| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Namenindex Middelnederlandse letterkunde
In september 1990 is door drie Nijmeegse onderzoekers het initiatief genomen om een algemene namenindex op de Middelnederlandse letterkunde - onder de naam Index Nominum Generalis Medioneerlandicae (ingm) - te vervaardigen. Velen zullen bij het uitvoeren van literairhistorisch onderzoek op Middelnederlandse teksten meer dan eens het gemis van een namenindex ervaren hebben. Bij onderzoek naar verspreiding en functie van bepaalde thema's en motieven in teksten, maar ook bij het identificeren van fragmenten kan een algemene index zeer goede diensten bewijzen.
Onze doelstelling is een alfabetisch geordende verzameling tot stand te brengen van alle eigennamen in alle uitgegeven Middelnederlandse teksten van voor het jaar 1500. Deze grote onderneming wordt in fasen ondernomen. In de eerste fase zullen alle verhalende wereldlijke teksten geëxcerpeerd worden. Dit onderdeel krijgt prioriteit, omdat de behoefte aan een namenindex hier het grootst is en omdat een aanzienlijk deel van de desbetreffende teksten reeds in ruwe vorm geëxcerpeerd is. Deze fase zal in 1995 afgerond worden met een publikatie.
In de index zullen alle eigennamen en boektitels en afgeleiden daarvan worden opgenomen. Al deze namen zullen worden geïdentificeerd vanuit hun historische en/of tekstuele context. Aan de eigenlijke index zal een lijst van geëxcerpeerde teksten voorafgaan, waarin niet alleen de in de index gehanteerde siglen voor de teksten, en de gebruikte edities vermeld worden, maar waarin de teksten ook kort literairhistorisch geplaatst en gekarakteriseerd worden.
Op de index volgt een aantal bijlagen, onder meer genealogische tabellen van de grote epische families, uitgesplitst naar de eventuele variaties in de verschillende teksten; een verzameling landkaarten als oriënteringsmateriaal bij de geografische namen; een lijst van de aangetroffen acrostichons waarin namen voorkomen.
Hoewel er al diverse namenindices op afzonderlijke teksten voorhanden zijn, moet het leeuwedeel van het werk nog verzet worden. De redactie neemt op zich zorg te dragen voor de volledigheid van de uiteindelijke index. Om het werk te bespoedigen en om dubbel werk te voorkomen, hoopt zij op de medewerking van vakgenoten. Veel onderzoek dat momenteel verricht wordt, is onderzoek dat zich richt op een bepaalde tekst of een groep van teksten. Voor deze onderzoeken is een namenindex op de bestudeerde tekst(en) ongetwijfeld een waardevol hulpmiddel. Wij vermoeden dan ook dat er in den lande menige ongepubliceerde namenlijst te vinden is. Wij roepen hierbij onze collega's op om al deze indices naar de redactie op te sturen. Wij accepteren alle indices, maar geven de voorkeur aan elektronisch aangeleverd materiaal.
Voor meer informatie kunt u bij de redactie een prospectus aanvragen waarin naast een gedetailleerde toelichting op de inrichting van de index, richtlijnen voor bijdragen en een kort voorbeeld van de beoogde index opgenomen zijn. De ingm-redactie bestaat uit: Geert Claassens, Peter van Heusden en Gerard Sonnemans. Het adres is: Instituut Nederlands, Katholieke Universiteit Nijmegen, postbus 9103, 6500 hd Nijmegen, 080-512046/512895.
Redactie ingm
| |
Reynaert is weer op pad
In 1955 werd tussen Hulst en Destelbergen een Reynaert-route ontworpen door een groep geroutineerde vossejagers. Onder leiding van Jozef van Overstraeten, voorzitter van de Vlaamse Toeristenbond/Automobilistenbond, werd die route ook ingereden door een peloton van personaliteiten. Hoewel er plannen waren om de routebeschrijving te publiceren, bleef dit initiatief toch in de pen steken.
Toen in 1988 het ‘Reynaerdofielentijdschrift’ Tiecelijn het licht zag, was naast de universalisering van de Reynaert-geest, het bevorderen van de Reynaert-studie en de promotie van de Reynaert-naleving in het Waasland, de vierde doelstelling om ooit een beschrijving van het Reynaert-pad door Vlaanderen te publiceren. Op 18 mei 1991, op de vooravond van Pinksteren, is Het land van Reynaert gepresenteerd. Het is geschreven door de Tiecelijn-redacteuren Marcel Ryssen, Herman Heyse en Rik van Daele en is een ‘updated’ versie geworden langs een nieuw traject, waarbij de nadruk ligt op de moderne Reynaertnaleving en op het prachtige landschap in dit deel van Vlaanderen.
De route doet alle mogelijke Reynaert-plekjes aan, maakt alle denkbare Reynaert-associaties en verbindt een hele resem Reynaerttheorieën en -hypothesen met elkaar, zonder van het rechte pad af te dwalen. De route brengt de wandelaar, fietser of autotoerist - of hij nu Reynaerdofiel is of complete Reynaert-leek - langs onbetreden en nooit geëxploreerde wegen, van Hulst langs Stekene, over Daknam en Belsele, naar Rupelmonde en Destelbergen.
