Literatuur. Jaargang 6
(1989)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||
Literatuur-dag 9 december 1989 Is de Nederlandse letterkunde er alleen voor neerlandici?Aan deze vraag zal de redactie van het tijdschrift Literatuur in december een studiedag wijden. Toen in januari 1984 het eerste nummer van Literatuur verscheen, beloofde de redactie de bestudering van de Nederlandse letterkunde door middel van vlot leesbare artikelen toegankelijk te maken voor een breder publiek. Het moest een actueel vakblad voor literatuurliefhebbers worden. Met aan de ene kant boeiende en vernieuwende onderzoekspresentaties en aan de andere kant nieuws uit de literaire wereld, columns, interviews en recensies. Literatuur voltooit in december zijn zesde jaargang. De vraag is nu in hoeverre het blad in de oorspronkelijke opzet geslaagd is. Zijn er sporen te ontdekken van een bredere en levendigere belangstelling voor de bestudering van de Nederlandse letterkunde? En, zo ja, zit Literatuur op dat spoor? Moet het blad zo doorgaan? Aan deze kwesties wil de redactie op 9 december aanstaande, van 10.30 tot 18.00 uur, een discussiedag wijden. Elk van de vijf redacteuren zal een korte voordracht houden, waarna er mogelijkheid tot discussie is met een afsluitend forum. De kosten voor de Literatuur-dag bedragen ƒ 25,-, inclusief koffie, thee, lunch en borrel. Belangstellenden kunnen zich opgeven voor deze dag door voor 15 oktober 1989 dit bedrag over te maken op girorekening nr 433410, ten name van: Redactie Literatuur, Leiden. | |||||||||||||||||||||||||
Brood voor de vissen?In Hollands Maandblad van mei/juni 1989 heeft K.L. Poll een reactie ‘Namens de vissen’ (p. 3-10) gegeven op de literaire-tijdschriftennota van de literaire uitgevers van de knub. Deze op verzoek van wvc geschreven nota over tijdschriften, uitgevers en subsidies gaat ervan uit dat tijdschriften primair beoordeeld zouden moeten worden op hun functie als kweekvijver voor - als het even kan - bestsellerauteurs. Poll is van mening dat auteurs nog nooit een tijdschrift hebben opgericht om op winst beluste uitgevers ter wille te zijn, maar - gewoon - omdat ze daar zin in hebben, hun eigen baas willen zijn en nog een hoop andere mogelijke redenen. wvc denkt erover het subsidiebedrag voor literaire tijdschriften te verdubbelen tot jaarlijks ƒ 800.000, -. De adviserende Raad voor de Kunst heeft voor 1989 nog een voorstel gedaan tot subsidiëring van negentien tijdschriften, maar als het aan de nota-opstellers van de knub en wvc ligt, zal dat aantal drastisch ingeperkt worden tot de tijdschriften met kweekvijverfunctie, namelijk De Gids, De Held, Maatstaf, Raster, De Revisor, Tirade, Het Oog in 't Zeil, Optima en De Tweede Ronde. Dat betekent dat Bzzlletin, Hjir, Hollands Maandblad, Lust en Gratie, Over Multatuli, Propria Cures, Raster, Surplus, Trotwaer, de Vestdijkkroniek en...Literatuur zouden afvallen. Het zijn vrijwel allemaal tijdschriften - aldus Poll - die niet uitgegeven worden door Bert Bakker, Contact, Meulenhoff, Querido, Bezige Bij, Arbeiderspers, Nijgh en Van Ditmar, Veen, Van Oorschot, Conserve, Balans, Wereldbibliotheek, Bzztôh, Harmonie, De Boekerij, Ambo, De Fontein en Van Gennep, zijnde de opstellers van de nota. De oplage en het publieksbereik van de tijdschriften dienen volgens de uitgevers niet betrokken te worden in de maatstaven voor het beoordelen van subsidie-aanvragen. Daardoor wordt het dan mogelijk de top-drie van best verkopende periodieken als Bzzlletin met een oplage van 14.000, Surplus met 7.000 en Literatuur met 5.000 van subsidie uit te sluiten. Wat het nieuw op te richten Produktiefonds voor Nederlandse Literatuur de minister zal adviseren, zal moeten worden afgewacht, maar mét Poll is Literatuur enigszins verontrust over de verdeling van het brood onder de vissen! PJV | |||||||||||||||||||||||||
Vondst in boekenkistToen ik eind juni jongstleden de heer A. Moens te Leusden bezocht om enkele bezittingen terug te bezorgen die ik ten behoeve van een scriptie over Anna Maria Moens van hem | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||
