| |
| |
| |
Literatuur nieuws
NLCM
nlcm is de afkorting voor het onderzoeksprogramma Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen, ingesteld als zogenaamd Pionier-project door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo) en de Rijksuniversiteit te Leiden. Het project staat onder leiding van prof. dr. F.P. van Oostrom; diens studie Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 (1987, herdr. 1988; bekroond met de Wijnaendts Franckenprijs voor Cultuurgeschiedenis; vertalingen in voorbereiding) geeft de methodische richting van het onderzoek aan. Het zal gaan om de plaatsing en interpretatie van Middelnederlandse letterkunde in haar oorspronkelijk verband van historisch functioneren.
Voor de periode 1989-1994 voorziet het project in de aanstelling van in totaal elf onderzoekers-in-opleiding (oio's), die dissertatie-onderzoek zullen verrichten op veelbelovende deelterreinen. Zo is bijvoorbeeld een onderzoek gestart dat (met behulp van de computer) de inventarisatie en studie beoogt van middeleeuwse bezitters van Middelnederlandse boeken, en zodoende belangrijk materiaal kan leveren voor de receptiegeschiedenis. De oioplaatsen staan in beginsel open voor afgestudeerden van alle universiteiten; ongeveer twee keer per jaar zal hiervoor worden geadverteerd in de landelijke pers.
Behalve in (individueel) dissertatie-onderzoek zal het project gestalte krijgen in zogenaamde themagroepen, in welk kader een zestal prominente onderzoekers uit Nederland en België in opeenvolgende semesters leiding zullen geven aan een werkgroep van hiertoe uitgenodigde vakgenoten. Centraal zal steeds een thema staan dat in het actuele onderzoek een brandpunt van discussie vormt (of: zou dienen te vormen!), en waaraan de deelnemers van de werkgroep gezamenlijk aandacht zullen wijden. De (uitgewerkte) resultaten van deze werkgroepen zullen worden gepubliceerd in een reeks themabundels. In het eerste halfjaar van 1990 gaat onder leiding van prof. dr. Herman Pleij de eerste themagroep van start, gewijd aan Middelnederlandse literatuur in de stad.
In het nlcm-programma zijn drie symposia voorzien, waarin problemen en verworvenheden, voor- en nadelen van de (cultuur-)historische benadering van literatuur aan de orde zullen komen. In december 1990 vindt het eerste symposium plaats: Misselike tonghe. De Middelnederlandse letterkunde in interdisciplinair verband.
F.P. van Oostrom heeft zich ten doel gesteld circa 1996 een studie over Jacob van Maerlant te publiceren, die het werk van de vader der Dietsche dichtren algader behandelt in zijn culturele context.
Wie op de hoogte wil blijven van de activiteiten binnen het project kan zich verzekeren van (gratis) toezending van de nlcm-Nieuwsbrief door zich schriftelijk op te geven bij het secretariaat. De Nieuwsbrief zal ongeveer twee keer per jaar verschijnen.
Het nlcm-project beschikt over een eigen secretariaat: P.N. van Eyckhof I, kamer 104b, Leiden, tel. 071-272626/fax 071-272615 (bereikbaar ma. 9.15-17.15 uur; di., do. en vrij. 9.15-14.45 uur) Rijksuniversiteit Leiden, Faculteit der Letteren, Vakgroep Nederlands nlcm, t.a.v. mw. drs. A.B.M. Nijenhuis, Postbus 9515, 2300 ra Leiden.
W. van Anrooij
| |
PAO-cursus Middelnederlandse letterkunde
Op 17, 18 en 19 april 1990 verzorgt de sectie ‘Middelnederlandse letterkunde’ van het Instituut De Vooys een nascholingscursus (pao-cursus) voor neerlandici over De poetica van Jan van Boendale: literatuurtheorie in de middeleeuwen. Het doel van deze cursus is de deelnemers te laten kennismaken met recent onderzoek naar de middeleeuwse opvattingen over aard, doel en werking van literatuur.
Nadere informatie is op schriftelijke aanvraag verkrijgbaar bij A.M.J. van Buuren, Instituut De Vooys voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Trans 10, 3512 jk Utrecht. Aanmelding (eveneens schriftelijk) dient te geschieden voor I maart 1990 bij de bovengenoemde. De kosten van de cursus zullen ongeveer ƒ 25,- bedragen. Er is plaats voor twintig deelnemers.
