| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Italiaanse vertalingen
Onze Nederland-vertegenwoordiger in Italië, Gianfranco Groppo, heeft grootse plannen voor het vertalen van een aantal Nederlandse werken in het Italiaans. Hij heeft daarvoor contact gezocht met de Florentijnse uitgeverij van Marco Nardi, die bereid lijkt werk van Bordewijk te gaan uitgeven. Nardi had het oog op Rood paleis laten vallen, maar Groppo heeft hem geadviseerd eerst met kleiner werk als Blokken en Bint te beginnen. Eerder werd door Nardi werk van Carmiggelt in vertaling uitgebracht.
Intussen is Groppo bezig met vertalingen van Nescio. Hij denkt ook aan een vertaling van werk van Louis Paul Boon. Groppo bezoekt een aantal Amsterdamse uitgevers om tot afspraken te komen voor een bloemlezing van Nederlandse literaire teksten, waarmee hij een entree probeert te krijgen bij ook andere Italiaanse uitgevers. Eerder vertaalde Groppo De aanslag van Harry Mulisch.
GvB
| |
Reeks ‘Vertaalhistorie’
De Nederlandse cultuur is niet denkbaar zonder contact met vreemd cultuurgoed, zonder bemiddeling tussen het vreemde en het eigene, zonder vertaling. Cultuurgeschiedenis is ook vertaalgeschiedenis. Maar wat weten wij over vertalen in de Nederlanden als cultuurhistorisch gegeven? Wie waren de vertalers en hoe gingen zij te werk? Wat werd er vertaald, in welke omstandigheden en voor wie? Hoe vertaalde men, en waarom zo en niet anders? Welke opvattingen en normen beheersten de vertaalpraktijk? Hoe verliep, van selectie tot receptie, het vertaalproces? Hoe grijpen literatuur en literaire vertaling in elkaar? Wanneer deden zich welke verschuivingen voor in de vertaalgeschiedenis?
Aan dergelijke vragen besteedt de reeks Vertaalhistorie systematisch aandacht. De serie staat onder redactie van Dirk Delabastita, Theo Hermans en Luc Korpel en wil bibliografisch werk, uitgaven van bronmateriaal en studie van historisch-descriptieve aard over vertaling en vertalen in de Nederlanden brengen.
Als deel 1 verscheen Studies over Nederlandse vertalingen: een bibliografische lijst (144 p.), samengesteld door Theo Hermans. Als volgende delen voor de komende twee à drie jaar zijn gepland:
2. Door eenen engen hals: Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1550-1670, samengesteld en ingeleid door Theo Hermans;
3. 't Wordt grooter plas, maar niet zoo 't was: Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1670-1760, samengesteld en ingeleid door C.W. Schoneveld;
4. In Nederduitsch gewaad: Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1760-1820, samengesteld en ingeleid door L.G. Korpel;
5. Vertalen, verschalen: Nederlandse beschouwingen over vertalen, 1820-1900, samengesteld en ingeleid door Raymond van den Broeck;
6. Een vorm van lezen: Nederlandse beschouwingen oververtalen, 1900-1940, samengesteld en ingeleid door Kitty van Leuven-Zwart en Ton Naaijkens. De delen zijn los verkrijgbaar (deel 1 kost ƒ 27,50 exclusief verzendkosten); tevens is het mogelijk in te tekenen op de gehele serie tegen een reductie van 20% per deel (deel 1 kost in dit geval dus ƒ 22,- exclusief verzendkosten). Intekening is uitsluitend mogelijk rechtstreeks bij de uitgever: Stichting Bibliographia Neerlandica, antwoordnummer 93011, 2500 xm 's-Gravenhage.
De redactie
| |
Boeken in Amsterdam
Op 23 augustus 1991 is de Amsterdamse Antiquarische Boekenmarkt op het Spui officieel van start gegaan na een ‘inwerkperiode’ van een paar maanden. Iedere vrijdag van 10 tot 18 uur staan er 25 kramen met ‘betere’ tweedehands boeken en antiquarische boeken op velerlei gebied en met oude kaarten en prenten. Behalve voor boeken kopen, kan men er ook terecht om goede boeken aan de aanwezige handelaren te verkopen. Iedere week van 11.30 tot 13.30 uur stelt de markt ook het Literair Open Podium beschikbaar onder het boompje op een houten krat op de kop van de markt. Beginnende, vergeten en miskende schrijvers en dichters kunnen daar een poging doen zich aan de vergetelheid te onttrekken.
Is men op het Spui uitgekeken, dan kan men zich met de inmiddels verschenen tweede herziene druk van De boekhandels van Amsterdam (Amsterdam: Bridges, 1989; 208 p.) de rest van de week ruimschoots bezighouden. Vergeleken met de in 1984 verschenen eerste druk is er nogal wat gewijzigd in het hoofdstedelijke boekhandelsbestand. Uit de verantwoording van de samenstellers Tekla de Bruijn en Scott Rollins blijkt dat er 74 boekhandels zijn verdwenen in de vijf jaar tussen 1984 en 1989, maar dat er ook weer 80 nieuwe zijn bij gekomen; de algemene boekhandels zijn teruggelopen van 110 naar 102; de gespecialiseerde zijn afgenomen van 142 naar 117; de antiquarische zijn toegenomen van 110 naar niet minder dan 149.
