| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Cultuurgeschiedenis en cultuurgeschiedenis
Kort na elkaar verschenen twee brochures die het onderzoek op het gebied van de cultuurgeschiedenis tot onderwerp hebben. Voor de Stichting voor Historisch Onderzoek (sho) in Den Haag stelden A.Th. van Deursen en S. Groenveld Cultuurgeschiedenis van de Republiek in de zeventiende eeuw; een onderzoeksprogramma samen en van het Instituut voor Cultuurgeschiedenis verscheen een wat minder prestigieus overzicht omtrent Organisatievormen van het culturele leven.
Van Deursen en Groenveld geven een uitvoerige toelichting op de plannen van de stichting, uitgaande van de stelling dat wetenschapsbeoefening zich moet bevrijden van haar spontaneïteit: ook de geschiedwetenschap is voorwerp van beleid, hetgeen impliceert dat zij zich planning moet laten getroosten. Weloverwogen is dan ook gekozen voor onderzoek naar diverse aspecten van de Republiek der Verenigde Nederlanden: er zijn zinvolle onderzoeksvragen in overvloed en aan bronnenmateriaal uit die periode ontbreekt het ons niet. Vooral buitenlandse onderzoekers hebben gewezen op het unieke van de cultuur in onze Republiek. Voor het begrip ‘cultuur’ neemt men gemakshalve de omschrijving ‘de levensstijl van een samenleving’; het onderzoek zal methodologisch dan ook sterk gericht zijn op regionale en lokale samenlevingsvormen, gespreid over de gehele Republiek en met name in de zeventiende eeuw.
Als het specifieke van de Republiek wordt gezien de economische bloei, het oligarchisch bestuur en de godsdienstige verscheidenheid. In de gecompliceerde structuur van de Republiek wordt een aantal interne spanningen gesignaleerd: stad tegenover land, rijk tegenover arm, ingeboren tegenover vreemd, man tegenover vrouw, Holland tegenover de zes, regenten tegenover Oranje, overheid tegenover onderdaan, elite tegenover massa, de zeven tegenover de Generaliteitslanden, staat tegenover kerk en de publieke kerk tegenover de dissenters. Naast de interne spanningen is er echter ook de Europese uitstraling van de Republiek op het terrein van de politiek, handel en scheepvaart, wetenschap, kunst en drukpers.
Op grond van deze constateringen formuleert de stichting een vijftiental onderzoeksprojecten, variërend van onderzoek naar de inwoners van Haarlem en Leeuwarden tot de regenten in Rotterdam, Arnhem en Breda, de Haagse ambtenaar, gererformeerde predikanten in Zeeland en de hoogste geestelijken van het voormalig diocees Utrecht, bedeelden in Zwolle en Delft, de Oostnederlandse adel en het stadhouderlijk hof te Leeuwarden, de plattelanders in Almelo, zeevarenden in het noordelijk Maasgebied, de professoren aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen en de Goudse drukkers en boekverkopers.
Het onlangs opgerichte Instituut voor Cultuurgeschiedenis bundelt onderzoek op het terrein van de geschiedenis, kunstgeschiedenis en literatuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Een van de doelstellingen van dit instituut is het bevorderen van contacten tussen onderzoekers op het genoemde terrein, niet slechts binnen, maar zeker ook buiten de eigen instellingen. Daarbij richt het instituut zich voorlopig op een beperkt aantal aandachtsgebieden, onder meer het onderzoek van de organisatievormen van het culturele leven.
Gesignaleerd wordt dat er een groeiende belangstelling is voor instituties die een rol hebben gespeeld bij het voortbrengen en verspreiden van cultuur. Voor een deel betreft het instituties met een ruimere functie, zoals kloosters, kapittels, vorstelijke en adellijke hoven, stedelijke overheden, scriptoria, drukkersateliers, charitatieve instellingen en grote bedrijven. Daarnaast zijn er de organisaties die voornamelijk gevormd worden door de cultuurproducenten en/of cultuurliefhebbers zelf, zoals rederijkerskamers, kunstenaarsgilden, dichterskringen, academies, universiteiten, wetenschappelijke en culturele genootschappen, literaire salons, leesgezelschappen en kunstkringen. Minder institutioneel van aard is het onderwijs, tijdschriftwezen, de kunstmarkt en het mecenaat.
Wat betreft de Nederlanden is er een leemte in feitelijke kennis omtrent het functioneren van de meeste van de genoemde instituties. Zowel aan de Universiteit van Amsterdam als aan de Erasmus Universiteit zijn de laatste jaren projecten gestart die in deze leemte willen voorzien. Daarbinnen tekenen zich vijf groepen af waarbinnen het onderzoek duidelijk gemeenschappelijke vraagstellingen en/of objecten bezit, namelijk: a. ‘Culturele verenigingen’ (kamers, genootschappen e.d.) voor 1750; b. idem 1750-1900; c. idem twintigste eeuw; d. onderwijsinstellingen en de Republiek der Letteren; e. verspreiding van culturele produkten (boekproduktie en boekhandel, kunsthandel).
Het Instituut voor Cultuurgeschiedenis neemt zich voor een- of tweemaal per jaar een Nieuwsbrief rond te zenden, waarin mededeling gedaan wordt van lopend, komend of voltooid onderzoek, congressen, symposia, onderzoeksverslagen en signalering van belangwekkende publikaties in binnen- en buitenland. Geïnteresseerden in het hierboven onder a t/m e aangeduide
| |
| |
onderzoek kunnen zich melden bij het Instituut voor Cultuurgeschiedenis, ter attentie van prof. dr. E.K. Grootes, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam.
PJV
| |
Literatuur op tv
De ncrv gaat vanaf oktober 1991 een nieuw boekenprogramma op tv brengen waarin de kijker op de hoogte gebracht zal worden van binnen- en buitenlandse fictie in de meest brede zin. Anders dan de eerder uitgezonden kro-programma's Ik heb al een boek zal het volgens programmamaker Steven van Campen een specifiek ‘literair’ programma worden. Als de sponsoring rond komt, denkt men een programma te gaan maken van rond de veertig minuten dat aan het eind van de televisie-avond zal worden uitgezonden.