geleend had, bleek hij in het bezit te zijn van het (sinds 1843) vermiste album amicorum van Petronella Moens. De vondst van dit album berust blijkens de heer Moens op louter toeval. Als gedreven genealoog van de familie Moens bezocht hij in oktober 1988 een ver familielid, Peter Henry Moens, thans gepensioneerd marine-officier, in Lymington in het graafschap Hampshire in Zuid-En-geland. Deze is in het bezit van een grote kist met allerlei bezittingen die hij heeft geërfd van een broer van zijn grootvader, die kinderloos was gestorven. Deze William John Charles Bernelot Moens (Uncle Bill) leefde van 1833-1904. Hij besteedde zijn leven aan genealogie en verzamelde alles wat de naam Moens droeg. Hij kocht veel bezittingen op, ook in Nederland en vermeldde dat in een dagboek. Op dit moment staat nog niet vast hoe en wanneer hij het album van Petronella Moens in bezit
archief neerlandistiek, uva amsterdam
De (blinde) Petronella Moens heeft gekregen, maar vermoedelijk kocht hij het via een van de nabestaanden van Petronella, waarna het in Engeland terecht is gekomen. De heer A. Moens heeft in de loop der jaren Peter Henry Moens enkele keren bezocht om de kist met bezittingen van de familie Moens te inventariseren. Uiteindelijk trof hij in oktober 1988 het verloren gewaande album amicorum van Petronella Moens aan. Het album is volkomen gaaf (omgeven door een beschuttende hard kartonnen doos). Aan de voorzijde staat in goudkleurige opdruk: ‘vriendenrol van Petronella Moens’. Aan de achterzijde: ‘anno 1786’. Behalve de bijdragen van familieleden, vrienden en bekenden uit haar directe omgeving, treffen we ook bijdragen aan van bekende letterkundigen, onder wie Bilderdijk, Tollens, Betje Wolff en Aagje Deken. Het aantal bijdragen bedraagt een kleine 160 en deze zijn gedateerd tussen 1786 en 1840. Sommige zijn voorzien van fraaie illustraties. Welke bestemming de vriendenrol zal krijgen is nog niet bekend. Jan van der Schaft | |||||||||||||||||||||||||
Symposium ‘Literatuur en Revolutie’Het Facultaire Aandachtsgebied (fag) ‘Het literaire produkt 1650-1914’ van de Faculteit der Letteren van de Universiteit van Amsterdam organiseert zijn eerste symposium onder de titel Literatuur en Revolutie op maandag 2 oktober 1989 vanaf 9.30 uur in de Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231 te Amsterdam. Anglisten, neerlandici en vertaalwetenschappers zullen naar aanleiding van de herdenking van de revolutionaire gebeurtenissen rond 1789 in lezingen de wisselwerking belichten tussen revoluties, revolutionaire ideeën en literatuur. Het programma omvat de volgende voordrachten:
Als men dit symposium wil bijwonen, dient men naam en adres op te geven in verband met de door het fag aan te bieden lunch (de borrel is voor eigen rekening) aan dr. A.J. Hanou, Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam. | |||||||||||||||||||||||||
slaa-RomantiekprojectVan 26 september tot en met 17 oktober 1989 organiseert de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (slaa) een serie van tien programma's over de doorwerking van de historisch-romantische denkbeelden en thema's in de hedendaagse cultuur. Het programma wordt geopend op dinsdag 26 september (aanvang 20.30) uur door Richard Holmes, | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||
kenner van de romantische traditie en Shelley-biograaf. Holmes geeft een algemene inleiding en zal vervolgens een gesprek voeren met Chris van der Heijden. Op donderdag 28 september (20.30 uur) houdt prof. dr. W. van den Berg een lezing over de vraag of er in Nederland een romantische traditie bestaan heeft. Peter van Zonneveld zal na afloop een vraaggesprek hebben met Wim van den Berg. Op zondag 1 oktober (14.30 uur) spreken tien bekende Nederlandse schrijvers zich uit over hun persoonlijke verhouding tot de romantiek. Medewerking verlenen dan onder anderen Willem Brakman, Louis Ferron, Léon de Winter en Hans Dorrestijn. Laatstgenoemde zal de middag op literair-muzikale wijze afsluiten. Op dinsdag 3 oktober (20.30 uur) zullen prof. dr. Rosi Braidotti en drs. Anneke Smelik in een avondvullend programma trachten aan te tonen dat vrouwen bij uitstek de mythe van de romantische liefde belichamen en dat die beeldvorming in de romantiek tot op heden een rol is blijven spelen. Na afloop zal prof. dr. L. Brunt met Rosi Braidotti en Anneke Smelik in discussie gaan. Geerten Maria Meijsing spreekt op donderdag 5 oktober (20.30 uur) onder de titel ‘Koortsachtige verveling, uitgebluste hartstocht, perverse kuisheid’ over de zwarte romantiek en decadentie als noodzakelijke ontwikkelingsfase in het leven van de jonge kunstenaar. Meijsing zal vervolgens geïnterviewd worden door de uitgever Maarten Asscher, die vertalingen publiceerde van Gustave Moreau en Paul Valéry. Op zondag 8 oktober (14.30 uur) treedt prof. dr. Evert van Uitert op in het slaa-programma met een lezing onder de titel ‘De