Het boek telt 180 bladzijden en is rijkelijk voorzien van fotografisch materiaal uit het archief van de Bibliotheca Wasiana en van fotograaf Paul de Malsche en uit de
| |
| |
‘De bestraffing van Tibert’, houtgravure door Pam Rueter, in The history of Reynard the Fox
camera van Robert Dewilde. Het wordt gebracht in zakformaat met gedetailleerde begeleidende kaartjes door het Davidsfonds te Leuven en met de medewerking van de vvv-Land van Waas. De prijs is bfr 450, inclusief verzendkosten, bij een oplage van 2000 exemplaren. Wie dit boek op zak wil steken, kan het genoemde bedrag overschrijven op rekening 645-5260577-11 van Tiecelijn (ter attentie van H. Heyse, Hamerstraat 143, b-9190 Stekene, België) onder vermelding van ‘Reynaertroute’. De gids is ook verkrijgbaar in de boekhandel en bij de Wase vvv-kantoren.
Tevens verscheen een bibliofiele uitgave van een fragment uit The History of Reynard the Fox bij The Catharijne Press, Waaldijk 6,5305 ce Zuilichem, 04187-2733; postgiro 3977833, bankgiro 46.60.29.705. Dit miniatuurboekje van 60×55 mm is gezet in een 5-punts Trinité nummer 2 door Bram de Does, die 20.000 letters leesbaar bijeenbracht op 8 katernen van ieder 8 pagina's. De druk is van Joh. Enschedé in Haarlem. Ook is een houtgravure opgenomen van Pam Rueter. De band is - uiteraard - in vossebruin linnen. De oplage bedraagt 175 exemplaren, genummerd 1-175, voor de prijs van ƒ 150,- (exclusief btw), en een speciale uitgave van 15 exemplaren, genummerd i-xv, met een extra afdruk van de gravure in passe-partout en het geheel in een luxe doos, voor ƒ 350,- (exclusief btw).
De inleiding is van de hand van Reynaert-kenner drs. E. Verzandvoort (Engelse vertaling door dr. C.M.H. Harrison), die het fragment waarin Tibeert de pastoor onder handen neemt, gelicht heeft uit de eerste Engelse druk van Caxton uit 1481, uit die van Dobson van 1728 en uit die van Roscoe van 1873. Ter vergelijking is opgenomen het overeenkomstige gedeelte in het Nederlands uit de druk van Gerard Leeu van 1479, waarop Caxton zich gebaseerd heeft voor zijn vertaling. Aan de hand van deze fragmenten geeft Verzandvoort een beeld van de ontwikkeling en van de aanpassingen van de tekst gedurende de laatste vijf eeuwen.
H. Heyse, R. van Daele, E. Verzandvoort
| |
Utrecht Renaissance Studies, deel VII
In de reeks Utrecht Renaissance Studies is deel vii verschenen, getiteld De ontdekkingen van het subject. De bundel bevat vier lezingen, namelijk: J. den Boeft (Utrecht): ‘Een akker vol moeite: Augustinus' zelfonderzoek’; S. Dresden (Leiden): ‘Montaigne: Het vlietende Ik’; M.A. Schenkeveld-Van der Dussen (Utrecht): ‘Personage of persoonlijkheid; het ik in de Nederlandse lyriek van de 17de eeuw’; W. van Reijen (Utrecht): ‘Das zerrissene Selbst; die Rückkehr des Barocks in der Postmoderne’.
De bundel is te bestellen door overmaking van ƒ 17,50 op giro 3089153 ten name van B.F. Scholz te Utrecht, onder vermelding van ‘Renaissancestudies’.
B.F. Scholz
| |
Nederlands in Nieuwgrieks
Met de uitgave van de brochure in het Nieuwgrieks over de geschiedenis en de positie van het Nederlands, Ta Ollandiká; Hè gloossa eíkosi ekatommuroon Ollandoon kai Phlamandoon, heeft de Stichting Ons Erfdeel nu alle negen officiële werktalen van de Europese Gemeenschap afgewerkt. Eerder verschenen de brochures in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, Portugees en Deens, terwijl de tekst ook nog in een Indonesische versie beschikbaar is. Het Griekse deeltje over het Nederlands, de taal van twintig miljoen Nederlanders en Vlamingen, is samengesteld door O.
| |
| |
Vandeputte en A. Tsirimookos, omvat 64 pagina's en kost ƒ 18,-, te bestellen bij de Stichting Ons Erfdeel, Murissonstraat 260, b-8931 Rekkem, België, 056-411201, fax 056-414707.
PJV
| |
Tienduizend dingen
Leo Vissers bereidt in eigen beheer een uitgave voor over de verhalencyclus De tienduizend dingen van Maria Dermoût onder de titel De Harpe Amoret. Op de interpretatie van de verhalen, met name ‘Allerzielen’, heeft een aantal critici de tanden stuk gebeten. Door de invloed van het taoïsme erbij te betrekken en door gebruik te maken van manuscriptaantekeningen van Dermoût, is Vissers in staat in ieder geval het raadsel van het motto te onthullen.
De publikatie behandelt kort leven en werk van Maria Dermoût, de samenstelling en tijdsstructuur van de verhalencyclus, de thematiek en motieven, de drie moordverhalen ‘De posthouder’, ‘Constance en de matroos’ en ‘De professor’, en ‘Allerzielen’.
Belangstellenden kunnen contact opnemen met L.H.M. Vissers, Parklaan 40, 4702 xe Roosendaal.