Ook de avro gaat in het nieuwe tv-seizoen met een literair programma van start. Het gaat hierbij om een reeks ‘Literaire Wandelingen’, een soort ‘Ontdek je Plekje’ voor literatuur. Marijke Rawie, de eindredactrice kunst en informatie van de avro, heeft gemeld dat het een wekelijks programma van tien minuten zal worden dat de kijkers op een onderhoudende manier uitnodigt tot lezen en het leggen van verband met de streek waar het literaire werk speelt. De avro heeft de medewerking gevraagd van de cpnb en de anwb, waarvan de laatste instantie tevens voor verspreiding van de streekinformatie zal zorgen. Het programma zal zo'n veertig afleveringen omvatten en wekelijks in de late avond te zien zijn.
Onder invloed van de drastisch teruggelopen kijkcijfers en de nieuwe ontwikkelingen in omroepland, zal het kro-programma Ik heb al een boek van de televisie verdwijnen. Na vijf uitzendingen houdt de kro het voor gezien.
GvB
| |
Internationale bibliotheek-samenwerking
De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, het Center for Bibliographical Studies and Research van de universiteit van Californië en de Research Libraries Group gaan onderling titelbeschrijvingen en andere bibliografische gegevens beschikbaar stellen en uitwisselen. Het contract dat op 14 maart 1991 is gesloten voorziet in de beschikbaarstelling van beschrijvingen van de Short-Title Catalogue Netherlands (stcn) aan het Research Libraries Information Network (rlin), waarmee de stcn raadpleegbaar wordt in een groot aantal Noordamerikaanse wetenschappelijke bibliotheken. In ruil krijgt de stcn Nederlandse titels en andere relevante gegevens uit de Engels-Amerikaanse Eighteenth Century Short Title Catalogue (estc) en andere rlin-bestanden. Ook zullen er cd-rom's worden geproduceerd met de bestanden van zowel de estc, de stcn als van andere Europese bibliografieën over dezelfde periode.
De stcn is de nationale Nederlandse bibliografie voor de periode 1450-1800. In deze bibliografie, die uiteindelijk zo'n 300.000 beschrijvingen zal omvatten, worden alle publikaties opgenomen die tussen 1450 en 1800 in het huidige Nederland gedrukt zijn en alle Nederlandstalige boeken van buiten de landsgrenzen (met uitzondering van boeken gedrukt in België). Momenteel zijn er circa 35.000 titels in de stcn-database aanwezig. Kwantitatief en kwalitatief was de Nederlandse boekproduktie en boekhandel in de zeventiende en achttiende eeuw van enorm internationaal belang. In Nederland gedrukte boeken - die vaak elders niet gepubliceerd mochten worden - vonden hun weg door geheel Europa. Om deze reden is de stcn een bibliografie waarvoor ook in het buitenland grote belangstelling bestaat.
Het contract is een belangrijke stap op weg naar de noodzakelijke internationale samenwerking tussen bibliotheken en bibliografische projecten om een zo groot mogelijke uitwisselbaarheid van gegevens mogelijk te maken en optimale gebruiksmogelijkheden te scheppen.
J.J.M. Bos
| |
BNTL 1988 / BLTVN 1989
In mei jongstleden verscheen de jaaraflevering 1988 van de Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap (bntl), aangevuld met de bibliografie van de Friese taal- en literatuurwetenschap over 1988 en met aanvullingen vanaf 1980. Het Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek heeft hiermee weer een kloek deel toegevoegd aan de lopende vakbibliografie: 437 pagina's voor de abonnementsprijs van ƒ 77,50 exclusief portokosten (studenten onder vermelding van inschrijvingsnummer slechts ƒ 65,-). Zoals alle jaardelen van de bntl bevat ook dit deel een korte inleiding voor de gebruiker, een lijst met afkortingen van de geëxcerpeerde tijdschriften, het systematische gedeelte, het trefwoordenregister en het register op de auteurs van de tijdschriftartikelen en monografieën.
Men kan zich als abonnee opgeven bij de Stichting Bibliographia Neerlandica, Prins Willem Alexanderhof 5, 2595 be 's-Gravenhage, waar ook de reeds verschenen cumulatiedelen 22 tot en met 26 over de periode 1960-1984 verkrijgbaar zijn voor de prijs van ƒ 106,- per deel.
| |
| |
Van de reeks Bibliografie van de Literaire Tijdschriften in Vlaanderen en Nederland (bltvn) verscheen het deel met De tijdschriften verschenen in 1989, samengesteld door Hilda van Assche en Richard Baeyens, met medewerking van Peter de Bode (Antwerpen: Rob. Roemans-stichting, 1991; 506 p., bfr 1250 incl. porto- en bankkosten). Hierin wordt de inhoud van 28 Vlaamse en 23 Nederlandse literaire tijdschriften systematisch beschreven en toegankelijk gemaakt via een aantal gedetailleerde registers (auteurs van de bijdragen, besproken personen, zakenregister). Bestellingen kan men richten aan de Rob. Roemans-stichting v.z.w., Minderbroedersstraat 22, b-2000 Antwerpen.
PJV
| |
Letterkundig Museum heft entree
Het Letterkundig Museum is met ingang van 1 juli 1991 entree gaan heffen.
Toegangskaart voor een kalenderjaar
In het museum kan voor ƒ 15,- een toegangskaart gekocht worden die een kalenderjaar lang toegang geeft tot zowel de tentoonstellingen als de leeszalen. De volgende categorieën bezoekers genieten 40% reductie en betalen dus slechts ƒ 9,-:
- | De donateurs van de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum; |
- | Jongeren tot en met 18 jaar; |
- | cjp-houders; |
- | Ouderen vanaf 65 jaar; |
- | Museumjaarkaarthouders. |
Aangezien de datum van ingang 1 juli was, geldt voor 1991 een gehalveerd tarief: ƒ 7,50 zonder reductie en ƒ 4,50 met reductie.