waanzin ten top’ over de doorwerking van de ideeën uit de romantiek in de moderne schilderkunst. De kunsthistoricus Henk van Os zal vervolgens een gesprek met hem hebben. Op 10 oktober (20.30 uur) opnieuw Richard Holmes, de Romantic-traveller-writer, die in zijn voordracht uiteen zal zetten hoe hij al reizend door Europa op zoek is geweest naar romantische schrijvers uit het verleden. Na de lezing treedt Bas Heijne, eveneens een romantisch reiziger en een reizend romanticus, met Holmes in discussie. Op donderdag 12 oktober (20.30 uur) staan in een tweetal lezingen van Jules Deelder en H.H. ter Balkt respectievelijk de stadspoëzie en de natuurlyriek centraal. Na de voordrachten zal Robert Anker de discussie tussen de twee dichters leiden. Cyrille Offermans zal op zondagmiddag 15 oktober (14.30 uur) spreken over de kunstenaar als radicale outsider en de maatschappelijk of politiek geëngageerde kunstenaar. Op dinsdag 17 oktober (20.30 uur) zal het slaa-Romantiekpro-gramma worden afgesloten door de schrijfster Jeanette Winterson met een voordracht onder de titel ‘Language of love’. Na afloop van haar lezing zal de publicist Ed Schilders een vraaggesprek met Jeanette Winterson hebben. Alle programma's vinden plaats in Theater De Balie aan het Kleine-Gartmanplantsoen 10, 1017 rr Amsterdam. Men kan telefonisch plaatsen reserveren op dinsdag tot en met zaterdag tussen 14.00 en 20.00 uur door het nummer 020-232904 te bellen. De toegangsprijs is ƒ 10,- of ƒ 6,- voor cjp-houders en vijfenzestigplussers. Nadere informatie is te verkrijgen bij slaa, Kleine-Gartmanplant-soen 10, 1017 rr Amsterdam, tel. 020-271662. GvB | |||||||||||||||||||||||||
Zwarte tijd en luimigheidNog tot en met 26 november 1989 is in het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage een tentoonstelling te zien over het vroege werk van de negentiende-eeuwse auteurs Nicolaas Beets, Bernard Gewin, Johannes Petrus Hasebroek en Johannes Kneppelhout. Rond 1830 ontmoetten deze vier elkaar in de Leidse studentenstad. Kneppelhout studeerde rechten, de andere drie theologie. Allen hadden een grote letterkundige belangstelling en sterke literaire aspiraties. Tot een groepsvorming kwam het in 1833 toen op de kamer van Bernard Gewin | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||
Illustratie van A. Verhuell uit ‘Studententypen’ van Kneppelhout
het literair genootschap ‘De Rederijkerskamer voor Uiterlijke Welsprekendheid’ werd opgericht. Binnen dit genootschap heerste een idolate bewondering voor de nieuwste buitenlandse literatuur. Wat de leden aansprak reciteerden zij op de bijeenkomsten. Vertalingen van onder anderen Byron en Scott werden gepubliceerd in de Leidse studentenalmanak. Niet alleen vertalingen zagen het licht. De vrienden schreven ook zelf gedichten en verhalen vol ‘zwarte romantiek’. Daarnaast schreven zij allen onder pseudoniem schetsen vol goedmoedige humor, die geïllustreerd met humoristische tekeningen werden gebundeld. De Camera Obscura van Beets, die hij onder het pseudoniem Hildebrand liet verschijnen, is daarvan het bekendst gebleven. Het boek verscheen voor het eerst in 1839, dit jaar precies anderhalve eeuw geleden. De expositie geeft aan de hand van documenten, handschriften, boeken, gravures, geschilderde portretten en een echte camera obscura een beeld van het Leidse literaire leven en het werk van deze vier literatoren. Veel aandacht krijgen ook de verschillende illustraties. Zo zijn in deze tentoonstelling onder meer de oorspronkelijke negentiende-eeuwse prenten van Alexander Verhuell te zien, de illustrator van Kneppelhouts Studententypen. Juffrouw Ida, het tijdschrift van de vrienden van het Letterkundig Museum, is dit keer geheel gewijd aan de tentoonstelling. Het blad is à ƒ 7,50 verkrijgbaar bij het museum. De tentoonstelling is gratis toegankelijk. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00 tot 17.00 uur; 's zondags van 13.00 tot 17.00 uur. Het adres is: Prinses Irenepad 10, 2595 bg 's-Gravenhage, tel. 070-471114. Voor groepen van minimaal tien personen kan een gratis inleiding verzorgd worden op de tentoonstelling (op afspraak). | |||||||||||||||||||||||||
De teksteditie. Theorie en praktijkDe Contactgroep 19de eeuw - dr. F.A. Snellaertcomité organiseert op woensdag 8 november 1989 een colloquium over ‘De teksteditie. Theorie en praktijk’. Het colloquium heeft plaats in het Erasmushuis te Leuven (Faculteit Letteren & Wijsbegeerte. Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven, België).