Behalve de alfabetische lijsten boekhandels - gerubriceerd naar algemene, gespecialiseerde, antiquarische en tweedehands-boekhandels en diversen - bevat de tweede druk opnieuw het uitstekende historische overzicht, uiter- | |
| |
De boekenmarkt op het Spui
aard geactualiseerd, ‘Amsterdam - Vier eeuwen boekenstad’ van Sjaak Hubregtse, een namen- en trefwoordenregister en een buurten- en postcoderegister, zodat men zonder tijdverlies heel gericht op zoek kan naar juist dat ene ontbrekende boek.
Voor dat laatste doel is er bovendien nog de groot formaat tweetalige (ook in het Engels) plattegrond Antiquariaten & tweedehands boekwinkels van Amsterdam (prijs ƒ 1,-), in vijfde druk in maart 1990 uitgegeven door De kan (Binnenkadijk 237, 1018 zg Amsterdam, 020-6275794), welke stichting ook de zomerboekenmarkten op de Dam en aan de Amstel organiseert, evenals reizen naar diverse boekenmekka's in het buitenland.
PJV
| |
Van Aardappel tot Zoutjes
Wie in een index de trefwoorden ‘aardappel’, ‘anti-pasta’, ‘kaas’, ‘katenspek’, ‘paneermeel’ en ‘visschotel’ tegenkomt, waant zich uiteraard in de culinaire sfeer. Maar als men te midden van die trefwoorden ook ‘Buddingh’ en ‘Elburg’ aantreft, moet er toch iets bijzonders aan de hand zijn. Dat is ook zo, want we hebben hier te maken met het genre van de Etiketliteratuur. Ready made* teksten, gebloemleesd en van een inleiding voorzien door Willem Winters (Uitgeverij ‘Perio’, Woudstraat 18, 8922 aw Leeuwarden, 058-136793; tweede, geheel herziene druk, 1991; 56 p.; ƒ 6,75 inclusief portokosten).
Als grondlegger van de etiketliteratuur wordt Cees Buddingh' aangewezen, die in zijn bundel Deze kant boven een royale portie Heinz sandwichspread mengde. Jan Elburg verhaalt in Geen letterheren over etiketlezen door Gerrit Kouwenaar. Maar om etiketteksten in de literatuur gaat het hier eigenlijk niet; etiketliteratuur wordt gevormd door ‘teksten op etiketten en verpakkingen [en in folders] van eetwaren en andere produkten behorende tot het pakket dagelijkse levensbehoeften’, die - wanneer men ze isoleert - vaak een eigen literair karakter krijgen.
Willem Winters' boekje bevat een groot aantal fraaie en vermakelijke etiketteksten, waarvoor hij de fabrikanten en hun anonieme tekstschrijvers hartelijk dankt. Maar zelf kan hij er ook wat van, want op de rekening die het boekje vergezelt, staat in de vorm van een p.s. de volgende tekst: ‘Wij willen U nog attent maken op het omslag van Etiketliteratuur. Dit is namelijk van bijzonder materiaal gemaakt: draaiorgelboekkarton! Maakt U gaatjes in het karton, dan is het boekje afspeelbaar.’
PJV
| |
De beste verloren boeken
Van 21 september 1991 tot en met 4 januari 1992 is in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek, Prinsessegracht 30, Den Haag, een tentoonstelling ingericht onder de titel De verloren jaren. Persoonlijke visies op De Best Verzorgde Boeken van 1971-1985. In de jaren 1971-1985 heeft er, uit ongenoegen met de gang van zaken rond de jurering, geen bekroning plaatsgevonden van De Best Verzorgde Boeken. In een poging deze lacune op te vullen, heeft het museum in samenwerking met de stichting cpnb vijf deskundigen uitgenodigd hun persoonlijke visie te geven op de Nederlandse boekverzorging in die jaren, vooral omdat in die tijd veel technische vernieuwingen en artistieke impulsen de boekproduktie toch interessant genoeg maakten.
Zo zijn als het ware vijf minitentoonstellingen van elk 25 boeken ontstaan, waarvoor de keuze werd verricht door Anthon Beeke, Dick Dooijes, William Pars Graatsma, Hub. Hubben en Gerard Unger. In de bij de expositie behorende catalogus lichten de deskundigen hun keuze toe en geven ze per gekozen boek een korte toelichting. De toegang tot de expositie is gratis van
| |
| |
maandag t/m zaterdag van 13 tot 17 uur (op zon- en feestdagen gesloten).
PJV
| |
Weyerman-flop
Sinds 1990 zijn bij de Stichting Jacob Campo Weyerman de eerste twintig nummers van het in slechts weinige exemplaren overgeleverde weekblad Den Echo des Werelds (1725-1726) beschikbaar op floppy of als uitdraai daarvan. De beruchte/beroemde schrijver Jacob Campo Weyerman (1677-1747) stelde in dit blad de gebreken van de achttiende-eeuwse samenleving aan de kaak. In zijn satirische weekbladen, biografieën en toneelstukken ontleedt hij vlijmscherp de schilderende en schrijvende collega's.
Deze vrolijke tuchtheer, die beslist geen voorbeeld van braafheid en gezapigheid genoemd mag worden, trok als bloemschilder door Engeland en Duitsland, al bleven de Lage Landen zijn voornaamste werkterrein. Zijn opvallend gedrag bracht hem niet alleen in contact met diverse geliefdes, maar ook met de justitie. Uiteindelijk moest hij in Den Haag een levenslange gevangenisstraf uitzitten wegens afpersing.
De nummers 1-20 van genoemd tijdschrift zijn verkrijgbaar op floppy (5.25" of 3.5"; beide voor ƒ 12,50) en als uitdraai daarvan (enkel- of dubbelzijdig geprint, beide voor ƒ 20,-). De rekening zal worden verhoogd met de portokosten. Bestellingen door opgave van de gewenste tekstweergave aan de Stichting Jacob Campo Weyerman, postbus 16732, 1001 re Amsterdam.