A.M.J. van Buuren
| |
Symposium-bundel Johan de Brune de Oude
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen is voornemens als deel zes in de serie Werken uit te geven Johan de Brune de Oude (1588-1658), een Zeeuws literator en staatsman uit de zeventiende eeuw. Deze bundel zal de voordrachten bevatten, gehouden op het symposium ter herdenking van het vierhonderdste geboortejaar van Johan de Brune, op 27 november 1988 te Utrecht, alsmede een uitvoerig supplement op de in 1988 verschenen bibliografie. De inhoud van de bundel is als volgt:
- | drs. W.A. Hendriks, ‘Aanleiding’; |
- | dr. P.J. Verkruijsse, ‘Vier gangen en twee toetjes; de drukgeschiedenis van Banket-werk en andere Brunaeana’; |
- | drs. J.H. Kluiver, ‘De ambtelijke loopbaan van De Brune’; |
- | dr. W.J. op 't Hof, ‘De godsdienstige ligging van De Brune’; |
- | dr. Marijke van der Wal, ‘Taalidealen, taalnormen en taalverandering: De Brune in linguïstisch perspectief’; |
| |
| |
- | drs. Jeroen Jansen, ‘De Brune en de stijldeugden: religieus idealisme of 17e-eeuws opportunisme?’; |
- | drs. Paula Koning: ‘Die niet is vies te doen bescheyt/, Die krijgt daer deur wel-sprekentheyd: de spreekwoorden bij De Brune’; |
- | prof. dr. Karel Porteman, ‘De Brunes emblematische essays’; |
- | drs. W.A. Hendriks en dr. P.J. Verkruijsse: ‘Supplement op de descriptieve auteursbibliografie’. |
In totaal zal de bundel, waarvoor subsidie werd verkregen van het Prins Bernhardfonds, circa 160 pagina's omvatten met vele illustraties tussen de tekst en een stofomslag in kleurendruk.
Bij voorintekening bedraagt de prijs ƒ 25,-; na verschijnen ƒ 30,-. Achterin het boek zal een lijst van voorintekenaren worden opgenomen. U kunt zich aanmelden bij het secretariaat van het Zeeuwsch Genootschap, schriftelijk aan het adres Kousteensedijk 7, 4331 je Middelburg, of telefonisch op 01180-30347.
J.H. Kluiver
| |
Rijklof Michaël van Goens-prijs
De Commissie voor opdrachten op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, ressorterend onder de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, stelt een prijs in voor het beste wetenschappelijke artikel op het gebied van de Nederlandse letterkunde geschreven door een student of recent afgestudeerde neerlandicus (m/v). De prijs is in het bijzonder bedoeld om te stimuleren dat goede scripties worden bewerkt tot wetenschappelijke publikaties.
De prijs ontleent zijn naam aan Rijklof Michaël van Goens (1748-1810), medeoprichter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en voorbeeld van een vroegrijp talent. Als vijftienjarige publiceerde hij zijn eerste wetenschappelijke verhandeling, hij promoveerde op zijn zestiende, schreef in de jaren daarna enige vernieuwende artikelen over de Nederlandse literatuur in Europees perspectief en werd in 1766 hoogleraar te Utrecht.
De prijs wordt in beginsel jaarlijks uitgereikt en bedraagt ƒ 2500,-.
Het artikel dient verschenen te zijn in een van de vaktijdschriften of een daaraan gelijkwaardige publikatie tijdens de studie van de auteur dan wel uiterlijk binnen drie jaar nadat deze het doctoraal diploma heeft behaald.
Als jury treedt de genoemde Commissie op.
De prijs wordt voor het eerst uitgereikt in 1990. In aanmerking komen in dat jaar artikelen die verschenen zijn in 1988 of 1989.
Degenen die voldoen aan de criteria voor deelname worden uitgenodigd zich voor 1 maart 1990 te melden bij het Secretariaat van de Commissie, p/a Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Universiteitsbibliotheek rul, postbus 9501, 2300 ra Leiden. Men gelieve een beknopt curriculum vitae en een kopie of overdruk van het desbetreffende artikel mee te zenden. Degenen die de Commissie willen attenderen op een mogelijke kandidaat voor de prijs wordt eveneens verzocht zich tot het secretariaat van de Commissie te richten.
| |
Familiearchief-Vosmaer
In Literatuur 5 (1989), p. 315, werd het verschijnen aangekondigd van de Inventaris van het archief van de familie Vosmaer, 17e-20ste eeuw van de hand van M.C. van Leeuwen-Canneman. Medegedeeld werd dat men zich voor raadpleging diende te wenden tot het Centraal Register van Particuliere Archieven (crpa) in Den Haag. Inmiddels is de situatie omtrent de verblijfplaats van het archief-Vosmaer gewijzigd. Berustte het sinds 1985 tijdelijk bij mijn bureau teneinde een bestemmingsadvies aan de familie te kunnen uitbrengen (reden, waarom het archief is geïnventariseerd), thans heeft de familie, conform mijn advies, ingestemd met inbewaringgeving van dit archief aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief. Onderzoekers in het familiearchief-Vosmaer dienen zich dus niet langer bij mijn bureau te vervoegen, maar in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief, Prins Willem-Alexanderhof 20, Den Haag.