Belangstellenden kunnen zich (voor 15 oktober) inschrijven bij de secretaris van de Contactgroep, dr. M. De Smedt, Pastoor Dergentstraat 5, 3222 Gelrode (Aarschot), België. De deelname aan het colloquium is gratis. M. De Smedt | |||||||||||||||||||||||||
Universiteit en uitgeverijDe vakgroep Boek-, Bibliotheek- en Informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam heeft van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een subsidie gekregen voor een onderzoek naar de uitgeversactiviteiten zoals die aan Nederlandse universiteiten worden ontwikkeld. De opzet van het onderzoek is om in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo) te bekijken of het mogelijk is om te komen tot een gecoördineerde uitgeversactiviteit | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||||||
van de Nederlandse universiteiten, een soort Universitaire Pers dus. Problemen met betrekking tot moeilijk publiceerbare wetenschappelijke teksten zouden wellicht door een op niet-commerciële grondslag opererende universitaire uitgeverij kunnen worden opgelost. Bijzondere belangstelling bestaat bij het onderzoek voor de alfawetenschappen. Een projectteam onder leiding van Willem Dijkhuis zal het onderzoek gaan uitvoeren en in december van 1989 verwacht men de bevindingen te kunnen publiceren. Het projectteam wil graag geïnformeerd worden over bestaande uitgeversactiviteiten aan universiteiten. Men kan zich met die informatie richten tot: Projectteam u & u, vakgroep Boek-, Bibliotheek- en Informatiewetenschap, Singel 425, 1012 wp Amsterdam. De uitkomsten van het projectteam u & u kunnen voor neerlandici van groot belang zijn. Herhaaldelijk kan men binnen de Neerlandistiek de verzuchting horen dat bepaalde publikaties hun weg niet via de commerciële uitgeverij naar het publiek weten te vinden. Ook voor studiemateriaal zou een niet-commerciële Universitaire Pers een uitkomst zijn. GvB | |||||||||||||||||||||||||
Congres ‘Balans en perspectief van de Nederlandse cultuurgeschiedenis’Op 18 en 19 oktober 1989 organiseert de Utrechtse Historische Studenten Kring het congres ‘Balans en perspectief van de Nederlandse cultuurgeschiedenis’. Het congres is opgebouwd rond drie themavelden: Van de wieg tot het graf. Patronen en evenementen in het dagelijks leven. Naast onderzoek naar woonculturen, arbeidsbeleving, vrijetijdsbesteding en verzet tegen moderniseringen zullen bij dit thema studies over gebruiken rond sterven en ziekten behandeld worden. Ethiek en instrument. Wording en toepassing van normen en waarden. Bij dit thema ligt de nadruk op het onderzoek naar ethische codes op het gebied van seksualiteit, religie, opvoeding, rechtspraak et cetera. Tevens wordt aandacht besteed aan de wijze waarop deze codes op de samenleving hebben ingewerkt. Verbeelding en analyse. Over ideeënvorming. Uit welke kringen en op welke wijze ontstaan en verspreiden zich ideeën die de voedingsbodem vormen voor de gangbare ethiek en veranderingen daarin? Wetenschappelijke, esthetische, maatschappelijke en politieke ideeën passeren de revue. Per thema worden 25 werkgroepen en drie lezingen georganiseerd. Als lezinghouders zullen optreden:
Buitenlandse gastsprekers:
Het congres beoogt de ontwikkeling van het Nederlandse cultuurhistorische onderzoek te beoordelen. Een zo veelzijdig mogelijk overzicht van de cultuurhistorische studies die in het laatste decennium verricht zijn, zal uiteindelijk culmineren in een plaatsbepaling van het vakgebied, die perspectieven biedt voor de toekomst. Voor verdere informatie kan men zich richten tot: Congrescommissie Cultuurgeschiedenis, Lucas Bolwerk 5, 3512 eg Utrecht, 030-392034 (donderdag 10.00-12.30 uur). | |||||||||||||||||||||||||
Nico Israel: (bijna) 70 jaar (in boeken)Op een bijeenkomst in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam werd op 25 mei 1989 antiquaar en uitgever Nico Israel gehuldigd ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Die huldiging verliep via het gesproken woord, maar ook door middel van een in de ub ingerichte expositie onder de titel Theatrum orbis librorum van ‘boeken, handschriften, kaarten en prenten uit Nederlands openbaar bezit’ die ooit in het bezit van antiquariaat Israel geweest waren. De zeventig tentoongestelde werken waren stuk voor stuk van topkwaliteit, waaruit blijkt dat de ‘handelaar in oude boeken’ Israel een uitstekend inzicht had en heeft in de kwaliteit en uniciteit van het aanbod op de wereldmarkt en van de aard van de collecties in de grote bibliotheken en musea. In de catalogus Theatrum orbis librorum (een uitgave van de ub Amsterdam, 32 p., ƒ 2,50) komen onder meer voor de alba amicorum van Ernest Brinck en Jacob Buyck, het enig bekende exemplaar van Coornherts Eenen nieuwen abc of materi-boeck uit 1564 naast nog een tweetal zeldzame zeven-tiende-eeuwse schoolboekjes, schitterende atlassen en kaarten. Een rubrieksgewijs overzicht aan het eind ontsluit deze catalogus. Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag liet Nico Israel zijn vijfentwintigste antiquariaatscatalogus verschijnen: 250 fine and interesting old books in many fields, maps and atlases; a selection from our stock arranged in chronological order (200 p.; ƒ 20,-). De titel belooft niet te veel; integendeel, dit is wel- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||
