebben zij over deze onderdelen de leiding gehad. Over ongeveer anderhalf jaar zal de eerste Indonesische docent haar proefschrift aan de universiteit van Leiden hebben afgerond. Acht anderen hebben daar de afgelopen vier jaar hun doctoraal behaald.
Omdat de eerste twee studiejaren praktisch geheel gewijd zijn aan taalverwerving, worden de colleges letterkunde en taalkunde in hoofdzaak in het derde en vierde studiejaar gegeven. De voertaal is uitsluitend Nederlands. De colleges die ik zelf geef zijn literatuurtheorie, drama, poëzie, proza, literatuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden en literatuurkritiek. Daarnaast is er nog een college literatuurgeschiedenis, waarin de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur vanaf de middeleeuwen tot heden wordt behandeld, en een college Indische letteren. In het college literatuurtheorie maken de studenten kennis met een aantal begrippen en modellen die binnen verschillende literatuurwetenschappelijke stromingen en theorieën zijn ontwikkeld. In het drama-, poëzie- en prozacollege proberen we deze begrippen en modellen toe te passen op een aantal Nederlandse toneelstukken, gedichten en verhalen. Belangrijke vragen die daarbij aan de orde komen zijn ‘Wat zijn de kenmerken van deze verschillende tekstsoorten?’ en ‘Waardoor kunnen deze teksten iets voor lezers betekenen?’ In het college onderzoeksmethoden gaan we na aan welke methodologische eisen (literatuur-)wetenschappelijke beweringen moeten voldoen. En in het college literatuurkritiek onderzoeken we met wat voor soort argumenten literatuurcritici een waardeoordeel vellen. De studenten moeten zelf ook een kritiek schrijven.
De zojuist genoemde vragen lenen zich uitstekend voor discussie. Indonesiërs zijn echter niet zo gemakkelijk tot een discussie te verleiden. Als je openlijk zegt dat je het met een ander oneens bent, verstoor je de harmonie en zeg je iets verkeerds dan lijd je gezichtsverlies. Daarom wordt er op vragen ook vaak niet direct geantwoord. Toen ik in mijn eerste college aan een student een vraag stelde, wist ik niet wat me overkwam. Er ontstond een enorm geroezemoes. Alle studenten overlegden met elkaar over de vraag. Pas toen er na een minuut of tien praten overeenstemming over was ontstaan werd het antwoord gegeven. Ik ben niet de enige die op allerlei cultuurverschillen stuit en daardoor soms niet begrijpt wat er precies aan de hand is, mijn studenten hebben dat probleem ook. De teksten die ze moeten lezen stellen hen vaak voor raadsels. Om bijvoorbeeld te begrijpen waarom mevrouw Cohen uit Carmiggelts verhaal Gezellig, die totaal niet van uitgaan houdt, op de avond van de wekelijkse televisie-uitzending over de holocaust wel uit wil gaan, moet men bekend zijn met de naam Cohen. Bij de behandeling van het verhaal bleek dat de studenten ook weinig of niets af wisten van de jodenvervolging. Het komt echer ook wel eens voor dat een verhaal voor mij vreemder is dan voor mijn studenten. Het in mijn ogen bizarre, magische handelen van de Eskimo's die in een verhaal van H.C. ten Berge een storm tot bedaren trachten te brengen, vonden de studenten niet zo vreemd. Wat men in het algemeen niet erg kan waarderen is het gemak waarmee de personages in sommige Nederlandse romans met elkaar de koffer induiken. Het maagdelijkheidsideaal leeft hier nog sterk en seks buiten het huwelijk is taboe, in ieder geval praat je er niet over.
Een ander cultureel gegeven, dat vooral het letterkunde-onderwijs parten speelt, is dat er in Indonesië niet of nauwelijks een leestraditie bestaat. Iemand die een boek leest doet iets wat hier niet zo erg gewaardeerd wordt: hij of zij zondert zich af. De meeste studenten zijn dan ook geen grote lezers. Desondanks hebben ze voor de literatuur die in de colleges behandeld wordt in het algemeen veel belangstelling. Om ze zover te krijgen dat ze erover discussiëren en allerlei vragen durven te stellen, moet je eerst een vertrouwensrelatie opbouwen. Een goede persoonlijke band tussen docent en student is in Indonesië erg belangrijk. Is die aanwezig dan is het bijzonder plezierig om hier te werken.