Kaartjes eenmalig bezoek
Het kopen van een kaartje voor een eenmalig bezoek is uiteraard ook mogelijk. Een toegangskaartje voor tentoonstellingen en leeszalen kost ƒ 5,-. De eerder genoemde categorieën die voor reductie in aanmerking komen betalen ƒ 3,-. Bij groepsbezoek geldt een tarief van ƒ 2,50 per groepslid. Kinderen tot dertien jaar hebben gratis toegang. Voor museumjaarkaarthouders geldt een tarief van ƒ 3,-.
Letterkundig Museum
| |
Register TNTL 76-100
Op het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, verscheen een register op de jaargangen 76 (1959) tot en met 100 (1984), bewerkt door J. Mateboer en Th.P.F. Wortel (Leiden: E.J. Brill, 1990; vi + 98 p., ƒ 32,90). Evenals de vorige indices op telkens 25 jaargangen, verschenen respectievelijk 1907, 1933 en 1960, bevat dit registerdeel een aantal rubrieken: i. Lijst van medewerkers en bijdragen; ii. Behandelde woorden en zegswijzen; iii. Taalkunde; iv. Verbeterde of verklaarde plaatsen in Middelnederlandse en zestiende-eeuwse teksten, respectievelijk latere teksten; v. Uitgegeven teksten, fragmenten, varianten, collaties, inhoudsopgaven van werken en bibliografieën, ook weer verdeeld in vroege, Middelnederlandse en zestiende-eeuwse teksten, respectievelijk latere teksten; vi. Letterkunde en haar geschiedenis; vii. Register van boekbeoordelingen.
Nu de computertechnische problemen van het indiceren van het ‘Leidse tijdschrift’ verkend zijn, mogen we hopen dat de index op de jaargangen 101-125 sneller tot stand zal komen dan het nu (eindelijk) verschenen registerdeel op jaargang 76-100.
PJV
| |
Conferentie over Ter Braak
Op 5 en 6 oktober aanstaande organiseert de Internationale School voor Wijsbegeerte een conferentie over ‘Menno ter Braak, vitalist tussen leven en dood’. Ter Braak was en is tot op de dag van vandaag een omstreden figuur. Pas na zijn tragische dood in de meidagen van 1940 werd Ter Braak gezien als een van de belangrijkere schrijvers van de jaren dertig. Deze algehele verering in de jaren vlak na de oorlog werd gevolgd door een periode van felle kritiek in de jaren zestig; onder meer door de aanval van W.F. Hermans in Mandarijnen op zwavelzuur werd Ter Braak naar de prullenbak verwezen.
Nu, dertig jaar later, is het tijd voor een herbezinning op de betekenis van Ter Braak. De conferentie wil hieraan een bijdrage leveren, waarbij een kritische benadering kan leiden tot een positieve waardering, maar waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat. Op zaterdag 5 oktober treden als sprekers op Léon Hanssen, André van Oudvorst, Jaap Goedegebuure en P.F. Schmitz, terwijl 's avonds de film Berlin, Symphonie einer Groszstadt op het programma staat. Op zondag 6 oktober spreekt J.J. Oversteegen. Voor nadere inlichtingen: isvw, Dodeweg 8, 3822 rd Leusden, 033-650700.
M. Sosef
| |
Poëzie-weekend in Den Haag
In het weekend van 26 en 27 oktober 1991 zal in Den Haag het poëzieweekend ‘Dichter aan huis 1991’ plaatsvinden waarbij vijfig huizen van Haagse particulieren worden opengesteld voor het publiek. De deelnemers kunnen in elk van deze Haagse huizen een Nederlandse of
| |
| |
Het geboortehuis van Menno ter Braak aan de Grotestraat te Eibergen
Vlaamse dichter ontmoeten die op gezette tijden zal voorlezen uit eigen werk. De Haagse huizen zullen deel uitmaken van een literaire route die door de stad wordt uitgezet.
De deelnemende dichters zijn: Uit Nederland: H.H. ter Balkt, B. Barnard, Arie van der Berg, W.C. ten Berge, Bergman, Rein Bloem, Carla Bogaards, Pieter Boskma, Anneke Brassinga, F. Budé, Tom van Deel, Maarten Doorman, Pierre Dubois, Jan Eijkelboom, Remco Ekkers, J.P. Guépin, L.L. Haft, Judith Herzberg, C.O. Jellema, Manuel Kneepkens, Frank Koenegracht, Anton Korteweg, Thomas Lieske, Diana Ozon, Michel van der Plas, Martin Reints, Marc Reugebrink, Willem Roggeman, H.J. de Roy van Zuyderwijn, Simon Vinkenoog, Elly de Waard, Hans v.d. Waarsenburg, Cees Winkler, Leendert Witvliet, Ad Zuiderent, B. Zwaal en Joost Zwagerman.
Uit België: D. van Bastelaere, Herman de Coninck, Christine D'Haen, Luuk Gruwez, Elma van Haren, Miriam van Hee, Stefan Hertmans, Geert van Istendael, Guij Mandelinck, Maja Panajotova, Hedwig Speliers, Willy Spillebeen, Erik Spinoy en Eddy van Vliet.
Den Haag is gekozen als locatie voor ‘Dichter aan huis 1991’ omdat deze stad rijk is aan literaire historie. Den Haag biedt tevens de mogelijkheid, naast de Haagse huizen, tal van literaire bezienswaardigheden in het programma van Dichter aan huis te betrekken - van het Letterkundig Museum tot allerlei panden waar, bijvoorbeeld, Louis Couperus heeft gewoond en gewerkt. De literaire locaties bevinden zich verspreid over de gehele stad. Ook de Haagse huizen die gastvrij open zullen staan voor de dichters en de deelnemers liggen in verschillende delen van de stad. Zo wordt het deelnemende publiek niet alleen in contact gebracht met een verscheidenheid van dichters en met een gevarieerde literaire historie, maar ook met zeer uiteenlopende Haagse woonwijken - oud en nieuw - en met tal van ex- en interieurstijlen van Haagse huizen en even zoveel levenswijzen van de bewoners/gastheren en gastvrouwen.