fotoarchief de telegraaf
Nico Israel licht de fraaiste antiquariaatscatalogus die ooit in Nederland verschenen is met tal van schitterende illustraties, deels in kleur, en uitvoerige beschrijvingen per nummer. Het aanbod is gedateerd tussen 16 februari 1471 (een in Augsburg gedrukte incunabel) en 1886-1895 (de verschijningsjaren van een standaardwerk over orchideeën). De prijzen in deze catalogus schommelen tussen ‘on request’ en ‘sold’ met daartussenin bedragen als ƒ 345.000,- voor een Cosmographia van Ptolemaeus uit 1482, ƒ 245.000,- voor een Toonneel der Steden van Blaeu uit 1649-1651, ƒ 45.000,- voor Roemer Visschers Sinnepoppen (1614), ƒ 2.250,- voor de tweede druk van Spieghels Hart-spiegel (1615), ƒ 14.500,- voor de eerste druk van Starters Friesche lust-hof, ƒ 19.500,- voor de Amsterdamsche Pegasus van 1627, of ƒ 18.000,- voor Valerius' Gedenck-clanck van 1626. Een alfabetische en een systematische index maken deze catalogus goed toegankelijk. Nico Israel kreeg op 25 mei ook het eerste exemplaar aangeboden van een bijzonder lijvig liber amicorum, evenals de catalogus getiteld Theatrum orbis librorum (Utrecht, hes, 1989; xii + 518 p.; ƒ 265,-), met vele bijdragen van vrienden en vakgenoten, onder redactie van A.R.A. Croiset van Uchelen, Koert van der Horst en Günter Schilder. In de afdeling ‘Geography/travels’ zijn artikelen opgenomen van onder anderen Koeman en Plak; in de rubriek ‘Rare books’ treft men onder meer aan R. Breugelmans en E. Dekker, F.A. Janssen, P. Valkema Blouw, B. de Graaf en C. Reedijk; E. Braches, E. Cocx-Indestege, I. van Eeghen, H. de la Fontaine Verwey, L. Hellinga-Querido, P.F. Obbema, B. van Selm en anderen hebben bijgedragen aan de rubriek ‘Booktrade, collectors and libraries’. Een index op persoonsnamen maakt deze waardevolle bundel goed toegankelijk. PJV | |||||||||||||||||||||||||
Een nieuw Marge-BulletinDe Stichting Drukwerk in de Marge heeft haar zeventiende Bulletin (lente 1989) doen verschijnen (52 p.; ƒ 25,- op giro 3410420 van Penningmeester Stichting Drukwerk in de Marge te Amsterdam). Gerrit Jan de Rook schrijft daarin over de Arethusa Pers van Herber Blokland. Letterontwerper S.H. de Roos, diens relatie met het Engelse tijdschrift The Studio en zijn werk voor de blikfabriek van C. Verwer te Krommenie vormen het onderwerp van een interessant artikel van Matthieu Lommen. De blikken die De Roos moest illustreren kwamen bij hem thuis nooit op tafel! Frans Janssen vervolgt zijn serie over Europese grafische musea met dat van West-Berlijn. Sjaak Hubregtse betreurt de sluiting van papiermolen de Hayle Mill van Barcham Green: het zou na restauratie - mede gezien de aanwezigheid van een zeer uitgebreid archief - een uniek papierhistorisch museum kunnen worden. Hoe een papierschepvorm vervaardigd moet worden, wordt in het Bulletin vervolgens uiteengezet door S.A. Coleman. Manfred Sack verlustigt zich aan de collectie matrijzen van de Münchense drukker Eckehart Schumacher-Gebler. Recensies door Frans Janssen en Tineke Rinkel besluiten aflevering 17 die men als contribuant van de Stichting (ƒ 40,- per jaar op bovengenoemd gironummer) gratis krijgt. PJV | |||||||||||||||||||||||||
Colloquium RijmbijbelOp vrijdag 3 november wordt aan de Vrije Universiteit een colloquium gewijd aan de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant. Er zal een aantal korte lezingen worden gehouden, gevolgd door discussie. Dr. J.J. van Moolenbroek zal de dag openen met een inleiding waarin de Rijmbijbel in zijn historische context wordt geplaatst. Dr. K. Goudriaan gaat vervolgens in op de relatie Petrus Comestor - Jacob van Maerlant. Het beoogde publiek staat centraal in de bijdrage van drs. A. Vos-Postma. Dr. M.J. Mulder neemt de filiatie van de handschriften onder de loep en de kunsthistoricus dr. P.C.J. van Dael besteedt aandacht aan de miniaturen die we in de handschriften aantreffen. De dag wordt afgerond met een slotbeschouwing van prof. dr. F.P. van Oostrom. Men kan zich als deelnemer voor dit colloquium aanmelden bij Dr. Maaike Mulder, Vrije Universiteit, Fac. der Letteren, Postbus 7161, 1007 mc Amsterdam. Het programma van de dag wordt dan toegezonden. M. Mulder | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||
