| |
| |
| |
Literatuur nieuws
De ‘Ongevalliche Lanceloet’. Een symposium over de Lancelotcompilatie
Ter gelegenheid van de verschijning van deel v in de reeks ‘Middelnederlandse Lancelotromans’ zal op 3 mei 1991 te Utrecht een symposium van één dag worden georganiseerd over de Lanceloet, de vertaling in Middelnederlandse verzen van de Lancelot en prose in de Lancelotcompilatie. In de vijf lezingen die zijn voorzien, zal onder meer aandacht worden besteed aan de Vlaamse literaire en historische context van de vertaling, aan de wijze waarop het publiek kennis nam van de tekst (voordracht) en aan de ontwikkeling van het personage Lanceloet. Tot de sprekers behoren prof. dr. J.D. Janssens (Brussel) en dr. E. Kennedy (Oxford). De officiële presentatie van het nieuwe deel in de Lancelotreeks zal na afloop van het symposium plaatsvinden.
Aan het bijwonen van het symposium, dat bedoeld is voor vakgenoten en geïnteresseerde studenten, zijn geen kosten verbonden. Belangstellenden kunnen zich schriftelijk aanmelden bij dr. A.A.M. Besamusca, Vakgroep Nederlands (ruu), Trans 10, 3512 jk Utrecht (voor telefonische inlichtingen: 030-392266). Voor nadere informatie kunt u zich ook wenden tot dr. F.P.C. Brandsma, Vakgroep Letterkunde (ruu), Muntstraat 4, 3512 ev Utrecht (tel. 030-394246). Het volledige programma zal in het voorjaar van 1991 aan de deelnemers worden toegezonden.
Bart Besamusca
| |
Jan van Hout-Cahiers
Aan de Rijksuniversiteit Leiden, Vakgroep Nederlands, wordt sinds enige jaren de uitgave van de werken van Jan van Hout voorbereid. Het is de bedoeling etappegewijs al het literaire werk van Jan van Hout uit te geven in een aparte reeks, de Jan van Hout-Cahiers. Deze reeks staat onder redactie van K. Bostoen, mevrouw S. Gabriëls en J. Koppenol.
Het eerste nummer is onlangs verschenen. Het betreft een schitterende en vermakelijke prozasatire, namelijk de Opdracht aan Broer Cornelis, die na 111 jaar opnieuw wordt uitgegeven. De uitgave telt 75 pagina's en bevat een uitvoerige inleiding met veel nieuwe inzichten in de materie, een facsimile van het manuscript met diplomatische transcriptie, een kritische transcriptie, annotaties en commentaar, en een register.
Belangstellenden kunnen het nummer afhalen bij het Gemeentearchief, Boisotkade 2a, 2311 pz Leiden tegen betaling van ƒ 15,-. Het nummer kan ook worden besteld door overboeking van ƒ 17,50, inclusief porto- en administratiekosten, op postgiro 4100471 van mevrouw S.M.M. Gabriëls te Leiden onder vermelding van ‘Cahier 1’.
PJV
| |
Congres Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Van 25 tot 31 augustus 1991 zal in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Utrecht het elfde Colloquium Neerlandicum gehouden worden van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (ivn). Er worden ongeveer 110 docenten neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten verwacht, die allen graag contact hebben tijdens dit congres met de intramurale neerlandici. De openingszitting vindt plaats op zondag 25 augustus met toespraken van de voorzitter, mevr. prof. dr. F. Balk-Smit Duyzentkunst, de rector van de Utrechtse universiteit, prof. dr. J.A. van Ginkel, en de minister van O & W, dr.ir. J.M.M. Ritzen. De openingslezing wordt gehouden door prof. dr. W. Gerritsen uit Utrecht.
Het voorlopige programma meldt dat maandag 26 augustus in het teken staat van de taalkunde met workshops en lezingen door prof. dr. J. Jordens (vu), dr. J.H. Hulstijn (vu), mevr.dr. Z. Klimaszewska (Warschau), mevr. J. Fenoulhet M.Phil. (London), mevr.drs. Y. Timman (uva) en mevr. drs. A. Blom (uva).
Op dinsdag 27 augustus worden in het Rijksmuseum te Amsterdam lezingen gehouden over het thema ‘Literatuur en beeldende kunst’ door prof. dr. H.W. van Os (Rijksmuseum), dr. H. Miedema (uva), prof. dr. K. Porteman (ku Leuven), mevr. prof. dr. I. Veldman (vu), prof. dr. H. Brems (ufsal Brussel), drs. T. van Deel (uva) en prof. dr. P. Hadermann (vu Brussel).
Het programma voor woensdag 28 augustus rond het thema ‘De Lage Landen nu’ vermeldt referaten door prof. dr. W.J. van den Akker (Utrecht), G. van Istendael en J. Blokker.
Op donderdag 29 augustus draait het om ‘Vertalen en vertaalwetenschap’ met lezingen door mevr. prof. dr. K. van Leuven-Zwart (uva), mevr. R. Trampus-Snel (Triëst), drs. E. Loos (Utrecht) en mevr. H. Reid (Hilversum). 's Middags zijn er presentaties van taalkundige software.
Vrijdag 30 augustus is gereserveerd voor de algemene en plenaire vergadering, waarna om 4 uur de slotzitting plaatsvindt.