Een extra dimensie ontstaat omdat een aantal van de huizen beschikbaar wordt gesteld door beeldend kunstenaars en kunstverzamelaars. In een van de huizen zal bovendien tijdens het weekend werk worden geëxposeerd van dichtende schilders en van schilderende dichters. In weer een ander huis exposeren Haagse beeldend kunstenaars werk dat is geïnspireerd door een gedicht van de dichter die in dat huis zal voorlezen uit zijn/haar werk.
Ten behoeve van Dichter aan huis wordt verder een filmprogramma samengesteld (van filmfragmenten van optredens van dichters, van interviews enzovoorts), dat tijdens het weekend op verschillende plaatsen wordt vertoond.
Bij Dichter aan huis gaan de deuren open van huizen die anders voor anderen dan persoonlijke relaties gesloten zijn. De bezoekers worden geconfronteerd met telkens een andere omgeving en een andere vorm van gastvrijheid. En bovendien stelt Dichter aan huis de deelnemers in staat in kleine kring, in de huiskamer - dus geheel anders dan bij podiummanifestaties zoals Nachten van de poëzie - te luisteren naar de voordracht door dichters uit eigen werk en met de dichters van gedachten te wisselen.
Een podiummanifestatie zal overigens wel onderdeel zijn van het Dichter aan huis-weekend. Op de zaterdagavond (26 oktober) wordt een festiviteit georganiseerd waarbij de meewerkende dichters, de gastheren/gastvrouwen van ter beschikking gestelde huizen en de deelnemers aan het weekend elkaar ontmoeten. Podiumkunstenaars zul-len aan deze festiviteit, die plaats-vindt in de Literaire sociëteit De Witte, hun medewerking verlenen.
Ter gelegenheid van Dichter aan huis 1991 verschijnt Den Haag literair in kaart gebracht. De redactie van dit boekje is verzorgd door Herman Verhaar. Het boekje is een inventarisatie van de literaire geschiedenis van Den Haag en omvat de literaire plattegrond van de stad.
De verkoop van deelnemings- | |
| |
kaarten begint na de zomer onder meer bij de vvv-bespreekbureau's in Nederland en bij Verwijs, de Haagse Boekhandel; Van Stockum, Belinfante & Coebergh; en Boekhandel Paagman, alsmede bij het secretariaat van de Stichting Dichter aan huis. Bij dit secretariaat is vanaf heden reservering mogelijk (Lange Voorhout 15, 2514 ea Den Haag, telefoon 070-3653914; tijdens kantooruren.
Het deelnemend publiek zal beperkt moeten blijven tot circa 1500 personen. Een deelnemingskaart voor het gehele weekend (huisbezoek op zaterdag en zondag; toegang tot de litaire feestavond alsmede ontvangst van het boekje ‘Den Haag literair in kaart gebracht’) kost ƒ 95,-. Deelneming aan een dag, al of niet gecombineerd met de feestavond, kost ƒ 65,- resp. ƒ 55,-. Voor cjp-houders alsmede voor groepjes vanaf 4 of meer personen, gelden als tarieven resp. ƒ 85,-, ƒ 55,- en ƒ 45,- per persoon eveneens inclusief boek (winkelprijs ƒ 19,90).
Informatie en reservering: Stichting Dichter aan huis, Lange Voorhout 15, 2514 ea Den Haag, telefoon 070-3653914.
| |
AKO Literatuur Prijs 1992
Het bestuur van de Stichting ako Literatuur Prijs heeft besloten de mogelijkheid te beperken om titels die niet behoren tot de categorie ‘literair verhalend proza (fictie) bestemd voor volwassenen’ voor de prijs te nomineren.
Buiten deze categorie vallen kinder- en jeugdliteratuur en literaire non-fictie, waaronder biografieën, dagboeken, reisverslagen, briefwisselingen, opstellen over literatuur en historiografische beschouwingen. Alleen indien een werk zich - volgens de mening van de jury door de literaire kwaliteit van het proza - in hoge mate onderscheidt, dan is de jury gerechtigd, slechts bij uitzondering, een dergelijk boek te nomineren.
Het bestuur van de Stichting ako Literatuur Prijs heeft deze maatregel om de volgende redenen genomen:
- Verreweg de meeste ingezonden werken vallen in de categorie ‘literair verhalend proza voor volwassenen’. In de loop der jaren echter zijn niet alleen de inzendingen maar ook de nominaties in andere categorieën toegenomen. Vanaf het begin heeft het bestuur de prijs voornamelijk bedoeld voor werken van fictie uit de categorie ‘verhalend proza voor volwassenen’. Zij heeft echter de mogelijkheid voor nominatie uit andere categorieën willen openhouden. Nu is deze wens duidelijk in het reglement omschreven.
- Met deze maatregel wordt tevens tegemoetgekomen aan de wensen die de jury's in de loop der jaren hebben geuit, namelijk het beperken van de hoeveelheid te beoordelen werk. Niet alleen moest elke jury in het verleden een kleine tweehonderd titels beoordelen, zij diende ook titels uit zeer verschillende categorieën op het punt van literaire kwaliteit tegen elkaar af te wegen.
De jury 1992 bestaat uit:
- dr. W.F. Duisenberg, president van De Nederlandsche Bank, heeft toegezegd als voorzitter in de jury zitting te nemen;
- als auteur in de jury: dr. Maarten 't Hart, auteur en bioloog;
- als universitair afgezant in de jury: prof. dr. Elrud Ibsch, hoogleraar Algemene Literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam;
- als critici in de jury: drs. Gerda Meijerink, criticus, vertaler, auteur, president van de Vijfde Internationale Feministische Boekenbeurs, docent aan de Universiteit van Amsterdam, en de heer Jos Borré, criticus en auteur.
Umtul Kiekens
| |
A. Roland Holst Penning voor Ed Leeflang
De A. Roland Holst Penning 1991 gaat naar Ed Leeflang. De penning is een oeuvreprijs en wordt elke drie jaar toegekend aan een dichter of een dichteres. De penning ging in 1988 naar Eva Gerlach en werd in 1986 voor het eerst uitgereikt aan Anton Korteweg.
