| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Literatuur-dag
Literatuur, tijdschrift over Nederlandse letterkunde, voltooit in december zijn zesde jaargang. Gaat het goed? Moet het zo doorgaan?
In januari 1984 verscheen het eerste nummer van Literatuur met de aankondiging dat in vlot leesbare artikelen de bestudering van de Nederlandse letterkunde van middeleeuwen tot nu voor een breder publiek toegankelijk gemaakt zou worden. Het moest een vakblad voor liefhebbers zijn. Daarbij gingen de gedachten niet alleen uit naar aantrekkelijke presentaties van lopend of recent afgesloten onderzoek in beknopte vorm, maar ook naar voorstellen tot een nieuwe kijk op de literatuur uit heden en verleden. Mits alles maar leesbaar zou zijn. Daarnaast groeide er in de loop der jaren een netwerk van aankondigingen, recensies, nieuws, columns, interviews en andere rubrieken.
De vraag is nu in hoeverre het blad in die oorspronkelijke opzet geslaagd is. Zijn er sporen zichtbaar van een breder en levendiger belangstelling voor de bestudering van de Nederlandse letterkunde? Heeft het blad de beoogde lezers bereikt? En als dat laatste zo is:
Is de Nederlandse letterkunde er alleen voor neerlandici?
Aan deze vraag wil de redactie een discussiedag wijden. Die zal gehouden worden te Leiden in het centrale gebouw van de Faculteit der Letteren op 9 december 1989 van 10.30 tot 18.00 uur. Elk van de (vijf) redacteuren houdt dan een korte voordracht rond het thema, speciaal toegepast op de periode die zijn bijzondere belangstelling heeft. De mogelijkheden om daarna te discussiëren zullen in ieder geval uitmonden in een afsluitend forum. Voor deze dag kan men zich opgeven via een inschrijfformulier dat afgedrukt staat in het septembernummer van Literatuur of dat anders bij het redactiesecretariaat verkrijgbaar is.
De redactie
| |
Congres cultuur en economie tijdens de zeventiende eeuw in de Nederlanden
Het vijfde congres van de Werkgroep Zeventiende Eeuw wordt op donderdag 24 en vrijdag 25 augustus 1989 gehouden in het Oudemanhuispoortcomplex van de Universiteit van Amsterdam.
Onder de koptitel ‘Cultuur en Economie’ zullen onderwerpen behandeld worden op het terrein van de economische voorwaarden, omstandigheden en effecten van de ‘cultuurproduktie’. Het begrip ‘zeventiende eeuw’ wordt daarbij soepel geïnterpreteerd: de tweede helft van de zestiende eeuw zal daarin begrepen worden. Bij ‘cultuur’ wordt in de eerste plaats gedacht aan wat we nu tot het terrein van de kunsten zouden rekenen, de beeldende kunst, literatuur, de theatrale kunsten en de muziek.
Plenaire congreslezingen zullen worden gehouden door J.M. Montias, B. van Selm en A.M. van der Woude.
