Literatuur. Jaargang 7
(1990)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 162]
| |
Negende colloquium Reynard Society 1991Het negende internationale colloquium van de International Reynard Society wordt van 22 tot 26 juli 1991 gehouden in Groningen. Er worden bijdragen gevraagd op het gehele terrein van het dierepos, de fabel en ‘fabliau’ en op aanpalende gebieden van de kunstgeschiedenis en de moraliserende, satirische en komische literatuur. Een selectie uit de bijdragen zal gepubliceerd worden in het jaarboek Reinardus. Naast de traditionele 30-minuten lezingen wordt ook de mogelijkheid geboden tot discussie bijeenkomsten van 30 tot 90 minuten op basis van uitgewerkte artikelen waarvoor voorstellen ingediend moeten worden voor i september 1990. Verder wordt gedacht aan een drietal werkbijeenkomsten van 90 minuten over een bepaald thema. Een daarvan staat reeds vast, namelijk ‘de chronologie van de Roman de Renart’, voorbereid door mevrouw Nieboer van de Universiteit van Amsterdam en de heer Scheidegger van de universiteit van Lausanne. Voorstellen hiervoor dienen ook voor 1 september aanstaande ingediend te zijn. De contactpersoon voor het ne gende colloquium is Willem Noomen, faculteit der Letteren, vakgroep Mediaevistiek, postbus 716, 9700 as Groningen. Op dit adres is nu reeds een ‘first circular’ te verkrijgen. PJV | |
Amor LibrorumVertegenwoordigers van de universitaire bibliotheken en wetenschappelijke steunbibliotheken, het Nederlandse antiquariaat en het Museum van het Boek hebben gezamenlijk de stichting Amor Librorum opgericht voor het behoud van het oude en bijzondere boek in Nederland en het stimuleren van de belangstelling hiervoor. De stichting heeft steun gekregen van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Het plan om de stichting Amor Librorum (Liefde voor het Boek) in het leven te roepen dateert van 1988. In dat jaar hield de toenmalige bibliothecaris-directeur van de Koninklijke Bibliotheek, drs. J. van Heijst, een lezing bij de opening van de negende Europese Antiquarenbeurs in Amsterdam. In deze rede onder de titel ‘Het oude boek voor Nederland verloren?’ wees hij op de droevige financiële situatie waarin de Nederlandse bibliotheken verkeren en daarmee samenhangend het verdwijnen van bijzondere drukken en handschriften - ook eigentijdse - naar het buitenland. De bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek bepleitte een nationaal beleid voor behoud en uitbreiding van het openbare bezit op het terrein van de boekdrukkunst en samenwerking van vooraanstaande bibliotheken, musea en antiquaren ter ondersteuning van dit beleid. Vorig jaar bij de opening van de tiende Europese Antiquarenbeurs juichte mr. drs. L.C. Brinkman, in zijn functie van minister van wvc, het plan voor deze nationale stichting van harte toe en stelde vervolgens een financiële startbijdrage beschikbaar. De stichting Amor Librorum staat onder voorzitterschap van drs. P. Vellekoop, bibliothecaris van de Rijksuniversiteit Utrecht en vertegenwoordiger van de organisaties van universitaire en wetenschappelijke bibliotheken (ukb). De overige leden zijn dr. J. Offerhaus, directeur van het Rijskmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek, mevr.drs. F.E. de Nie, bibliothecaris-directeur van de Provinciale Bibliotheek Friesland en vertegenwoordiger van de wetenschappelijke steunbibliotheken (wsf), dhr. J. Vloemans en dhr. J.L. Benjamins, respectievelijk voorzitter en bestuurslid van de Nederlandse Vereeniging van Antiquaren. De stichting stelt zich ten doel in bredere kring de kennis over oude en bijzondere drukken en handschriften in openbaar Nederlands bezit te bevorderen en tevens middelen en wegen te zoeken tot uitbreiding van deze collecties. Dit betekent dat de stichting naast het verrichten van studie en het organiseren van publicitaire activiteiten ook fondsvorming, als aanvulling op de openbare middelen, tot haar taken rekent. Later dit jaar zal het stichtingsbestuur hierover een werkplan voor de komende jaren presenteren. In het toekomstige beleid en de uitvoering hiervan zal een belangrijke rol zijn weggelegd voor een onafhankelijke commissie van deskundigen, o.a. bij de selectie van werken die met steun van de stichting worden aangekocht. Deze commissie bestaat uit dr. C. Reedijk, oud-directeur Koninklijke Bibliotheek; prof. dr. H. Beukers, Universiteit van Leiden en mr. W.R.H. Koops, bibliothecaris Universiteitsbibliotheek Groningen. Voor meer informatie kunt u | |
[pagina 163]
| |
terecht bij het secretariaat van de stichting Amor Librorum: Museum van het Boek, Prinsessegracht 30, 2514 ap Den Haag, tel. (070) 3462700. | |