Bij voorkeur wordt een dichter voorgedragen die niet of weinig met andere prijzen bedacht is, en ten minste twee dichtbundels heeft gepubliceerd die niet langer dan vijftien jaar geleden verschenen zijn. De prijs bestaat uit een penning en een daaraan verbonden stipendium. De A. Roland Holst Penning is op 22 mei in het gemeentehuis van Bergen aan Ed Leeflang uitgereikt.
Ed Leeflang werd op 21 juni 1929 in Amsterdam-West geboren. Zijn moeder wekte al vroeg zijn belangstelling voor muziek, liederen en taal. Hij doorliep het gymnasium, afdeling alfa, te Haarlem. Hij volgde een jaar colleges Frans en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkte tot 1954 bij uitgeverijen en in de journalistiek.
In 1956 behaalde hij zijn onderwijsakte. Later zijn mo-Nederlands. Van 1957 tot 1974 gaf hij les als leraar Nederlands in Amsterdam, Leiden, Den Haag en later in Zierikzee. In 1974 keerde hij terug naar Amsterdam, waar hij sindsdien is verbonden aan de Montessori-afdeling van de Gemeentelijke Pedagogische Academie.
In 1953 verwierf hij met een inzending van gedichten een eervolle vermelding van de jury van het Reina Prinsen Geerligsfonds. Ed
| |
| |
Leeflang debuteerde tenslotte op vijftigjarige leeftijd met De hazen en andere gedichten (1979). Overige poëziebundels zijn: Bewoond als ik ben (1981), Op Pennewips plek (1982) en Bezoek aan het vrachtschip (1985), alle verschenen bij Uitgeverij De Arbeiderspers.
De jury voor 1991 bestond uit: Wam de Moor (voorzitter), Gerrit Kouwenaar en Ad Zuiderent.
Umtul Kiekens
| |
Griffels en penselen
Aan de voormiddag van de Kinderboekenweek 1991 (van 2 tot 12 oktober) zullen de jaarlijkse Gouden en Zilveren Griffels en Penselen worden uitgereikt. De Gouden Griffel is dit jaar toegekend aan de bloemlezing Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, samengesteld door Tine van Buul en Bianca Stigter en uitgegeven door Querido. Het boek bevat 365 gedichten van 123 Nederlandse en Vlaamse dichters. De gedichten zijn vaak niet voor kinderen geschreven, maar de bloemlezers hebben hun beoogde publiek zorgvuldig in gedachten gehouden, wat niet wil zeggen dat volwassen lezers geen plezier zullen beleven aan de gemaakte keuze. Zo gaat dat met goede kinderboeken. Bovendien zorgden 21 tekenaars van naam voor prachtige illustraties.
Het Gouden Penseel 1991 zal worden uitgereikt aan Peter Vos, die de illustraties verzorgde bij Rudy Kousbroeks Lieve kinderen hoor mijn lied, uitgegeven door De Harmonie.
De griffel-jury, onder voorzitterschap van Margreet Ruardie van de Stichting Schrijvers-School-Samenleving, kende nog zeven Zilveren Griffels toe, onder anderen aan Amy MacDonald (Kleine Bever en de Echo, Lemniscaat), Imme Dros (De o van opa, Van Holkema & Warendorf) en Rindert Kromhout (Peppino, Querido). Zilveren Penselen werden toegekend aan William Steig (Shrek!, Querido) en Sylvia Weve (Het bad van de zandloper, Querido). De uitreiking van de griffels en penselen en van de ‘vlaggen’ en ‘wimpels’ vindt plaats op 1 oktober 1991 in Slot Zeist.
GvB
| |
Literaire zondagmiddagen Café Schiller
Café Schiller aan het Amsterdamse Rembrandtsplein 26 start eind september met literaire zondagmiddagen, waar om de twee weken tussen drie en vijf uur beginnende schrijvers van kleine uitgeverijen hun werk kunnen presenteren en geïnterviewd worden rond een maandelijks thema. Gedacht wordt aan thema's als: schrijvers en reizen, ouders en kinderen, verzetsliteratuur, fin-de-sciècle, filosofie en literatuur. Op 29 september wordt begonnen met een filosofisch getinte
De ambiance van de literaire zondagmiddagen
maand. Wat de exacte thema's tot en met maart 1992 zullen zijn, staat nog niet vast. Wel is zeker dat op 10 november de dichters Hans Groenewegen en K. Michel gepresenteerd zullen worden door Jan van Heemst. Nadere informatie verstrekt Alexandra Breukink via telefoon 020-6714927.
PJV
| |
Hof Literair
De Stichting Hof Literair te Roosendaal gaat het zevende seizoen in met zes avonden literair entertainment. In september spreekt Jac Linders over ‘Kinderliteratuur: de moeite waard voor volwassenen’. Proza- en poëzieschrijfster Carla Bogaards en dichter Victor Vroomkoning discussiëren met elkaar en het publiek over eigen en andermans werk in de maand oktober. In december is een avond gewijd aan de Vlaamse auteur Rita Demeester, die geïnterviewd zal worden door Marijke van Hooff.
| |
| |
1992 wordt ingezet met Aad Nuis, die aan de tand wordt gevoeld door oud-journalist en neerlandicus Ad Stroop. In maart treedt de Antwerpenaar Luc Boudens op en in april wordt het seizoen besloten door Pamela Koevoets.
De Hof-avonden worden gehouden op dinsdagavonden in café Hof van Holland aan de Molenstraat 120 te Roosendaal. Kaarten ad ƒ 6,- zijn een week tevoren verkrijgbaar bij Boekhandel Van Leeuwen, Markt 4-6, Roosendaal en bij het Hof van Holland. Donateurs krijgen alle informatie thuisgestuurd voor ƒ 12,50 per jaar op giro 1763396, ten name van Stichting Hof Literair te Roosendaal, onder vermelding van ‘Bijdrage 1991/1992’. Verdere informatie: 01650-56244.