Drs. G.M.W. Ruitenberg,
hoofd crpa
| |
Fraaie Amsterdamcatalogus van Christie's
Op 20 november 1989 werd door Christie's in Amsterdam de schitterende collectie prenten, tekeningen, kaarten en boeken betreffende Amsterdam van mevrouw G.E.A.M. Leonhardt-Pilz von Wernhof geveild. Deze atlas van Amsterdam werd eind negentiende, begin twintigste eeuw bijeengebracht door J.H.H., G. en G.J.G. Leonhardt van het waterleidingbedrijf Peck & Co. en kan de vergelijking met de collecties van bijvoorbeeld Splitgerber, Dreesmann en Van Eeghen (alle drie in het Gemeentearchief Amsterdam) doorstaan. De atlas-Leonhardt bevat schitterend werk van Claes Jansz. Visscher, Romeyn de Hooghe, Reinier Vinkeles en vele andere graveurs en tekenaars uit de zestiende tot negentiende eeuw. Ook de stadsbeschrijvingen van Dapper, Montanus, Willink en Wagenaar werden geveild. De catalogus (ƒ 30,-) voor de veiling was bijzonder fraai uitgevoerd: 127 pagina's met uitvoerige beschrijvingen en zeer veel afbeeldingen, waarvan een aantal in kleur, en een index. Zelfs gedichtjes op de achterzijde van prenten worden ge- | |
| |
Uit de geveilde collectie: De oprichting van de vrijheidsboom op de Dam in 1795 (D.J.T. Kerkhoff, 1766-1821)
transcribeerd, bijv. op pagina 98, regel 256:
Men zegt toen Aanhold's geest voor Hollandsch Vorst verscheen,
En bragt hem onder 't oog, hoe dat men hier voorheen
Een Plunderaar heeft uit de Waag gestoken,
Ontsteld de Vorst en zegt: De Waag moet weggebroken.
'T geen Neerland Eeuwen lang, geld, goed en aanzien gaf,
Breekt thans een corsicaan in Weinig weeken af.
Dit vers staat bij de prent door Gerrit Lamberts van het afbreken van de Waag op de Dam in 1808 op last van koning Lodewijk Napoleon omdat dat gebouw zijn zicht vanuit het paleis benam...
PJV
| |
Van de Woestijne-project
Het Van de Woestijne-project dat aan de Rijksuniversiteit van Gent (rug) begeleid werd door mevrouw A.M. Musschoot zal wegens geldgebrek in 's-Gravenhage voltooid moeten worden. In de loop van 1989 keurde de gemeenteraad van Antwerpen een langlopende bruikleenovereenkomst goed voor een groot aantal manuscripten en documenten van en over de auteur Karel van de Woestijne. De verzameling die afkomstig is uit het bezit van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (amvc) zal onder de vleugels worden gebracht van de Nederlandse Academie van Wetenschappen in Den Haag die de verdere verwerking van het materiaal zal beheren. Het is natuurlijk prachtig dat het werk voortgang kan vinden, maar tegelijkertijd treurig dat een dergelijk project bij de universiteit van Gent moet worden afgebroken om financiële redenen.
GvB
| |
Brieven Gerard Reve
In Nijmegen verscheen eind 1989 bij uitgeverij Verzameld Werk de Index Revianus. Het boekje (omvang 48 p.) bevat een chronologische index op de in boekvorm verschenen brieven van Gerard Reve die werd samengesteld door Vincent Hunink. In het voorwoord schrijft Hunink dat hij aan deze index begonnen is omdat bij het verschijnen van Brieven aan Ludo P. in 1986 nogal wat critici de opmerking maakten dat zij uitzagen naar een volledige chronologische editie van Reves brieven. Deze index maakt het nu mogelijk om zelf die chronologie aan te brengen en de ontwikkeling van Reves werk te volgen.
Hunink gaat uit van alle gepubliceerde brieven, inclusief de reisbrieven van Op weg naar het einde en Nader tot U, en ook de brieven die verschenen in het Alburm Reve. De index geeft in kolommen de plaats, datum, de geadresseerde en de uitgave en pagina van de publikatie. Het register op de brieven begint op 16 juni 1933 en eindigt op 3 mei 1985. Het boekje laat 8 pagina's met voorgedrukte kolomindeling vrij om latere briefpublikaties zelf aan te vullen. Niet onverstandig, want bij een briefschrijver als Reve zal deze index het risico lopen snel te verouderen. De Index Revianus kost ƒ 17,50.
GvB
| |
Dirk Jacob Veegens-prijs
Het bestuur van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen maakt bekend dat de Stichting Fonds voor de Geld- en Effectenhandel in het studiejaar 1989-'90 een prijs beschikbaar stelt voor de bevordering van onderzoek op het gebied van de modernste geschiedenis in de ruimste betekenis van het woord. De beoordeling en toekenning is in handen gelegd van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.
Deze prijs, de Dirk Jacob Veegens-prijs, bedraagt ten hoogste ƒ 35.000,-. De prijs is bij voorkeur bestemd voor reeds lopend en veelbelovend onderzoek om daarmede de afronding en eventuele publikatie
| |
| |
mogelijk te maken. Voorrang wordt verleend aan onderzoek dat vanuit historisch perspectief bijdraagt tot verdieping van het inzicht in ontwikkelingen die voor huidige maatschappelijke en/of culturele stromingen van grote betekenis zijn geweest.
Het onderzoek kan betrekking hebben op een van de onderdelen van de historische wetenschappen zoals economische geschiedenis, sociale en politieke geschiedenis, rechtsgeschiedenis, kunstgeschiedenis (met inbegrip van literatuurgeschiedenis en muziekgeschiedenis), en wetenschapsgeschiedenis. De prijs wordt toegekend aan een of meer onderzoekers ten behoeve van een enkel onderzoeksproject.