F. Wetzels (secretaris-publiciteit)
| |
Trou moet blijcken
De sociëteit ‘Trou moet blijcken’ te Haarlem, voorheen de kamer van retorica ‘de Pellicanisten’, bezit een omvangrijke collectie zestiendeeeuwse toneelteksten. Het gaat om historiaalspelen, explicatieve spelen, tafelspelen en kluchten, afkomstig uit alle delen van de Nederlanden. De toneelteksten waren verdeeld over 14 boeken; 11 daarvan zijn nu nog beschikbaar.
De collectie ‘Trou moet blijcken’ is een cultuurhistorisch bezit van uitzonderlijke waarde. Het is de belangrijkste verzameling uit de bloeitijd van het toneel en om die reden voor de literatuurgeschiedenis van groot belang. Het rederijkersdrama was gericht op een breed publiek en werd in het openbaar opgevoerd. In de spelen van ‘Trou moet blijcken’ vindt men vele vragen van het zestiende-eeuwse publiek weerspiegeld. Door haar omvang en veelzijdige samenstelling, en door de goede staat waarin de handschriften zijn bewaard, is de verzameling een rijke bron voor literair- en taalhistorisch, maar ook voor sociaal- en kerkhistorisch onderzoek.
Thans is het initiatief genomen tot de volledige publikatie van het eerste boek van ‘Trou moet blijcken’ op één tekstkritisch niveau. In één band wordt zowel een facsimile als een diplomatische transcriptie van de toneelteksten aangeboden. De redactie - bestaande uit dr. W.N.M. Hüsken, drs. B.A.M. Ramakers en dr. F.A.M. Schaars, bijgestaan door een adviesraad waarin zitting hebben dr. G.R.W. Dibbets, prof. dr. H. van Dijk, prof. dr. W.M.H. Hummelen en prof. dr. H. Pleij - verwacht met deze uitgave zowel de gespecialiseerde vakbeoefenaar als de geïnteresseerde student een dienst te bewijzen. De facsimile verschaft een basis voor eigen tekstkritische arbeid van de geoefende lezer. De moderne transcriptie vergemakkelijkt de kennismaking met de teksten voor hen die minder vertrouwd zijn met het zestiende-eeuwse schrift. Op deze wijze opent de uitgave voor taalkundigen, theaterwetenschappers, letterkundigen en historici de weg naar een van de voornaamste verzamelingen van literaire bronnen in het Nederlandse taalgebied.
In het najaar van 1991 verschijnt bij uitgeverij Quarto te Assen deel 1, Boek a van de collectie. Het bestaat uit een inleiding, een verantwoording van de regels voor de transcriptie en de volgende toneelteksten: De hel vant brouwersgilde, Coninck Proetus Abantus, De Machabeen, Abrahams offerhande, d'Evangelische maeltijt, De wellustige mensch, De minckijsers, Wie haer op troost verlaeten, De katmaecker en Die mane. Van deze tien toneelteksten zijn er zeven niet eerder uitgegeven. De facsimile en de transcriptie worden op tegenoverliggende bladzijden op a4-formaat afgedrukt. De omvang van deze uitgave in harde kaft is circa 650 pagina's. De prijs bij voorintekening bedraagt ƒ 95,- (na verschijnen ƒ 125,-). Bestellingen kan men richten aan: Redactie ‘Trou moet blijcken’, Vakgroep Nederlands kun, ter attentie van drs. B.A.M. Ramakers, postbus 9103, 6500 hd Nijmegen.
De redactie
| |
PAO-cursus zeventiende eeuw
Na de plezierige ervaringen in het afgelopen cursusjaar organiseert de sectie Renaissanceletterkunde van de vakgroep Nederlands aan de ru Utrecht in de maanden maart en april 1992 opnieuw een nascholingscursus voor docenten Nederlands en andere belangstellenden. Deze cursus, getiteld De Gouden Eeuw: van tekst naar context, gaat over zeventiende-eeuwse Nederlandse literatuur in de ruimste zin. Aan de hand van gevarieerd tekst- en beeldmateriaal zal gedemonstreerd
| |
| |
worden dat er vanuit die literatuur intrigerende uitstapjes te maken zijn naar de cultuur van de Gouden Eeuw en de tegenwoordige tijd. Daarbij krijgen recente onderzoeksresultaten ruimschoots aandacht. Tijdens zes wekelijkse bijeenkomsten zullen de volgende onderwerpen aan bod komen:
Dokteren in de Gouden Eeuw: de medische geschriften van Johan van Beverwijck (dr. L. van Gemert); Dominees als cultuurdragers: de invloed van het kerkelijk leven op de zeventiende-eeuwse literatuur (prof. dr. M.A. Schenkeveld-van der Dussen); Woedende wraakgierigheid en vruchteloze weeklachten: hartstochten in de tragedie (drs. J. Konst); ‘Oude wijn in nieuwe leerzakken’: vroege en late navolgingen van Jacob Cats' Sinne- en minnebeelden (drs. J.C.A. Luijten); Schrijven voor het vaderland: sporen van nationaal zelfbewustzijn in zeventiende-eeuwse toneelliteratuur (dr. M.E. Meijer Drees); Literatuur tussen de zuilen: katholieke en socialistische receptie van zeventiende-eeuwse literatuur (dr. A.J. Gelderblom).