Colloquium over SpinozaAan de Rijksuniversiteit Groningen vindt van 13 tot en met 15 september 1990 een colloquium plaats, ‘Les textes de Spinoza: un inventaire’, over ontstaan en overlevering van de teksten van Spinoza (1632-1677). Te behandelen onderwerpen zijn onder meer: de geschiedenis van de afzonderlijke teksten, de authenticiteit ervan, de verhouding tussen de Latijnse teksten en de contemporaine vertalingen van met name J.H. Glazemaker, het fonds van de Spinoza-uitgever Jan Rieuwertsz. Het colloquium is opgezet als werkbijeenkomst van de Groupe de Recherches Spinozistes (grs), hetgeen impliceert dat deelname in principe beperkt blijft tot leden van de grs, genodigden die een inleiding houden en vertegenwoordigers van instellingen die de organisatie mede mogelijk maken. Voor verdere inlichtingen kan men zich wenden tot drs. P. Steenbakkers, Vakgroep Grieks en Latijn van de rug, postbus 716, 9700 as Groningen, 050-636050. PJV | |
Vlaamse tijdschriftenAflevering 24 uit de serie Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de negentiende eeuw bevat een beschrijving, analytische inhoud en indices op niet minder dan zeven periodieken uit de jaren 1867-1890. Marc Carlier en Ada Deprez wijzen erop dat De Vlinder, De Biekorf, Ieders Belang, Meiloover, Het Vlaamsche Volk, Jaarboekje van Zetternamskring en Jaarboek der Letterkundige Vereeniging Jan Frans Willems alle laten zien hoe de Vlaamse Beweging in de periode 1867-1878 evolueert van een apolitieke, democratische beweging tot een politieke beweging ‘waarin Vlaamse eisen niet zelden aan de liberaal-katholieke partijtegenstellingen worden opgeofferd’ (p. 8-9). De genoemde Antwerpse en Gentse tijdschriften zijn op dezelfde beproefde wijze beschreven als al die andere in de voorgaande 23 delen uit de reeks en ook deze aflevering (254 p., bfr 520 of ƒ 29,-) kan men bestellen bij het Cultureel Documentatiecentrum van de Rijksuniversiteit, Rozier 44, b-9000 Gent, 091/257571, toestel 4226/4227. PJV | |
Nieuwe bloemlezingenBij het Poëziecentrum te Gent verschenen maar liefst drie splinternieuwe bloemlezingen in een reeks die er bijzonder aardig uitziet. Anne Marie Musschoot maakte een keuze uit de poëzie van Karel van de Woestijne, Piet Couttenier uit de poëzie van Guido Gezelle en Marc Reynebeau uit die van Paul van Ostaijen. De bloemlezingen zijn voorzien van een inleiding, een korte chronologie van het leven van de auteurs, een primaire en een secundaire bibliografie, en een inhoudsopgave. Er kon een ruime keuze gemaakt worden, want de bundels tellen tussen de 250 en 300 bladzijden. De prijs is bfrs. 595,- of ƒ 39,50 per deel. Wat mij betreft kan gezegd worden dat de reeks verwachtingen schept en dat met belangstelling wordt uitgekeken naar de volgende delen. Sipke van der Land verzamelde de naar zijn smaak ‘mooiste gedichten’ in twee bundeltjes die de titel kregen De mooiste gedichten van Hélène Swarth en De mooiste gedichten over moeders van vroeger en later voor Uitgeversmaatschappij J.H. Kok in Kampen. Het zijn van die typische cadeauboekjes, gebonden met een gouden lettertje op de band en een ‘bloemrijk’ stofomslag. De prijs is er dan ook naar: ƒ 13,50 per deeltje. GvB | |
Tentoonstelling incunabelen in de Bibliotheca Philosophica Hermetica te AmsterdamIncunabelen hebben altijd een grote aantrekkingskracht op boekenverzamelaars uitgeoefend. Deze boeken gedrukt in de beginperiode van de boekdrukkunst (1450-1500) zijn volwaardige voortbrengselen van de Europese cultuur tussen middeleeuwen en renaissance in technisch, in cultureel en in esthetisch opzicht; zij zijn geen onvolkomen imitaties van handschriften. Incunabelen hebben een bijzondere betekenis voor de Amsterdamse industrieel J.R. Ritman, die vanafApuleius, Opera. Vincentia, Henricus de Sancto Ursio, 1488
| |
[pagina 164]
| |
Columna, Poliphilus. Venetië, Aldus Manutius, 1499
1978 zijn boekencollectie ging uitbreiden met een afdeling incunabelen. Zijn bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica Hermetica, is een particuliere bibliotheek, die zich als doel gesteld heeft de geschriften uit de hermetisch-christelijke gedachtenwereld bijeen te brengen, zowel in de vorm van authentieke handschriften en vroege drukken als in de vorm van een moderne referentie-afdeling. De circa 15.000 banden van de bibliotheek vormen te zamen een geschiedenis van de Westeuropese spirituele traditie in de filosofie (bijvoorbeeld Plato), in religie (bijvoorbeeld Suzo), in literatuur (bijvoorbeeld Dante) en in wetenschap (bijvoorbeeld Paracelsus). Deze bibliotheek ziet incunabelen dan ook als getuigenis van een spirituele cultuur in de overgang van middeleeuwen naar renaissance. Van de circa 250 incunabelen die de bph thans telt, zijn er 192 uitvoerig beschreven