Het inschrijfgeld voor het congres (inclusief congresmap en -documentatie, koffie en thee; exclusief de entree van ƒ 5,- voor het Rijksmuseum en lunches à ƒ 20,- en diner à ƒ 30,-) bedraagt ƒ 30,-, te voldoen
| |
| |
per giro (nr. 3314917, ten name van ivn, Woubrugge, onder vermelding van ‘11e colloquium’) of aan de inschrijfbalie. Men dient zich wel tevoren, liefst vóór 1 februari 1991, aan te melden bij het secretariaat van het ivn, Van Dorthstraat 6, 2481 xv Woubrugge, 01729-8243 of bij geen gehoor 070-3510587.
PJV
| |
Auctiecatalogi op microfiche
De Leidse boekhistoricus en Amsterdamse hoogleraar in de geschiedenis van uitgeverij en boekhandel, Bert van Selm, is bij Inter Documentation Company te Leiden gestart met een microficheproject onder de titel ‘Book sales catalogues of the Dutch Republic 1599-1800’. Na zijn uit 1987 daterende proefschrift over Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de zeventiende eeuw is het geen vraag meer hoe belangrijk de boekhandels- en auctiecatalogi zijn als bron voor de Nederlandse en internationale boek- en boekhandels-, ideeën-, literatuur- en kunstgeschiedenis. De Republiek nam een centrale en innovatieve plaats in wat betreft het veilen aan de hand van gedrukte catalogi.
Na jarenlange research heeft Van Selm uit tal van bibliotheken ongeveer 2600 gedrukte auctie-, fonds- en magazijncatalogi te voorschijn gehaald van privé-bibliotheken en uitgevers. De complete catalogi komen nu beschikbaar op microfiches, het eerst de collectie van de Bibliotheek van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels en gedurende de volgende drie à vijf jaar de andere collecties, waaronder die van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, van de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel en van de British Library in Londen. Samen met nieuwe vondsten zullen te zijner tijd ongeveer 3000 catalogi beschikbaar en toegankelijk zijn via een gedrukte cumulatieve catalogus met bibliografische beschrijvingen, een chronologische index en een index op naam van boekverkopers, uitgevers en veilinghouders. De catalogus met indices zal waarschijnlijk ook op diskette te verkrijgen zijn.
De prijs van een aflevering van 250 miocrofiches bedraagt ƒ 1750,-, te bestellen bij Inter Documentation Company bv, Postbus 11205, 2301 ee Leiden. Op dit moment zijn vijf afleveringen gereed, alle betrekking hebbend op de collectie van de Bibliotheek van de Vereeniging.
PJV
| |
Opdrachten en adviezen op het gebied van de geschiedenis der Nederlandse letterkunde
De Rijklof Michaël van Goens-prijs, ten bedrage van ƒ 2500,-, wordt uitgeloofd voor een uitstekend wetenschappelijk artikel op het gebied van de Nederlandse letterkunde, gepubliceerd door een student of recent afgestudeerde neerlandicus. De beoordeling vindt plaats door de Commissie voor opdrachten en adviezen op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, ressorterend onder de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. In 1990 is de prijs voor het eerst ter beschikking gesteld.
De commissie ontving inzendingen van acht gegadigden voor de prijs. Drie van de artikelen lagen op het terrein van de Middelnederlandse letterkunde, één betrof de zeventiende-eeuwse letterkunde en vier de twintigste-eeuwse literatuur.
De ingezonden artikelen waren volgens de mening van de commissie over het algemeen van goed niveau, al waren er uiteraard verschillen in breedte van het bestreken terrein en diepgang van de analyses. Ze demonstreren elk afzonderlijk dat het van belang is dat de vaktijdschriften plaats inruimen voor de resultaten van goede doctoraalscripties.
De commissie heeft besloten de Rijklof Michaël van Goens-prijs 1990 toe te kennen aan Jeroen Jansen voor zijn artikel ‘Aulularia-Warenar; adaptatie in contrast’, in: Spektator 18 (1988-1989), p. 124-151. De feestelijke prijsuitreiking heeft op 5 september jongstleden plaatsgevonden in het Amsterdams Historisch Museum.
De R.M. van Goens-prijs zal in 1992 opnieuw worden uitgereikt, dan voor artikelen uit 1990 en 1991. Inlichtingen over de voorwaarden waaraan kandidaten voor de prijs moeten voldoen, kunnen op schriftelijke aanvraag worden verkregen bij het secretariaat van de commissie, p/a Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Universiteitsbibliotheek, postbus 9501, 2300 ra Leiden.
In 1990 zijn de volgende literatuurhistorische opdrachten voltooid:
H.G.M. Prick: teksteditie van Frans Erens' Vervlogen jaren;
Th.C.J. van der Heijden en F.C. van Boheemen: het verrichten van een onderzoek naar en het voorbereiden van een publikatie van de bronnen tot de geschiedenis van de rederijkerskamers van het graafschap Holland;
A.M.G. Lenferink-van Daal: diplomatische tekstuitgave met annotaties van Abraham de Konings Hagars vluchte ende wederkomste;
N. Maas: teksteditie van de briefwisseling van Johannes van Vloten en Carel Vosmaer;
W. van Nispen: uitgave met annotaties van teksten betreffende de Engelse Oorlogen.
| |
| |
De commissie verleende in 1990 tot dusver de volgende nieuwe opdrachten:
P. Nijssen: drie artikelen over het werk van E. du Perron;
A. Ros: bloemlezing uit de bevindelijke poëzie van de Nadere Reformatie;
M.C. Eenhuis: twee artikelen over de briefwisseling tussen Carel en Margo Scharten-Antink met hun uitgever de Wereldbibliotheek;
Mw. P. Keyser: het schrijven van een tweetal artikelen over de reisbeschrijvingen van Johan Splinter Stavorinus (1739-1788), waarin de resultaten van een biografisch onderzoek, alsmede een thematische analyse van het werk vervat zijn.