De bijeenkomsten worden 's avonds gehouden op een nog nader vast te stellen locatie in het centrum van Utrecht. De eerste cursusavond valt in de week van 9 maart 1992. De kosten van de cursus bedragen ƒ 50, -. Na afloop ontvangen de deelnemers een certificaat. Inlichtingen en schriftelijke aanmelding (graag voor 1 februari 1992) bij: Dr. M.E. Meijer Drees, Vakgroep Nederlands, Trans 10, 3512 jk Utrecht, tel. 030-394245/540890. Deelnemers krijgen in de derde week van februari bericht over de cursusdata en -locatie.
Marijke Meijer Drees
| |
W.F. Hermans
Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van W.F. Hermans organiseert het Letterkundig Museum
W.F. Hermans
een tentoonstelling over deze grote schrijver.
De tentoonstelling concentreert zich op een aantal belangrijke thema's uit het werk van W.F. Hermans. Het thema van de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld wordt belicht aan de hand van beruchte en beroemde romans als De tranen der acacia's (1949) en De donkere kamer van Damocles (1958), de novelle Het behouden huis (1952), de Weinrebgeschriften en het televisiespel King Kong. Gevolgd door Wat Nederland niet op de televisie mocht zien (1972).
Bij het thema ‘geologie’ staat Nooit meer slapen (1966) centraal, evenals wetenschappelijk werk van W.F. Hermans. Bij de roman Nooit meer slapen worden bijvoorbeeld schitterende kleurenfoto's getoond, die Hermans zelf maakte tijdens een reis door Lapland. Ook de drukgeschiedenis komt aan bod. Van Nooit meer slapen is er een exemplaar met aantekeningen van Hermans voor de herziene vijftiende druk.
Oorspronkelijke prenten uit Parijs van de kunstenaar Constantin Guys (1802-1892) zijn te zien bij Hermans' roman Au pair (1989).
Verder zijn er eerste drukken, bibliofiele uitgaven, manuscripten, aantekeningen, tijdschriften waaraan Hermans heeft bijgedragen, foto's, vertalingen en dergelijke. Bijzondere aandacht is er voor fotocollages van W.F. Hermans die hij in de loop der jaren gemaakt heeft, waarvan een aantal unieke, nooit eerder getoonde exemplaren, zullen worden geëxposeerd.
Bij de tentoonstelling verschijnt in een beperkte oplage een boekuitgave met een selectie van veertig fotocollages van W.F. Hermans, uitgegeven door de Walburg Pers en het Letterkundig Museum. De tentoonstelling wordt gehouden van december 1991 tot en met februari 1992.
Erna Staat
| |
Colloquium Contactgroep 19de eeuw
De Contactgroep 19de eeuw - Dr. F.A. Snellaertcomité organiseert op woensdag 11 december 1991 een jubileumcolloquium (1971-1991) over ‘De beeldvorming rond de 19de eeuw in Vlaanderen. Balans en perspectief’. Het colloquium heeft plaats in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent (Koningstraat 18 9000 Gent).
Programma
10.00 u. Ontvangst en koffie; 10.30 u. Opening; 10.40 u.R. van Eeno (Universiteit Gent): Historici en cultuur: een actueel discussiepunt; 11.30 u.J. Tollebeek (ku Leuven): Een ouderwetse wereld of een moderne natie? Historische interpretaties van het 19de-eeuwse België; 12.15 u. Lunch; 14.15 u.K. Wauters (ufsia): De Vlaamse literatuur van de 19de eeuw: een literair-historisch probleemgebied doorgelicht; 15.00 u. Koffie; 15.30 u.W. van den Berg (Universiteit Amsterdam): De ‘vorige eeuw’: bijna verleden tijd. Over
| |
| |
de Noordnederlandse studie van de 19de eeuw; 16.15 u. Discussie. 17.00 u. Einde.
Belangstellenden kunnen zich vóór 25 november inschrijven bij de secretaris van de Contactgroep, dr. M. De Smedt, Pastoor Dergentstraat 5, 3200 Gelrode, België. De deelname aan het colloquium is gratis.
M. de Smedt
| |
Nederlandse letterkunde van de renaissance en de barok
Tijdens het academiejaar 1991-1992 wordt onder auspiciën en met steun van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek de cyclus ‘Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok’ georganiseerd. Het programma richt zich tot licentiaten in de Letteren en de Wijsbegeerte of houders van een daarmee gelijkgesteld diploma die zich op grondige wijze wensen vertrouwd te maken met een of meer deelaspecten van de Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok in Noord en Zuid.
Overeenkomstig hun curriculum en belangstelling kunnen de deelnemers zich oriënteren op grondige introducties of zich, al dan niet met het oog op wetenschappelijk onderzoek, verder bekwamen in bepaalde sectoren van het vakgebied of hun kennis erover via contextstudies vervolledigen en uitdiepen.
Samenstelling van het programma:
Tekst
Literatuur van de vroege Renaissance: W. Waterschoot (rug)
Rederijkers: D. Coigneau (rug)
Zeventiende-eeuwse lyriek: K. Porteman (kul)
Zeventiende-eeuws drama: H. Meeuws (ufsia)
Zeventiende-eeuwse didactisch-moraliserende letterkunde: M. van Vaeck (kul)
Emblematiek; Relaties schilderkunst-literatuur: K. Porteman (kul)
Zeventiende-eeuwse Zuidnederlandse letterkunde: A. Keersmaekers (ufsia)
Achttiende-eeuwse literatuur. J. Smeyers (fusl)
Zeventiende-eeuws Nederlands: G. Geerts (kul)
Context
Neolatijnse letterkunde: J. IJsewijn (kul)
Inleiding tot de bibliologie (16e en 17e eeuw): E. Cockx-Indestege (kb)
Teksteditie: M. de Smedt (kul)
Antieke cultuur: A. Wouters (kulak)
Socio-culturele aspecten van de contrareformatorische tijd: A. Thijs (ufsia)
Franse literatuur. D. van der Cruysse (ufsia)
De deelnemers stellen vrij hun programma samen. De inschrijving is kosteloos en de eventuele reiskosten worden vergoed. Voor inlichtingen en inschrijvingen kan men terecht bij: K. Porteman (kul), Blijde-Inkomststraat 21, B-3000 Leuven; W. Waterschoot (rug), Blandijnberg 2, B-9000 Gent; H. Meeus (ufsia), Prinsstraat 13, B-2000 Antwerpen (en steeds: België).
