Literatuur. Jaargang 6
(1989)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 361]
| |||||||||||||||||||||||
Literatuur-dag 9 december 1989 Is de Nederlandse letterkunde er alleen voor neerlandici?Aan deze vraag zal de redactie van het tijdschrift Literatuur in december een studiedag wijden. Toen in januari 1984 het eerste nummer van Literatuur verscheen, beloofde de redactie de bestudering van de Nederlandse letterkunde door middel van vlot leesbare artikelen toegankelijk te maken voor een breder publiek. Het moest een actueel vakblad voor literatuurliefhebbers worden. Met aan de ene kant boeiende en vernieuwende onderzoekspresentaties en aan de andere kant nieuws uit de literaire wereld, columns, interviews en recensies. Literatuur voltooit in december zijn zesde jaargang. De vraag is nu in hoeverre het blad in de oorspronkelijke opzet geslaagd is. Zijn er sporen te ontdekken van een bredere en levendigere belangstelling voor de bestudering van de Nederlandse letterkunde? En, zo ja, zit Literatuur op dat spoor? Moet het blad zo doorgaan? Aan deze kwesties wil de redactie op 9 december aanstaande, van 10.30 tot 18.00 uur, een discussiedag wijden. Elk van de vijf redacteuren zal een korte voordracht houden, waarna er mogelijkheid tot discussie is met een afsluitend forum. De kosten voor de Literatuur-dag bedragen ƒ 25, -, inclusief koffie, thee, lunch en borrel. Belangstellenden kunnen zich opgeven voor deze dag door uiterlijk voor 1 december dit bedrag over te maken op girorekening nr. 433410, ten name van: Redactie Literatuur, Leiden. Na 1 december kan men zich nog telefonisch opgeven bij uitgeverij hes, 030-316977, en dient men op de dag zelf bij de entree te betalen. De Literatuur-dag wordt gehouden in de Rijksuniversiteit Leiden, Witte Singel-Doelencomplex, Cleveringaplaats 3, Leiden. | |||||||||||||||||||||||
Studiegroep Vrouwengeschiedenis van de Vroegmoderne TijdDe Studiegroep Vrouwengeschiedenis van de Vroegmoderne Tijd bestaat sinds april 1988. De Studiegroep richt zich vooral op de Nederlandse geschiedenis vanaf de middeleeuwen tot aan de Franse tijd. Ze heeft een interdisciplinair karakter. Deelname staat open voor historici, kunsthistorici, rechtshistorici, neerlandici, historisch pedagogen en andere belangstellenden die onderzoek doen naar vrouwen in de vroegmoderne tijd. Haar doelen zijn:
De nadruk ligt op het uitwisselen van concrete ervaringen met betrekking tot het vinden en interpreteren van geschikt bronnenmateriaal. De studiegroep komt viermaal per jaar bijeen. Op elke bijeenkomst houden een of meer deelnemers een korte lezing over hun onderzoek, gevolgd door een discussie. Naar aanleiding van elke bijeenkomst wordt een nieuwsbrief uitgegeven. Deze bevat een verslag van de bijeenkomst, mededelingen over congressen en studiedagen en recent verschenen literatuur et cetera. Een abonnement op de nieuwsbrief kost ƒ 15, -, te storten op giro 5390063, t.n.v. M. de Baar, Parkstraat 16, Utrecht. | |||||||||||||||||||||||
Coornhert-herdenking 1990In 1990 is het vierhonderd jaar geleden dat Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590) overleed. De propagandist van de verdraagzaamheid, die ook van belang is als filosoof, theoloog, toneelschrijver, beeldend kunstenaar en musicus, krijgt een herdenking op nationaal niveau. Het concept-programma voor 1990 ziet er als volgt uit: januari Opening van het Coornhertjaar met de onthulling van een reliëf ‘Verdraagzaamheid’ in Gouda, de uitgave van een herdenkingsbundel bij de Walburgpers te Zutphen, een lesbrief voor het middelbaar onderwijs, een tv-documentaire van de avro en een expositie van boeken en prenten van en in verband met Coornhert in de Openbare Bibliotheek te Heemstede. februari Symposium ‘Coornhert en | |||||||||||||||||||||||
[pagina 362]
| |||||||||||||||||||||||