in een wetenschappelijk bewerkte Engelstalige catalogus, die op 12 april onder de titel Christ, Plato, Hermes Trismegistus in twee delen is verschenen. De samenstelster van dit werk, de Amerikaanse geleerde Margaret Ford, heeft naast een bibliografische beschrijving een op de inhoud gerichte analyse gegeven, die in feite de ratio van het bewuste boek in de bph aangeeft. Ter gelegenheid van de verschijning van deze catalogus is een ruime keuze uit deze 192 incunabelen van 17 april tot 8 juni 1990 in de Werkbibliotheek van de bph, Bloemstraat 15 te Amsterdam, te zien. Bibliotheca Philosophica Hermetica (Bibliotheek J.R. Ritman). Adres Werkbibliotheek: Bloemstraat 15-19, Amsterdam, tel. 020-258079/259096. Openingstijden: werkdagen 9.00-12.30 uur en 13.30-17.00 uur; correspondentieadres: Bloemgracht 19,1016 kb Amsterdam; directeur bibliotheek: prof. dr. F.A. Janssen. | |
Tentoonstellingen Letterkundig MuseumIn het Letterkundig Museum te Den Haag zullen dit jaar naast de permanente collectie verschillende grotere en kleinere tijdelijke tentoonstellingen te zien zijn. Hieronder volgt een overzicht van wat dit jaar nog verwacht mag worden. Grote tentoonstellingen (circa 24 vitrines) 18 april tot en met 9 september: Leo Vroman. Tentoonstelling over Leo Vroman, naar aanleiding van zijn vijfenzeventigste verjaardag. Niet alleen zijn literaire werk, maar ook veel van zijn tekeningen en schilderijen zullen op deze expositie te zien zijn. Samenstelling: Murk Salverda. Vromans veelzijdigheid komt ook tot uiting in het aan hem gewijde schrijversprentenboek (nr. 29) dat tegelijkertijd bij Querido zal verschijnen. In dit rijk gedocumenteerde en geïllustreerde boek zijn essays opgenomen van A.H. den Boef, Kees Fens, H.C. Hemker, Ben Peperkamp, Rob Schouten en Kees Snoek. 5 oktober tot en met 10 februari 1991: De gordel van Smaragd. Tentoonstelling over de schrijvers A. Alberts, Maria Dermoût, H.J. Friedericy en Bep Vuyk. Tevens zal bij Querido een schrijversprentenboek verschijnen (nr. 30) met daarin - naast prachtige foto's - essays over de vier auteurs van Joop van den Berg, Kester Freriks, Greetje Heemskerk en Murk Salverda. Kleinere tentoonstellingen (8 vitrines) 4 mei tot en met 2 september: Ter Braak en Du Perron. Tentoonstelling over leven en werk van de dit jaar precies vijftig jaar geleden gestorven Menno ter Braak (1902-1940) en E. du Perron (1899-1940). Samenstelling Ineke Temming. 7 september tot en met 2 december: Klassieke kinderboeken. Tentoonstelling naar aanleiding van de Kinderboekenweek met als thema ‘Klassieke kinderboeken, verzonken kinderboeken’. Samenstelling Erna Staal. Mini-exposities (2 vitrines) 4 mei tot en met 2 juli: Hendrik Marsman. Tentoonstelling over de dichter en prozaschrijver Hendrik Marsman (1899-1940). Samenstelling Steef Stijsiger. Het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum is gevestigd aan het Prinses Irenepad 10, 2595 bg 's-Gravenhage, vlak bij de Koninklijke Bibliotheek (tel. 070-3471114). Letterkundig Museum | |
Heijermans-herdenkingDe herdenking van de honderdvijfentwintigste geboortedag van Herman Heijermans heeft behalve voorbijgaande exposities in het Letterkundig Museum in Den Haag en het Ne- | |
[pagina 165]
| |
derlands Theaterinstituut in Amsterdam (december 1989 - maart 1990) ook blijvende zaken nagelaten. Het Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming (lokv), Ganzenmarkt 6, 3512 gd Utrecht, heeft educatief materiaal voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld, bestaande uit een lesboek met teksten en werkbladen, de integrale tekst van Heijermans' eenakter Saltimbank en een videoband van dit stuk, aangevuld met interviews met spelers en regisseur (prijs van videoband, lesboek en 25 exx. BulkBoek: ƒ 175,-). De nos heeft in januari en februari zes stukken van Heijermans uitgezonden. De teksten van Het kind, Het kamerschut, Nocturne, Pitten, Saltimbank en Eva Bonheur zijn gezamenlijk in een BulkBoek uitgegeven. Verder zond de nos de Samuel Falklandshow uit op 10 januari, een biografische revue over Heijermans met in de hoofdrollen Huib Broos en Willem Nijholt. Tenslotte werd door uitgeverij Uniepers een bundel met 36 Falklandjes geproduceerd, een selectie uit de ongeveer 750 schetsen die Heijermans indertijd onder het pseudoniem Samuel Falkland heeft geschreven in vooral De Telegraaf en Algemeen Handelsblad, maar ook in een aantal andere bladen. Voor een deel kon geput worden uit de originele knipsels die door de zoon van de auteur, H.S.F. Heijermans, bewaard zijn. De 352 pagina's dikke bundel kost ƒ 17,50. PJV | |