Aanvragen tot het verkrijgen van de prijs dienen vóór 1 februari 1990 te worden gericht tot de secretaris geestes- en maatschappijwetenschappen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, prof. dr. D.M. Schenkeveld, Spaarne 17, 2011 cd Haarlem, met inachtneming van het volgende. De aanvraag dient naast een curriculum vitae voldoende gegevens te bevatten ter omschrijving van het onderzoek waarvoor zij wordt ingediend, alsook voldoende gegevens over de beschikbare en de benodigde middelen om het te subsidiëren onderzoek te voltooien. De aanvraag moet vergezeld zijn van ten minste twee aanbevelingen van erkende deskundigen op het desbetreffende vakgebied.
De aanvragen worden beoordeeld door een commissie samengesteld uit leden van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Na beslissing van het bestuur van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, op voordracht van voornoemde commissie, ontvangen alle aanvragers op korte termijn schriftelijk mededeling omtrent de al dan niet toekenning van de prijs.
D.M. Schenkeveld
| |
Libris Woutertje Pieterse-prijs
De Libris Woutertje Pieterse-prijs zal begin maart 1990 opnieuw worden uitgereikt. De prijs, die even groot is als de Constantijn Huygensprijs (ƒ 10.000,-), zal worden toegekend door een jury bestaande uit Jacq Firmin Vogelaar, de boekverzorger Joost van de Woestijne, Bregje Boonstra en columnist Jan Blokker. De eerste twee juryleden zijn nieuw. Boonstra en Blokker moeten volgend jaar uit de jury terugtreden, want volgens de reglementen van de prijs mogen juryleden slechts drie jaar aanblijven en in 1990 is het de derde keer dat de prijs onder voorzitterschap van Jan Blokker wordt uitgereikt.
GvB
| |
Drukkerij-museum in Zutphen
Vlak bij de wereldberoemde Librije van Zutphen komt een drukkerijmuseum. De stichting Grafisch Historisch Centrum Zutphen heeft van de gemeente de voormalige brandewijnstokerij van Mispelblom beschikbaar gekregen. Daar is te zien hoe het drukkersvak zich vanuit het oude ambacht heeft ontwikkeld. Er
De voormalige brandewijnstokerij, binnenkort drukkerij-museum
is een interessante inventaris aanwezig, inclusief een complete papierschepperij. Er wordt echter nog gezocht naar vrijwilligers die kunnen helpen bij de installatie van de persen en dergelijke. Ook donateurs zijn van harte welkom: particulieren voor minimaal ƒ 25,-; bedrijven en instellingen voor minimaal ƒ 100,-. Het voorlopige adres van de stichting is postbus 222, 7200 ae Zutphen, het museumadres is Kerkhof 16, tel. 05750-10522.
PJV
| |
Tien jaar Braches
In september en oktober 1989 was in de Algemene Bibliotheek (ab) - deze nieuwe naam dient ter onderscheiding van de facultaire bibliotheken (fb's) - van de Universiteitsbibliotheek (ub, waarmee de som van ab en fb's bedoeld is) van Amsterdam een keuze uitgestald uit de ‘aanwinsten, 1977-1987, verworven tijdens het bibliothecariaat van prof. dr. Ernst Braches’ De catalogus Verrassingen uit een decennium (68 p.; ƒ 5,-) bevat een Ten Geleide van Ton Croiset van Uchelen dat naast de lovende woorden voor het vooral op de onderzoekscollecties toegespitste acquisitiebeleid van de voormalig
| |
| |
bibliothecaris ook een hoop bibliotheekellende uit de jaren tachtig bevat. De Braches-expositie moest door financiële en organisatorische noodsituaties zelfs twee jaar worden uitgesteld.
De verrassingen van Braches en zijn deskundige medewerkers omvatten ongeveer honderd nummers, verdeeld over de speciale collecties Zeldzame en Kostbare Werken, Rosenthaliana, Bibliotheek van de Boekhandel, Handschriften, Kaarten, Theologie en Documentatie Sociale Bewegingen (waarvan met betrekking tot de laatste inmiddels besloten is dat die verhuist naar het iisg). Bijzondere marmerpapieren voor de papiercollectie, een ets van Rembrandt, brieven van J.P. Hasebroek, Multatuli en Van Eeden, een exemplaar van Koning Davids harpgezangen met eigenhandige opdracht van Vondel, de zeldzame eerste druk van Revius' Over-Ysselsche sangen en dichten van 1630 en natuurlijk ook eigentijds bibliofiel drukwerk van o.a. Jaap Meyer en Ger Kleis zijn tijdens Braches' bibliothecariaat aan de rijke collectie van de UB toegevoegd.
Als appendix bevat de catalogus een overzicht van tentoonstellingen in en van publikaties van de ub van 1978 tot en met 1987. Een persoonsnamenregister ontsluit dit Brachiaans verrassingspakket.
PJV
| |
slaz en slac
Het literaire leven groeit en bloeit in het hele Nederlandse taalgebied. Vrijwel iedere gemeente van enige omvang heeft zo langzamerhand zijn eigen sla; alleen de slotletter varieert: slaa, slaz, slac et cetera. Die letters staan ook niet steeds voor hetzelfde.