PJV
| |
Gids historisch onderzoek Zeeland
Als nummer 1 in de reeks Kartons voor geschiedenis en letterkunde verscheen bij uitgeverij Schiphouwer en Brinkman (Kikkenstein 210, 1104 aj Amsterdam, postgiro 5914691) de Gids voor historisch onderzoek in Zeeland, onder redactie van A.C. Meijer, L.R. Priester en H. Uil (vi + 234 p., genaaid-gebrocheerd, geïllustreerd; ƒ 19,50 inclusief btw en verzendkosten; buiten Nederland ƒ 29,50). De gids is bedoeld voor
Uit: Gids voor historisch onderzoek in Zeeland
amateurhistorici, die aan de hand van historici, archivarissen en documentalisten door de relevante Zeeuwse archieven en bibliotheken geleid worden. Deel i bevat illustratieve resultaten van onderzoek op het gebied van stads-, waterschaps-, industriële, godsdienst-, familie- en sociale geschiedenis. In deel ii worden door een groot aantal deskundigen de bronnen behandeld zoals die in Zeeland voorradig zijn. Als bijlage is een lijst van adressen opgenomen.
PJV
| |
Schrijversvakschool 't Colofon
Uniek in de wereld, dus zeker in Nederland, is de Schrijversvakschool Amsterdam 't Colofon, opgericht in 1984, waar onderwijs gegeven wordt in alle facetten van het schrijversvak, zodat de studenten na hun opleiding in staat zijn van het schrijven hun beroep te maken, zowel in artistieke als in commerciële en educatieve zin. Het ongesubsidieerde Colofon biedt een vierjarige opleiding (lessen op zaterdag of in avondgroepen) voor ƒ 1.950,- per jaar (de eerste drie jaren) en ƒ 1.750,- (het vierde jaar). De eerste drie jaren bestaan uit schrijftraining, drama, non-fiction, poëzie en proza; het vierde jaar omvat de laatstgenoemde vier onderdelen met individuele begeleiding.
Naast het gewone curriculum worden (op woensdagavond) cursussen gegeven over een groot aantal onderwerpen, variërend van schrijftraining, tot schrijven als fraai politiek middel, kinder- en jeugdliteratuur, haiku, commercieel schrijven, korte verhalen, cabareten liedteksten, recensies enzovoort. Voor bedrijven, organisaties en instellingen, maar ook voor particulieren die individuele begeleiding wensen, kunnen cursussen-opmaat georganiseerd worden. Tot het docentencorps behoren onder anderen Arie van den Berg, Jan Boerstoel, Fons Eickholt, Louis Ferron, Jan Willem Holsbergen, Jan Kuijper, Jurrie Kwant, Ankie Peypers, Hans Plomp, Astrid Roemer, Helga Ruebsamen en Rob Schouten.
Men kan zich zonder voorop- | |
| |
leiding aanmelden. Inschrijving vindt plaats na beoordeling van opgestuurd eigen werk. De officiële inschrijftermijn sloot 1 juni; daarna is inschrijving mogelijk in overleg met de directie. Nadere informatie verschaft een brochure (kosten ƒ 5,-), te verkrijgen via het postadres: postbus 51322, 1007 eh Amsterdam, of de telefoon: 020-6621875.
PJV
| |
Kortverhaal-wedstrijd
Het Artistieke Tijdschrift Ambrozijn en de Kulturele Kring Ambrozijn te leper organiseren de Internationale Ambrozijnwedstrijd voor Kortverhaal 1991 en de Ambrozijnjeugdwedstrijd voor Kortverhaal 1991. In aanmerking komen oorspronkelijke en nog niet gepubliceerde kortverhalen van maximaal 3000 woorden (maximaal drie verhalen per deelnemer), die getypt in tienvoud onder een kenspreuk dienen te worden ingezonden. De jury bestaat uit tien leden, aangesteld door de voorzitter van de Kulturele Kring Ambrozijn op advies van de redactieraad. Om mee te doen moet men Ambrozijn-abonnee zijn of (voor de jeugdwedstrijd) kind van een Ambrozijn-abonnee of te studeren op een school die een abonnement heeft. De verhalen moeten in de voorkeurspelling geschreven worden. Er zijn zes prijzen (van respectievelijk 4000, 3000 en 2000 bfr voor de internationale wedstrijd en van 1000, 750 en 500 bfr voor de jeugdwedstrijd) en twaalf eervolle vermeldingen (genummerd poëtisch werk van Jozef Vandromme) te verdienen.
De sluitingsdatum is 30 september 1991. Het wedstrijdreglement is te verkrijgen bij de Kulturele Kring Ambrozijn v.z.w., Sint-Jacobsstraat 75, b-8900 Ieper, België.
PJV
| |
Publieksprijs Nederlandse Boek 1991
In het vijfde jaar van de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek worden de schijnwerpers gericht op Nederlandse kinder- en jeugdboeken. Een onafhankelijk comité, onder voorzitterschap van Hanny van den Horst, heeft op verzoek van de cpnb tien auteurs genomineerd voor de Publieksprijs 1991. Deze auteurs zijn in alfabetische volgorde: Thea Beckman, Paul Biegel, Dick Bruna, Miep Diekmann, Evert Hartman, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen, H. de Roos, Annie M.G. Schmidt en Jan Terlouw.
Van 3 september tot en met 22 oktober kunnen lezers via een deelnameformulier, verkrijgbaar in boekhandels en bibliotheken, hun stem uitbrengen op hun lievelingsauteur. Dat kan ook een niet-genomineerde auteur zijn.