PJV
| |
Vrouwenstudies Antwerpen
Sinds enkele jaren organiseert het Centrum Vrouwenstudies van de Universiteit Antwerpen een postuniversitaire lessenreeks onder de naam ‘Vrouw en samenleving’. Ook in het academiejaar 1991-1992 worden op dit terrein drie modules aangeboden:
- Vrouw en literatuur, onder leiding van dr. Wim Neetens, elke dinsdag van 1 oktober tot 10 december 1991 van 18 tot 21 uur;
- Geschiedenis van het denken van en over vrouwen, onder leiding van dr. Magda Michielsens, elke vrijdag van 8 november 1991 tot 24 januari 1992 van 14 tot 17 uur;
- Eenheid in verscheidenheid, onder leiding van dr. Alison Woodward, elke vrijdag van 13 maart tot 12 juni 1992 van 14 tot 17 uur.
Deze cyclus is toegankelijk voor houders van een diploma hoger onderwijs. Een getuigschrift wordt uitgereikt aan wie met succes drie modules heeft gevolgd. Het inschrijfgeld bedraagt bfr 4000 per module. Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij het secretariaat Vrouwenstudies, Universiteitsplein 1, b-2610 Wilrijk, 030-8202020/8202850.
M. van Haegendoren
| |
Attaining functional literacy
De letterenfaculteit van de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg organiseert in samenwerking met de National unesco-commissie van 10 tot 12 oktober 1991 een internationale conferentie onder de titel ‘Attaining functional literacy: a cross-cultural perspective’. De belangrijkste thema's zijn: ‘The construct of functional literacy’ en ‘Literacy education’. Het voorlopige programma noemt als sprekers op 10 oktober onder anderen Pierre Bourdieu van de Ecole en sciences sociales te Parijs, Claire Blanche-Benveniste uit Aix en Provence, David Olson uit Ontario, Leo Noordman van de Tilburgse universiteit, Cees Doets en Kees Hammink van het centrum voor volwasseneneducatie uit Amersfoort, Leo Dubbeldam van het Haagse centrum voor de bestudering van het onderwijs in ontwikkelingslanden en Jaap Goedegebuure en Hugo Verdaasdonk van de organiserende instelling.
Op de tweede dag onder anderen Guus Extra en Ludo Verhoeven uit Tilburg, Jan Ooijens en Monique van de Weste uit Utrecht, Aryan van der Leij van de Vrije Universiteit Amsterdam en uit het buitenland Daniel Wagner, Harvey Graff, Nancy Hornberger en David Barton. Op 12 oktober komen minister Pronk en assistent-director general for education van de unesco, Colin Power, naar Tilburg.
De inschrijftermijn is inmiddels gesloten. Verdere informatie wordt verstrekt door Caroline van der Laan of Ludo Verhoeven, Faculteit der Letteren, kub, postbus 90153, 5000 le Tilburg, 013-662668/662663, fax 013-663110.
PJV
| |
Symposium Klassieke Studiën
De Commissie Geesteswetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen zal op zaterdag 26 oktober 1991 een symposium houden over de betekenis van de klassieke oudheid voor de huidige wetenschapsbeoefening. Aanleiding tot het symposium is het dit jaar op verzoek van de minister van o & w door de commissie uit te brengen advies over de opzet van de studie Griekse en Latijnse taal en cultuur aan de Nederlandse universiteiten.
Graeci en latinisten werken mee aan onderwijs- en onderzoeksprogramma's van de Letterenfaculteit en andere faculteiten; zij leveren bijdragen op uiteenlopende gebieden van wetenschap. Omgekeerd hebben beoefenaren van zeer verschillende vakgebieden zich verdiept in aspecten van de klassieke oudheid. Tijdens het symposium zullen vertegenwoordigers van deze laatste categorie het woord voeren. Wat is het belang van de klassieke oudheid voor de beoefening van de theologie of van de rechtsgeleerdheid? Wat betekent zij voor de geschiedwetenschap, de taalbeheersing of de moderne literatuur? Welke invloed heeft zij uitgeoefend op de moderne psychologie?
Op deze vragen zullen ingaan prof. dr. R.F.W. Diekstra, hoogleraar in de klinische en gezondheidspsychologie aan de ru Leiden, prof. dr. F.H. van Eemeren, hoogleraar taalbeheersing aan de Universiteit van Amsterdam, prof. dr. H.J. de Jonge, hoogleraar in de geschiedenis van
| |
| |
de bestudering en uitlegging van de bijbel in de vroeg-moderne tijd aan de ru Leiden, prof. dr. E.H. Kossmann, emeritus hoogleraar in de geschiedenis na de middeleeuwen aan de ru Groningen, prof.mr. J.H.A. Lokin, hoogleraar Romeins recht en zijn geschiedenis aan de ru Groningen en prof. dr. M.A. Schenkeveldvan der Dussen, hoogleraar in de historische letterkunde van 1500-1850, in het bijzonder de Nederlandse taal, aan de ru Utrecht.
Het symposium zal van 10.00 tot 17.00 uur plaatsvinden in het gebouw van de knaw, Kloveniersburgwal 27, Amsterdam. De kosten van deelneming bedragen ƒ 35,- (incl. koffie, thee, lunch en borrel na afloop). Nadere inlichtingen over het symposium zijn te verkrijgen bij drs. G.W. Muller, secretaris Commissie Geesteswetenschappen, Herengracht 410-412, 1017 bx Amsterdam, 020-6225061.