De volgende sectielezingen zijn (onder voorbehoud) toegezegd:
Drs. Rob van Acht (Haags Gemeentemuseum, afd. Muziek): ‘Nederlandse windinstrumenten van 1670 tot 1820’;
Drs. Harm den Boer (Vakgroep Spaans UvA): ‘Tussen status en identiteit: de Spaans-Portugese literatuur van de Sefardische joden van Amsterdam in de zeventiende eeuw’;
Marten Jan Bok (kunsthistoricus, Utrecht): ‘Schildersleerlingen in Utrecht in de eerste helft van de zeventiende eeuw’;
Dr. K.J.S. Bostoen (Vakgroep Nederlands, rul): ‘Rederijkers en volksfeesten te Leiden in 1596’;
Drs. Alice M.M. van Diepen (historica, Amsterdam): ‘De Alkmaarse boekhandel 1500-1650’;
Dr. E. Duverger (kunsthistoricus, Gent): ‘Kunsthandel en kunstverzamelingen in de 17e eeuw’;
Drs. M.S. Geesink (Bureau voor de Bibliografie van de Neerlandistiek, Den Haag): ‘Smaak en gewin: het toneel in Amsterdam in de zeventiende eeuw’;
Dr. A.J. Gierveld (muziekhistoricus, Vleuten): ‘De produktie van muziekinstrumenten’;
J.H. Giskes (Gemeentelijke Archiefdienst, Amsterdam): ‘Het succes van de vioolbouw te Amsterdam in de zeventiende eeuw’;
Drs. S.A.C. Dudok van Heel (Gemeentelijke Archiefdienst, Amsterdam): een onderwerp uit tweede helft zestiende eeuw betreffende buitenplaatsen, collecties schilderijen, goud, zilver et cetera;
Dr. P.G. Hoftijzer (Sir Thomas Browne Institute, rul): ‘De praktijk van het boekbedrijf in Leiden rond 1600’;
Prof. Jonathan Israel (University College London, Department of History): ‘The Demise of the Guard-Room Piece and the end of the Thirty Year's War’, of: ‘The cosmopolitan literary pursuits of the Amsterdam Sephardi merchant elite of the late 17th century’;
Dr. E. Jans (kunsthistoricus, Almelo): ‘Burgerhuisvormen in OostNederland in de zeventiende eeuw’;
Drs. Johan Koppenol (neerlandicus, Leiden): ‘Rederijkers en volksfeesten te Leiden in 1596’;
Dr. Otto S. Lankhorst (Instituut Pierre Bayle, kun): ‘Uitgaven bij intekening’;
Mevrouw drs. H.M.M. van Lieshout (Instituut Pierre Bayle, kun): ‘Verkoopstrategieën in de internationale boekhandel van Reinier Leers (1682-1709)’;
Drs. Klaske Muizelaar (kunsthistorica, Amsterdam): ‘“Their houses are full of them...” Or were they? Over het schilderijenbezit van de
| |
| |
zeventiende-eeuwse Hollandse burgers’;
Prof. dr. L. Peeters (historischtaalkundige, UvA): ‘Stadscultuur en taalcultuur in de zeventiende eeuw’;
Dr. Rudolf A. Rasch (Vakgroep Muziek- en Theaterwetenschappen, ruu): ‘De ellebogen van Estienne Roger’;
Dr. B.F. Scholz (Vakgroep Letterkunde, ruu): ‘De “economische sector” in de Sinnepoppen van Roemer Visscher’;
Dr. Eric J. Sluijter (Prentenkabinet, rul): ‘Enkele Leidse verzamelaars, hun schilderijencollecties en de schilderkunst in Leiden, circa 1640-1680’;
Dr. Marijke Spies (Instituut voor Neerlandistiek, UvA): ‘De koopman van Rhodes; over de schakelpunten tussen economie en cultuur’;
Prof. dr. E.R.M. Taverne (Instituut voor Kunstgeschiedenis, rug): ‘Mercator Sapiens; de Amsterdamse uitleg in het licht van het humanistische gedachtengoed over de stad en de koopman’;
Dr. Paul Vandenbroeck (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen): ‘Werklust en eendracht der standen. Kernpunten van de burgerlijke economische en sociale opvattingen in de beeldvoorstelling van de tweede helft der zestiende eeuw’;
Drs. P.L. van Veldhuijsen (Faculteit der wijsbegeerte, Amsterdam vu): ‘Caspar Barlaeus en zijn “Mercator Sapiens” of over de wijze koopman’;
Johan Verberckmoes (Afd. Geschiedenis van de Nieuwe Tijd, Katholieke Universiteit Leuven): ‘Klein, maar duur. Hofdwergen aan het aartshertogelijk hof’;
Dr. P.J. Verkruijsse (Instituut voor Neerlandistiek, UvA): ‘Het boekenmecenaat in de zeventiende eeuw’.