de Europese democratie’, georganiseerd door het Humanistisch Studiecentrum Nederland te Amsterdam. maart Symposium ‘Theorie en praktijk van het non-discriminatiebeginsel’, aan de Juridische Faculteit van de Rijksuniversiteit Limburg. 22 mei Symposium ‘Maatschappij en criminaliteit’, Erasmus Universiteit Rotterdam. 1 apr.-30 jun. Tentoonstelling ‘Coornhert en de Gevangenpoort’ in de Gevangenpoort te Den Haag. 6-8 sept. Symposium ‘Penal reform in a European perspective’, georganiseerd door de Coornhertliga in het Concertgebouw te Haarlem. oktober Tentoonstelling ‘Coornhert als inspirator en graveur’ in het stedelijk museum Het Catharina Gasthuis te Gouda, later misschien ook in het Frans Hals Museum te Haarlem. Lezingen door dr. H.F.K. van Nierop en prof. dr. J.J. Woltjer te Gouda. 29 oktober Officiële herdenking in de St. Janskerk met een Coornhertrede, de uitreiking van de Coornhertpenning en uitvoering door Camerata Trajectina op basis van Coornherts Liedboek, Boëticusvertalingen en toneelstukken. november Lezingen door mevr. drs. A.C.G. Fleurkens en drs. A.J. Gelderblom te Haarlem. 16 november Coornhert-concert in de St. Janskerk te Gouda met o.a. de première van de Coornhert Cantate van Jan van Dijk. voor-/najaar Coornhert Colleges in het kader van Studium Generale aan de Rijksuniversiteit Groningen. najaar Coornhert Colleges over Coornhert als filosoof door prof. dr. M. Fresco aan de Rijksuniversiteit Leiden. De toneelgroep Intertheater o.l.v. Kees Wijting zal voor de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs een toneeluitvoering verzorgen van Coornherts ‘De comedie van de Rijke man’, vrij bewerkt door Jan Kooijman tot ‘Het spel van de rijke man’. Nadere informatie over onderdelen van het programma zullen t.z.t. bekend gemaakt worden. Het secretariaat van het Nationaal Comité Coornhertherdenking 1990 is te bereiken op postbus 2042, 2800 bd Gouda. Het informatiecentrum bevindt zich bij de vvv Gouda, Markt 27, 2801 JJ Gouda, 01820-13666. PJV | |||||||||||||||||||||||
Symposiumbundel ‘Bilderdijks boekenwijsheid’Op 28 en 29 april 1988 hield de Vereniging het Bilderdijkmuseum een symposium over de veilingcatalogi van Bilderdijks boekenbezit. Tweemaal werden Bilderdijks boeken publiek verkocht: in 1797 na zijn gedwongen vertrek uit het vaderland, en in 1832 na zijn dood. De lezingen van dit symposium zijn nu gebundeld onder bovenstaande titel en bestrijken de volgende velden van onderzoek: geschiedenis (J. Roelevink), rechten (H.C. Gall), beeldende kunst (P. Knolle), filosofie (L. Engelfriet), theologie (P.L. Schram), natuurwetenschappen (H.A.M. Snelders), geneeskunde (M.J. van Lieburg), taalkunde (J. Noordegraaf), klassieken (J. Zwaan), buitenlandse romantici (C. de Deugd) en Nederlandse literatuur (P.J. Buijnsters). Deze bijdragen worden voorafgegaan door een ten geleide van L. Strengholt en een vergelijking tussen de beide veilingcatalogi door M. van Hattum. Met register van persoonsnamen, 144 pp. geïllustreerd. Prijs ƒ 25,00 excl. portokosten (ƒ 3,00). De bundel wordt u toegezonden na ontvangst van dit | |||||||||||||||||||||||
[pagina 363]
| |||||||||||||||||||||||
bedrag op postrek. 3054 van de Amrobank, Korte Vijverberg 4, 's-Gravenhage, rek. no. 47.29.85.809, t.n.v. het Bilderdijk-Museum. Vermeldt u s.v.p. op uw overschrijving de woorden ‘Bilderdijks boekenwijsheid’. M. van Hattum | |||||||||||||||||||||||
Colloquium over emblematiek te LeuvenInternationaal staat het onderzoek van de emblemataliteratuur volop in de belangstelling, getuige het groot aantal congressen en de nauwelijks te volgen vloed van publikaties, vaak in speciaal aan het genre gewijde reeksen en tijdschriften. Uiteraard krijgt daarbij de Europees zo belangrijke Nederlandse emblematiek veel aandacht. De nood aan een solide inbreng vanwege onderzoekers uit de Lage Landen wordt in het buitenland evenwel sterk aangevoeld: Nederlandse publikaties dringen er trouwens moeilijk door en oude misvattingen leiden er een taai bestaan. Bij ons is er te weinig aansluiting bij wat elders gebeurt en mist men uiteindelijk de gelegenheid om een belangrijk onderdeel van onze zestiende- en zeventiende-eeuwse literatuur met een grote kans op gehoor aan de man te brengen. Om een en ander te verduidelijken, te evalueren en te verhelpen wordt te Leuven op zaterdag 9 december 1989 een colloquium georganiseerd over het onderwerp ‘The emblem in the Low Countries. Requirements of international research’ met de volgende programma-onderdelen:
Het colloquium wordt gehouden in het Erasmushuis van de k.u. Leuven, Blijde-Inkomststraat 21, b-3000 Leuven. Op dit adres dient men zich wegens het beperkte aantal plaatsen tevoren op te geven (t.a.v. K. Porteman, Afd. Nederlandse Literatuurstudie). De kosten bedragen bfr. 150 of ƒ 7,50, inclusief lunch bfr. 500 of ƒ 25, -. K. Porteman | |||||||||||||||||||||||
Leerstoel Algemene en Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Limburg te MaastrichtMet ingang van 1 maart 1989 is de dichter en essayist dr. Wiel Kusters vanwege de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs Limburg benoemd tot bijzonder hoogleraar in de Algemene en Nederlandse Letterkunde. De door hem bezette leerstoel is ondergebracht in de Faculteit der Algemene Wetenschappen en maakt aldaar deel uit van de werkgroep in oprichting Kunst- en Cultuurwetenschappen. In samenwerking met de vakgroepen Geschiedenis en Wijsbegeerte heeft Wiel Kusters een onderzoeksproject georganiseerd dat kortweg ‘Transgressiemotieven’ heet en dat zich begeeft op het terrein van het literaire motievenonderzoek. De term transgressiemotieven (eventueel: transgressiemetaforen of transgressiesymboliek) verwijst naar een complex van beelden en symbolen in literatuur en beeldende kunst, waarmee op dikwijls zeer uiteenlopende wijzen uitdrukking wordt gegeven aan het menselijk verlangen of streven naar overschrijding van fysieke en/of psychische grenzen. Te denken valt hier aan het zogenaamde Icarusmotief, aan het beklimmen van de toppen der aarde en aan het motief van de ontdekkingsreis, de exploratie van onbekende en nog onbetreden gebieden, inclusief het binnenste der aarde en de diepten van de oceaan. De betrokken kunstwerken - in de aanvang vooral gedichten en verhalen, later ook schilderijen, tekeningen en plastieken - worden tijdens de eerste fase van het project met een ‘zuiver-literair’ instrumentarium geanalyseerd en geïnterpreteerd, waarbij zij ook in hun literairhistorische en poëticale context geplaatst zullen worden. Vanuit filosofisch-historisch perspectief en vanuit de geschiedenis van maatschappij, wetenschap en techniek wordt de literaire interpretatie aangevuld en genuanceerd, zodat er uitzicht kan ontstaan op de algemeen-culturele implicaties van de betrokken motieven binnen een bepaalde af te bakenen periode, en, diachroon beschouwd, op de ontwikkeling van deze motieven, hun varianten en metamorfosen. Gelet op Kusters' literair-wetenschappelijke en publicistische achtergrond kan men van de Rijksuniversiteit Limburg in de komende jaren ook studies verwachten over de poëzie en poëzie-opvattingen van enkele naoorlogse Nederlandse dichters. In het kader van zijn onderwijs ten behoeve van de overige faculteiten van de Rijksuniversiteit Limburg | |||||||||||||||||||||||
[pagina 364]
| |||||||||||||||||||||||
houdt Wiel Kusters zich onder meer bezig met het motief van de ‘bezielende ziekte’: inspiratie als ziekte en ziekte als inspirerend gegeven. Inlichtingen: Rijksuniversiteit Limburg, Werkgroep in oprichting Kunst- en Cultuurwetenschappen, postbus 616, 6200 md Maastricht, (043) 888365. | |||||||||||||||||||||||
Voordrachten Tine RuysschaertTine Ruysschaert
In het seizoen 1989/1990 zal Tine Ruysschaert onder het impresariaat van Frans van Bronkhorst een drietal programma's brengen. Het eerste programma bestaat uit voordrachten uit het werk van Boon in het kader van de Louis Paul Boon-herdenking. De voorstelling zal muzikaal worden omlijst. Het tweede programma is wat zij zelf omschrijft als een ‘woordtheater’ gebaseerd op Hugo Claus' roman Het verdriet van België, onder regie van Ton Lutz. Het derde programma heet Callas en ik, een theatermonoloog die uitgaat van een tekst van Louis Ferron, Toonkunst. In Callas en ik kijkt een eens gevierde operazangeres op haar leven terug. Rondscharrelend in haar kamertje in een tehuis voor bejaarde kunstenaars, daalt zij af naar haar verleden. Deze voorstelling is geregisseerd door Bart Scheepens. Voor alle drie de programma's geldt een uitkoopsom. Voor de eerste twee betaalt men ƒ 1700, - exclusief btw, en voor het programma Callas en ik ƒ 1800, - exclusief btw. Voor inlichtingen kan men zich wenden tot Impresariaat Frans van Bronkhorst, Burg. Lambooylaan 23, 1217 lc Hilversum (035-217248). GvB | |||||||||||||||||||||||