| |
Theater van het Oosten
In het seizoen 1991-1992 zal Theater van het Oosten uitsluitend nieuw Nederlands toneel op het repertoire uitbrengen. Dat begon op donderdag 5 september met de première van Dichter bij mij schreeuw ik, een nieuw stuk van Astrid Roemer in de regie van John Leerdam.
Op 1 november jongstleden ging in de Schouwburg Arnhem een nieuw stuk van Gerrit Komrij in première: De stem van het water. Het stuk werd geschreven in opdracht van Theater van het Oosten en het wordt geregisseerd door Agaath
kees de graaff, amsterdam
Theater van het Oosten 1991-1992 Dichter bij mij schreeuw ik (Astrid H. Roemer). V.l.n.r.: Paulette Smit, Herman Naber, Helen Kamperveen
Witteman. De stem van het water is een satire op Nederlandse folklore en cultuur, waarbij Komrij een aantal bekende typen als Kortjakje, Kniertje, Meester Pennewip en Jan Rap ten tonele voert om Nederlandse toestanden te persifleren. De tekst wordt bij de voorstelling in omloop gebracht. Het stuk zal door het hele land te zien zijn.
Andere auteurs die voor Theater van het Oosten stukken schreven of een eerdere tekst voor toneel bewerkten voor seizoen 1991-1992 zijn: Willem van Toorn met Dio (première 15 januari 1992), Marijke Höweler met De wisselmarkt (première 19 februari 1992), Marga Minco met Een leeg huis (première 13 maart 1992), Kester Freriks met De wespendief (première 25 maart 1992) en Thomas Verbogt met De tentoonstelling (première 23 april 1992).
Theater van het Oosten besteedt veel aandacht aan scholieren en studenten. De educatieve dienst van het theater betrekt scholieren en studenten via lesprojecten bij
| |
| |
het theater. Tevens worden vooren nabesprekingen georganiseerd. Voor nadere informatie over Theater van het Oosten en de genoemde voorstellingen kan men terecht bij Theater van het Oosten, Marijke Tulp of Hester Klute, tel. 085-437655.
GvB
| |
In Octavo: nieuw boekhistorisch tijdschrift
Onlangs verscheen het op juni 1991 gedateerde nulnummer van een nieuw boekhistorisch tijdschrift, In Octavo, uitgegeven door het Maison des Sciences de l'homme te Parijs, het Max-Planck-Institut für Geschichte te Göttingen en het Institut Mémoires de l'édition comtemporaine te Parijs, en ingeleid door niemand minder dan Roger Chartier. In Octavo, Bulletin international d'information sur l'histoire du livre et de l'édition, dat tweemaal per jaar zal verschijnen, is bedoeld als nieuwsbulletin voor het internationale netwerk voor de geschiedenis van het boek en de uitgeverij en wordt gratis toegezonden aan degenen die interesse hebben in de resultaten van internationaal onderzoek op dat terrein, en die op de hoogte willen blijven van congressen, recent verschenen vakliteratuur en dergelijke. Men kan zich aanmelden bij het volgende adres: In Octavo, imec, 25 rue de Lille, 75007 Paris, Frankrijk, tel. (33) 1-42612929, fax (33) 1-49270315.
PJV
| |
Vers voor de Pers
Op 9 september van dit jaar werd in de rai in Amsterdam de jaarlijkse najaarsbeurs van uitgevers gehouden waarbij het nieuwe fonds werd gepresenteerd. Veel van wat op Vers voor de Pers te zien was, is inmiddels in september en oktober verschenen. Maar er staat ons toch nog het een en ander binnen ons vakgebied te wachten.
Uitgeverij Martinus Nijhoff is al in een vroeg stadium begonnen met de aankondiging van Nederlandse Literatuur, een geschiedenis. Deze dikke - ongeveer 800 pagina's tellende - en bijzondere literatuurgeschiedenis die in 1993 zal verschijnen, kent een voorintekenprijs van ƒ 99,-, maar zal uiteindelijk ƒ 125,- gaan kosten. Het boek heeft een redactie bestaande uit M.A. Schenkeveldvan der Dussen (die als hoofdredactrice optreedt), Ton Anbeek, W. van den Berg, J. Goedegebuure, E.K. Grootes, A.M. Musschoot, F.P. van Oostrom, Herman Pleij en J. Stouten. De opzet is anders dan de gebruikelijke literatuurgeschiedenissen. Men heeft gekozen voor
honderdeenendertig gebeurtenissen waaraan literaire implicaties verbonden worden in kleine essays van daartoe door de redactie uitgenodigde specialisten. Dat leidt tot een veelheid aan benaderingen van de literatuur van de middeleeuwen tot op heden.