De Publieksprijs voor het Nederlandse Boek is in Nederland de enige oeuvreprijs die door lezers wordt toegekend. De editie van dit jaar heeft bovendien een bijzonder kenmerk omdat zowel volwassenen als kinderen vanaf 6 jaar hun stem kunnen uitbrengen. Iedere deelnemer maakt kans op een Apple-computer, of een van de andere 32 prijzen.
De Publieksprijs werd voor de eerste keer uitgereikt in 1987 aan Kees van Kooten in het genre Romans en Verhalen. In 1988 won Annie M.G. Schmidt de prijs in het genre Gedichten en Verzen. In 1989 won Marjolein Bastin de prijs in de categorie Tekeningen en Illustraties. Vorig jaar stemden meer dan 50.000 lezers voor hun favoriete auteur in het genre Vertaalde Romans en Verhalen; de prijs werd toen gewonnen door Jean M. Auel.
De Publieksprijs bestaat uit een geldbedrag van ƒ 15.000,- en een bronzen beeld van Jeroen Henneman.
Inlichtingen over deze prijs zijn verkrijgbaar bij Stichting cpnb, tel. 020-6264971.
Stichting cpnb
| |
Klassieken Nederlandse Letterkunde
Er wordt al jaren geklaagd over het feit dat de belangrijkste werken uit de Nederlandstalige literatuur niet of nauwelijks in een behoorlijke uitgave voorhanden zijn. Doorgaans verwijst men daarbij naar het buitenland, dat zijn grote auteurs blijkbaar wel waardeert en van wie goede tekstuitgaven wel voor het publiek bereikbaar zijn. In Nederland hebben uitgevers als Thieme met zijn reeks Nederlandse Klassieken, Tjeenk Willink met de Zwolse drukken en herdrukken en Elsevier met de Bibliotheek der Nederlandse Letteren eerder pogingen ondernomen, maar deze reeksen zijn gestopt of sterk verouderd. In 1988 ontstond een nieuw initiatief waarbij van de toenmalige minister van Cultuur, Brinkman, een toezegging werd losgepeuterd tot subsidiëring van een project waarin de Nederlandse canon opnieuw zou worden uitgegeven door speciaal aangetrokken specialisten en voor een aantrekkelijke prijs. Het daartoe uitgetrokken bedrag werd uiteindelijk door het ministerie besteed aan nog levende auteurs. Van het oorspronkelijke plan kwam dus weinig terecht.
Inmiddels werd door Mai Spijkers van uitgeverij Prometheus opnieuw overleg gevoerd met wvc-ambtenaar Riezenkamp om te komen tot een reeks klassieken. Spijkers neemt nu het risico om een serie te starten van voorlopig tien titels uit de canon waarvoor hij een aanvraag om subsidie heeft lopen van ƒ 400.000,-. Er is een redactiecommissie benoemd bestaande uit de neerlandici W. van den Berg, J.
| |
| |
van Dijk, E.K. Grootes, J. Kloek en H. Pleij. Zij zullen de teksten uitkiezen en de uitgaven begeleiden wat presentatie en uitvoering betreft.
Prometheus zal de edities in een oplage van 2500 exemplaren op de markt brengen in gebonden deeltjes die afhankelijk van de omvang ƒ 29,50 tot ƒ 59,50 gaan kosten. Over een paperbackversie wordt nog nagedacht.
Als eerste deeltjes denkt men het Roelantslied, de Reis van Sinte Brandaen, de Walewein, Tijl Uilenspiegel, Erasmus' Colloquia in vertaling, De Spaansche Brabander van Bredero, Vondels Gijsbrecht van Aemstel, De Duytsche Lier van Jan Luyken, een selectie uit Justus van Effens stukken uit de Hollandsche Spectator, een bloemlezing uit gedichten van Staring en een bloemlezing uit het proza van Jacob Geel.
De oudere teksten zullen een parallelvertaling krijgen en teksten uit de negentiende eeuw zullen voorzien worden van annotaties. Behalve Prometheus is ook Nijgh & Van Ditmar bezig met een reeks van klassieken uit de Nederlandse literatuur. In een reeks van uniform uitgegeven uitgaven verschenen teksten uit de twintigste-eeuwse canon, zoals van Bordewijk Blokken, Knorrende beesten, Bint, van Nescio De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel, van Vestdijk De koperen tuin en Terug tot Ina Damman. Onlangs werden daar weer twee deeltjes aan toegevoegd: een uitgave van Jacob Israël de Haans Pijpelijntjes en van F. Bordewijks Karakter. Ook deze reeks uitgaven mikt op betaalbaarheid en bereikbaarheid. Per gebonden deel betaalt men ƒ 29,90.
GvB
| |
Theater van het Oosten: seizoen 1991-1992
Theater van het Oosten brengt het komend seizoen uitsluitend nieuw Nederlands repertoire. De Theatervoorziening uit Arnhem, die hiermee haar derde seizoen ingaat, heeft opdrachten verstrekt aan een zevental schrijvers.
Het seizoen wordt geopend op 5 september 1991 met Dichter bij mij schreeuw Ik van Astrid H. Roemer, in regie van John Leerdam. In deze kleine-zaalproduktie gaan drie personen van verschillende culturele achtergrond met elkaar een confrontatie aan.