SLAA-activiteitenOnder de titel De Erflaters loopt vanaf 24 oktober 1989 een reeks lezingen over erflaters van de Nederlandse cultuur van de twintigste eeuw. Op 21 november 1989 spreekt de schrijfster Hella S. Haasse over een van de naamgevers, namelijk Annie Romein-Verschoor. Op 19 december is er een lezing van Gerrit Komrij over de dichter Martinus Nijhoff. De musicus Reinbert de Leeuw zal op 23 januari 1990 spreken over de dirigent Mengelberg en de componist Matthijs Vermeulen. Drs. R.F.M. Lubbers zal spreken over de staatsman Ruys de Beerenbrouck op 20 februari 1990. Alle lezingen beginnen om 20.30 u. en worden gehouden op de gebruikelijke plek aan het Kleine-Gartmanplantsoen 10 te Amsterdam. De lezingen maken deel uit van het boek Erflaters van de twintigste eeuw dat in maart van 1990 bij uitgeverij Querido zal verschijnen. Daarin kunnen bijdragen verwacht worden over onder meer Piet Mondriaan, Maria Dermout, Johan Huizinga, J. Tinbergen, H. Kamerlingh Onnes, Menno ter Braak, Gerrit Rietveld. De historicus H.W. von der Dunk zal het boek inleiden met een opstel over het verschijnsel ‘erflater’ en Jan Blokker zal het boek besluiten met een nabeschouwing. De bundel zal ƒ 39,90 gaan kosten. GvB | |||||||||||||||||||||||
De Mérode en MankesDe schilder Jan Mankes en de dichter Willem de Mérode hebben elkaar niet gekend. Jan Mankes lag al vijf jaar op het kerkhof van Eerbeek begraven, toen De Mérode zich in 1925 in een Eerbeekse boerderij vestigde. Mankes stierf jong, hij werd maar dertig jaar. In die korte tijd schilderde hij een prachtig oeuvre bij elkaar, dat vaak geëxposeerd wordt en dat voor een groot deel het eigendom is van het Arnhemse Gemeentemuseum. In zijn Eerbeekse serre schilderde hij zijn ‘Kraai’, ‘Parelhoen’, ‘Stilleven met schedel’ en ook ‘Uitzicht uit atelier te Eerbeek’. Men ziet daarop de bosrand en het Huis Te Eerbeek, waar De Mérode vaak wandelde tussen de beuken. Van vóór zijn Eerbeekse tijd dateren onder meer zijn ‘Geit’, ‘Zelfportret met uil’, ‘Kinderkopje’. De Mérode kende de weduwe van de schilder, Annie Mankes-Zernike, die de zuster van de schrijfster Elisabeth Zernike en van de natuurkundige en Nobelprijswinnaar Zernike was. Annie Zernike was de eerste vrouwelijke predikant in Nederland. Zij trok zich na De Mérodes gevangenschap zijn lot aan, nam hem in huis in Rotterdam en zorgde, samen met de schrijfster Wilma Vermaat, dat hij in Eerbeek kamers kreeg. 1989 is een De Mérode- en een Mankesjaar. Op 22 mei was het 50 jaar geleden dat de dichter stierf en op 15 augustus 100 jaar geleden dat de schilder geboren werd. Behalve een straatnaam hebben de beide kunstenaars in Eerbeek (gemeente Brummen) geen herinneringsteken. De Brummenaar Leen van Weelden, directeur tentoonstellingsdienst Stichting Beeldende Kunst Gelderland, heeft het initiatief genomen daar verandering in te brengen. Maar omdat gemeentelijke molens zeer langzaam malen en subsidies langs verre wegen aangevoerd moeten worden, heeft hij | |||||||||||||||||||||||
[pagina 365]
| |||||||||||||||||||||||
Jan Mankes, Zelfportret met uil, 1911, olieverf (Gemeentemuseum Arnhem)
voor 1989 alvast een papieren monumentje laten maken: het boekje Willem de Mérode - Jan Mankes, verschenen op 15 augustus 1989. Het telt maar 12 bladzijden, een omslag en een stofomslag en is een uitgave van de marginale uitgever ‘De Geiten Pers’ (het fraaie vignetje is ontleend aan de ‘Geit’ van Mankes). In het boekje staan de beide gedichten die De Mérode in 1925 en 1927 op Jan Mankes en zijn werk schreef. Ze zijn in twee vormen opgenomen: eerst in facsimile, daarna in druk. Verder bevat het boekje twee prachtig gedrukte reprodukties van schilderijen van Mankes. Het zijn het bekende ‘Zelfportret met uil’ en het minder bekende ‘Kinderkopje’, beide uit 1911. (Jan Willem Otten gebruikte het teer gecraqueleerde ‘Kinderkopje’ in 1984 voor het omslag van zijn roman Een man van horen zeggen, en gaf er in de roman een beschrijving van.) Een colofon tenslotte geeft technische informatie over het boekje, de schilderijen en de handschriften. Het geheel is perfect verzorgd. Sponsoring maakt het mogelijk dat het boekje gratis verkrijgbaar is. Liefhebbers hoeven alleen de verzendkosten te betalen. Wie vijf gulden overmaakt op giro 99 16 20 t.n.v. L. van Weelden te Brummen met vermelding van De Mérode/Mankes, krijgt het toegezonden. Hans Werkman | |||||||||||||||||||||||