PJV
| |
Rijkdom bedreigd
Vele bibliotheken en archieven in Vlaanderen bezitten een uitzonderlijk rijk cultuurpatrimonium aan boeken en archiefdocumenten. Boven dit cultuurbezit, de basis van
Spelen van de Sinne, M. Silvius, 1562. Stadsbibliotheek Antwerpen
onze kennis over het verleden, hangt een bijna voortdurende dreiging. Branden, oorlogsgeweld en waterschade deden reeds heel wat waardevolle bibliotheken en documenten verdwijnen. Recent worden wij ons bewust van een ‘stille’ dreiging die catastrofale gevolgen zou kunnen hebben, namelijk het sluipend gevaar van de verzuring en het uiteenvallen van boeken en documenten die op industrieel vervaardigd papier tot stand kwamen.
Het bewaren van kostbare documenten in weinig rooskleurige conservatorische omstandigheden geeft aan schimmels en micro-organismen vrij spel. Doch ook de onzorgvuldige raadpleging van fragiele documenten door de mens en foutieve restauraties vormen een voortdurende bedreiging voor archief- en bibliotheekbezit.
In deze tijd van besparingen blijft voor een verantwoorde aanpak van deze problematiek nauwelijks ruimte. Dit betekent echter niet dat we blind moeten zijn voor de gevaren die het voortbestaan van ons cultureel patrimonium aanwezig in archieven, bibliotheken en musea bedreigen. Daarom is het onderkennen van deze problematiek een eerste vereiste om te komen tot een sensibilisatie.
Om hiermee van start te gaan werd een reizende tentoonstelling opgezet. Het initiatief hiertoe werd genomen door de Werkgroep Preservering, Conservering en Restauratie van de Archiefsectie van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen. Deze tentoonstelling, die te zien zal zijn in Gent, Brugge, Kortrijk, Antwerpen, Brussel, Tienen en Sint-Truiden, bestaat uit twee luiken. In een eerste luik wordt de aandacht gevestigd op de dreiging die rust op het patrimonium in onze archieven, bibliotheken en musea. Diverse documenten, boeken en registers hangen een beeld op van de fysische, biologische en menselijke bedreigingen.
Een tweede luik toont ons de rijkdom van ons cultureel patrimonium in boeken en teksten. Dit
| |
| |
tweede luik verschilt inhoudelijk per provincie. In de tentoonstelling in de Stadsbibliotheek te Antwerpen komt de rijkdom aan boeken en archiefdocumenten van de bibliotheken, musea, collecties en archiefinstellingen uit de provincie Antwerpen aan bod. Vanzelfsprekend wordt deze tentoonstelling slechts als een begin van een sensibilisatiecampagne beschouwd.
De tentoonstelling Rijkdom bedreigd vraagt met aandrang aandacht voor het bedreigde document. Het is een tentoonstelling die door niemand die het boek, de geschiedenis en het oude document ter harte neemt, mag gemist worden! Het gaat om de toekomst van een belangrijk deel van ons cultuurpatrimonium.
Marc Somers
| |
Catalogus Couperus-collectie Deventer
In 1984 droeg mevrouw W.M.S. Pitlo-Van Rooyen haar Couperuscollectie over aan de Deventer Athenaeum-bibliotheek. Deze collectie omvat een nagenoeg complete verzameling werken van en over Louis Couperus. Ook na de overdracht bleef de collectie groeien door de koop van antiquarische en nieuwe uitgaven. De verzameling omvat nu ruim 650 boeken en tijdschriftartikelen, waaronder een kleine 90 vertalingen van werk van Couperus.
Al ten tijde van de schenking had de bibliotheek het voornemen een systematisch ingerichte catalogus van de collectie uit te geven. In een grote al of niet geautomatiseerde bibliotheekcatalogus is een bijzondere collectie moeilijk herkenbaar. Een aparte catalogus, die een bijzondere verzameling boeken als geheel beter bekend en toegankelijk maakt, komt aan dit bezwaar tegemoet.
De catalogus (34 pagina's) is schriftelijk of telefonisch te bestellen bij de Stads- of Athenaeum-bibliotheek, postbus 351, 7400 aj Deventer, 05700-93887, voor de prijs van ƒ 5,- exclusief portokosten.
PJV
| |
Geletterdheid
Onder de titel Geletterdheid organiseerde de Katholieke Universiteit Brabant een lezingenreeks bestaande uit acht avondvullende colleges op acht donderdagen van het wintersemester 1990-1991 ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de universiteit. De lezingenreeks is ontstaan in het kader van het jaar van de (on)geletterdheid dat door de Unesco in verband met de grote aantallen analfabeten in de wereld werd geïnitieerd. Een aantal aspecten van het analfabetisme werd aan de kub onderzocht door de Faculteit der Letteren en dat onderzoek speelt een rol in deze lezingenreeks.