Agaat Witteman, artistiek leider van Theater van het Oosten, regisseert De stem van het water van Gerrit Komrij, een grote-zaalproduktie die op 1 november in première gaat: een moderne Elckerlyc als satire op de Nederlandse samenleving.
Marga Minco bewerkte haar boek Een leeg huis tot een toneelstuk. Een leeg huis handelt over de jaren 1945-1950, de ‘jaren van ontgoocheling’. Deze grote-zaalproduktie in regie van Leonard Frank gaat op 13 maart 1992 in première.
In januari is dan al een bijzonder project gestart: de vierdelige serie Indringers. Willem van Toorn, Marijke Höweler, Marion Bloem en Thomas Verbogt dragen elk zorg voor een deel van dit komisch vierluik waarin het ordentelijk leven verstoord wordt van buitenaf. Deze serie wordt geregisseerd door Martin van Veldhuizen en zal tot eind mei 1992 gespeeld worden. Met Indringers sluit Theater van het Oosten haar seizoen af.
Alle stukken zullen zich op enigerlei wijze bezighouden met ‘de Nederlander’, zijn politieke en culturele geschiedenis, zijn taal, zijn literatuur, zijn leefwijze en de mate waarin het verleden een rol speelt in zijn bestaan nu. De produkties van Theater van het Oosten zullen in het hele land te zien zijn.
Het Nederlands repertoire houdt voor Theater van het Oosten niet op bij de genoemde produkties. Theater van het Oosten heeft nog meer schrijfopdrachten verstrekt aan Nederlandse auteurs voor theaterprodukties voor latere seizoenen. Het gezelschap wil hiermee een bijdrage leveren aan de bevordering van de Nederlandse toneelschrijfkunst.
Theater van het Oosten
| |
Editions Joany
Onlangs is in Parijs de Frans-Nederlandse uitgeverij Editions Joany opgericht. Deze uitgeverij is ondergebracht in een stichting, de Association pour l'échange et la diffusion de la littérature en Europe, die zich ten doel stelt de uitgaven en vertalingen van literaire en filosofische teksten te bevorderen, die ondanks de vaak hoge kwaliteit de grenzen van het eigen taalgebied niet weten te overschrijden. De vertaling van poëzie heeft daarbij de prioriteit, omdat dit genre nog altijd sterk is ondervertegenwoordigd in de fondsen van grote uitgeverijen.
Enige tijd geleden is in Amsterdam de eerste uitgave van de Editions Joany gepresenteerd, te weten Contre l'oubli van Hans Faverey. Het betreft hier een tweetalige bloemlezing uit het werk van Hans Faverey, die vorig jaar voor zijn hele oeuvre de Constantijn Huygensprijs kreeg. De bundel Contre l'oubli kan besteld worden door ƒ 24,50 over te maken op postgironummer 3107367 ten name van Editions Joany te Amsterdam.
In het najaar van 1991 zal door Editions Joany de gedichtencyclus Het gevecht van Armando in een tweetalige editie worden uitgegeven. Voor 1992 staan autobiografische teksten van de Franse filosofe Sarah Kofman en een anthologie van Nederlandse dichteressen op het programma.
Indien men geïnteresseerd is in
| |
| |
de uitgaven van Editions Joany en deze publikaties wil helpen mogelijk maken, kan men donateur worden van de stichting door ten minste ƒ 30,- op het eerder genoemde gironummer over te maken. Men wordt dan op de hoogte gehouden van alle activiteiten, zoals boekpresentaties en lezingen. Bovendien krijgt men een korting van 30% op de uitgaven die in 1991 bij Editions Joany zullen verschijnen.
Het adres van de Stichting Association pour l'échange et la diffusion de la littérature en Europe is M.H. Trompstraat 7 ii, 1056 ht Amsterdam (tel. 020-6127687).
GvB
| |
Promotie literatuuronderwijs
De Nijmeegse stichting Promotie Literatuuronderwijs heeft een nieuw tijdschrift het licht doen zien: Tsjip, tijdschrift voor literaire vorming. ‘Een, twee, drie en wip, daar was hij, als bij toverslag’, evenals Elsschots Tsjip. De redactie, bestaande uit eindredacteur Wam de Moor, Frans Bernards, Anja Bijlsma-Lindaart, Harry Habets, Ank Hendricks, Ronald Soetaert en Márgitka van Woerkum, heeft het voornemen de ontwikkelingen in het literatuuronderwijs nauwlettend te volgen, nieuwe impulsen uit de ons omringende landen en de Verenigde Staten door te geven en de relatie met de literaire wereld zo hecht mogelijk te maken. Per jaar zullen 3 of 4 nummers verschijnen voor de prijs van ƒ 35,- of bfr 400 (particulieren), ƒ 50,- of bfr 900 (instellingen), respectievelijk ƒ 25,- of bfr 250 (studenten).
Het eerste nummer van Tsjip (april 1991) bevat vrij veel informatie over de uitgevende stichting en verwante organisaties, over discussiëren in de klas naar Amerikaans voorbeeld en over de Engelse en
Amerikaanse leeslijsten. Verder is een uitgebreid ‘In memoriam Armand van Assche’ door Wam de Moor opgenomen. Vanaf nummer 2 wordt een rubriek boekbesprekingen beloofd.