De Stichting Literair Amersfoorts Café ( slac dus) organiseert elke tweede zondag van de maand literaire bijeenkomsten waarvoor bekende
Vlaamse en Nederlandse schrijvers worden uitgenodigd. Die bijeenkomsten vinden plaats in het Theater De Lieve Vrouw aan het Lieve Vrouwe Kerkhof in Amersfoort (aanvang telkens om 14.30 uur). In mei 1990 zal alweer de tweede Nacht van de Lach in de Literatuur worden georganiseerd. Nadere informatie over het programma voor de rest van het seizoen 1989/1990 is verkrijgbaar op het volgende adres: Stichting Literair Café Amersfoort, Traviatastraat 5, 3816 tp Amersfoort.
De werkgroep Literaire Activiteiten Zwolle wordt wegens succes geprolongeerd, maar nu als officiële stichting (slaz dus). Het programma voor het seizoen 1989/1990 vermeldt de namen van de auteurs Vonne van der Meer (24-1-1990), Imme Dros (14-2-1990), F. Springer (16-3-1990) en Kees van Kooten (23-5-1990).
Behalve het optreden van schrijvers organiseert slaz een tweetal cursussen (een cursus creatief schrijven en een cursus moderne letterkunde) en een aantal lezingen over auteurs. De bijeenkomsten vinden doorgaans plaats in Literair Café ‘In de Sinnepoppen’ in Zwolle. Nadere informatie over de activiteiten van slaz zijn verkrijgbaar bij het secretariaat van slaz, Brederostraat 37, 8023 an Zwolle.
GvB
| |
Prijzen Jan Campertstichting
De Nederlandse Jan Campertstichting reikte op 15 december 1989 in 's-Gravenhage de jaarlijke Jan Campertprijzen voor literatuur uit. De Jan Campertprijs voor poëzie ter waarde van ƒ 5.000,- ging naar de Vlaamse dichteres Miriam van Hee voor haar dichtbundel Winterhard.
De Constantijn Huygensprijs van ƒ 10.000,- werd voor 1989 toegekend aan Anton Koolhaas voor zijn gehele oeuvre. De F. Bordewijkprijs voor proza ging naar de auteur Jeroen Brouwers. De prijs voor de jeugdliteratuur, de Nienke van Hichtumprijs, werd uitgereikt aan Ieme Biemans.
GvB
| |
Themabijeenkomst de Brabantse brieven van Vincent van Gogh
Voor zaterdag 27 januari 1990 heeft Het Noordbrabants Genootschap, culturele vereniging in Noord-Brabant een themabijeenkomst op het programma staan over de Brabantse brieven van Vincent van Gogh. Vincent van Gogh is (in Nederland) vooral bekend vanwege zijn schilderwerk. Voor zijn brieven, waaronder vele geschreven in Noord-Brabant, bestaat vanouds (in Nederland) minder aandacht. Ten onrechte. De bijeenkomst vindt plaats in Zundert tussen 14.00 uur en 16.15 uur in de Nederlandse Hervormde Kerk aan het Van Goghplein, de kerk waarin Van Goghs vader nog als dominee heeft gestaan. Tijdens de bijeenkomst wordt ook de uitgave Daar in de hei was het zo mooi gepresenteerd.
De toegangsprijs bedraagt ƒ 5,- per persoon (incl. koffie/thee/borrel na afloop). Voorintekening op de gepresenteerde uitgave à ƒ 7,50 per ex. (kan ter plekke worden meegenomen). Vooraanmelding noodzake- | |
| |
lijk i.v.m. de capaciteit van de zaal: Het Noordbrabants Genootschap, postbus 1104, 5200 bd Den Bosch, 073-139484. Belangstellenden krijgen een bevestiging thuisgestuurd.
| |
Padalico Poëziewedstrijd 1990
De Brugse literaire werkgroep Padalico organiseert voor de derde maal haar poëziewedstrijd. De hoofdprijs bedraagt 10.000 frank, daarnaast is er nog een speciale jeugdprijs en enkele eervolle vermeldingen. Iedere deelnemer mag drie gedichten in vijfvoud inzenden voor I maart 1990 naar Padalico Poëziewedstrijd, Parklaan 54, 8200 Brugge 2, waar tevens het wedstrijdreglement kan worden aangevraagd (antwoordzegel bijsluiten a.u.b.). Als deelname in de onkosten wordt 50 frank in postzegels gevraagd.
| |
Waarom lezen wij nog literatuur?
Op 2 juni 1988 werd aan de Letterenfaculteit van de Katholieke Universiteit Brabant een symposium gehouden over het thema ‘Waarom lezen wij (nog) literatuur?’. Sprekers waren Helga Geyer, Jaap Goedegebuure, Willy van Peer en Ralf Schnell. De teksten van hun bijdragen zijn inmiddels verschenen in een bundel die na ontvangst van een girobetaalkaart of een girostortingsbewijs (duidelijk voorzien van naam en adres) wordt toegezonden. Daartoe moet ƒ 10,- worden overgemaakt op gironummer 1077496 t.n.v. Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg onder vermelding van kostencode 810.20.
| |
Nascholingscursus Postmodernisme
Het werkverband Theorie en Geschiedenis van de Literatuur van de Faculteit Letteren ku Brabant, verzorgt t.b.v. leerkrachten in het vwo en aan lerarenopleidingen een cursus ‘Postmodernisme in de literatuur en de literaire interpretatie’. In tien bijeenkomsten kunnen cursisten kennis maken met en inzicht verkrijgen in het postmodernisme als een dominante stroming in de hedendaagse literatuur, en de daarmee samenhangende leesstrategieën. De cursus vindt plaats op dinsdagavond, in de periode van 6 maart tot en met 15 mei 1990. Docenten zijn: prof. dr. J Goedegebuure, mevrouw drs. O. Heijnders en dr. F. Joostens. Kosten: ƒ 100,- (incl. cursusmateriaal).