Publikatie herdenkingsinitiatievenHet blijkt nogal eens dat de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde (in de breedste zin) kennelijk dermate inspireert tot herdenken, tentoonstellen en dergelijke dat op verschillende plaatsen gelijksoortige lofwaardige plannen worden gesmeed zonder dat men dit van elkaar weet. Dit kan tot overbodig werk en teleurstelling leiden. Vandaar het voorstel om voortaan niet te wachten met het naar buiten brengen van plannen tot deze geheel zijn uitgewerkt in een programma, maar om al in het eerste stadium hiervan mededeling te doen in dit tijdschrift. Dit kan de onderlinge communicatie en de betreffende plannen zelf slechts ten goede komen. Mieke B. Smits-Veldt | |
Nu is hij er niet meerJe moet wel een groot liefhebber van het werk van Louis Paul Boon zijn als je het aandurft om een ‘In Memoriam’ uit te geven in een oplage van 150 exemplaren bij een uitgeverij die Reservaat heet. Nico Keuning is kennelijk zo'n liefhebber, want onder bovenstaande titel verzamelde hij opstellen van Hans van Straten, Henk Dam, Kees Fens, Reinold Kuipers en Boon zelf in een klein boekje dat een duidelijk bibliofiel karakter heeft. Het is dan ook niet bij de boekhandel verkrijgbaar. Uit een begeleidende brief waarmee een exemplaar aan mij werd toegezonden blijkt dat het uitgaafje te bestellen is bij Reservaat, via girorekening 475.42.52 t.n.v. E.M.E. Jonkman te Heiloo. Het overmaken van een bedrag van ƒ 22, - op deze rekening onder vermelding van de titel is voldoende. GvB | |
Vereniging van Utrechtse SchrijversOp 26 juli 1984 werd de Vereniging van Utrechtse Schrijvers opgericht, om de schrijvers en schrijfsters uit Utrecht en wijde omgeving uit hun zolderkamer te lokken. De uiteindelijke bedoeling was hen met elkaar in contact te brengen en in de gelegenheid te stellen om, op basis van enigszins gelijke kwaliteit, elkaars werk te bediscussiëren en elkaar te stimuleren. Daarnaast bood de vereniging een podium voor die leden die hun werk aan een groter publiek wilden laten horen. De vereniging heeft onlangs het activiteitenpakket uitgebreid. Maandelijks komen de leden bijeen in café-sociëteit De Maartenshof in Utrecht. Tijdens deze middagen wordt elkaars werk besproken. Een deel van de middagen is gereserveerd voor lezingen en workshops, waarin aandacht wordt besteed aan zaken die direct of indirect met het schrijven te maken hebben, zoals voordracht, vormen van poëzie, spanningsopbouw, (zelf)kritiek en criteria, relatie vorm en inhoud, dialogen, hoorspelen, auteursrecht et cetera. Drie keer per jaar organiseert de vereniging een voordrachtsmiddag met publiek, waar leden en genodigden voordragen uit eigen werk. Als service voor de leden beschikt de vereniging over een kaartenbak met | |
[pagina 166]
| |
adressen van literaire cafés, literaire bladen, uitgeverijen en mensen die bereid zijn op te treden als proeflezers. De mogelijkheden om lid te worden van de vereniging zijn onlangs aanzienlijk verruimd. Het beoefende genre is van geen belang. Hoorspelen toneelschrijvers zijn even welkom als liedjesschrijvers, poëten, detective- en kinderverhalenschrijvers. Wel worden er enige eisen aan het werk gesteld. Voor een ‘gewoon’ lidmaatschap is het voldoende als uit het werk blijkt dat men tenminste enige aanleg heeft. Naast het ‘gewone’ lid kent de vereniging het zogenaamde ‘kringlid’. Voor het kringlidmaatschap worden iets hogere, maar geen onoverkomelijke eisen aan het werk gesteld. Voor belangstellenden ligt een folder gereed bij onder meer cafésociëteit De Maartenshof in de Loeff Berchmakerstraat 34 te Utrecht. Het is ook mogelijk, na afspraak, een bijeenkomst van de vereniging bij te wonen. Nadere informatie is te verkrijgen bij: De Vereniging van Utrechtse Schrijvers, postbus 9145, 3506 gc Utrecht. Telefonisch: Mieke Eeckhout, 030-935422; Nora Kaptein, 030-521649; Frits ten Hove, 030-735116. Nora de Graaf-Kaptein | |
Register op Spiegel der LetterenHet in Leuven verschijnende neerlandistische vaktijdschrift Spiegel der Letteren heeft zijn eerste dertig jaargangen (1956-1957 tot en met 1988) laten ontsluiten. In het Register op de jaargangen 1-30 (Leuven [1990], 108 p.), hebben Ada Deprez en Danielle Devos-Van Damme indices samengesteld i) alfabetisch op naam van de auteurs, ii) alfabetisch op naam van de behandelde auteurs, en iii) alfabetisch op trefwoorden. Uit register i blijkt nog eens duidelijk hoezeer Spiegel der Letteren het tijdschrift was en is van O. Dambre, Marcel Janssens, F.R. Lissens, Karel Porteman, Lieven Rens, Lode Roose, M. Rutten en Werner Waterschoot. PJV | |