Wij ontvingen de aankondiging van het programma in een zo laat stadium dat wij er in ons vorige nummer van Literatuur geen mededeling meer over konden doen. Op dit moment resteert nog een drietal lezingen en dat zijn de volgende:
7 februari 1991: Ludo Verhoeven - Geletterd worden: leren lezen en schrijven.
21 februari 1991: Jaap Goedegebuure - ‘Wat vond je van de nieuwe Flaubert?’
7 maart 1991: Jan Renkema - Doen uw teksten hun werk goed?
Er werd voor deze reeks een syllabus samengesteld en de lezingen werden gebundeld. De inschrijving kan per lezing plaatsvinden. Men dient zich daartoe te wenden tot de Katholieke Universiteit Brabant, Secretariaat Faculteit der Letteren, Kamer b 322, postbus 90153, 5000 le Tilburg. Per lezing betaalt men ƒ 15,-. Voor de gehele lezingencyclus werd een bedrag van ƒ 85,-berekend en in dit bedrag waren de syllabus en de bundel lezingen begrepen.
GvB
| |
Boekhandel en uitgever Van Cleef
Het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek in Den Haag is vorig jaar de gelukkige bezitter geworden van het archief van de Haagse boekhandel en uitgever Van Cleef. De gebroeders Van Cleef waren van 1739 af gevestigd in Den Haag en hadden gedurende een groot aantal jaren een filiaal in Amsterdam. Als uitgevers hebben ze zich geleidelijk ontwikkeld met aanvankelijk uit voorzichtigheid niet meer dan één uitgave per jaar. Tot hun fonds behoorde werk van Betje Wolff en Aagje Deken, maar ze waren ook de oorspronkelijke uitgevers van het Staatsblad.
In het museum is een representatieve keuze gemaakt uit het materiaal van het archief om er een kleine tentoonstelling mee in te richten die tot 6 oktober vorig jaar te zien is geweest. Daaruit bleek dat dit archief een rijke bron kan zijn voor nader onderzoek over de rol van uitgeverij en boekhandel in twee eeuwen leescultuur in de Nederlanden.
GvB
| |
Verzameld werk Nescio
Wat jarenlang onmogelijk was, kan nu eindelijk worden gerealiseerd: een uitgave van het verzameld werk van Nescio. Nescio's werk is auteursrechtelijk verdeeld over twee uitgeverijen, Van Oorschot en Nijgh en Van Ditmar. Deze beide uitgevers hebben eind vorig jaar
| |
| |
een intentieverklaring getekend waardoor het nu mogelijk is geworden een dundrukeditie te vervaardigen van al Nescio's geschriften. Lieneke Frerichs, die in november vorig jaar op een historisch-kritische uitgave met commentaar van Nescio's De uitvreter promoveerde, is samen met Enno Endt verantwoordelijk voor het beheer van Grönlohs literaire nalatenschap. Zij is dan ook de aangewezen tekstbezorgster van deze verzameld-werkeditie. Het ligt in de bedoeling om in het verzameld werk niet alleen het nagelaten werk, maar ook enkele brieven en dagboeken van Nescio op te nemen. Het boek wordt aangekondigd als een leeseditie, maar dan een leeseditie die gebaseerd is op de principes van historisch-kritisch editie-onderzoek. De uitgave zal verschijnen in de traditie van de verzameld-werkuitgavevormgeving van het huis Van Oorschot, dus in dundruk, met leeslint en het bekende formaat.
GvB
| |
Reeks moderne klassieken
Bij uitgeverij Nijgh en Van Ditmar verschenen vorig najaar de eerste delen van een reeks waarin een aantal klassieke titels uit de Nederlandse literatuur van na 1880 zal verschijnen. Van Nescio verscheen in deze naamloze reeks De uitvreter/Titaantjes/Dichtertje/Mene tekel in een tekstverzorging van Lieneke Frerichs, van Simon Vestdijk De koperen tuin en van F. Bordewijk Blokken/Knorrende beesten/Bint. Aangekondigd bij het verschijnen van deze delen werd bovendien dat ook Terug tot Ina Damman van Vestdijk in de reeks zal worden opgenomen. Bij gebleken succes zal de reeks worden voortgezet, niet alleen met ‘klassieken’ uit het fonds van Nijgh en Van Ditmar, maar ook uit het fonds van collega-uitgevers. De uitgever ziet als potentiële kopers van deze reeks onder meer lezers die bezig zijn hun literatuurlijst samen te stellen. Met de keuze voor gebonden uitgaven voor een redelijk betaalbare prijs wordt dan ook gemikt op vooral jongere lezers. Merkwaardig is dat alleen het deeltje met het werk van Nescio voorzien is van een korte inleiding en een summiere verantwoording. Een korte inleiding zou ook bij de andere delen, mede met het oog op het veronderstelde publiek, niet hebben misstaan.