Men kan zich abonneren (studenten met vermelding van studentnummer en naam van hogeschool of universiteit) door genoemde bedragen te storten op giro 1803523 van de Katholieke Universiteit Nijmegen, directoraat a-faculteiten, ten gunste van projectnummer 283105 onder vermelding van ‘Stichting pl’. Nadere informatie verstrekt dr. W.A.M. de Moor, kun, Postbus 9103, 6500 hd Nijmegen, 080-616271.
PJV
| |
Best verzorgde boeken
Dit jaar werden uit 308 inzendingen 42 titels in diverse categorieën gekozen als best verzorgde uitgaven van 1990. De prijzen vielen in de categorieën literatuur, kinder- en jeugdliteratuur, kunst, fotografie, wetenschap en non-fictie. In de afdeling literatuur werden de volgende uitgaven bekroond:
Barbarberalfabet van J. Bernlef, G. Brands en K. Schippers (Querido); Goethe en geen einde van Boudewijn Büch (Arbeiderspers); De brieven van Vincent van Gogh verzorgd door Han van Crimpen en Monique Berends-Albert (sdu); Gerezen wit van Reinold Kuipers (Querido); Hanestaart van Tom Lanoye (B. Bakker); Scheepsjournaal van Arthur Ducroo van E. du Perron (Nijgh & Van Ditmar); De taal der liefde van Gerard Reve (Veen) en Het leven en de opvattingen van de heer Tristram Shandy van Laurence Sterne (Atheneum-Polak & Van Gennep).
In de categorieën wetenschap en non-fictie werden de volgende literaire uitgaven bekroond: Nescio. De uitvreter van Lieneke Frerichs (knaw); Het festijn van Tachtig door Enno Endt (Nijgh & Van Ditmar); Querido van 1915 tot 1990 door A.L. Sötemann (Querido) en De kwadratuur van de kwattareep van Jan Blokker (cpnb).
Alle als Best Verzorgde Boeken gekozen uitgaven zullen van 12 september 1991 tot en met 27 oktober 1991 worden tentoongesteld in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Marcel Hermans zal de catalogus voor deze tentoonstelling vorm geven.
GvB
| |
Boekenweekgeschenk 1992
Op uitnodiging van de Stichting cpnb schrijft de auteur A.F.Th. van der Heijden het Boekenweekgeschenk voor 1992. De Boekenweek 1992 wordt gehouden van 11 tot en met 21 maart 1992 en heeft als thema 't Prachtig rijk van Insulinde. Dit thema beoogt de aandacht te vestigen op de relatie van de Nederlandse literatuur met Nederlandsch-Indië en Indonesië.
Van der Heijden (1951) debu- | |
| |
teerde in 1978 onder het pseudoniem Patrizio Canaponi met de verhalenbundel Een gondel in de Herengracht, waarvoor hij in 1979 de Anton Wachterprijs kreeg. Kort daarop volgde de roman De draaideur (1979).
Onder zijn echte naam verschenen vier jaar later De slag om de Blauwbrug en Vallende ouders, de proloog en het eerste deel van de omvangrijke romancyclus De tandeloze tijd. Voor het tweede deel van deze cyclus, de roman De gevarendriehoek, die in 1985 uitkwam, ontving Van der Heijden twee belangrijke literaire prijzen: de Multatuliprijs en de F. Bordewijkprijs. In 1986 verscheen de roman De sandwich, en in 1988 de roman Het leven uit een dag.
Vorig jaar verscheen de roman Advocaat van de hanen, het vierde deel van De tandeloze tijd. Het derde deel, dat de titel Sneeuwjacht in september zal dragen, wordt nog verwacht.
Het Boekenweekgeschenk van Van der Heijden zal het zevenenvijftigste zijn in de reeks Boekenweekgeschenken. Sinds 1984 wordt de opdracht jaarlijks aan een literair auteur verstrekt: Maarten 't Hart, Remco Campert, Marga Minco, Tessa de Loo, J.M.A. Biesheuvel, Hugo Claus, F. Springer en Cees Nooteboom gingen A.F.Th. van der Heijden voor.
De boeken van Van der Heijden verschijnen bij Em. Querido Uitgeverij.
Stichting cpnb
| |
Tentoonstelling A. den Doolaard
Op 7 februari van dit jaar werd A. den Doolaard negentig jaar. Hij heeft een bewogen leven achter de rug en over dit leven en zijn omvangrijke oeuvre is in het Letterkundig Museum al vanaf 10 mei een tentoonstelling te zien die nog tot
A. den Doolaard
18 augustus doorloopt.
Den Doolaard begon zijn schrijversloopbaan met het schrijven van vitalistische gedichten. Hij werkte destijds als boekhouder bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij. Op zijn zevenentwintigste jaar nam hij ontslag en trok de wijde wereld in. Tot zijn vierenvijftigste zwierf hij rond, eerst door Europa, met name door Frankrijk en over de Balkan, en later ook door Amerika.
De ervaringen die hij tijdens al deze zwerftochten opdeed, verwerkte hij in een groot aantal romans. Voor de oorlog schreef hij onder meer De druivenplukkers (1931), De herberg met het hoefijzer (1933), Oriënt expres (1934), Wampie (1938) en De bruiloft der zeven zigeuners (1939). Over zijn liefde voor de Mont Blanc schreef hij, als verwoed bergbeklimmer, in zijn roman De groote verwildering (1936).