Vers van de persIn de maand februari presenteerden de Nederlandse en Vlaamse uitgevers hun voorjaarsaanbiedingen voor 1990 op de tweejaarlijkse Vers voor de Pers in de Stopera in Amsterdam. Vrij veel van de daar gelanceerde titels werd al eerder in de najaarsaanbieding opgenomen. Zo maakten we reeds melding van Mario Praz' La carne, la morte e il diavolo nella letteratura romantica dat in vertaling verschijnt en van het boek van Enno Endt Het festijn van Tachtig dat inmiddels verschenen is. Bij de jubilerende uitgeverij Querido verschijnt in mei de biografie waarop Jan Fontijn zal promoveren bij Kees Fens: Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901. Bij dezelfde uitgever verschijnt in diezelfde maand Brieven van Willem Elsschot, verzameld en toegelicht door Vic van de Reijt. Een maandFrederik van Eeden in 1900
later publiceert Querido de verspreid verschenen gedichten van H. Marsman uit de periode 1917-1940 onder de titel Achter de vuurlijn van de horizon. Tweeëndertig verhalen van auteurs uit het Querido-fonds worden onder de titel Dit zijn verhalen in juni uitgegeven. Bij De Arbeiderspers wordt een aantal auteurs gepresenteerd in een omnibusuitgave van ongeveer 1000 bladzijden met de bij omnibussen gebruikelijke publieksvriendelijke prijs. Zo wordt van Louis Paul Boon een uitgave van De Kappellekensbaan, Eros en de eenzame man, Wapenbroeders, Het nieuwe onkruid en 90 mensen aangekondigd voor de maand mei. Mij dunkt een wel heel bijzondere combinatie in een al even bijzondere volgorde. Een tweede omnibus is van Herman Hesse. In de jaarlijkse zomeractie van Meulenhoff verschijnt de bundel Noorderzon, verhalen van Nederlandse en Vlaamse auteurs in den vreemde. Atheneum-Polak & Van Gennep blijkt het niet te laten bij de reeds aangekondigde vertaling van Sternes Tristram Shandy, maar komt in september ook met dat andere beroemde boek van Sterne in vertaling: Een sentimentele reis door Frankrijk en Italië. Vijftig jaar na het overlijden van E. du Perron verscheen in april diens Scheepsjournaal van Arthur Ducroo opnieuw bij Nijgh & Van Ditmar. Kees Snoek schreef een studie over De Indische jaren van E. du Perron die in april bij dezelfde uitgeverij verscheen. Het eerste Nederlandse Eponiemen woordenboek, samengesteld door Ewoud Sanders, zal in september bij Nijgh & Van Ditmar verschijnen. Uitgeverij Bert Bakker brengt in juni poëzie van Martinus Nijhoff onder de titel Een geur van hoger honing, een bundel samengesteld door W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn. Jessica Durlacher, Peter El- | |
[pagina 167]
| |
berse en Joost Zwagerman kozen 25 prozabijdragen van auteurs onder de 35 jaar voor de bloemlezing 25 onder 35, te verschijnen in juni. Aartsverzamelaar Cees Aarts verzamelde samen met M.C. van Etten de bloemlezing Poëzie is overal, een bundel van de bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. Bij sun verschijnt in mei Terugstrevend naar ginds. De wereld van Hélène Nolthenius onder redactie van Etty Mulder en Pieter Jan Mol. Mary Kemperink verzorgde voor De Prom een uitgave van Badplaatsschetsen, verhalen van Lodewijk van Deyssel. De uitgave verschijnt in juni. Uitgeverij Verloren geeft in augustus een monografie uit van P.N.M. Bok over De vrouw in de middeleeuwen, waarin aspecten van het vrouwelijk bestaan tussen 500 en 1500 beschreven worden. De Literaire Agenda 1991 tenslotte zal onder het thema ‘natuur en letteren’ gaan verschijnen en uiteraard is Midas Dekkers dan de redacteur ervan. De agende verschijnt in de maand augustus. GvB | |
De Grote LijstersOnder de naam ‘De Grote Lijsters’ zal in 1991 een reeks pockets verschijnen bij Wolters-Noordhoff voor de zeer lage prijs van ƒ 27,50 per vijf deeltjes. De pockets zijn bestemd voor scholieren die bezig zijn hun literatuurlijst samen te stellen en op deze manier in staat gesteld worden de door hen te lezen boeken zelf aan te schaffen via een schoolabonnement. De titels voor de reeks worden gekozen uit de Top Honderd-lijst die wordt opgesteld door het literaire tijdschrift Diepzee voor middelbare scholieren dat eveneens door Wolters-Noordhoff wordt uitgegeven. Het gaat om de typisch klassieke titels die steeds weer op de literatuurlijsten van middelbare scholieren blijken op te duiken. Het is de bedoeling om ieder jaar vijf titels op deze manier aan te bieden. Wolters-Noordhoff heeft samenwerking gezocht en gevonden met de oorspronkelijke uitgevers op voorwaarde dat ze niet zelf aan fondsvorming gaan werken. De meeste uitgevers zien het initiatief als een stimulans voor het lezen en aanschaffen van boeken. En waar ze vaak zelf geen of onvoldoende toegang hebben tot de scholierenmarkt kan Wolters-Noordhoff als educatieve uitgeverij met deze reeks het pad effenen. Bovendien zijn de nog levende auteurs gediend met de naamspromotie die van de reeks uitgaat. GvB | |