Nol Gregoor in gesprek met BrakmanIn de zomer van 1964 zond de vara-radio zes vraaggesprekken van Nol Gregoor met Willem Brakman uit. De integrale tekst van deze in totaal bijna drie uur durende gesprekken verscheen onlangs onder de titel Explicateur en advocaat van mijzelf voor het eerst in druk. Het boek werd samengesteld en uitgegeven door Gerben Wynia. De oplage bedraagt 150 exemplaren. Er zijn twee verschillende edities:
De gesigneerde editie is inmiddels uitverkocht. Ongesigneerde exemplaren kan men bestellen door overmaking van ƒ 32,50 (inclusief verpakkingskosten en porto) op giro 2781536 t.n.v. G.H. Wynia te Hengelo. G.H. Wynia | |||||||||||||||||||||||
Pensioen en publikatieHet in 1987 opgerichte Pensioenfonds voor Kunst en Cultuur voor die groepen die op andere terreinen werkzaam zijn dan toneel, mime en dans (waarvoor al dergelijke fondsen bestonden) heeft een alleraardigste publikatie het licht doen zien. Ik doel niet op de informatiefolder, die er overigens ook mag zijn, maar op een boekje met (eerder verschenen) teksten van Bert Schierbeek en een speciaal voor deze uitgave afgestane omslagtekening van Lucebert: Zon komt op-schuift maan (17 p.; 1989). Het is een van de weinige boeken, zo niet het enige, met een even paginering rechts en de oneven paginanummers links. Voor wie nadere inlichtingen over dit curiosum (of - uiteraard - over het fonds) wil: het adres van het Pensioenfonds is Laan Copes van Cattenburch 68, 2585 gc Den Haag, 070-559251. PJV | |||||||||||||||||||||||
Opmerkelijke verschijningenIn de najaarsaanbieding van 1989 zoals die op Vers voor de Pers in de rai werd gepresenteerd zit een aantal interessante titels die merendeels op | |||||||||||||||||||||||
[pagina 366]
| |||||||||||||||||||||||
het moment van uitkomen van dit nummer van Literatuur nog moeten verschijnen. Wij signaleren hier de naar ons oordeel meest interessante ervan. De publikatie van de nieuwe vertaling van Laurence Sterne's Tristram Shandy door Jan en Gertrude Starink mag ronduit een gebeurtenis genoemd worden. Het boek zal in december verschijnen bij Atheneum/Polak & Van Gennep in de Grote Bellettrie Serie. Minstens zo opvallend is het verschijnen van een nieuwe uitgave van Céline's Reis naar het einde van de nacht. Uitgever G.A. van Oorschot brengt de roman in de destijds bekroonde vertaling van Em. Kummer, maar nu met de originele illustraties van de tekenaar Tardi. Van de beroemde historicus Jacques le Goff verschijnt bij de Wereldbibliotheek in de historische reeks waarin ook zijn cultuurgeschiedenis van de middeleeuwen verscheen De intellectuelen in de Middeleeuwen. En, eindelijk is het dan zover, het boek dat onze decadente volksschrijver Reve zo inspireerde en dat wij kennen onder de Engelse titel The romantic agony zal in vertaling verschijnen. Het boek van Mario Praz dat oorspronkelijk La carne, la morte e il diavolo nella letteratura romanticaheette, zal worden uitgegeven in de historische reeks van uitgeverij Agon onder de titel Lust, dood en duivel in de literatuur van de Romantiek. Bij uitgeverij Querido zal in januari 1990 nog één keer Barbarber verschijnen. De drie redacteuren hebben samen een Barbarberalfabet samengesteld uit oud en nieuw materiaal dat typerend is of was voor de Barbarbermentaliteit. Elders in deze rubriek kondigden we al de bundeling van de Erflaterslezingen aan zoals die gehouden werden en worden bij slaa. Het boek De erflaters van de twintigste eeuw zal in maart 1990 verschijnen bij Querido. In februari 1990 zal een keuze worden uitgegeven uit P.A. Daums Indische journalistieke werk. Onder de titel Ik ben journalist ex professo verzorgt Gerard Termorshuizen de keuze