Naast zijn schrijverschap was hij actief als journalist en schreef hij voor de oorlog veel antifascistische reportages, enkele pamfletten en het boek Het hakenkruis over Europa (1938). Hij maakte zich hierdoor niet geliefd bij de Gestapo en toen de oorlog uitbrak, vluchtte hij samen met zijn vrouw naar Engeland. Hier stortte hij zich vol geestdrift op het werk voor Radio Oranje. Zijn radioredevoeringen zijn gebundeld in Europa tegen de Moffen (1946).
Na de oorlog werkte hij een tijdje als verbindingsofficier bij het droogmaken van Walcheren, waar hij de stof opdeed voor zijn boek Het verjaagde water (1947). Van 1948 tot 1953 verbleef hij in verschillende landen en schreef hij het sociaalbewogen Kleine mensen in de grote wereld (1953) over het menselijk tekort.
In 1954 vestigde hij zich op de Veluwe. Hij bleef echter regelmatig reizen maken en schreef hierover boeken als Het land achter Gods rug (1954), Het leven van een landloper (1958) en Grieken zijn geen Goden (1960).
De tentoonstelling geeft een
| |
| |
beeld van dit roerige schrijversleven aan de hand van eerste drukken, vertalingen en handschriften, originele foto's en pamfletten. Er zijn voorwerpen te zien zoals een legpenning voor de droogmaking van Walcheren, een oud oorlogspaspoort en een ‘gusla’ (een snaarinstrument) dat Den Doolaard cadeau kreeg van een bewonderaar uit de Balkan.
De tentoonstelling is te bezichtigen van dinsdag tot en met zaterdag van 10.00-17.00 uur en op zondag van 13.00-17.00 uur. De toegang is gratis.
Letterkundig Museum
| |
Poëzie-route
De Stichting Kunst in Callantsoog organiseert deze zomer in de dorpen Callantsoog en Groote Keeten aan de Noordhollandse kust een expositie en een Poëzie-route in het kader van de Toer-in van de Culturele Raad Noord-Holland met als thema: Stad en Dorp.
Voor de Poëzie-route staan in beide dorpen dertig gedichten op borden langs de openbare weg. Tussen deze dorpen liggen wandel- en fietsroutes, langs de duinen en door het polderland met ruime vergezichten. Ook langs deze routes zijn poëzieborden geplaatst. Bij de route hoort een bundeltje met de gedichten en een plattegrond van de route, samen te koop voor vijf gulden bij de vvv te Callantsoog, waar ook de route begint.
Verdere verkoopadressen zijn Warenhuis Leguit en Landgoed De Horn in Callantsoog en 't Coraaltje in Groote Keeten.
Op Landgoed De Horn, dat aan de Poëzie-route ligt, exposeert de aquarellist Jan Groenhart uit Oost-Knollendam. Het licht, de luchten, de nevels, de vergezichten, vaak zo typerend voor het Noordhollandse landschap, weet hij op sfeervolle wijze weer te geven.
Landgoed De Horn, Prévinaireweg 4a te Callantsoog is dagelijks geopend van 10-17 uur. 's Maandags gesloten. De toegang is vrij. Poëzieroute en expositie duren van 23 juni tot 2 september 1991.
Callantsoog en Groote Keeten zijn vriendelijke kustplaatsen, waar 's zomers veel toeristen en dagjesmensen komen. Het natuurgebied Het Zwanenwater, bekend om zijn lepelaarskolonie, ligt in de directe omgeving en is geopend voor het publiek.
Voor meer inlichtingen kan men contact opnemen met de vvv te Callantsoog, tel. 02248-1541.
J. Vierhout-Van Ledden-Hulsebosch
| |
Nieuwtjes
□ bert vanheste kreeg voor zijn boek over Boons Mijn kleine oorlog dat verscheen onder de titel Want uw vijand wie is dat? de Provinciale Prijs voor Letterkunde 1990 te Brugge. De prijs bestaat uit een bedrag van 30.000 bfr en een erepenning.
□ frank ligtvoet werd op 1 juli directeur van het Produktiefonds. Ligtvoet studeerde Nederlands in Amsterdam en werd vervolgens recensent en directeur van de slaa te Amsterdam. De laatste jaren was hij werkzaam als redacteur bij uitgeverij Contact en tevens lid van de Raad voor de Kunst.
□ Half november zal de driejaarlijkse Theo Thijssenprijs voor kinder- en jeugdliteratuur worden uitgereikt aan wim hofman. De prijs bedraagt ƒ 25.000,-. Hofman debuteerde met Welwel de grote tovenaar in 1969. Hij illustreerde veel van zijn eigen werk, hetgeen hem eerder ook al een Gouden Penseel opleverde.
□ De Rijksuniversiteit Groningen heeft voor dit najaar als gastschrijfster de Vlaamse auteur monika van paemel aangetrokken. Zij zal dit najaar een aantal openbare colleges verzorgen en tevens enkele werkcolleges voor haar rekening nemen.
□ De Visserneerlandiaprijs 1991 werd enige tijd geleden uitgereikt aan de Vlaamse auteur koen vermeiren. Hij kreeg de prijs voor zijn toneelstuk Droomexpres. De prijs, die ƒ 8000,- bedraagt, gaat uit van het Algemeen Nederlands Verbond.
□ marion bloem heeft in april de Jenny Smelik/Ibby-prijs ontvangen voor haar jeugdboek Matabia. De prijs van ƒ 3000,- werd ingesteld door International Board on Books for Young People (ibby). De jury stond onder voorzitterschap van Miep Diekman.