Congresbundel computertoepassingen neerlandistiekOp 24 november 1989 vond in het ibm-gebouw te Amsterdam een congres plaats over computertoepassingen in de neerlandistiek. Dit evenement werd georganiseerd door de Landelijke Vereniging van Neerlandici (lvvn), in samenwerking met het bedrijf dat het congres huisvestte: ibm Nederland nv. Een kleine tweehonderd personen lieten zich die dag informeren over de stand van zaken rond de informatisering binnen enkele disciplines van de neerlandistiek. Het leek de congrescommissie een goed idee om een bundeling te maken van de teksten van alle lezingen (van zowel het ochtend- als het middagprogramma). Over enige tijd zal deze congresbundel (in eigen beheer) worden uitgegeven, als eerste in een reeks lvvn-jaarboeken. Het formaat zal zijn 15 × 21 cm; de omvang ongeveer 200 pagina's. De bundel telt vijf afdelingen. In de sector ‘Algemeen’ zijn de toespraken opgenomen van R.J.H. Scha en P. Bosch. In de afdeling ‘Taalkundig onderzoek’ staan de bijdragen van F. van Haagen, E.D.M. Kusters, W. Martin en E. ten Pas. De sectie ‘Letterkundig onderzoek’ opent met een verhandeling van G.C. Schulte Nordholt over onderzoek naar boekaankopen in de eerste helft van de negentiende eeuw. B.J.P. Salemans pleit in zijn betoog over het inzetten van de computer bij filologie en letterkunde voor de toewijzing van meer financiële middelen aan de historische en culturele informatiekunde. M. Stapert-Eggen laat in haar artikel over het Albert Verweybrievenproject zien, dat het denk- en redeneervermogen van de literatuuronderzoeker enige aanpassing behoeft aan dat van een computer. In de afdeling ‘Onderwijs’ zijn bijdragen opgenomen van A.M. Cartigny, K. Edens, E. Jongen-Janner, G.A.M. Kempen, J. Pijls en J.C. Lepeltak. De laatste artikelen van B.P.F. Al, M. Moerland, H. Boeke, B. Dommisse en M. Brüggemann-Winter vallen onder de noemer ‘Praktische toepassingen’. Anderen dan lvvn-leden en/of congresbezoekers die belangstelling hebben voor deze bundel worden hierbij in de gelegenheid gesteld een (of meer) exempla(a)r(en) te bestellen. Dat kan worden gedaan door storting van ƒ 35,- (kostprijs, incl. btw en verzendkosten) op postrekening 3170149 t.n.v. lvvn-congres, postbus 50008, 1305 aa Almere onder vermelding van ‘Congresbundel’. Wie meer exemplaren bestelt maakt een veelvoud van genoemd bedrag over. Na ontvangst van het bedrag zal de bundel zo spoedig mogelijk - naar verwachting in mei - aan de bestellers worden toegezonden. R. de Kort en G.L.J. Leerdam | |
Cultuur onder de knopDe host-organisatie Pica timmert aan de weg om de buitenwereld duidelijk te maken dat men via haar on-line retrieval system (ors) steeds meer informatie kan opvragen. Tijdens een | |
[pagina 168]
| |
bijeenkomst voor de literaire en culturele pers op 16 februari in het Letterkundig Museum werd de nadruk gelegd op vier bestanden die voor de literair-historicus van het grootste belang zijn. Het grootste probleem is echter dat raadpleging van de databanken geld kost, veel geld, omdat niet alleen voor aansluitkosten en voor elke eenheid informatie betaald moet worden, maar ook omdat het zoeken via Pica veelal niet kan zonder hulp van een deskundige die zich in de buurt van de terminal moet bevinden. Als die financiële problemen geen rol spelen, kan men heden ten dage grasduinen in de bntl (Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap), die geheel ontsloten is voor de periode 1960-1986 en gedeeltelijk voor de periodes 1940-1945 en 1987-1990. Al met al bevat de bntl-databank ongeveer 110.000 referenties met iedere twee weken een update. Wanneer men denkt zich te kunnen behelpen met de gedrukte versie, dient men wel te bedenken dat zoeken via de computer meer combinatiemogelijk heden biedt! Een tweede bestand dat van eminent belang is, is de cen, de Catalogus Epistolarum Neerlandicarum, een centrale catalogus van tot op heden ontsloten brieven in de Universiteitsbibliotheken van Amsterdam, Leiden, Groningen en Utrecht, de kb in Den Haag, het Museum Meermanno-Westreenianum, het Letterkundig Museum, de Provinciale Bibliotheek Friesland en de Athenaeumbibliotheek te Deventer. Het bestand bevat ongeveer 160.000 beschrijvingen die ongeveer 800.000 brieven toegankelijk maken. Er kan gezocht worden op afzender, ontvanger, plaats, jaar en taal en op combinaties daarvan. Het derde bestand waarop de aandacht gevestigd werd, is taco/literaire knipsels. Ongeveer 45.000 knipsels vanaf het begin van deze eeuw tot en met 1988 zijn beschikbaar, waaronder alle recensies en artikelen uit de maandelijks verschijnende Literaire Knipselkrant. Begin volgend jaar zullen deze echter ook - met volledige tekstinhoud! - beschikbaar zijn op cd onder de titel LiteRom. De stcn (Short-Title Catalogue, Netherlands) tenslotte, de retrospectieve