De kosten voor het bijwonen van het congres bedragen ƒ 75,- voor gewone leden van de Werkgroep xviie Eeuw, ƒ 50,- voor student-leden en ƒ 90,- voor niet-leden. Deze bedragen zijn inclusief koffie, thee en een lunch op beide congresdagen.
De congrescommissie is helaas niet in staat centraal overnachtingen te regelen. De commissie adviseert degenen die in Amsterdam van hotelaccommodatie gebruik willen maken bijtijds een kamer te boeken in verband met de vakantiedrukte in augustus.
U kunt zich inschrijven voor het congres door het verschuldigde bedrag over te maken op postgiro 4739223 van de Penningmeester van de Werkgroep xviie Eeuw te Amsterdam en door bericht te sturen naar: Congrescommissie 1989 van de werkgroep xviie eeuw, Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam, 020-525.4717, dr. P.J. Verkruijsse.
De congrescommissie bestaat uit drs. R. Dessing, prof. dr. E.K. Grootes, drs. P.J. Koopman, prof. dr. L. Noordegraaf, dr. P.J. Verkruijsse en prof. dr. E. van de Wetering.
| |
Historisch beeld- en geluidsmateriaal
De Stichting Film en Wetenschap heeft in samenwerking met de Vereniging Geschiedenis Beeld & Geluid een Gids voor historisch beeld- en geluidsmateriaal in Nederland uitgebracht, samengesteld door Pim Slot. Het betreft een eerste voorlopige uitgave met beschrijvingen van 256 audiovisuele collecties van zeer uiteenlopende aard. In de index van opgenomen instanties kan men naast vrijwel alle Rijks-, Streek- en Gemeentearchieven, naast zeer vele musea en een aantal omroepen, ook de audiovisuele diensten van de universiteiten aantreffen en tal van bedrijven en particuliere instellingen.
Voor de neerlandistiek interessante collecties zijn onder meer die van het Centraal Bureau voor Genealogie, het Katholiek Documentatie Centrum en het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. In het trefwoordenregister kan men namen tegenkomen als Geert Grote en Herman Heijermans en trefwoorden als ‘letterkundigen’, ‘literatuur’, ‘poëzie’, ‘volksliederen’, ‘volksliteratuur’.
Per instelling (alfabetisch op plaatsnaam) wordt het volledige adres verstrekt, de naam van een
| |
| |
contactpersoon, een aanduiding van de aard en hoeveelheid van het materiaal (film, videoband, geluidsopname op grammofoonplaat of magneetband, diaklankbeelden), gegevens over de beschikbare onderwerpen, informatie over de al dan niet toegankelijkheid van het materiaal en over openingstijden en consultatiefaciliteiten.
De gids kost ƒ 20,- en is te bestellen bij Audiovisueel Archief van de Stichting Film en Wetenschap, Zeeburgerkade 8, 1019 ha Amsterdam, 020-6652966. De Vereniging Geschiedenis Beeld & Geluid is op hetzelfde adres gevestigd.
PJV
| |
Nieuw Gezelle-tijdschrift
De tijdschriften Gezellekroniek; bijdragen en mededelingen van het Guido-Gezellegenootschap (1963-1987) en Gezelliana; mededelingen van het Centrum voor Gezellestudie (1970-1986) zijn gefuseerd tot Gezelliana; kroniek van de Gezellestudie. Het nieuwe tijdschrift wordt uitgegeven door de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius (ufsia) te Antwerpen in samenwerking met Uitgeverij Pelckmans te Kapellen.
Volgens de kernredactie, bestaande uit P. Couttenier, A. Keersmaekers, L. Simons en A. de Vos, zal Gezelliana een open koers volgen en een forum vormen voor wie zich inlaat met het Gezelle-onderzoek. Van de studies en essays wordt een hoog wetenschappelijk niveau verwacht, terwijl door hun leesbaarheid de bijdragen ook bedoeld zijn voor al wie zich interesseert voor de manier waarop momenteel literaire teksten worden onderzocht. Met andere woorden: het tijdschrift tracht aansluiting te vinden bij het hedendaags literatuuronderzoek.