GvB
| |
Boongenootschap
In de laatste jaarvergadering van het Louis Paul Boongenootschap bleek dat een verdere voortzetting van het uitgeven van de Jaarboeken vrijwel onmogelijk was geworden omdat het systeem van subsidiëren van dit type uitgaven in België was gewijzigd. In die vergadering werd besloten een poging te ondernemen om in samenwerking met het Boondocumentatiecentrum in Antwerpen een tijdschrift tot stand te brengen waarin ook de uitgave van de vroegere Tijdingen zou zijn opgenomen. Eind vorig jaar werd dat tijdschrift gerealiseerd en kon een dummy van het tijdschrift aan de pers worden gepresenteerd. Het tijdschrift zal verschijnen onder de titel De Kantieke Schoolmeester, verwijzend naar een van de personages uit de actuele roman van De Kapellekensbaan.
De Kantieke Schoolmeester zal halfjaarlijks verschijnen. Er zal een aantal rubrieken in voorkomen die als vaste elementen zullen optreden. Zo zal er uiteraard een rubriek Tijdingen zijn met actueel nieuws over Boon en het Boongenootschap, maar daarnaast zullen in aparte rubrieken ongepubliceerd werk van
Boon, bibliografische informatie, recensies van het werk over Boon en herinneringen en biografische informatie worden gepubliceerd.
Met dit nieuwe tijdschrift werd een dreigende lacune in de Boonstudie voorkomen. Bovendien wordt voor de leden van het Boongenootschap continuïteit geschapen in de verworvenheden van het genootschap.
Voor nadere informatie over een abonnement op het tijdschrift of een lidmaatschap van het Louis Paul Boongenootschap kan men zich wenden tot de secretaris van het genootschap, W. van Cannegem, Fossebaan 65, b 1741 Ternat (België) of tot de secretaris van de Nederlandse afdeling (tel. 035-62486). De jaarboeken van het Louis Paul Boongenootschap zijn vanaf jaarboek 2 (1984) nog verkrijgbaar voor ƒ 24,- per deel. Ook van de andere door het genootschap of in samenwerking met anderen verzorgde uitgaven van en over Boon zijn nog exemplaren bij het Boongenootschap verkrijgbaar. Zo kan men nog exemplaren bestellen van het Sic-nummer over Boon voor
| |
| |
ƒ 10,-, van Brussel een oerwoud (een nummer van de Dilbeekse Cahiers 1989) voor ƒ 19,95 en van de Louis Paul Boon-catalogus van de tentoonstelling van 1989 voor ƒ 12,50. Men kan deze publikaties bestellen door overmaking van het bedrag met vermelding van de gewenste uitgave op postrekening 5685885 en ten name van Louis Paul Boongenootschap, Kortenhoef.
GvB
| |
Opnieuw groots literatuurfestival voor jongeren!
Er komt een tweede BulkBoek's Dag van de Literatuur! Het succes van dit in 1989 voor het eerst gehouden literatuurfestival krijgt een vervolg op woensdag 6 maart 1991 in het Nederlands Congresgebouw in Den Haag.
De Stichting BulkBoek's Dag van de Literatuur brengt die dag opnieuw jonge lezers en hun favoriete auteurs met elkaar in contact. Het festival is gericht op zo'n 70.000 jongeren uit Nederland en België, waarvan er 7000 de Dag zelf kunnen bijwonen. De overige jongeren worden bij de manifestatie betrokken via de media en het onderwijs. Speciaal voor dit festival is de songtekstwedstrijd: ‘Frank Boeijen zingt jouw songtekst’ georganiseerd; aan deze wedstrijd kunnen alle jongeren tot twintig jaar deelnemen. Kort na de Dag van de Literatuur verschijnt een festivalmagazine (oplage 70.000 examplaren), met bijdragen van jongeren en auteurs over de scala aan activiteiten die op het festival hebben plaatsgehad.
In zeven zalen van het Nederlands Congresgebouw wordt van 10.00-17.00 uur een non-stop literair programma gebracht. Onderdelen van het programma zijn: schrijvers lezen voor uit en vertellen over eigen werk; bekende Nederlanders onthullen hun favoriete boek; talkshows waarin auteurs ‘onder vuur’ worden genomen; toneelopvoeringen en filmvertoningen van Nederlandstalige literatuur. Muzikale en komische entr'actes zorgen voor een vrolijke afwisseling van de verschillende programma-onderdelen. De aankleding van het Nederlands Congresgebouw wordt verzorgd door studenten van de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten uit Den Haag.
Diverse aspecten van het literaire bedrijf komen aan bod in de foyers. Van de dertig auteurs die op de Dag van de Literatuur aanwezig zullen zijn, hebben de volgenden reeds hun enthousiaste medewerking toegezegd: Boudewijn Büch, Remco Campert, Jules Deelder, Adriaan van Dis, Renate Dorrestein, Hella S. Haasse, Maarten 't Hart, A.F.Th. van der Heijden, Yvonne Keuls, Hannes Meinkema, Marga Minco, Harry Mulisch, Cees Nooteboom, Jos Vandeloo, Leon de Winter en Jan Wolkers.
Inlichtingen: Stichting Bulk-Boek's Dag van de Literatuur, Henri Polaklaan 14, 1018 cs Amsterdam, tel.: 020-279549.