Aanmelding en nadere informatie bij het werkverbandssecretariaat, tel. 013-662773, Faculteit Letteren ku Brabant, postbus 90153, 5000 le Tilburg.
M. van den Berg
| |
Fin-de-siècle toen en nu
Op 24 februari 1990 houdt de vereniging Spleen in het Centraal Faciliteitengebouw van de Rijksuniversiteit Leiden een lezingendag over het vorige en het komende fin-de-siècle. Niet alleen literatuur, maar ook beeldende kunst, film en muziek komen op deze dag aan bod. Sprekers zijn onder anderen: Jaap Goedegebuure, Jacqueline Bel, A.P.L. Bodard en N. Brederoo. Inlichtingen: mevrouw Koster, 010-4187497.
Caspar Gijzen
| |
Middeleeuwse miniaturen uit de Noordelijke Nederlanden
In het Rijksmuseum Het Catharijneconvent te Utrecht wordt in de weken rond Kerstmis 1989 (10 december 1989-11 februari 1990) een grote tentoonstelling gehouden van miniaturen die tussen 1400 en 1535 in ons
De geboorte van Christus, Londen, British Library, ms. Add. 50005, f. 22v
land zijn vervaardigd als illustratie van handgeschreven boeken. Meer dan honderd schitterende en kleurrijke meesterwerken van middeleeuwse Nederlandse kunstenaars zullen op deze expositie bijeengebracht worden. Sommige handschriften, met name uit particulier bezit, zijn zelfs nooit eerder geëxposeerd geweest.
De tentoonstelling doet de ‘gouden eeuw der Nederlandse miniatuurkunst’ gedurende enkele maanden in Utrecht herleven. Omdat uit het begin van de vijftiende eeuw vrijwel geen geschilderde panelen bewaard zijn gebleven, vormen de miniaturen de enige bron van onze kennis van de Nederlandse schilderkunst uit die tijd. Beroemde schilders als Jan van Eyck en de Gebroeders Limburg hebben juist als miniatuurschilders hun vak in ons land geleerd, voordat zij naar de beter betalende opdrachtgevers in het zuiden vertrokken.
De uitdrukkingskracht van de getoonde miniaturen doen niet onder voor meesterwerken van de Franse miniatuurkunst als de Très Riches Heures van de Duc de Berry. Niet voor niets waren Nederlandse boek- | |
| |
verluchters in dienst van de Franse en Bourgondische vorsten.
Op de tentoonstelling zal een min of meer chronologisch overzicht gegeven worden van de belangrijkste ateliers in steden als Utrecht, Delft en Haarlem. Ook de kleinere ateliers in West- en Oost-Nederland komen aan de orde. De handschriften worden telkens getoond rond de belangrijkste bewaard gebleven topstukken. Zo is er een groep rond het beroemde getijdenboek van Katharina van Kleef, het absolute hoogtepunt van de Noordnederlandse miniatuurkunst, waarvan beide delen op de tentoonstelling te zien zullen zijn. Andere handschriften worden gegroepeerd rond de Bijbel van Evert van Soudenbalch, het Brevier van Beatrijs van Assendelft of het kleine, maar magistraal verluchte Getijdenboekje van Margaretha van Kleef, waarvan de stijl geassocieerd wordt met het grafelijk hof in Den Haag. De tentoonstelling wordt de belangrijkste en meest kostbare die Het Catharijneconvent in zijn tienjarig bestaan heeft georganiseerd. Meer dan vijftig Europese en Amerikaanse musea, bibliotheken en particulieren hebben hun handschriften in bruikleen willen afstaan ten behoeve van deze expositie. Door de samenwerking met de Pierpont Morgan Library in New York, het rijkste museum op dit gebied in Amerika, zullen alle belangrijke handschriften uit Amerikaans bezit, onder meer uit de Walters Art Gallery, het Paul Getty Museum en de Pierpont Morgan Library gedurende twee maanden naar Utrecht komen.
De expositie zal later ook te zien zijn in de Pierpont Morgan Library te New York, en wel van 1 maart tot 6 mei 1990.
| |
Nul = 0 en De Nieuwe Stijl 1959-1966
Van 15 december 1989 tot en met 25 maart 1990 wijdt het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage een tentoonstelling aan de avant-garde tijdschriften nul=o en De Nieuwe Stijl (dns) uit de jaren zestig.
nul=o werd opgericht door de schilder Henk Peeters en bracht de aansluiting tot stand tussen de nieuwste buitenlandse tendenzen en kunstenaars (Arman, Fontana, Yves Klein, Manzoni, de Japanse Gutaigroep en de Duitse groep zero) en een aantal Nederlanders. Drie grote tentoonstellingen werden aan deze groepen gewijd: in 1962 en 1965 in het Stedelijk te Amsterdam, in 1964 in het Haags Gemeentemuseum. De Nederlandse vertegenwoordigers waren Armando, Henk Peeters, J.J. Schoonhoven en de nieuw-realist Jan Henderikse. In Den Haag vond men een vast onderkomen in galerij Orez.