Het accent ligt op een veelzijdige lectuur en grondige studie van het literaire werk van Gezelle in de context van de Nederlandse literatuur en cultuur van de negentiende eeuw. Documentair en archivalisch onderzoek krijgt binnen die optie zijn plaats en betekenis. Vaste rubrieken zullen zijn: studies, archivalia, recensies, bibliografie, kroniek en mededelingen.
Het eerste nummer van Gezelliana (april 1989) bevat een uitvoerige studie van J.J.M. Westenbroek over ‘Ego flos’, waarvoor als bronnen onder meer worden aangewezen het Hooglied, het breviergebed en Ruusbroec. A. Keersmaekers wijdt een artikel aan een aantal journalistieke bijdragen van Gezelle aan Rond den Heerd uit 1868 en 1869 onder de titel ‘De Doodendans’, volgens Keersmaekers ‘een typerend voorbeeld van Gezelles falen’. Van Dirk Sacré is een overzicht van ‘Gezelle in het Latijn’, neo-neolatijnse vertalingen van gedichten van Gezelle door onder anderen de Noordnederlanders Herman Vroom en Bert Decorte en door Clauskenner Paul Claes. Bij de rubrieken is de ‘Bibliografie 1981-1987’ betreffende de Gezellestudie, samengesteld door An de Vos en J.J.M. Westenbroek, die aansluit bij het laatste overzicht van J. Geens in Gezellekroniek 7 (1983).
De abonnementsprijs (2 nummers van 96 pagina's per jaar in resp. april en oktober) bedraagt bfr. 600, te storten op giro 000-0061095-82 van ufsia, Venusstraat 35, 2000 Antwerpen, onder vermelding van ‘Gezelliana’. Het redactiesecretariaat berust bij An de Vos, Centrum voor Gezellestudie, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen, 03/2204289.
PJV
| |
Gumbert houdt Panizzilezingen in Londen
De Leidse hoogleraar in de paleografie, J.P. Gumbert, heeft de eervolle uitnodiging gekregen om de Panizzilezingen voor 1989 te houden op de woensdagen 8, 15 en 22 november, telkens om 18 uur, in het British Museum Lecture Theatre, Great Russell Street, Londen over het onderwerp ‘The Dutch and their books in the manuscript age’. Gumbert is sinds 1974 lector en later hoogleraar in de Westerse paleografie en handschriftenkunde in Leiden. Voor en na zijn inaugurele rede Schrift, codex en tekst. Een rondgang door paleografie en codicologie heeft hij tal van publikaties op het terrein van paleografie en codicologie het licht doen zien. Momenteel werkt hij aan het enorme project iimm: Illustrated Inventory of Medieval Manuscripts.
De Panizzi Lectures op het gebied van de bibliografie werden in 1984 ingesteld door de British Library ter nagedachtenis van de bekende bibliothecaris van de (toen nog) British Museum Library, Anthony Panizzi. Dit werd mogelijk gemaakt door de oprichting van de Anthony Panizzi Foundation die daartoe een anonieme gift had ontvangen.
Sprekers - geleerden van naam op het terrein van de bibliografie - worden uitgenodigd door een Selection Council die bestaat uit vertegenwoordigers van de British Academy, de Royal Historical Society, het Warburg Institute, de University of London, de Bibliographical Society en de British Library.
Voor nadere inlichtingen kan men contact opnemen met Miss E.M. Paintin, Secretary of the Panizzi Foundation, British Library, Great Russell Street, London wcib 3dg, tel.: 01-323-7696.
PJV
| |
Poëzie over de Veluwe
Als deel 22 in de Schaffelaarreeks is onlangs bij de Barneveldse Drukkerij en Uitgeverij (bdu) een bloemlezing verschenen van poëzie over de Veluwe onder de aan een gedicht van Willem Wilmink ontleende titel Dit
| |
| |
stroeve land. De bundel, samengesteld door Bert Paasman en Henk van der Vlist (beiden lid van de redactie van de reeks), bevat meer dan honderd gedichten over de Veluwe, het Deelerwoud en de Onzalige Bossen; over de bewoners, over de relatie mens-natuur en het spanningsveld daartussenin, en over plaatsen als Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Ede, Ellecom, Elspeet, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Oosterbeek, Putten, Rheden, Rozendaal, Staverden, Terwolde, Velp, Voorst, Wageningen en andere. Uit de gedichten spreekt niet alleen liefde voor de Veluwe, maar soms ook afkeer.
