A.F.Th. van der Heijden:
‘Genretafereeltjes kan ik niet missen in mijn romans’
Marion Witter & Jolanda Dreijklufft
De schrijver en de kunst 4
A.F.Th. van der Heijden debuteerde in 1978 met Een gondel in de Herengracht. In 1983 verscheen De slag om de Blauwbrug, de proloog van de cyclus De tandeloze tijd. Na de eerste twee delen verscheen vorig jaar het onverwachte deel vier Advocaat van de hanen en binnenkort komt het derde deel uit.
In De slag om de Blauwbrug worden de personages uit De tandeloze tijd geïntroduceerd. In de nacht van 29 op 30 april 1980 volgen we hoofdpersoon Albert Egberts, een junk die met een schaar auto's openbreekt, op zijn tocht door Amsterdam. Hij is zozeer geïntrigeerd door scharen dat hij op zoek gaat naar het schilderij Samson en Delila van Jan Steen.
Jan Steen, Samson en Delila
In 1977 las ik in de Haagse Post een interview met een junk, zoiets was nog vrij bijzonder in die tijd. Om aan geld te komen brak deze junk auto's open met een bepaald type schaar. Hij legde niet uit hoe hij de schaar gebruikte, maar ik stelde me voor als een sleutel: de schaar tot een kruis opengemaakt, daardoor stevig in de hand liggend, vervlochten met de vingers - zoals dat in het boek beschreven staat. In diezelfde tijd maakte ik een rare nacht door in Amsterdam, die eindigde in een bar in de buurt van het Rembrandtplein, waar junks op hun dealers zaten te wachten. Die nacht en het interview zijn de twee kiemen waaruit de hele cyclus is voortgekomen.
De hoofdpersoon, Albert Egberts, is een junk die met scharen in auto's inbreekt. Een beetje een lafbek. Wel met ontwikkeling - hij heeft filosofie gestudeerd. Z'n inbrekerstuig wil hij onzichtbaar maken door er een verzameling omheen te bouwen. Zodat hij, als de politie hem betrapt, kan zeggen ‘dit is onderdeel van een verzameling, m'n hele huis ligt vol scharen’. Er is er zelfs één bij met aangekoekt vuil uit Napels, wat een vooruitwijzing is naar deel drie, waar een Napolitaanse episode in voorkomt. Ik hoopte dat ik met de minutieuze weergave van de verzameling iets van zijn gekte kon duidelijk maken, iets van de verminking van zijn geest en zienswijze.