De Nieuwe Stijl komt voort uit het aanvankelijk Vlaamse literaire tijdschrift Gard Sivik. In het voorjaar van 1963 trok een Nederlands kwartet de redactie naar zich toe: Armando, Hans Sleutelaar, C.B. Vaandrager en Hans Verhagen. Het laatste nummer van Gard Sivik verscheen onder de kop ‘een nieuwe datum in de poëzie’; op het omslag het verkeersbord ‘einde vijftig’.
Hetzelfde viertal, aangevuld met Henk Peeters, bracht daarna dns uit, dat twee maal verscheen in de vorm van een pocket. Het tijdschrift droeg de ondertitel ‘Werk van de internationale avantgarde’. Kenmerkend voor de Nieuwe (of Totale) poëzie was het isoleren van taalflarden. De aandacht voor alledaagse elementen uit het moderne maatschappelijke leven, gevoegd bij een streven naar objectiviteit, verbond dichters en schilders met elkaar.
De expositie geeft aan de hand van beeldende kunst, brieven, documenten, typoscripten, boeken en tijdschriften een beeld van deze roerige periode in de kunst en de literatuur.
De tentoonstelling is gratis toegankelijk. Openingstijden: di. t/m za. 10-17 uur; zo. 13-17 uur; 26 december gesloten. Het museum ligt vlakbij het Centraal Station, achter Winkelcentrum Babylon.
| |
Nieuwtjes
□ Uitgeverij Cadans kondigde de verschijning van Jongenslief en jongensleed, een afzonderlijke uitgave van Harry G.M. Pricks nawoord bij De kleine republiek, aan als een voorproefje van de te verwachten definitieve Van Deysselbiografie.
□ Joost Nijsen, nog maar enkele jaren hoofdredacteur van Boekblad, is per 1 januari 1990 benoemd tot uitgeversdirecteur van Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam. Nijsen, afgestudeerd neerlandicus, zal in die functie nauw gaan samenwerken met de neerlandicus Vic van de Reijt, hoofdredacteur van het fonds van Nijgh & Van Ditmar.
□ Patricia de Martelaere ontving voor het in 1983 verschenen Dagboek van een slapeloze de Vlaamse Debuutprijs 1988.
□ De Anna Bijnsprijs 1989, een tweejaarlijkse literaire prijs voor het oeuvre van een vrouwelijke auteur, werd op 26 november 1989 tijdens het Anna Bijnsbal uitgereikt door mevrouw Til Gardeniers, oud-minister van crm en lid van de Raad van State, aan de schrijfster Inez van Dullemen.
□ In 1990 is het 75 jaar geleden dat uitgeverij Em. Querido werd opgericht. Dat feit zal door de uitgeverij worden gevierd met een aantal activiteiten. Op 22 september 1989 werd door directeur Ary Langbroek het Jubileumprospectus 1915-1990 aan Hella S. Haasse aangeboden. Op het programma staat onder meer de uitgave van een volledige fondsbibliografie van Querido.
□ De drie jaarlijkse Querido Reisbeurzen werden in 1989 verloot onder Querido-auteurs. De drie bedragen van ƒ 3.000,- kwamen terecht bij C.O.
| |
| |
Jellema, Hansje van Keulen en Doeschka Meijsing.
□ Tot bijzonder hoogleraar vanwege de Dr. P.A. Tiele-stichting aan de Universiteit van Amsterdam is benoemd dr. Bert van Selm, universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Leiden. In het kader van de bij de leerstoel behorende opdracht zal Van Selm colleges geven over de ‘geschiedenis van uitgeverij en boekhandel’.
□ De nieuwe voorzitter van de jury voor de ako Literatuur Prijs 1990 is Arie van der zwan, president-directeur van The World Software Group en bijzonder hoogleraar Ondernemingsbeleid en Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De andere juryleden zijn Renate Dorrestein, S. Dresden, Leo Geerts en Rudi Wester.
□ Simon vinkenoog heeft in september 1989 de intentie uitgesproken zijn archief te verdelen over een aantal instellingen. Afgezien van de vraag of het een verstandige beslissing is om een samenhangende collectie te splitsen, kunnen zich in het nieuwe respectievelijk toekomstige bezit verheugen het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, de Universiteitsbibliotheek en het Gemeentearchief te Amsterdam en het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag. Over een precieze verdeling van het grotendeels niet geïnventariseerde materiaal wordt door de verschillende instanties nog overlegd. De vooral op Amsterdam als ‘magies sentrum’ betrekking hebbende documenten (pamfletten, tijdschriften e.d.) zijn inmiddels in een zevental dozen op het Gemeentearchief gearriveerd.