Van Anne Blaman verschijnt deze maand De gedichten. Anna Blaman publiceerde tijdens haar leven slechts twintig gedichten, maar ze schreef er meer dan honderd. Deze gedichten zullen nu in één bundel worden gepubliceerd door Meulenhoff Nederland, die ook de verhalen van Anna Blaman in één band zal uitgeven. Dezelfde uitgever komt met het tweede deel van de Verzamelde essays en kritieken van Paul Rodenko.
Nijgh & Van Ditmar komt in
| |
| |
Paul de Wispelaere
november met een jaarboek voor lezers onder de titel Mekka 1992. Daarin wordt informatie voor lezers gegeven over de beste boeken van het voorgaande seizoen en allerlei tips, adressen, informatie over prijzen, top-tienlijstjes en wat dies meer zij. Dezelfde uitgeverij brengt van J.J. Slauerhoff de reisschetsen en reisbrieven bijeen onder de titel Alleen de havens zijn ons trouw in een tekstverzorging van Kees Lekkerkerker. Het boek verschijnt in januari 1992. Bij de Arbeiderspers in Amsterdam verschijnt in maart 1992 in de reeks Privé-domein het dagboek van Paul de Wispelaere 1990-1991 onder de titel Het verkoolde alfabet. In februari verschijnt bij dezelfde uitgever Amsterdam ten tijde van Spinoza van Henri Méchoulan in een vertaling van Jelle Noorman. Het boek concentreert het gezichtspunt op Amsterdam als centrum van de wereldhandel in de zeventiende eeuw.
Teleac zal vanaf dinsdag 3 december (Ned. 3, aanvang 23.15 u.) zes gesprekken over de middeleeuwen met Herman Pleij op televisie uitzenden. Deze zes gesprekken zijn door Pleij bewerkt tot een zestal essays met illustraties die op de van Teleac bekende wijze als lesmateriaal in omloop zullen worden gebracht. Ook de radio (5) zal de serie uitzenden vanaf donderdag 5 december, 22.30 u.
De correspondentie van Gerard Reve is een onuitputtelijke bron voor uitgevers. Bij Veen verschijnen in december Reves brieven aan zijn lijfarts en vriend Jan Groothuyse, waarin zowel over Reves lichamelijke als psychische problemen geschreven wordt.
Michel van der Plas komt in januari met een boek over een aantal door hem bewonderde auteurs onder de titel Nu moet ik zijn geluk beschrijven. Het zijn ‘literaire pelgrimages’ die gaan naar Victor Hugo, Dickens, Lord Byron, Paul Verlaine, T.S. Eliot en - hoe kan het anders - naar Guido Gezelle in Roeselare. Uitgeverij Anthos geeft het boek uit.
Het proefschrift van Arend Jan Bolhuis dat een interpretatie geeft van Achterbergs Ballade van de gasfitter en van Ode aan Den Haag wordt in een handelseditie door De Prom op de markt gebracht onder de titel De aarde dekt hem toe. Het boek wordt voor januari 1992 aangekondigd. Ook bij De Prom verschijnt Het einddoel is niet in te schatten, zeven feestredes voor Leo Vroman gevolgd door een dankwoord van de jubilaris. De titel is ontleend aan een huldegedicht van Willem Wilmink. Andere auteurs zijn Rutger Kopland, Willem van Toorn, August Hans den Boef, Rob Schouten en Ben Peperkamp. Het boek verschijnt deze maand.
Bij Acco verschijnt in november een bloemlezing gedichten uit de Vlaamse poëzie met een uitvoerig essay van Hugo Brems over de poëzie in Vlaanderen tussen 1965 en 1990.
Onder de titel De biografie in Nederland en België 1988-1990 redigeren Harry Poeze en Martin Ros de bijdragen op het gebied van de biografie die sedert 1988 geleverd zijn, mede onder auspiciën van de Dordtse Academie. Het boek verschijnt in november.
Ik bekijk altijd met een zekere jaloezie de aanbiedingen van de vu-Uitgeverij in Amsterdam. Niet zozeer om wat er gepubliceerd wordt, als wel omdat de vu er blijkbaar in geslaagd is een universitaire uitgeverij in het leven te roepen. Een soort Oxford University Press voor Amsterdam zou mijns inziens levensvatbaar zijn en belangrijk voor de gehele universitaire wereld in Nederland. Bij deze vu-Uitgeverij verschijnt deze maand Modernisme in de literatuur onder redactie van J.B. Weenink en met bijdragen van E. Ibsch, M. Buning, S. Langbroek, S.A. Varga en J.D.F. van Halsema. De bijdragen gaan onder meer over Joyce, Svevo, Proust en Nijhoff.
Intussen was op Vers voor de Pers ook de najaarsaanbieding van Thesis Publishers te zien. Thesis Publishers is het bewijs dat er ruimte is voor een universitaire pers in Amsterdam, want het is de tweede uitgever van universitaire publikaties, in dit geval proefschriften, zoals die van B.H. Jongbloed over het werk van Vestdijk, en interpretatieve studies zoals die van Arie Jan Gelderblom Mannen en maagden in Hollands tuin, beide verschenen in oktober.
GvB
| |
Nieuwtjes
□ Het thema van de boekenweek 1992 zal zijn 't Prachtig rijk van Insulinde waarmee de cpnb aandacht wil schenken aan de bijzondere relatie tussen Nederland en Indonesië. Daarbij staat de literatuur centraal, zowel de hedendaagse als die uit de koloniale periode. Het speciale thema-essay zal geschreven worden door a. alberts.
□ De afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft een uitspraak gedaan in de zaak-Hermans die was aangespannen door de Amster- | |
| |
damse bibliograaf van Hermans, rob delvigne. Het dossier over Hermans functioneren aan de Groningse universiteit bij de subfaculteit geografie zal nu openbaar worden.