Janny Nijhof
| |
Geen lijst maar een leesdossier
Schrijvers, docenten en scholieren gooiden vrijwel unaniem hun kont tegen de krib, toen het voorstel tot een verplichte literatuurlijst voor havo en vwo bekend gemaakt werd. Twee maanden lang stonden kranten en tijdschriften vol reacties. Slechts zelden werd er gewezen op de betrekkelijkheid van het advies dat Anbeek, Bekkering en Goedegebuure in opdracht van de cven (Commissie Vernieuwing Eindexamenprogramma's Nederlandse taal- en letterkunde) hadden opgesteld. Dat hun advies een van de vele was die de cven had ingewonnen, kwam niet of nauwelijks ter sprake. Om tot een verantwoord voorstel te komen voor twee concept-eindexamenprogramma's Nederlands, heeft de cven een onderzoek laten verrichten naar de behoeften aan kennis en vaardigheden op het gebied van het Nederlands, en daarnáást heeft zij een reeks adviezen aan deskundigen gevraagd, onder anderen aan de drie hoogleraren moderne letterkunde.
In het Leids Universiteitsblad Mare van 23 augustus 1990, gaf de voorzitter van de cven, de heer Braet, te kennen dat vooral de uitkomsten van het zogenoemde behoeftenonderzoek, samen met het oordeel van docenten Nederlands, het zwaarst zouden wegen bij de formulering van de programma's. Nu het belang van de uitkomsten groter blijkt te zijn dan het voorstel tot de verplichte lijst voor de cven ooit is geweest, wordt het tijd om er eens bij stil te staan.
Het behoeftenonderzoek. Welke kennis en vaardigheden op het gebied van het Nederlands heeft een mens nodig voor zijn studie, werk of burgerschap? Deze vraag vormde de basis voor het vragenlijstonder- | |
| |
zoek, dat werd gehouden onder abituriënten havo en vwo, docenten Nederlands havo en vwo, docenten uit hbo en wo, werkgevers en ‘ontwikkelde’ Nederlanders. Met vertegenwoordigers uit dezelfde groepen werd bovendien nog een grootschalige en een kleinschalige studie gedaan, waarin de wenselijke inhoud van de examens centraal stond. De groep die deelnam aan de kleinschalige studie werd vooraf geïnformeerd over de uitkomsten van het vragenlijstonderzoek, de andere groep moest het zonder deze gegevens doen. Het vragenlijstonderzoek en de beide studies vormden samen het behoeftenonderzoek.
Bij het vragenlijstonderzoek had het onderdeel literatuur betrekking op het lezen van literatuur en op de kennis over literatuur en aanverwante zaken. De vragenlijsten bestonden uit drie afdelingen. Afdeling een behelsde een reeks vragen met betrekking tot drie perioden (vóór 1880, tussen 1880 en 1945 en ná 1945) over het lezen van literatuur en het belang daarvan. In afdeling twee kwam de literatuurgeschiedenis aan bod. Bij de derde afdeling gingen de vragen over andere, met literatuur verwante onderwerpen, zoals ‘het Nederlands uit vroeger tijden’ tot ‘literatuurwetenschap’.
Nieuw advies. In het advies dat de cven heeft opgesteld, is het voorstel tot de verplichte literatuurlijst niet opgenomen. Voornamelijk op basis van de resultaten uit het behoeften-onderzoek is men tot een nieuw advies gekomen. havo- en vwo-leerlingen moeten volgens dit voorlopig programma vijf voorgeschreven boeken lezen, alsmede een lijst van vijftien respectievelijk twintig vrij gekozen boeken. Deze twee lijsten vormen samen het schoolonderzoek letterkunde. Aan de hand van de vijf verplichte werken wordt de leerling getoetst op literairhistorische, literairtheoretische en stilistische kennis, met de nadruk op de literairhistorische achtergrond van de werken. Dit onderdeel sluit aan op het gesignaleerde tekort aan kennis over culturele, sociale en politieke achtergronden. Uit beide studies bleek bovendien dat kennis van werken en stromingen, en kennis van culturele, sociale en politieke achtergronden heel belangrijk werden gevonden.
Het tweede deel van het schoolonderzoek kan per leerling verschillen, en vindt plaats aan de hand van een leesdossier. Het leesdossier van een vwo-leerling moet twintig besprekingen bevatten van werken die representatief zijn voor de gehele Nederlandse literatuurgeschiedenis. Ten minste twee van de besprekingen moeten betrekking hebben op het genre drama, dicht- of essaybundel. Het leesdossier van een havo-leerling moet tien besprekingen bevatten, alle uit de periode van na 1916. Bij hen moet een van de besprekingen betrekking hebben op een drama, een dicht- of essaybundel. De overige voorwaarden zijn gelijk aan die van de vwo-leerling. Zowel uit het vragenlijstonderzoek als uit beide studies bleek, dat men het erover eens was dat recente literatuur voorrang moet krijgen. Dit gegeven lijkt vooral verwerkt in het tweede deel van het programma voor de havo-leerlingen.
Voorlopig blijft het nog de vraag of het nieuwe advies van de cven in de praktijk van het onderwijs wordt opgenomen.