nationale bibliografie over de periode 1540-1800, omvat inmiddels circa 30.000 referenties. Het betreft de geheel bewerkte collectie van de kb uit de periode 1540-1700 en een deel van de ub Amsterdam die momenteel in bewerking is. Van iedere editie wordt een beschrijving gemaakt volgens de principes van de analytische bibliografie. Iedere twee weken is er een update. De stcn profiteert ook van een begin maart gesloten samenwerkingsovereenkomst tussen de kb in Den Haag en de Herzog August Bibliothek (hab) te Wolfenbüttel. Al geruime tijd werken beide bibliotheken toe naar het opnemen van de ongeveer 20.000 Nederlandse drukken uit de hab in de stcn. Die samenwerking zal nu verder uitgebreid worden inzake bibliografische projecten op wetenschappelijk gebied, onderzoek op het gebied van de boek- en bibliotheekgeschiedenis, retrospectieve catalogisering, internationaal leenverkeer, boekrestauratie en conservering en uitwisseling van personeel. Een eerste duidelijk teken van die samenwerking was de expositie in maart en april in de kb Den Haag onder de titel Neerlandica Ferdinando-Albertina, Nederlandse drukken uit de bibliotheek van hertog Ferdinand Albrecht zu Braunschweig-Lüneburg. In de gelijknamige, door Mathieu Knops samengestelde, catalogus (Den Haag: kb, 1990; 98 p. ƒ 25,-) staan de iii boeken en andere objecten die daar geëxposeerd waren, beschreven. Het voorwoord van prof. dr. Paul Raabe en de inleidingen van mevrouw dr. J. Bepler over ‘Ferdinand Albrecht en Nederland’ en Mathieu Knops overde ‘Nederlandse boeken’ in Wolfenbüttel maken deze tweetalige catalogus nog waardevoller dan hij door de fraaie illustraties en de opsomming van schitterend oud drukwerk al is. Als goed vertegenwoordigde categorieën zijn er de reisverhalen van onder anderen Nieuhof en Dapper, de grote plaatwerken, de politiek-theoretische werken, vorstenspiegels en stamboeken, de oorlogsbeschrijvingen, de stichtelijkmoraliserende naast de triviaalliteratuur. Te zien was ook in de kb Ferdinand Albrechts wandelstok met gouden knop die hij af en toe gebruikt schijnt te hebben voor het aftuigen van onwillige boekhandelaren. Ook toen al...cultuur onder de knop. PJV | |
Literaire knipsels op cd-romEind dit jaar, begin volgend jaar zal een veelomvattend project van het nblc en de Openbare Bibliotheek Amsterdam zijn neerslag vinden op een cd-rom-schijfje. De zogenaamde LiteRom zal de tekst van ongeveer 70.000 knipsels uit de periode 1900- | |
[pagina 169]
| |
1988 uit het bezit van het Nederlands Bibliotheek- en Lectuur Centrum en de ob Amsterdam bevatten en daarmee alle afleveringen van de Literaire Knipselkrant, inclusief de retrospectieve, vervangen. Het zal mogelijk zijn te zoeken op (combinaties van) de naam van de besproken auteur, de titel van het gerecenseerde boek, de naam van krant of tijdschrift, de datum en de naam van de recensent. Op het scherm van de terminal zal de volledige tekst van alle artikelen en recensies te lezen zijn: de knipsels worden in de computer ingelezen via een scanner. De woorden die de computer niet kan lezen, worden met behulp van speciale programmatuur gesignaleerd en automatisch of met de hand aangepast. Het aantal fout gelezen tekens zal minder dan een op elke duizend zijn. Voor meer informatie kan men terecht bij het nblc, de heer P.G. Poell, postbus 93054, 2509 ab Den Haag, 070-3141718. PJV | |
Nieuwtjes□ Hella haasses roman Het woud der verwachting uit 1949 zal in Engeland verschijnen bij Hutchinson onder de titel In a dark wood wandering. Het boek zal gebracht worden in een spectaculaire campagne waarin het in één adem genoemd wordt met Montaillou en The name of the Rose. Overigens zal het boek ook in Duitsland, Frankrijk en Italië verschijnen. □ Jean weisgerber krijgt in de loop van dit jaar zijn huldeboek. M. Bartosik, M. Dupuis, P. Hadermann en D. Hellemans stelden een bundel Avant garde/Modernisme samen, waarin opstellen over dit onderwerp (waarover Weisgerber zelf veel gepubliceerd heeft) werden verzameld. Het boek verschijnt bij de vub-Press te Brussel en kan worden besteld door overschrijving van ƒ 46,- + ƒ 2,50 verzendkosten op rekening 005-4321587-35-040-19van de uitgever onder vermelding van de titel. □ Onder de van Carmiggelt geleende titel ‘Mag het een ietsje meer zijn?’ verscheen onlangs het Verslag van de Algemene Conferentie van de Nederlandse Taal en Letteren 1988 bij de Stichting Bibliographica Neerlandica te 's-Gravenhage in de reeks Voorzetten van de Nederlandse Taalunie. □ De Kees Stipprijs werd in 1990 uitgereikt aan Ivo de wijs. De prijs die eerder werd toegekend aan Drs. P., Driek van Wissen, en Jan Boerstoel is een initiatief van het tijdschrift De Tweede Ronde. Geld is er