In de inleiding schetsen de samenstellers de belangrijkste thema's, de ontwikkelingen daarbinnen, de optredende variaties. Geput is uitsluitend uit gepubliceerd werk. Gedichten in dialect zijn niet opgenomen. De nadruk valt op de twintigste eeuw, maar er zijn ook enkele dichters uit de achttiende en negentiende eeuw opgenomen, zoals Ahazueer van den Berg, Elisabeth Maria Post en J.J.L. ten Kate. De oudere twintigste-eeuwse generatie wordt - na de ‘voorlopers’ Hélène Swarth en J.A. dèr Mouw - vertegenwoordigd door dichters als Achterberg, Greshoff, Van Hattum, Landheer, Van Nijlen, Vestdijk en Werumeus Buning. Bij de generatie van 1920 en '30 vindt men dichters als Campert, Oosterhuis, Soudijn en Veltman. Bij de jongere en jongste dichters treft men aan: Van Deel, Deelder, Stoute en Zuiderent.
Uit het werk van drie dichters werd een ruimere keuze gemaakt. Het betreft Guillaume van der Graft, Hans Andreus en Kees Winkler, elk op een bijzondere wijze met de Veluwe verbonden.
Het fraai uitgevoerde boek van 140 pagina's bevat verder een bronnenopgave en een register op Veluwse plaats- en streeknamen. Daarnaast zijn 29 poëtische zwartwitfoto's opgenomen van de vermaarde Veluwse
brand overeem
fotograaf Brand Overeem. Zijn foto's beogen geen illustraties te zijn, noch op zichzelf staande kunstwerkjes, maar dicht bij de tekst staande interpretaties van gedichten of delen ervan. Exemplaren zijn voor de prijs van ƒ 24,90 te bestellen bij de boekhandel of bij uitgever bdu, postbus 67, 3770 ab Barneveld, 03420-94911.
| |
Het woord als wapen
In een 64 pagina's tellend boekje, getiteld Het woord als wapen en wapenbroeder, publiceerde de achtentachtigjarige dichter Jan H. de Groot zijn verzetsherinneringen. Hierin verhaalt De Groot van zijn belevenissen juist voor en in de Tweede Wereldoorlog. Belevenissen die, zo schrijft de dichter, ‘deze eeuw tot zo'n verschrikkelijke hebben gemaakt’.
Jan H. de Groot maakte naam en faam als verzetsdichter. ‘Voor velen is hij onze nationale verzetsdichter,’ schrijft Lisette Lewin in Het clandestiene boek 1940-1945. In deze herinneringen wordt duidelijk hoe diep de oorlog en het verzet ingesneden hebben op het persoonlijke leven van de dichter en dat van vele anderen.
Een bibliografie van de clandestien verschenen bundels van de dichter voorzien van zijn commentaar besluit het boekje, dat verschijnt in een oplage van 250 genummerde en door Jan H. de Groot gesigneerde exemplaren. Het is uitgegeven door Hans Loef (tel. 080-233198) en te bestellen door ƒ 22,50 (inclusief portokosten) over te maken op giro 600259 t.n.v. Stichting Hamardus, W. Barentszstraat 17 te Nijmegen.