en de inleiding. In december van dit jaar mogen we ook het lang verwachte geesteskind van Enno Endt verwachten over leven en werk van de Tachtigers. Onder de titel Het festijn van Tachtig verschijnt nu een eerder in beperkte kring circulerend werkstuk over de exaltatie in kunst en leven van de Tachtigers. Beide zijn het uitgaven van Nijgh en Van Ditmar. Voor mei 1990 wordt door Meulenhoff een briefuitgave van Anna Blaman aangekondigd. Brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en aan Alie Bosch worden bezorgd en ingeleid door Aad Meinderts onder de titel Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur. Voor Jan G. Elburg werd door Huub Beurskens, Wiel Kusters en Laurens Vancrevel een vriendenalbum samengesteld: Alles voor niets. Hommages aan Jan G. Elburg bij zijn zeventigste verjaardag. Het boek verschijnt nog deze maand bij Meulenhoff. Sjoerd van Faassen en Hans Sleutelaar stelden voor De Bezige Bij een bundel samen over De Nieuwe Stijl 1959-1965 die in het voorjaar van 1990 zal verschijnen. Ter gelegenheid van de 400ste sterfdag van Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590) verschijnt in januari 1990 een bundel opstellen over deze veelzijdige zestiende-eeuwer onder de titel Dwars maar recht. De uitgever is De Walburg Pers. (Zie ook ‘Coornhert-herdenking’ eerder in deze rubriek.) Uitgeverij Cadans start in maart 1990 een nieuwe reeks bloemlezingen uit de klassieke Nederlandse poëzie die zal worden geredigeerd door Kees Fens. De eerste deeltjes uit deze ‘Cadans’ Poëzie Bibliotheek' zullen zijn samengesteld uit het werk van Guido Gezelle, Jacob Israël de Haan, Paul van Ostaijen en J.J. Slauerhoff. Het zijn overigens niet de enige bloemlezingen uit het Nederlandse poëziebestand die dit seizoen verschijnen. In het najaar verschenen er nog twee: Poëzie is overal, samengesteld door drs. C.J. Aarts en M.C. van Etten en uitgegeven bij Bert Bakker, en Hier ligt Poot, hij is dood van Robert-Henk Zuidinga, uitgegeven door Veen. Er mogen dan weinig grote namen zijn bij het Nederlandse literatuuraanbod van dit seizoen zoals Boekblad weet te melden, er zijn genoeg interessante titels om desondanks in de boekhandel wat te grasduinen. GvB | |||||||||||||||||||||||
Lift in de liftHet gaat goed met de Stichting Lift, de instelling die het amateurschrijven en -dichten bevordert en stimuleert. Talentvolle en veelbelovende auteurs vinden sinds 1988 onderdak in de Literaire Lift Serie. Daarin is inmiddels deel 5 verschenen, de dichtbundel Samen (48 p.) die de neerslag vormt van de inzendingen voor de liftprijs 1989 voor poëzie. Behalve de winnende gedichten van Conny Nieu- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 367]
| |||||||||||||||||||||||
wenhuyse, Marry E. de Groot en Herman Baljet zijn ook de drie aanmoedigingsprijzen opgenomen en nog een aantal teksten die door de jury goed genoeg bevonden werden voor publikatie. De bundel is te bestellen voor ƒ 15, - op postgiro 5361589 van de Stichting Lift te Wijchen. Wil men meer informatie over de activiteiten van de stichting, dan kan men schrijven of bellen naar secretariaat en redactie, Van Ostadestraat 178-11a, 1072 th Amsterdam, 020-765881. PJV | |||||||||||||||||||||||
Stichting De Literaire Salon opgerichtOnlangs is opgericht de Stichting De Literaire Salon. Doelstelling van De Literaire Salon is een ‘markt’ te zijn voor activiteiten, die het lezen van literatuur stimuleren; een intermediair tussen schrijver en lezer. Activiteiten zijn onder meer het geven van cursussen en het organiseren van literaire reizen. Het Stichtingsbestuur bestaat uit de schrijvers Maarten 't Hart en Adriaan Morriën, de uitgever/letterkundige Johan Polak, jurist en essayist Huib Drion en als adviseurs de juristen J. Verhagen (directeur van de buma/stemra) en J. Brummelhuis (notaris). De directie wordt gevoerd door de oprichtster Hanneke Eggels, letterkundige te Leiden. Cursussen worden een belangrijke activiteit van De Literaire Salon. Onder de titel ‘Moderne Nederlandse Letterkunde na 1945’ gaat binnenkort in de openbare bibliotheken van Amsterdam, Den Haag en Leiden het eerste vijftal van start, geschikt