□ Een jury onder voorzitterschap van Anton Korteweg heeft de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1991 toegekend aan de dichter charles ducal. Ducal werd in 1952 in Leuven geboren en schreef enkele bundels, waarvan nu De hertog en ik (1989) bekroond werd.
□ De tweejaarlijkse Verzetsprijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945, groot ƒ 15.000,- per persoon, is toegekend aan auteur-criminologe andreas burnier en aan beeldend kunstenaar constant nieuwenhuys. De prijs is hun toegekend voor ‘de geheel eigen wijze waarop zij zich hebben ingezet voor het behoeden van de waarden voor het fragiele individu’, aldus de jury.
□ De zesjaarlijkse Dr. Wijnaendts Francken-prijs, groot ƒ 3000,-, van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde voor een werk op het gebied van de cultuurgeschiedenis of de literaire kritiek, gaat dit jaar naar de wetenschapsfilosoof jaap van heerden voor zijn boek Wees blij dat het leven geen zin heeft.
□ De Stichting cpnb heeft tien auteurs van kinder- en jeugdboeken genomineerd voor de Publieksprijs voor het Nederlandse boek, die toegekend zal worden door het lezend publiek dat in september en oktober
| |
| |
daartoe formulieren kan invullen. De met de prijs verbonden ƒ 15.000,- plus een bronzen beeld van Jeroen Henneman zullen toevallen aan Thea Beckman, Paul Biegel, Dick Bruna, Miep Diekmann, Evert Hartman, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen, H. de Roos, Annie Schmidt of Jan Terlouw.
□ Ronald Spoor heeft een schoenendoos foto's van en correspondentie van en aan e. du perron ontdekt in Engeland. Het betreft brieven uit 1929-1930 van en aan Eveline Blackett, met wie hij contact had gekregen omdat zij gedichten van hem wilde vertalen. De schriftelijke relatie mondde uit in een teleurstellende ontmoeting ad personam. De documenten bevinden zich inmiddels in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag.
□ In de nalatenschap van M.J.W. Holleman heeft Ter Braak-biograaf Léon Hansssen een aantal vroege brieven en briefkaarten van menno ter braak ontdekt. Holleman zat indertijd op hetzelfde gymnasium in Tiel, maar ging een jaar eerder dan Ter Braak in Amsterdam studeren. De correspondentie verschaft informatie over Ter Braaks middelbare-schooltijd, het begin van zijn studententijd en zijn ideeën over vriendschap.
□ René Seegers, de producent van Bij nader inzien, gaat simon vestdijks Anton Wachterromans bewerken tot een dertiendelige televisieserie. Het betreft de acht romans over Vestdijks jeugd en studietijd, die hij baseerde op het toentertijd onverkoopbare manuscript Kind tussen vier vrouwen (postuum uitgegeven in 1972). De naam van de scenarioschrijver is nog niet bekend. De serie komt wellicht in 1994 op televisie.
+++
□ Op 30 maart 1991 overleed te Amsterdam de musicus, kunstcriticus (de Volkskrant, De Tijd, Elseviers Magazine, Gaykrant), literator, acteur, dramaturg en televisiepresentator jan willem hofstra (* 13 november 1907 te Amsterdam). Hij debuteerde in 1940 met de roman De vrienden van mijn vrienden en publiceerde verder onder meer de poëziebundel Het glazen huis (1941) en de verhalenbundels De waaier (1944) en Engelen van mensen (1952).
□ Op 17 april 1991 overleed te Leiden prof. dr. bert van selm (* 3 april 1945), universitair hoofddocent oudere letterkunde aan de vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit Leiden en sinds 1989 hoogleraar op de leerstoel van de dr. P.A. Tiels-Stichting aan de Universiteit van Amsterdam in de geschiedenis van uitgeverij en boekhandel. Van Selm heeft tal van artikelen op het terrein van literatuur- en boekgeschiedenis gepubliceerd in de vaktijdschriften op die gebieden, onder meer in Dokumentaal (waarvan hij redactiesecretaris voor Nederland was), Quaerendo (waarvan hij redacteur was voor bibliotheek- en boekhan-delsgeschiedenis) en Literatuur (waarvan hij lid van de redactieraad was). In 1987 promoveerde Bert van Selm op Een menighte treffelijcke boecken, een werk over de Nederlandse boekhandelscatalogi uit de zeventiende eeuw, waarvoor hij op 6 februari van dit jaar de Menno Hertzbergerprijs ontving.
□ De auteur a. (markus) heeresma (* Amsterdam 6 juni 1936), broer van Faber en Heere Heeresma, overleed te Amsterdam op 27 april 1991. Hij publiceerde onder meer de cynische romans Anna (1977), Landgenoten (1983), dat in diplomatenkringen in Peru speelt en in diezelfde kringen nogal wat stof deed opwaaien, en De lokettist (1989).
□ De auteur en journalist Anthony van Kampen (* Hellevoetsluis 28 augustus 1911) overleed op 6 mei 1991 te Heerhugowaard. Van Kampen werd vooral bekend met zijn boek over een melaatsenkolonie in het Amazone-gebied, Het land dat God vergat (1967). Verder schreef hij onder meer zijn Jungle-trilogie (1949-1951) die in Nederlands Oost-Indië speelt en de bekende Ketelbinkie-cyclus. Hij was ereburger van Hellevoetsluis, Den Helder en Bergen.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|