□ In oktober 1989 werd in Nijmegen een nieuw literair tijdschrift ten doop gehouden: parmentier, een uitgave van de Stichting Randschrift die ontstaan is uit het inmiddels opgeheven tijdschrift van die naam. Er wordt geen programma geformuleerd; de inhoud moet voor zich spreken. Dubbelnummer 1/2 van jaargang 1 van dit typografisch goed verzorgde periodiek gaat over ‘Henk van Ulsen en de voordracht van literatuur’. Een abonnement kost ƒ 30,- (los nummer 1/2: ƒ 15,-) op giro 5647814 van J. van der Putte/Randschrift te Nijmegen. Het redactie-adres is: Antiquariaat Verzameld Werk, t.a.v. Han Rouwenhorst, Van Welderenstraat 97, 6511 me Nijmegen, 080-221639. Van harte aanbevolen door Adriaan van Dis, A.F.Th. van der Heijden, Monika van Paemel, Drs. P. en Johan Polak.
□ De Herman Gorterprijs 1989, groot ƒ 12.000,-, is door het Amsterdams Fonds voor de Kunst toegekend aan Robert anker voor zijn bundel Nieuwe veters.
□ Naar aanleiding van een enquête onder middelbare-schoolleerlingen is de Diepzeeprijs 1989 van ƒ 5.000,- door het tijdschrift Diepzee toegekend aan J. bernlef. Diens Hersenschimmen is favoriet gebleken op de literatuurlijsten voor de eindexamens.
□ De tweejaarlijkse De Witte-prijs van de gelijknamige Haagse sociëteit is voor 1989 toegekend aan Helga ruebsamen voor haar bundel Op Scheveningen.
□ Een bedrag van ƒ 15.000,- en een bronzen sculptuur van Jeroen Henneman, samen de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek 1989 van de Stichting cpnb uitmakend, zijn toegekend aan tekenares Marjolein bastin.
□ Hannemieke Stamperius (Hannes meinkema) kreeg de bij de Annie Romein Prijs van het tijdschrift Opzij behorende ƒ 5.000,- voor haar publikaties die ‘de vrouwenbeweging tot stut en steun zijn geweest’.
□ Het Amsterdams Fonds voor de Kunst reikte eind oktober 1989 in Paradiso de Amsterdamse kunstprijzen uit. Van de literaire prijzen ging die voor poëzie naar Robert anker, die voor proza naar armando en die voor het essay naar Jacq. Firmin vogelaar.
□ Begin november 1989 trad museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam naar buiten met een bijzondere nieuwe aanwinst: een van de weinige schilderijen van Karel van mander die nog overgeleverd zijn, namelijk de ‘Doortocht door de Jordaan’, zijn uit 1605 daterende schilderij met als thema het bijbelverhaal over de spectaculaire doortocht zoals beschreven in Josua 3. Het schilderij werd voor $ 285.000 op een veiling in Londen verworven.
□ Op 16 december 1989 werd de Prijs voor Meesterschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgereikt aan e.h. kossmann.
+++
□ Op 91-jarige leeftijd overleed op 25 oktober 1989 de grote Vlaamse auteur Gerard walschap. De op 9 juli 1898 geboren Walschap was redacteur van een aantal tijdschriften, waaronder Dietsche Warande & Belfort, en de auteur van een groot aantal romans, die - na zijn geloofscrisis in de jaren dertig - door hun antireligieuze thematiek opzien baarden. In 1968 kreeg hij de Prijs der Nederlandse Letteren. In België werd hij in 1975 in de adelstand verheven: baron Walschap.
□ Op 6 november 1989 overleed Henk Kalbfleisch (*1928), beter bekend onder zijn auteursnaam Huug kaleis. Hij publiceerde kritieken in Het Parool en De Gids en geruchtmakende essays in Schrijvers binnenste buiten (1969) onder anderen over Ter Braak, over Kees Fens en de Merlyn-methode van de door hem zo genoemde ‘structurenwichelaars’, over Van Oudshoorn en Van het Reve en tegen de ‘vrome gemeente van links’ waarin Mulisch het moest ontgelden.
□ Drs. Marie veldhuyzen overleed op 10 november 1989. Vanuit haar werk aan het Volksliedarchief van het P.J. Meertens-Instituut publiceerde zij ook over neerlandistische onderwerpen met betrekking tot melo- | |
| |
dieën en liederen van onder anderen Bredero, Starter en G.J. Helmer.
□ Op 14 november 1989 overleed op 88-jarige leeftijd de auteur Salvador Hertog, schrijver van proza en poëzie en vertaler. Hertog verzamelde een belangrijk deel van zijn proza in Onwaarschijnlijk bestaan (1975).
□ Op 18 november 1989 overleed de dichter Hendrik de Vries op 93-jarige leeftijd. De Vries, die behalve dichter ook beeldend kunstenaar was, had een bijzondere voorkeur voor de Spaanse copla, waarvan hij er een groot aantal vertaalde. Hij was een vooraanstaande figuur in de Groningse Kunstkring De Ploeg. In 1962 werd zijn oeuvre bekroond met de Constantijn Huygensprijs en in 1976 met de P.C. Hooftprijs. |
|