Inschrijving kan geschieden gaarne vóór 1 oktober 1991 door schriftelijke opgave en door het overmaken van ƒ 35,- op postbanknummer 72221 of amro-nummer 436465302 van de knaw onder vermelding van uw naam en van ‘tussenrekeningnummer 2/10415’.
| |
Congres zelfbeeld Nederlander achttiende eeuw
Op 21 en 22 november 1991 zal de Werkgroep achttiende eeuw in het Cultureel centrum 't Hof in Dordrecht een congres houden over het zelfbeeld van de Nederlander in de achttiende eeuw. Het beeld van de Nederlandse achttiende eeuw als een periode van algemeen verval, behoort inmiddels voorgoed tot het verleden. Toch zijn er nog veel boeiende onderwerpen die tot nog toe nauwelijks bestudeerd zijn. Zo is er aan het zelfbeeld van de achttiende-eeuwse Nederlander nooit systematisch aandacht besteed. Hoe zagen de achttiende-eeuwse inwoners van de Republiek zichzelf? Hoe beoordeelden zij hun eigen cultuur? Waren zij van mening dat zij een eigen identiteit hadden in vergelijking met het roemrijke ‘gouden’ verleden? Hoe zagen zij hun cultuur tegenover de omringende landen? Tegen de achtergrond van deze vragen zullen de volgende onderwerpen ter sprake komen: weelde en deugd, de houding tegenover minderheden in de Republiek, de mode, de Nederlander als ideaaltype in de portretkunst, de politieke identiteit, de opkomst van het Vaderlands recht, de Natuurwetenschappen, de identiteit van de achttiende-eeuwse Nederlandse kunst, de opvattingen over het Nederlands als literaire taal en het beeld van het Nederlandse gezin in de letterkunde.
De sprekers zijn: P.J. Buijnsters, R.E.O. Ekkart, W.Th.M. Frijhoff, M.A.M. van Hoorn, A.H. Huussen, C.J.H. Jansen, P. Knolle, mevr. J.J.M. de Man, mevr. B. du Mortier, mevr. I.J.A. Nijenhuis, W. Velema. Nietleden kunnen zich voor nadere informatie wenden tot de secretaris van de Werkgroep achttiende eeuw, mevr. dr. J. Roelevink, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, postbus 90755, 2509 lt Den Haag.
| |
Congres Het Nederlands na 1992
De Landelijke Vereniging van Neerlandici (lvvn) organiseert in november een congres onder de titel Het Nederlands na 1992. De doelstellingen van dit congres zijn de volgende:
- Het samenbrengen van vertegenwoordigers van groepen die richting geven aan de taalontwikkeling.
- Aandacht vestigen op de (inter)nationale status van het Nederlands tegen de achtergrond van de Europese ontwikkelingen.
- Het doen van aanbevelingen om te komen tot een meer bewust gebruik van de Nederlandse taal.
- Het aansporen van de Belgische en Nederlandse overheden tot het voeren van een taal- en cultuurstimulerend beleid.
Op dit driedaagse congres worden vijf plenaire lezingen gehouden over deelaspecten van de problematiek. In werkgroepen worden vervolgens enkele discussiepunten nader uitgewerkt. Zo zal bijvoorbeeld de status van het Nederlands in eg-verband zo'n discussiepunt zijn.
Het congres zal worden gehouden van donderdag 21 tot en met zaterdag 23 november 1991 aan de Universiteit van Amsterdam, in de Aula (Lutherse Kerk), in de Universiteitsbibliotheek en in enkele zalen van het Vlaams Cultureel Centrum de Brakke Grond. Allerlei culturele activiteiten zijn rond het congres georganiseerd, onder meer in de Brakke Grond en in het Amsterdams Historisch Museum.
Belangstellenden kunnen zich voor het congres opgeven bij de Stichting lvvn, Congres Het Nederlands na 1972, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam. Er worden verschillende deelnemerstarieven gehanteerd: voor leden van de lvvn geldt een bedrag van ƒ 150,- en voor nietleden ƒ 450,-. Daarnaast geldt een speciaal tarief voor participanten van beroepsgroepen die meewerken aan bepaalde sessies: ƒ 375,-. Deze bedragen zijn voor de congresmap met schrijfbenodigdheden, koffie, thee, lunch en recepties. Hotelkosten en diners zijn niet inbegrepen.
GvB
| |
Springer op de Pasar Malam Besar
De Pasar Malam Besar, die in juni
| |
| |
jongstleden voor de drieëndertigste maal gehouden is op het Malieveld in Den Haag, besteedt de nodige aandacht aan literatuur. Met het oog op de komende boekenweek, die als thema de relatie van de Nederlandse literatuur met Nederlandsch-Indië en Indonesië heeft, is reeds een aantal literatoren van de partij geweest. Vorig jaar werd de Pasar Malam geopend door F. Springer, de schrijver van het boekenweekgeschenk 1990. Het verhaal dat hij bij die gelegenheid vertelde, is nu door de stichting Tong Tong gepubliceerd onder de titel Nuchtere nostalgie. Springer beschrijft daarin zijn ervaring als reizend boekenweek-auteur, die door toevallige ontmoetingen aan zijn Indische verleden wordt herinnerd. Het boekje (16 p.) is verkrijgbaar door storting van minimaal ƒ 25,- op postbanknummer 6065919 ten name van Stichting Tong Tong, Den Haag, onder vermelding van ‘Sobat’.
PJV
| |
Nieuwtjes
□ Op verzoek van de Stichting cpnb zal het thema-essay voor de Boekenweek 1992 geschreven worden door a. alberts. Dit themaessay verschijnt naast het Boekenweekgeschenk, dat voor 1992 is uitbesteed aan A.F.Th. van der Heijden. Het essay van Alberts zal gaan over 't Prachtig rijk van Insulinde.
□ Op 21 november 1991 wordt aan michel van der plas (pseudoniem van B.G.F. Brinkel) de Bisschop Zwartkruis-prijs uitgereikt. Van der Plas krijgt de prijs voor zijn totale oeuvre op cultureel, godsdienstig en literair gebied, dus ook voor zijn bijdragen aan cabaret en journalistiek.
□ De schrijfster hella s. haasse is op 1 juni 1991 door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden benoemd tot erelid.
□ Na achttien jaar De Arbeiderspers te hebben geleid als directeur heeft th.a. sontrop de wens te kennen gegeven per 1 september uit die functie te willen terugtreden. Hij blijft actief als uitgever en zal zich vooral richten op fondsvorming en op de contacten met auteurs.
□ In het Staatsarchiv van de voormalige ddr is het archief van uitgeverij allert de lange teruggevonden. Lange tijd heeft men gedacht dat dit archief, dat veel informatie zou bevatten over de emigrantenliteratuur (Thomas Mann, Bertold Brecht, Joseph Roth e.a.), na de inbeslagneming ervan door de Duitsers in 1940 verloren was gegaan. Het archief bevindt zich nu weer bij de uitgeverij en boekhandel Allert de Lange.