Hans Loef
| |
| |
| |
Stichting Taal en Letteren
De neerlandica Anneke Reitsma heeft in 's-Gravenhage de Stichting Taal en Letteren - Cursusinstituut Anneke Reitsma opgericht. Doelstelling van het instituut is het geven van een aantal cursussen op het gebied van taal en literatuur door enthousiaste docenten aan kleine groepen geïnteresseerden. In een fraaie folder wordt het programma van het instituut aangeboden. Er worden cursussen aangeboden over onder meer de volgende onderwerpen: Creatief schrijven/Korte verhalen, Creatief lezen/Poëzie, De Beweging van Tachtig, Ida Gerhardt/Thema's en motieven in haar poëzie en een Literaire zeilweek/Workshop poëzie aan boord van de klipper ‘Johanna’. De cursussen worden gegeven in de avonduren en hebben een omvang van 16 of 24 uur en kosten afhankelijk van die duur respectievelijk ƒ 250,- of ƒ 375,-. De Literaire zeilweek strekt zich uit over vijf dagen, en kost ƒ 275,- (inclusief vier overnachtingen). Alle cursussen (uitgezonderd de zeilweek) gaan van start in de eerste week van september 1989. Men kan een folder met inschrijfkaart aanvragen bij het Cursusinstituut Anneke Reitsma, Ligusterstraat 6, 2563 vd 's-Gravenhage.
GvB
| |
Stichting Lezen van start
Drs. Ada Jongejan is met ingang van 1 april 1989 benoemd tot coördinator van de Stichting Lezen. Voorheen was zij werkzaam als coördinator taalontwikkeling Onderwijsvoorrangsgebied Amersfoort.
De Stichting Lezen heeft tot doel het bevorderen van de leescultuur in de meest brede zin in de Nederlandse taal. De stichting wil dit doel bereiken door activiteiten op dit gebied te initiëren en door bestaande en nieuwe activiteiten te coördineren. Ook zal de Stichting Lezen onderzoek naar het lezen en de leescultuur bevorderen.
In het bestuur van de Stichting Lezen zijn vertegenwoordigd het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum (nblc), de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (knub), de Nederlandse Boekverkopers Bond (nbb) en de Nederlandse Dagbladpers (ndp). Het bestuur wordt bijgestaan door een adviesraad die tot taak heeft het bestuur te adviseren over de inhoud van het beleid. Voor nadere inlichtingen kan men bellen: 020-230566.
Stichting Lezen
| |
Literair Quizboek
Bij uitgeverij In den Toren te Baarn verscheen onlangs het Literair quizboek met meer dan 1000 quizvragen over boeken, schrijvers, personages en wat dies meer zij. Het boekje werd samengesteld door de populaire Vlaamse tv-quizmaster (iq) Paul Jacobs, die eerder Het grote blufboek en het Kwisboek voor volwassenen verzorgde.
Vrijwel alle vragen in het Literaire quizboek doen een sterk beroep op parate kennis van de wereldliteratuur, waarbij overigens een forse plaats is ingeruimd voor de Nederlandstalige literatuur. Onvermijdelijk is de neiging om met zo'n boekje in handen de eigen kennis van de literatuur te testen. En ik moet bekennen dat ik meer goede antwoorden miste dan goed is voor mijn zelfrespect. Gelukkig is het maar een spelletje, want als het tentamenvragen waren geweest dan zou ik glansrijk gezakt zijn.
Ik heb mij overigens wel afgevraagd voor wie een dergelijk boekje nu wordt gemaakt. Quizmasters hebben er niets aan en het zal niet meevallen om in familie of vriendenkring een privé-quiz te organiseren. Nu weet ik wel dat de tv-quiz bijzonder populair is en dat iedere omroep zijn eigen quizprogramma heeft omdat de kijkcijfers daar aanleiding toe geven. Maar of een boekje met quizvragen op literair gebied ook hoog zal scoren, is zeer de vraag. Ik neem dan ook aan dat het boekje speculeert op die eerder genoemde neiging de eigen kennis van de wereldliteratuur te testen. Het Literair quizboek kost ƒ 17,50 en omdat de antwoorden op de gestelde vragen achterin worden gegeven steek je er voor dat geld altijd wel wat van op.