niet mee gemoeid, maar wel een zilverkleurige bokaal met gedichtje op een marmeren voet. De winnaar mag de volgende laureaat aanwijzen. □ Tijdens het 21ste Poetry International Festival, dat van 16 tot 23 juni zal worden gehouden, zal de C. Buddingh'-prijs worden uitgereikt aan een debuterende Nederlandse dichter. De prijs van ƒ 2500,- zal ook beschikbaar zijn voor een debuut dat nog niet in boekvorm verschenen is. De jury bestaat uit Jan G. Elburg, Jan Eijkelboom en Elma van Haren. □ De Nederlandse Taalunie stelt een bedrag van ƒ 5000,- beschikbaar voor een literair tijdschrift uit Nederland of Vlaanderen dat een speciaal nummer aan de integratie van de Nederlandstalige literatuur zal wijden. Redacties die in aanmerking willen komen voor dit bedrag dienen een beargumenteerde samenvatting van het nummer voor 30 september 1990 aan de Taalunie te sturen. Het beste project zal worden gehonoreerd. □ Dit jaar zal de Bernheim-prijs ten bedrage van bfrs. 100.000 (= ca. ƒ 5000,-) worden toegekend aan Ivo Michiels. Emile Bernheim is een kunstliefhebber die de prijs instelde als honorering van een schrijver wiens werk gekenmerkt wordt door een humanistische visie. Beurtelings komt een Nederlandstalige en een Franstalige auteur in aanmerking voor de prijs. □ Als uitgave van het Cultureel Documentatiecentrum van de Rijksuniversiteit Gent verscheen in de reeks Gentse Bijdragen tot de Literatuurstudie nr. xi van Erik Segers: Lode Zielens van proletariër tot burger (Gent 1989; 204 p.; bfr 400 of ƒ 22,-: Rozier 44, b-9000 Gent, 091/257571, toestel 4226/4227). In deze studie wordt getracht verder te kijken dan Moeder, waarom leven wij? uit Zielens' beginperiode: zijn onvoltooide trilogie toont niet meer de sociaalgeëngageerde auteur van vroeger! □ Guy van Hoof schreef een sympathiek boekje, De vrijheid heeft maar één gezicht, over de Vlaamse cineast, essayist (over o.a. Elsschot, Mussche, Van Hoogenbemt) en prozaïst (o.a. de sf-verhalen Na ons de monsters, De ontwenningskuur) Frans buyens (Antwerpen: Houte- | |
[pagina 170]
| |
kiet/Hadewych, 1989; 94 p. bfr 225). Dit deeltje uit de Klaproos-serie bevat een subjectieve en objectieve bibliografie van Buyens. □ Ter gelegenheid van het afscheid van mevrouw j.a. roelfsema-tenge, conservator van het Multatuli-Museum in de jaren 1957-1988, verscheen een speciale aflevering (jrg. 4, nr. 2, maart 1990) van het katern voor boekverkopers en boekenkopers Uitgelezen boeken onder de titel ‘De Multatulianen groeten u allen zeer’ (Uitg. De Buitenkant, 56 p. + 3 bijlagen; ƒ 17,50 op postgiro 1781409 van Jan de Jong, Amsterdam). Atte Jongstra en Jos van Waterschoot wisten bijdragen te verzamelen van G.W. Huygens, Mani Kummer, Hans van den Bergh, Annemarie Kets-Vree, Bernt Luger en vele andere Multatulianen uit heden en verleden. □ Het tijdschrift Preludium (postbus 7343, 4800 gh Breda, 076-878973) heeft in zijn 6e jaargang dubbelnummer 2/3 gewijd aan F. Bordewijk. Er zijn bijdragen van Siem Bakker over thematische constanten. Ineke Bulte over Bordewijk en de studie der vrouw, Gerda van Rijnsbergen-Dingemans over De Korenharp, Gerrit Jan Kleinrensink over passagedromen, Hugo Verdaasdonk over Bordewijk als criticus en Reinold Vugs over autobiografische elementen in Apollyon. □ Aan Marc reugebrink is op 27 januari 1990 in de Groninger Stadsschouwburg de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1989 van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgereikt voor zijn bundel Komgrond. □ Anne vegter (auteur) en Geerten ten bosch (illustratie) hebben de Libris Woutertje Pieterse Prijs 1990 gekregen voor hun kinderboek De dame en de neushoorn. De prijs bedraagt ƒ 10.000,-.
+++
□ Op 15 februari 1990 overleed te Amsterdam Frans kellendonk (* Nijmegen 7 januari 1951), de auteur van Bouwval waarvoor hij de Anton Wachter-prijs kreeg en van Mystiek lichaam waarvoor hij de F. Bordewijk-prijs ontving. Over de ontvangst van beide werken door de critici, met name Aad Nuis, was Kellendonk zeer teleurgesteld, in het ene geval omdat hij bij de ‘academisten’ werd ingedeeld, in het andere geval omdat hij ten onrechte van antisemitisme beschuldigd werd. □ Op 83-jarige leeftijd overleed op 9 maart 1990 te Eefde dr. Marie Helene van der zeyde. In de jaren dertig publiceerde zij een studie over Hadewych en editeerde zij haar Brieven, voorzien van een moderne vertaling. Verder verzorgde zij in 1940-1941 twee bloemlezingen: Nederlands proza van deze tijd en Nederlandse poëzie van deze tijd. Van haar hand is het hoofdstuk over de letterkunde in de Lage Landen in Nederland tussen de natiën (1946) van Bartstra en Banning. In 1973 verscheen haar in de oorlog vervaardigde vertaling van Thomas More's Utopia. |
|