□ BelBoek, de telefonische boekhandel onder nr. 02940-80000 of fax 02940-15183, is vanaf juni 1991 ook te raadplegen via Videotex. Op een Videotex-terminal (Minitel) of een personal computer met modem is nu de volledige catalogus met meer dan 100.000 leverbare Nederlandse titels te bekijken, waarna men rechtstreeks kan bestellen via 06-7400. De benodigde software kost ƒ 25,- en is verkrijgbaar bij iedere Primafoon-winkel. Het hoofdmenu biedt een keuze uit onder meer boeken zoeken of bestellen, buitenlandse boeken aanvragen, boekenantiquariaat, boekhandels in uw omgeving en leveringsvoorwaarden.
□ Het tweemaandelijkse ‘international poetry & correspondence’-tijdschrift Point heeft als nr. 22 van jaargang 5 (1990-1991) voor het eerst een bundel poëzie van een Nederlander laten verschijnen: Zonder omzien (43 p.; ƒ 17,- of bfr 295) van Kees Hermis (pseudoniem van C.H.H. Wisse). Een abonnement voor vijf nummers kost ƒ 83,- of bfr 1450 op rekeningnr. 421-6086181-96 van de Kredietbank: Point Uitgeverij, Brusselsesteenweg 356, b-9402 Meerbeke-Ninove, 054-324748.
□ De ako-literatuurprijs 1991 van ƒ 50.000,- is op 21 mei toegekend aan p.f. thomése voor zijn boek Zuidland.
□ Het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs heeft de Gouden Strop 1991, een prijs bestaande uit een plastiek en een geldbedrag van ƒ 10.001,-, toegekend aan rené appel voor De derde persoon. Appel is de laatste die deze in 1986 ingestelde prijs ontvangt; met ingang van volgend jaar wordt ze overgenomen door Bruna, die er een geldbedrag van ƒ 25.000,- aan zal koppelen, evenals een nieuwe naam: de Prijs voor het Spannendste Boek.
□ De Herman Gorter-prijs 1991 van het Amsterdams Fonds voor de Kunst gaat naar huub beurskens voor zijn bundel Hollandse wei en andere gedichten. De prijs, groot ƒ 10.000,-, wordt op 1 november uitgereikt.
□ De Gouden Griffel voor het beste kinderboek gaat dit jaar naar tine van buul en bianca stigter voor hun bloemlezing Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Peter Vos krijgt op i oktober het Gouden Penseel voor zijn illustraties bij Rudy Kousbroeks Lieve kinderen hoor mijn lied.
□ Op de laatste dag van de twee- | |
| |
entwintigste Poetry International in Rotterdam, 29 juni, is de C. Buddingh'-prijs 1991 voor het beste poëziedebuut toegekend aan michaël zeeman voor zijn bundel Beeldenstorm.
□ Op 6 juni werd aan de gevel van het marinecomplex naast het Scheepvaartmuseum in Amsterdam een bronzen plaquette onthuld ter herinnering aan het verblijf van vincent van gogh in Amsterdam. Van Gogh woonde van mei 1877 tot juli 1878 bij zijn oom Jan van Gogh, die daar marinecommandant was. De initiatiefnemer, fotograaf Reindert Groot, koos als tekst voor de plaquette een citaat uit een brief van Van Gogh: ‘Omdat ik zoo geducht veel dorpelsteenen en vloeren van kerken en bordessen van huizen onder de oogen en voeten heb gehad hier in de stad.’
□ Haverschmidt-kenner R. van Slooten is een bundeltje gelegenheidsgedichten van piet paaltjens op het spoor gekomen uit het bezit van de kleindochter van Haverschmidt. In ‘Souvenir Beekhuizen’, inmiddels overgedragen aan de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, staan veertig gedichten over het verblijf van Paaltjens in hotel Beekhuizen te Velp in 1870.
□ Prof. dr. w.j. schulte nordholt, hoogleraar Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden, heeft vooral voor zijn activiteiten op letterkundig gebied op 27 juni een Zilveren Anjer van het Prins Bernhardfonds gekregen. Hij debuteerde met een in gevangenschap en clandestien uitgegeven dichtbundel Het bloeiend steen (1943) en publiceerde sindsdien nog acht bundels, vertalingen van Griekse en Latijnse oud-christelijke en middeleeuwse hymnen en bloemlezingen uit het werk van Verwey, Gezelle en Luyken.
+++
□ Op 27 februari 1991 overleed te Amsterdam de auteur harry plateel (* 19 januari 1920 te Leiden). Platteel debuteerde in 1962 met de roman De koele gedachte en publiceerde verder o.a. Met Marga? Misschien (1966), De maniak (1967) en de trilogie over een grootwinkelbedrijf Heilig schorem (1971). Een jezusbaan (1975) en Wie zit op fluweel (1977).
□ Op 24 juni 1991 overleed de neerlandicus prof. dr. c.f.p. stutterheim, oud-hoogleraar (1956-1971) in de Nederlandse taalkunde te Leiden. Behalve over zeer veel taalkundige onderwerpen heeft Stutterheim tot op hoge leeftijd ook gepubliceerd over literaire onderwerpen, vooral Bredero, van wiens Spaanschen Brabander hij in 1974 een teksteditie bezorgde. Bekend is ook zijn bundel literair-wetenschappelijke studies Conflicten en grenzen uit 1963.
□ Eveneens op 24 juni 1991 overleed, 77 jaar oud, prof. dr. a.c.m. (Karel) meeuwesse, oud-hoogleraar (1960-1982) in de theorie der letterkunde en de Nederlandse letterkunde van de twintigste eeuw aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Meeuwesse promoveerde in 1952 op Jan Luyken als dichter van de Duytse Lier (vermeerderd herdrukt in 1977) en publiceerde veel over het Wilhelmus, Martinus Nijhoff en Guido Gezelle. Hij was redacteur van het jaarlijks verschijnende Kritisch akkoord.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|