Judith van der Stelt
| |
Prentbriefkaarten
Bij het Letterkundig Museum in Den Haag verscheen onlangs de zesde serie prentbriefkaarten met portretten en handschriften van auteurs uit de verzameling van het museum. De serie omvat een zestal facsimile's van handschriften van Gerrit Achterberg uit de in mei 1990 aangekochte collectie-Joan Th. Stakenburg. Daarnaast zijn er tien portretten opgenomen: Gerrit Achterberg door C.A.B. Bantzinger, Willem Barnard door Adri van Wijngaarden, Frederik van Eeden door Lizzy Ansingh, Jan de Hartog door Paul
Uit de prentbriefkaartenserie van het Letterkundig Museum: Frans Kellendonk, naar een schilderij van Kees Knopper, en Jan de Hartog, door Paul Citroen
Citroen, Frans Kellendonk door Kees Knopper, Gerrit Komrij door Theo Daamen, Ed Leeflang door Rein Dool, Bert Schierbeek door Frank Lodeizen, Jan Wolkers door Paul Citroen en de redactie van Podium door Willem Schrofer.
De gehele reeks is verkrijgbaar door ƒ 14,75 over te maken op postrekening 495619 ten name van het Letterkundig Museum te Den Haag, onder vermelding van ‘6e reeks prentbriefkaarten’. Bij contante betaling kost de reeks ƒ 12,50 of ƒ 1,- per kaart.
Letterkundig Museum
| |
| |
| |
Nieuwtjes
□ De Anjerfonds-Blamanprijs van het 50-jarige Prins Bernhard Fonds werd in 1990 toegekend aan frank koenegracht voor zijn gehele oeuvre. De prijs werd op 23 november 1990 in de Burgerzaal van het Stadhuis van Rotterdam door burgemeester Peper aan Koenegracht uitgereikt.
□ Van de brochure De Lage Landen, geschiedenis van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, waarvan inmiddels door de Stichting Ons Erfdeel een Engelse, Duitse, Franse en Spaanse vertaling werd uitgegeven, verscheen onlangs een Italiaanse vertaling. Deze brochure, met een omvang van 64 bladzijden en met vele illustraties, is verkrijgbaar bij de genoemde Stichting voor ƒ 18,-.
□ In Vlaanderen werd de Driejaarlijkse Staatsprijs voor een schrijverscarrière in 1990 toegekend aan andre demets. De jury wilde met deze toekenning vooral Demedts verdiensten honoreren als cultuurpromotor. Demedts was onder meer actief als oprichter van de Stichting Ons Erfdeel en als redacteur van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort.
□ Mevrouw A. Schölvinck-Stork stelde de uitgave Geletterd Bussum - verleden en heden van een schrijversdorp samen. In dit boek zijn schetsen verzameld over auteurs die van oudsher in Bussum gewoond en gewerkt hebben, maar ook over boekhandels en uitgeverijen in Bussum. Het boekje is uitgegeven bij de Bussumse uitgever Strengholt.
□ Uitgevers bv Agon - de uitgeverij met een groot aantal cultuurhistorische en historische uitgaven in haar fonds - werd eind 1990 overgenomen door Singel 262. Met de overname van dit fonds werd het zesde lid van de Singel-familie omarmd. Tot de combinatie behoren nu De Arbeiderspers, Querido, Nijgh en Van Ditmar, Leopold, Dedalus en Agon.
□ Bij de Franse uitgever L'age d'homme zullen 28 toneelstukken van hugo claus in het Frans verschijnen. De uitgave zal zeven delen omvatten. De eerste delen zijn inmiddels verschenen.
□ De vijfjaarlijkse Jacobsonprijs van het Tollensfonds is in 1990 toegekend aan de auteur jan de hartog. De prijs bestaat uit een legpenning en een bedrag van ƒ 4000,-. De Hartog kreeg de prijs vanwege het feit dat hij met zijn werk de Nederlandse identiteit - vooral ook in het buitenland - heeft versterkt.
□ De auteursrechtprijs 1990 werd toegekend aan kees holierhoek voor het door hem samengestelde lespakket voor het middelbaar onderwijs over 75 jaar auteurswet. Met deze prijs heeft de jury de vele activiteiten van Holierhoek op het terrein van het auteursrecht willen honoreren.
□ wvc-minister D'Ancona heeft de belangrijkste staatsprijzen, de PC Hooftprijs en de Theo Thijssenprijs, met ingang van 1992 verhoogd tot een bedrag van ƒ 125.000,-. Van dit bedrag zal ƒ 50.000,- worden gereserveerd voor een investering in een in overleg met de laureaat vast te stellen letterenproject.
□ kristien hemmerechts werd in 1990 bekroond met de Vlaamse Driejaarlijkse Staatsprijs voor het proza. Ze kreeg deze prijs voor haar verhalenbundels Weerberichten en 's Nachts, en voor haar roman Brede heupen. In februari zal van haar bij De Arbeiderspers een nieuwe roman verschijnen: Zonder grenzen.
□ Op 17 november werd door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in de Beurs van Berlage de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs uitgereikt aan margriet de moor voor haar boek Dubbelportret.
□ Op 26 september 1990 kregen de producenten van de film naar Gerard Reves De avonden (regie Rudolf van den Berg), René Solleveld en Peter Weijdeveld, het Gouden Kalf voor de beste Nederlandse speelfilm van 1990. Hoofdrolspeler Thom Hoffman kreeg de prijs voor de beste acteur.