□ Ook dit najaar verschijnt weer een speciale editie van De Republiek der Letteren bij Vrij Nederland. De uitgave is gericht op scholieren in de hoogste klassen van het middelbaar onderwijs en kwam tot stand in samenwerking met de cpnb. Voor nadere informatie kan men terecht bij Mija Hesseling (tel. 020-5518509).
□ De jury van de Libris Woutertje Pieterse-prijs heeft een nieuwe voorzitter: Kees Fens. Samen met Aukje Holtrop, Jacq. F. Vogelaar en Joost van de Woestijne, de andere juryleden, zal worden uitgemaakt aan wie de prijs van ƒ 10.000,- in 1992 zal worden toegekend. De prijs is bestemd voor het beste Nederlandstalige kinder- of jeugdboek van 1991.
□ Het Amsterdamse stadsbestuur heeft besloten de brug die het Max Euweplein verbindt met het Vondelpark te vernoemen naar de in 1989 overleden schaker-auteur jan hein donner.
□ jan wolkers heeft de Conrad Busken Huetprijs 1991 van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst aangeboden gekregen voor zijn essays Tarzan in Arles. Wolkers heeft na enig beraad besloten de prijs en de bijbehorende ƒ 10.000,-te accepteren, iets wat hij niet gedaan heeft met de Novelleprijs voor de stad Amsterdam in 1963, de Constantijn Huygensprijs in 1982 en de P.C. Hooftprijs in 1984.
□ De Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (knub) heeft zijn culturele prijs, de Gouden Ganzeveer, toegekend aan het Cultureel Supplement van nrc Handelsblad voor de uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse cultuur en de verbreiding daarvan.
□ De Nederlands-Vlaamse toneelschrijfprijs 1991, groot ƒ 20.000,- is toegekend aan de Vlaamse auteur jan decorte voor zijn toneelstuk Meneer, de zot & het kind.
□ Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft de H.N. Werkmanprijs 1991 toegekend aan bram de does voor zijn grafisch werk, maar speciaal voor het lettertype Trinité dat hij in 1982 in opdracht van drukkerij Johan Enschedé & Zonen heeft ontworpen voor fotozetten.
□ Filmproducent Hans Otten heeft de filmrechten gekocht van frans pointls De kip die over de soep vloog. Otten schrijft zelf het scenario; wie de regie zal voeren is nog niet bekend. De film zal niet voor 1994 gereed zijn.
□ Op 19 oktober 1991 is in Breda de Stripschapsprijs 1991 uitgereikt aan rené windig en eddie de jong voor hun strips over Dick Bosch, Rockin' Belly en Heinz die sinds 1973 in verschillende kranten verschijnen. De Jaarprijs Bijzondere Verdiensten ging naar de uitgeverij Big Balloon.
□ Onder de titel Identikit zal volgend jaar frans kellendonks De nietsnut verfilmd worden door Shooting Star Filmcompany. Het scenario - dat in nauw overleg met de auteur tot aan zijn dood in 1990 is samengesteld - is van Ab van Ieperen die ook de regie voert. In de hoofdrollen zullen te zien zijn Pierre Bokma, Willem Nijholt, Marjon Brandsma en Ramses Shaffy.
□ De roman Voor een verloren soldaat van choreograaf rudi van dantzig wordt onder dezelfde titel verfilmd. Het scenario is van Don Bloch; de regie van Roeland Kerbosch. De hoofdrollen zijn voor Maarten Smit en Jeroen Krabbé.
□ De Amsterdamsche deelraad Oost heeft een ontwerp van jan wolkers goedgekeurd voor een vier meter hoog monument voor de Tachtigers. Als de inspraakronde goed uitvalt, zal het beeld geplaatst worden in het Oosterpark.
□ De prijzen van de Jan Campertstichting zijn op 30 augustus 1991 bekendgemaakt. bert schierbeek krijgt de Constantijn Huygensprijs, groot ƒ 10.000, -, voor zijn gehele oeuvre. De Jan Campertprijs (ƒ 5.000,-) is voor leonard nolens, voor zijn poëziebundel Liefdesverklaringen. jan siebelink krijgt de Bordewijkprijs (ƒ 5.000,-) voor zijn roman De overkant van de rivier en de Nienke van Hichtumprijs (ƒ 5.000,-) is toegekend aan mensje van keulen voor haar jeugdboek Vrienden van de maan. De prijsuitreiking vindt plaats op 13 december.
□ De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde heeft op haar vergadering van 10 juli 1991 de volgende prijzen toegekend: de Prijzen voor Letterkunde aan dr. jan van coillie voor zijn studie 's Levens Kweekschool. De Vlaamse literatuur voor kinderen in de 19e eeuw. Een studie van de socio-culturele vervlechtingsprocessen en aan dr. philip vermoortel voor De parabel bij Multatuli. Hoe moet ik u aanspreken om verstaan te worden?; de August Beernaertprijs aan bert vanheste voor zijn essay Want uw vijand wie is dat?; de Maurice Gilliamsprijs aan marleen de crée voor haar verzameld werk; de Karel Barbierprijs aan maria vlamijnck voor haar roman Toledo; de Arthur Merghelynckprijs voor poëzie aan marc de jonckheere (pseudoniem Michiel d'Ypre) voor Taal. Subtiel gelaat.
□ De ivn-prijs van ƒ 5.000,- is door de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek op het eind augustus gehouden elfde Colloquium Neerlandicum te Utrecht toegekend aan de Praagse neerlandica dr. olga krijtová voor haar essay De stem van de Lage Landen, elders vernomen. In 1969 ontving Olga Krijtová de Martinus Nijhoffprijs voor haar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Tsjechisch.