Congres ‘Doopsgezinden en kunst in de zeventiende eeuw’Op vrijdag 27 oktober organiseert de Doopsgezinde Historische Kring (dhk) in de kerk ‘by 't Lam’, Singel 452 te Amsterdam, een congres over de relatie van doopsgezinden tot beeldende kunst en literatuur in de zeventiende eeuw. Min of meer centraal staat de vraag of, en zo ja hoe de doperse opvattingen over leer en levenswijze van invloed zijn geweest op de artistieke produktie van doopsgezinde kunstenaars. De volgende sprekers leveren een bijdrage: dr. P. Visser (doperse rederijkers in Hoorn, De Rijp en Rotterdam), dr. H. Miedema (een schilderij van Karel van Mander), dr. P.E.L. Verkuyl (Van Manders Olijfbergh), drs. K. de Bruijn (de invloed van doopsgezinde liedboeken), dr. I.H. van Eeghen (Jan en Caspar Luyken), drs. C. Schuckman (grafiek van Izaak Vincentsz. van der Vinne) en prof. dr. J. Bruyn (doopsgezinden en schilderkunst). De lezingen van maximaal een half uur worden tot artikelen uitgewerkt in het speciale themanummer van de Doopsgezinde Bijdragen 16 (1990), het wetenschappelijk jaarboek van de dhk. Tijdens de lunchpauze bestaat er gelegenheid tot bezichtiging van de gelijknamige tentoonstelling in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Singel 425 (aan de overzijde van de kerk ‘by 't Lam’). Het inschrijfgeld bedraagt ƒ 20,- (inclusief lunch en afscheidsborrel), dan wel ƒ 57,50 in geval men tevens de ‘congres-special’ van de Doopsgezinde Bijdragen wenst te ontvangen. Belangstellenden dienen zich vóór 13 oktober aan te melden bij: Het Bureau van de vdga, Singel 452, 1017 aw Amsterdam. Het inschrijfgeld kan gelijktijdig worden overgemaakt op gironummer 141442 ten name van voornoemd Bureau, onder vermelding van ‘Congres dgk’, of worden voldaan bij aanvang van het congres. Een programma wordt na inschrijving toegezonden. Verdere inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij P. Visser, ub-Amsterdam, tel. 020-5252141. Piet Visser | |||||||||||||||||||||||||
Congres computertoepassingen in de NeerlandistiekDe Landelijke vereniging van Neerlandici (lvvn) zal op 24 november aanstaande in samenwerking met ibm een congres organiseren met als thema ‘Computertoepassingen in de Neerlandistiek’. Dit congres heeft als doelstelling de leden van de lvvn en andere belangstellenden in de Nederlandse taal- en letterkunde op de hoogte te brengen van mogelijkheden die de computer bij zowel wetenschappelijk onderzoek als lespraktijk biedt. Op het lvvn-congres zal in de plenaire ochtendsessie de computer en het gebruik daarvan in verschillende subdisciplines zoals taalkunde, alfa-informatica en onderwijs aan de orde komen. In de middag zullen de deelnemers uit een gevarieerd menu van parallelsessies over dit thema kunnen kiezen. Het is de derde keer, dat de vereniging sinds haar oprichting in 1987 een themacongres organiseert ter bevordering van de beoefening van de Neerlandistiek. ibm Nederland n.v. heeft de lvvn voor dit evenement haar congresfaciliteiten in het kantoor aan de Paalbergweg 9-11, Amsterdam-Zuidoost ter beschikking gesteld. Voor meer informatie: E. Reijnen; Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam, tel. 020-5253392. (Alleen maandag, dinsdag van 10.00 tot 17.00 uur en vrijdag van 10.00 tot 13.30 uur) of de lvvn, postbus 50008, 1305 aa Almere. | |||||||||||||||||||||||||
Het ‘genre’ spannende boekenDe Stichting Speurwerk betreffende het Boek heeft ontdekt dat het genre spannende boeken het meest gewaardeerd wordt door lezers. Daarop heeft de cpnb, samen met het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, handig ingespeeld door een campagne in april en mei via het nos-televisieprogramma tv3, waarin het genre bekende Nederlanders zich bezighield met de vraag wie het fotomodel Valery Nijst vermoord had. Nijst is de hoofdpersoon in het boekje (het genre lezers van spannende boeken houdt blijkbaar van boeken die minder dan honderd pagina's tellen) Mode voor Moskou van misdaadauteur en als zodanig winnaar van De Gouden Strop 1988 Tomas Ross. ‘Aan dit verhaal ontbreekt het laatste hoofdstuk. De lezer wordt uitgenodigd de ontknoping te raden. Hiervoor is een wedstrijdformulier ingesloten. Het laatste hoofdstuk verschijnt na afloop van de actie in een apart katern. Tegen inlevering van de bijgesloten bon kan dit gratis bij de boekhandel worden afgehaald.’ Aldus een mededeling op p. 79. Het afzonderlijk gepagineerde en in een omslagje geniete hoofdstuk 15 bevat de dader: een tot man omgebouwde mevrouw, als ik het goed begrepen heb, hetgeen leidt tot een voortdurend geschuif met de voornaamwoordelijke aanduiding. Gaarne zou ik een enquête houden onder de Nederlandse bibliotheken over hoe dit boek gecatalogiseerd dient te worden en hoe het geconserveerd zal worden. Wellicht een aardig idee voor een prijsvraag. PJV | |||||||||||||||||||||||||
Tijd voor het boekOp uitnodiging van uitgeverij Meulenhoff hield Ernst Braches, hoogleraar in de geschiedenis van het boek | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||