□ In oktober 1990 is de Stripschapsprijs uitgereikt aan striptekenenaar Henk kuijpers voor zijn tekeningen voor de Franka-reeks. De Stripschapspenning voor bijzondere verdiensten ging naar Joost swarte.
□ De cpnb heeft in oktober 1990 de Gouden Griffel voor het beste Nederlandse kinderboek toegekend aan Els pelgrom voor De eikelvreters. Het is de derde maal dat zij hiermee wordt bekroond. Het Gouden Penseel ging naar Dick bruna als beste illustrator van kinderboeken.
□ Ter gelegenheid van het verschijnen van de Nederlandse variant van het al lang bestaande Amerikaanse blad Esquire is de Esquire-prijs voor de journalistiek toegekend aan h.j.a. hofland. De prijs bedraagt ƒ 10.000,- gulden.
□ Herman stevens ontving de Anton Wachter-prijs 1990 voor zijn debuut Mindere goden. Deze tweejaarlijkse prijs, bestaande uit een geldbedrag van ƒ 1500,- en een replica van het Anton Wachter-beeld, wordt toegekend door de gemeente Harlingen en het Centraal Comité '45 te Harlingen.
□ De Gouden Ganzeveer 1990 van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (knub) is in november toegekend aan de hoogleraar in de milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, Lucas reijnders, voor zijn publicistische activiteiten op het terrein van het Nederlandse cultuurbezit.
□ Op 15 november 1990 werd in de Amsterdamse Nes op de plaats waar ooit het geboortehuis van Gerbrand Adriaensz. Bredero heeft gestaan het café ‘Brederoode’ geopend. Hans van Twist en Dick
| |
| |
Spanjer hebben het aangedurfd in de totaal gerenoveerde Nes dit etablissement in te richten, waarin op onverwachte momenten kleine, vrijblijvende theater- en muziekvoorstellingen zullen plaatsvinden. De interieurverzorging en vormgeving van het café zijn van Branko Vlamings. De openingstijden zijn: zondag tot en met donderdag 11-1 uur; vrijdag en zaterdag 11-2 uur. Het adres is: Nes 41, 1012 kc Amsterdam, tel.: 020-203316.
□ Het Prins Bernard Fonds heeft de Martinus Nijhoff-prijs voor vertalingen in 1991 toegekend aan Gerard koolschijn voor zijn vertalingen van Griekse literatuur. De geldprijs bedraagt ƒ 10.000,-.
□ De Hendrik de Vries-prijs 1990 van de stad Groningen, groot ƒ 10.000,-, is op 11 november 1990 uitgereikt aan Willem wilmink.
+++
□ Op 25 september 1990 overleed te Venetië dr. a.f.c. koch, oud-bibliothecaris van de Athenaeum-bibliotheek te Deventer en oudarchivaris van die stad. Koch heeft veel gepubliceerd op het gebied van de regionale Overijsselse geschiedenis; hij was bestuurslid van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. In 1977 verscheen zijn Zwarte kunst in de Bisschopstraat over boek en druk te Deventer in de 15de eeuw.
□ Dr. Willem f.g. breekveldt (*1935), docent bij de studierichting Nederlands van de Vrije Universiteit te Amsterdam, overleed op 20 oktober 1990 te Monnickendam. Breekveldt was onder meer redactiesecretaris van het jaarboek voor de neerlandistiek, Voortgang, en promoveerde in 1988 op Pragmatiek van de roman, een onderzoek naar aspecten van Cornelia Wildschut, de roman in brieven van Betje Wolff en Aagje Deken.
□ Mevrouw a.m. (Puck) de graafftuk, beter bekend onder haar pseudoniem Marijke van raephorst, overleed op 26 oktober 1990 te 's-Gravenhage op 81-jarige leeftijd. Zij werd vooral bekend als vertaalster van sprookjes, schreef Van Sinterklaas tot Sintemaarten (1973) en Sint-Nicolaas, leven en legende (1977) en bewerkte het boek van J. Riemens-Reurslag, De oude sprookjes.
□ Op 30 oktober 1990 overleed Wim gijsen (*20 augustus 1933 te Zwolle), oud-redactiesecretaris van Maatstaf, dichter en auteur van vooral science-fictionverhalen als De eersten van Rissan, De koningen van weleer en Iskander de dromendief.
□ Op 14 november 1990 overleed te Rotterdam Kornelis Lubbertus poll (* 5 oktober 1927 te Dordrecht), romanschrijver, essayist, dichter, oprichter en enig redacteur van het algemeen-culturele tijdschrift Hollands Weekblad, later gewijzigd in Hollands Maandblad, en oprichter van de Vereniging voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap (okw). Als journalist was hij werkzaam bij Het Vaderland, het Algemeen Handelsblad en nrc/Handelsblad bij welke laatste krant hij met het Cultureel Supplement de eerste kunst-en-cultuur-bijlage van een dagblad tot stand bracht. Kort voor zijn overlijden ontving hij de G.H. 's-Gravesande-prijs.
□ Rectificatie: Tot onze spijt is het overlijdensbericht in het vorige nummer van Literatuur (jrg. 7, nr. 6, p. 381) betreffende Johanna Victorine Christine Hefting onjuist. Het betreft niet de mevrouw Hefting die gehuwd geweest is met Bert Bakker, maar haar volkomen gelijknamige nicht.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|