□ Op het eerste Hoorspel Festival heeft de Vlaming gie laenen de Prijs
| |
| |
voor het beste hoorspel (ƒ 5.000,-) gekregen voor Heen en terug. Deze brt-produktie werd door Laenen zelf geregisseerd.
+++
□ Op 8 augustus 1991 overleed te Amsterdam op 84-jarige leeftijd de neerlandica-historica dra. m.g. schenk, vooral bekend door haar publikaties over het Koninklijk Huis, o.a. de samen met Magdaleen van Herk geschreven biografie Juliana, vorstin naast de rode loper en de biografie van prins Claus die kort geleden geweigerd werd door haar uitgever, de Europese Bibliotheek. Ze is bestuurslid geweest van de Vereniging van Letterkundigen en vervaardigde vertalingen uit het Duits.
□ Op 16 augustus 1991 overleed te Eindhoven op 91-jarige leeftijd mr. Anna Maria Mulder-Swanenburg de Veye, bekend onder haar pseudoniem j. van tooren als dichteres en vertaler van haiku's. De bundel Haiku. Een jonge maan uit 1973 bevat 550 drieregelige vertaalde verzen, waartoe ze zichzelf op zestigjarige leeftijd nog Japans had geleerd. De waterwilgen (1976) bevat vertalingen van Japanse senryu's en Oogwenken (1981) is een bundel originele haiku's, senryu's en tanka.
□ Op 17 augustus 1991 overleed te Deurne de neerlandicus en anglist leo geerts (*18 februari te Doel). Hij was vooral actief als recensent van Vlaamse, later ook Surinaams-Antilliaanse literatuur in het weekblad De Nieuwe en in de tijdschriften Streven en Deus ex Machina, waarvan hij redacteur was, en in Dietsche Warande en Belfort. Verder schreef hij toneel (o.a. Ballade van bloed en tranen (1977), Ulrike, een antieke tragedie (1979) en proza (o.a. Loeders (1975), gedrukt op de achterzijde van gebruikt computerpapier, de satirische roman Pagadders (1982) en de fantastische roman Sapfo's lief (1991). Onder het pseudoniem Marcel van der Linden schreef hij de pastiche De mentor (1988) op Mulisch' De pupil.
□ Op 20 augustus 1991 overleed dr. eleonore de la fontaine verwey (*14 juni 1903), de auteur van de Leidse dissertatie, die het standaardwerk zou worden over de boekillustratie in de achttiende eeuw: De illustratie van letterkundige werken in de achttiende eeuw; bijdrage tot de geschiedenis van het Nederlandsche boek (1934). In 1940 stelde zij over hetzelfde onderwerp de catalogus samen voor de expositie in de dan Nationale Bibliotheek: De Nederlandsche boekillustratie in de 18e eeuw.
□ Op 22 augustus 1991 overleed de kunsthistoricus dr. johannes offerhaus (*21 mei 1930 te Groningen), directeur van het Rijksmuseum Meermanno Westreenianum/Museum van het Boek en oud-directeur van het Nederlands Instituut te Rome. Hij publiceerde artikelen over het bibliofiele boek in de laatste drie afleveringen van het Bulletin Drukwerk in de Marge en stelde onlangs nog samen met Rigo Starink de tentoonstellingscatalogus samen van de expositie in het Koninklijk Paleis over Venetië, stad van de drukkunst.
□ In de nacht van 23 op 24 augustus 1991 overleed te Loenen de schrijfster beb vuyk (*Rotterdam 11 februari 1905). In een interview met Mischa de Vreede in nrc Handelsblad van 1 augustus verklaarde ze nog geen angst voor de dood te hebben: ‘doodgaan is misschien het laatste avontuur’; ‘ik ben bang voor iets anders; om dement te worden, dat lijkt me iets verschrikkelijks’. Na haar debuut in De Vrije Bladen werd ze bekend door haar Indische romans Duizend eilanden (1937) en Het laatste huis van de wereld (1939), maar vooral door haar Indonesische kookboeken. Een aantal titels werd uitgegeven in haar Verzameld werk (1972; 2e dr. 1981). Ze ontving de Van der Hoogtprijs (1942), de Marianne Philipsprijs (1962) en de Constantijn Huygensprijs (1973). Haar laatste interview met Caroline van den Heuvel is afgedrukt in nrc Handelsblad van 30 augustus.
□ Op 9 september 1991 werd de op 82-jarige leeftijd overleden adele de ridder begraven op het kerkhof van Ukkel. Zij was de dochter van Willem Elsschot (Alfons de Ridder) en werd in die hoedanighied uitvoerig geportretteerd in Tsjip en De leeuwentemmer. Tsjip was de door Elsschot gegeven bijnaam aan Jan Maniewski - de zoon uit het huwelijk van Adele en Bennek Maniewski - die in De leeuwentemmer het lijdend voorwerp wordt van de echtscheiding. De nu 58-jarige Tsjip/Jan is als internist werkzaam in Antwerpen.
□ Op 12 september 1991 overleed te Vorden de dichter van religieuze poëzie Jacques benoit (*25 december 1901 te Leiden), pseudoniem van Jacobus Joseph Maria Bayer. Zijn verzamelbundel Bescheiden solo (1972) bevat verzen uit zijn eerder verschenen bundels De gesloten poort, Uittocht, Ex corde, Scala paradisi, Album en Eigen getijden, aangevuld met Nieuwe verzen. Hij was ook werkzaam als vertaler van poëzie en als beeldend kunstenaar.
|
|