en van de drukkunst aan de Universiteit van Amsterdam, op 9 december 1988 een voordracht bij het afscheid van J. Terpstra als directeur van genoemde uitgeverij. In De tijd van het boek (31 p.; ƒ 19,50) overschouwt Braches alle verschijningsvormen van het organisme boek, vanaf boekrol tot en met geautomatiseerde tekst. Uitgaande van de stelling ‘Een mededeling prefereert de vorm die de mededeling zo doelmatig mogelijk overbrengt aan de consument’ concludeert Braches dat de tijd van het boek nog moet komen: juist door steeds geavanceerder print-technieken zal het weer mogelijk worden slecht verkoopbare titels voor een klein publiek via een uitgeversdatabank aan individuele afnemers beschikbaar te stellen. De hoogleraar boek- en bibliotheekgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, H.D.L. Vervliet, nam op 18 april 1989 afscheid met een college getiteld Een variatie op varianten; Lipsius' De Constantia en de New Bibliography (Amsterdam, Vakgroep Boek-, Bibliotheek- en Informatiewetenschap, 1989; 22 p.). Hij roerde daarin een onderwerp aan dat de belangstelling heeft van zowel (analytisch-)bibliografen als tekstediteurs, namelijk ‘de wenselijkheid, dan wel de noodzakelijkheid van exemplaarstudie [= collatie van meer exemplaren van eenzelfde druk] bij de heruitgaaf van literaire of historische teksten, wanneer hun “stemma” uitgaat van drukken uit de handpersperiode’. Vervliets conclusie is (opnieuw) dat men als tekstediteur en als descriptief bibliograaf niet aan totaalcollatie van ‘een aantal exemplaren’ ontkomt. PJV | |||||||||||||||||||||||||
FerguutIn augustus verscheen als nummer twee van de reeks Thesaurus: Willem Kuiper, Die riddere metten witten scilde. Oorsprong, overlevering en auteurschap van de Middelnederlandse Ferguut, gevolgd door een diplomatische editie en een diplomatisch glossarium. Gebonden, met stofomslag. Circa 500 pagina's, ƒ 117,50. Tot 1 oktober geldt een bijzondere prijs van ƒ 89,- (inclusief verzendkosten), mits het boek direct bij de uitgever wordt besteld door storting van het vereiste bedrag op giro 5914691 van Schiphouwer en Brinkman, Kikkenstein 210, 1104 aj Amsterdam. Het is ook mogelijk het boek schriftelijk bij de uitgever te bestellen. | |||||||||||||||||||||||||
Nascholingscursus ‘Literatuur en Emotie(s)’In het kader van het nascholingsprogramma van de Rijksuniversiteit Utrecht organiseert de Vakgroep Letterkunde in het komende academische jaar een cursus voor leraren moderne en klassieke talen. Het gaat om de cursus ‘Literatuur en Emotie(s)’, waarin verschillende stafleden van de vakgroep het onderwerp vanuit een op hun eigen onderzoek geïnspireerde invalshoek bespreken, en waarbij ze speciale aandacht zullen schenken aan de vraag hoe hun vondsten en bevindingen voor het doceren van literatuur aan middelbare scholieren van belang kunnen zijn. De cursus bestaat uit twee maal vier avondbijeenkomsten, alle te Utrecht. U kunt zich zowel voor beide series als voor een van de twee series opgeven. Er zijn geen kosten aan deelname aan de cursus verbonden, behalve circa ƒ 25,- voor een syllabus.
Aanmeldingen o.v.v. naam, adres, school en de gewenste serie(s), op te sturen aan pao Letterkunde, Muntstraat 4, 3512 ev Utrecht. Informatie: dr. W. van Peer, tel. 030-394243 ('s middags). | |||||||||||||||||||||||||
Willem Wilmink gastschrijver in GroningenWillem Wilmink wordt de vierde gastschrijver aan de Groningse universiteit. In oktober en november 1989 verzorgt hij, mede op initiatief van de Vereniging voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap, hoor- en werkcolleges voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen. Op de donderdagavonden van 23 en 30 november, om 20.00 uur precies, geeft Wilmink in de aula van de universiteit (Academiegebouw, Broerstraat) twee openbare lezingen. De titel van de eerste lezing luidt: Hendrik de Vries: de dichter van mijn dromen. Op 30 november spreekt Wilmink over: Over de schutting weggegooid: over de poëzie van, voor en over kinderen. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||
hans vermeulen, groningen
Willem Wilmink Gratis kaarten voor deze avonden kunnen worden aangevraagd bij de Vereniging voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap, Paleisstraat 1, 1012 rb Amsterdam, of bij de Dienst Onderwijs, Onderzoek en Planning van de Rijksuniversiteit Groningen, Postbus 72, 9700 ab Groningen. De kaarten worden begin november toegezonden. Eind 1989 verschijnt bij Uitgeverij Nijhoff het boek Gij weet toch dat gij niet bestaat, waarin de Aulalezingen en nog enkele Groningse colleges van Willem Wilmink worden gepubliceerd. Inge de Wilde | |||||||||||||||||||||||||