voor belangstellenden die aan het lezen gezet willen worden of voor lezers, die het spoor in de laatste literaire ontwikkelingen bijster zijn. In tien lessen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen in de Nederlandse literatuur. Dit initiatief van De Literaire Salon past in het kader van de landelijke leesbevorderingsactiviteiten van de Nederlandse Bibliotheek- en Lectuurcentrale (nblc) en van het ministerie van wvc. Op landelijk niveau werkt De Literaire Salon met de nblc samen. Een ander initiatief van De Literaire Salon is dat van de Literaire Reizen. Van de twaalf Nederlandse provincies zal er steeds, voorlopig elk jaar, één worden bezocht door een geïnteresseerde groep lezers. Op locatie worden dan inleidingen gehouden over schrijvers en dichters, die in die provincie wo(o)n(d)en en/of werk(t)en en vanzelfsprekend de invloed die deze locatie op hun werk heeft gehad. Incidenteel zal er samen met de afdeling Tentoonstellingen van het Letterkundig Museum een reis worden georganiseerd naar aanleiding van een lopende expositie aldaar (vorig jaar organiseerde Hanneke Eggels voor de literaire stichting Bzztôh reeds met succes de literaire busreis ‘Met Maarten 't Hart naar Maassluis’ ter gelegenheid van de Maarten 't Hart Tentoonstelling). Het spreekt vanzelf, dat al deze activiteiten geld kosten, veel geld zelfs. De Stichting De Literaire Salon zoekt daarom sponsors en donateurs, die incidenteel of regelmatig het project willen steunen. Een aantal schrijvers, uitgeverijen, musea etc. heeft reeds spontaan hun medewerking en ook donaties toegezegd voor de start van het project. Wie meer wil weten over De Literaire Salon kan schrijven of bellen met Stichting De Literaire Salon, Mosselbank 10, 2317 md Leiden, 071-218668. De Literaire Salon | |||||||||||||||||||||||
Karolingische verluchte evangelieboekenDeze unieke tentoonstelling die duurt van 13 oktober 1989 tot en met 6 januari 1990 brengt elf fraai verluchte handgeschreven boeken, van ruim duizend jaar oud uit Keulen, Brussel, Leiden, Utrecht en Den Haag nu voor het eerst bij elkaar. Al vroeg nam de evangelie-tekst een zeer belangrijke plaats in binnen de verkondiging van de christelijke leer. De evangeliën werden dan ook in een rijk versierd boek bij elkaar gebracht. De mooiste evangeliaria werden gemaakt in de tijd van Karel de Grote en diens opvolgers, tussen 800 en 1000 na Christus. De evangelist Marcus. Schnütgen-Museum, Keulen. Ontstaan in Saint-Amand, rond 860/880
Een van die evangeliaria, het Schnütgen-evangeliarium (hs. g 531 van het Schnütgen-Museum in Keulen), is het hoofdonderwerp van de tentoonstelling. Enige tijd geleden werd het om conserveringsredenen tijdelijk uit de band genomen zodat het nu mogelijk is alle verluchte bladen tegelijkertijd te tonen. Hierdoor wordt zichtbaar hoe zorgvuldig de versiering van een evangeliarium was gepland. Zowel de gebruikte schriftsoorten als de decoratie en illustratie leiden de lezer door het nuttige, maar in religieus opzicht minder belangrijk voorwerk naar het hoogtepunt, de evangelieteksten zelf. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 368]
| |||||||||||||||||||||||
De verluchting daarvan begint steeds met een portret van de evangelist, gevolgd door een titel, een fraai versierde, paginagrote hoofdletter en een bladzijde in goud geschreven tekst. Behalve de bladen uit het Schnütgen-evangeliarium zijn nog tien handschriften uit de zelfde periode op de tentoonstelling aanwezig. Vier daarvan worden bewaard in de Keulse Domschat, die normaal geen manuscripten uitleent, maar voor deze tentoonstelling een uitzondering heeft gemaakt. De zes andere manuscripten zijn bruiklenen van het Archief van Keulen, het Catharijneconvent te Utrecht, de ub te Leiden en de kb's te Brussel en Den Haag. Deze tien handschriften geven een beeld van de verschillende stijlen en invloeden die in de Karolingische periode een rol speelden. We zien invloeden uit de Britse eilanden, maar ook uit het oostelijk Middenlandse Zee-gebied. Een bijzondere plaats wordt ingenomen door de Alcuinusbijbel (hs. 1 van de Keulse Dom). Dit handschrift op reuzenformaat (50 cm hoog) bevat de volledige bijbeltekst zoals die werd samengesteld door de Angelsaksische geleerde Alcuinus, een tijdgenoot van Karel de Grote. De tentoonstelling wordt toegelicht met een diaprogramma, er is een hand-out en een rijk geïllustreerde catalogus. In de catalogus, geschreven door Prof. Anton von Euw van het Schnütgen-Museum in Keulen wordt aangegeven hoe het evangeliarium in de loop der eeuwen is ontstaan, en wordt ingegaan op de geschiedenis van de canontafels, de prologen en de evangelie-argumenten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de rol en de stilistische elementen van de verluchting. De prijs van de catalogus is ƒ 25, -. De tentoonstelling is voor het publiek geopend van 13 oktober 1989 tot en met 6 januari 1990, van maandag tot en met zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur. Zon- en feestdagen gesloten. De toegang is gratis. Groepsbezoek bij voorkeur 's-ochtends, maar alleen op afspraak. | |||||||||||||||||||||||
De voor- en achterkant van de Gouden EeuwIn het kader van het Studium Generale aan de Rijksuniversiteit Groningen (rug) start op 2 november 1989 een serie van zeven wekelijkse colleges onder de titel ‘De voor- en achterkant van de Gouden Eeuw’ waarin bekende en minder bekende facetten van de zeventiende-eeuwse Noordelijke Nederlanden aan de orde zullen worden gesteld. De colleges beginnen telkens om 20.00 uur. Sprekers zijn onder meer E.H. Kossmann, K. van Berkel en E.K. Grootes. Voor nadere informatie kan men zich wenden tot het Nederlands Instituut, Oude Kijk in 't Jatstraat 26, 9712 ek Groningen (tel. 050-635858). P.E.L. Verkuyl | |||||||||||||||||||||||
Nieuwtjes□ De Vlaamse schrijfster Christine d'Haen kreeg voor haar dichtersbiografie van Guido Gezelle De wonde in 't hert (1987) de Henriëtte de Beaufortprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De prijs bedraagt ƒ 3.000, - en wordt om de drie jaar toegekend aan een Nederlandstalige biografie of autobiografie. □ In het voorjaar van 1990 zal voor de eerste keer de lift Nationale Debuutprijs worden uitgereikt. De prijs is bestemd voor schrijver/schrijfsters uit het zogenaamde tweede circuit, dat van de amateur-auteur. Jaarlijks zal tenminste een auteur met een eigen uitgave kunnen debuteren bij uitgeverij In de Knipscheer te Amsterdam. □ In het nieuwe televisieseizoen zal de eerste aflevering van ‘Van Dis in de IJsbreker’ op 14 januari 1990 worden uitgezonden. Daarna volgen er uitzendingen van het programma op 28 januari, 11 februari, 11 en 25 maart, 8 april, 6 en 27 mei. De opnamen vinden op de voorafgaande avonden plaats. □ Op de Uitmarkt in Amsterdam werd een nieuwe versie van De boekhandels van Amsterdam gepresenteerd. In het totaal zijn in deze gids 369 Amsterdamse boekhandels opgenomen, waaronder 117 gespecialiseerde boekenzaken. Behalve adressen, telefoonnummers en openingstijden wordt een korte karakteristiek van elke boekhandel gegeven. Sjaak Hubregtse schreef een inleiding over de geschiedenis van de boekenverkoop in Amsterdam. □ In het nieuwe televisieseizoen zal Aad van den Heuvel voor de kro vanaf januari 1990 een nieuw boekenprogramma presenteren. Onder de voorlopige titel ‘Ik heb al een boek’ zullen programma's van ongeveer 40 minuten worden uitgezonden over nieuwe uitgaven. Gedacht wordt aan een soort boekenquiz, een persoonlijke top-5 en gesprekken met lezers en boekhandelaars. □ Begin september zijn de prijswinnaars van de Jan Campertstichting bekend gemaakt. Anton koolhaas heeft de Constantijn Huygensprijs, groot ƒ 10.000, -, gekregen voor zijn gehele oeuvre. De Jan Campertprijs gaat naar Miriam van hee voor haar dichtbundel Winterhard, de F. Bordewijkprijs is voor de roman Zondvloed van Jeroen brouwers en de Nienke van Hichtumprijs voor kinderboeken gaat naar Iene biemans voor de bundel Lang zul je leven. □ Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft de Multatuli-prijs 1989 toegekend aan armando. Hij ontvangt de prijs van ƒ 10.000, - voor zijn boek De straat en het struikgewas. □ De provincie Groningen heeft de Wessel Gansfort-prijs van ƒ 10.000, - toegekend aan de dichter Jean Pierre rawie. |
|