Nieuwtjes□ F. Springer, pseudoniem van K. Schneider en schrijver van de met de Bordewijkprijs bekroonde roman Bouqainville, zal in opdracht van de cpnb het boekenweekgeschenk voor 1990 schrijven. □ Aan de reeks ‘luisterboeken’ die bij de literaire cassette-uitgever ic is verschenen zijn inmiddels vier nieuwe titels toegevoegd: Rudy Kousbroek - De grote matras in de hemel; Harry Mulisch - De grens; Jan Wolkers - de verhalen ‘Vivisectie’ en ‘De achtste plaag’; Renate Rubinstein - Liefst verliefd. □ De Theo Thijssenprijs, de driejaarlijkse staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur (thans beheerd door de Stichting P.C. Hooftprijs), wordt verhoogd van ƒ 12.500,- naar ƒ 25.000,- en wordt daarmee gelijkwaardig aan de P.C. Hooftprijs. □ Het hoorspel dat Walter van den Broeck maakte op basis van Elsschots romans Lijmen en Het been voor een coproduktie van tros, kro, nos en brt, werd bekroond met een tweejaarlijkse prijs voor Nederlandstalige coprodukties. Het hoorspel werd in Vlaanderen opgenomen en in drie delen uitgezonden. □ Bij de Stichting Dimensie zal eind 1989 of begin 1990 een uitgave verschijnen van Jacob Geels Over het eenvoudige uit 1820. Geels tekst is een antwoord op de door de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen uitgeschreven prijsvraag over het eenvoudige als kenmerk van het schone, goede en ware. Geels verhandeling werd niet bekroond en evenmin ooit gepubliceerd. Geels tekst wordt nu voorzien van een inleiding van prof. dr. W. van den Berg en commentaar van dr. D.C.A.J. Schouten uitgegeven door Dimensie. Het boek (omvang ongeveer 100 pagina's) zal ƒ 29,95 gaan kosten. □ Het Dictionnaire international des termes littéraires dat vanaf 1973 in losbladige vorm verscheen onder redactie van Robert Escarpit, maar dat vanaf 1979 niet meer werd voortgezet, zal nu een nieuwe start krijgen onder de leiding van prof. Jean-Marie Grassin aan de Universiteit van Limoges. Men kan zich inschrijven op het lexicon voor frs. 100,- voor 4 nummers of frs. 30,- per aflevering. Reeds verschenen delen zijn verkrijgbaar voor frs. 110,-, te bestellen bij M. Jean-Marie Grassin, Université de Limoges, 39 rue Camille-Guérin, f 87036 Limoges-Cedex, France. □ Op 9 december 1989 organiseert het tijdschrift literatuur een themadag in Leiden over ‘Is de Nederlandse letterkunde er alleen voor neerlandici?’ Aflevering 6 van jaargang 1989 van het tijdschrift is een themanummer dat bij de themadag aansluit. Zie p. 291 in dit nummer. □ De Belgische auteur brigitte raskin kreeg de ako-literatuurprijs 1989, groot ƒ 50.000,-, voor haar debuut Het koekoeksjong. □ gerben hellinga ontving op 23 mei 1989 de Gouden Strop 1989 voor de beste Nederlandstalige misdaadroman, De terugkeer van Sid Stefan. De prijs bestaat uit een plastiek en een geldsom van ƒ 10.001,-. □ De Gouden Griffel 1989 voor het beste kinderboek is toegekend aan wim hofman voor Het vlot. □ Tot hoogleraar in de nieuwe Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit is benoemd dr. j.d.f. van halsema, momenteel medewerker aan de vakgroep Nederlands van dezelfde universiteit. Van Halsema promoveerde in 1986 op de bronnen van Leopold. □ Het Amsterdamse Fonds voor de Kunst heeft opdracht verleend aan andreas oosthoek tot het schrijven | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||
van een biografie van Martinus Nijhoff en aan wim hazeu voor een biografie van J. Slauerhoff. □ Op 24 juni 1989 kreeg lotte hellinga-querido in Mainz de driejaarlijkse Gutenbergprijs van dm 20.000 uitgereikt voor ‘buitengewone artistieke, wetenschappelijke of technische prestaties in de geest van Gutenberg’. Mevrouw Hellinga is als incunabelspecialist verbonden aan de British Library te Londen. □ In 1990 zal op grootscheepse wijze worden herdacht dat d.v. coornhert vierhonderd jaar geleden overleed. Er is een Nationaal Comité Coornhertherdenking gevormd dat tal van manifestaties organiseert. □ Nog tot 1 oktober duurt de tentoonstelling in het Stedelijk & Bisschoppelijk Museum, Grote Markt 19 te Breda over ‘Schrijvers achterna; literatuur in Breda van 1463 tot heden’. De expositie brengt Breda's literaire verleden in beeld naar aanleiding van het verschijnen van het gelijknamige boek van Thera Boon-Corthals. +++ □ De weduwe van Gerrit Achterberg overleed op 14 mei 1989 te Leusden. De op 1 januari 1908 te Wageningen geboren johanna catharina van baak heeft de literaire nalatenschap van haar man gelegateerd aan het Letterkundig Museum in Den Haag. Het Genootschap Gerrit Achterberg heeft een bedrag van ƒ 40.000,- gekregen voor de instelling van een Gerrit Achterberg-prijs voor een studie of kunstwerk, gebaseerd op het werk van de dichter. □ Op 19 mei 1989 overleed te Amsterdam mr. abel j. herzberg. Al het werk van de op 17 september 1893 geboren Herzberg is doortrokken van zijn jood-zijn en van het zionisme. Zijn bekendste werken zijn de bundel Amor fati, zijn dagboek uit Bergen Belsen Tweestromenland en zijn kroniek van de jodenvervolging Onderdrukking en verzet. Naast andere literaire prijzen ontving hij de Constantijn Huygensprijs in 1964 en de P.C. Hooftprijs in 1974. |
|