GvB
| |
Lift Almanak
De Stichting Lift, een landelijke instelling die amateurschrijvers adviseert en stimuleert, bracht onlangs de Lift Almanak voor Amateurschrijvers uit. Deze Lift Almanak 1988 is een naslagwerkje waarin men de belangrijkste literaire uitgeverijen, literaire instellingen en tijdschriften zowel alfabetisch op naam als op vestigingsplaats kan vinden. Bovendien geeft de almanak een overzicht van poëziebundels, uitgegeven in eigen beheer en in het bezit van het canasd, een archief dat een functie vervult vergelijkbaar met het Letterkundig Museum, maar dan voor wat het ‘tweede circuit van de letteren’ genoemd wordt. De Lift Almanak 1988 voor amateurschrijvers kan besteld worden door ƒ 19,50 (inclusief portokosten) over te maken op postrekeningnr. 5361589 t.n.v. Stichting Lift, Wijchen.
GvB
| |
Multatuli-brieven ontdekt
Onlangs zijn op verschillende locaties brieven van Multatuli teruggevonden. In het Museum Enschedé te Haarlem waren het twee brieven die te maken hebben met Multatuli als journalist van de Opregte Haarlem- | |
| |
De schaakcorrespondentie van Douwes Dekker
sche Courant waarvoor hij berichten ‘overnam’ uit de fictieve Mainzer Beobachter.
Jan van Herpen vond in het inmiddels door hem geheel geordende archief van P.H. Ritter jr. in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek, te midden van de dertien strekkende meter die Ritters 60.000 brieven besloegen, ook een aantal Multatuliana.
In het archief bevinden zich enkele brieven van en aan Ritters vader, onder andere van Multatuli en Mimi, waarover Van Herpen reeds in Over Multatuli nr. 12 (1984), p. 15-25, mededeling deed. Daaraan kunnen er nu weer twee toegevoegd worden. Ritter sr. en Douwes Dekker speelden correspondentieschaak, een geliefd tijdverdrijf van ‘Dek’ (zie Lodewijk Prins, Multatuli en het spel van koningen, 1970). Het betreft twee briefkaarten, beide uit Nieder-Ingelheim, de dato 9 november en 22 november 1886, niet alleen met de schaakzetten maar ook met levendige commentaar. In Over Multatuli nr. 23 zal uitgebreider over de vondst gepubliceerd worden. Dat tijdschrift wordt uitgegeven door Huis aan de Drie Grachten, o.z. Voorburgwal 249, 1012 ez Amsterdam, 020-245781.
PJV
| |
Publieksprijs van het Nederlandse boek 1989
In de periode 7 september - 26 oktober 1989 zullen de Nederlandse lezers opnieuw de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek toekennen, dit jaar in het genre ‘Tekeningen en Illustraties’. De ceuvreprijs, die begin november 1989 zal worden bekendgemaakt, bestaat uit een sculptuur van Jeroen Henneman en een geldprijs van ƒ 15.000,-.
Een onafhankelijk nominatiecomité heeft negen tekenaars en illustratoren geselecteerd. Het zijn, in alfabetische volgorde: Marjolein Bastin, Theo van den Boogaard, Dick Bruna, Rien Poortvliet, Dieter en Ingrid Schubert, Peter van Straaten, The Tjong Khing, Marten Toonder en Peter Vos.
Het publiek heeft de mogelijkheid een stem uit te brengen op een niet-genomineerde kunstenaar.
Het nominatiecomité wordt gevormd door: mevrouw H. van der Horst (oud-directeur Geïllustreerde Pers), de heer B. Mathis (voorzitter knub, uitgevers), de heer J. van der Plas (voorzitter nbb, boekhandels), de heer T. Vonk (commercieel manager boeken Bruna b.v.), de heer E. Wigchert (bestuurslid nblc, tevens hoofd informatiedienst en collectievorming Stadsbibliotheek Haarlem).
De genomineerden zijn gekozen op voordracht van de uitgeverijen. Bij de keuze van het comité worden de verkoop- en uitleencijfers van het gehele oeuvre in aanmerking genomen; daarnaast wordt ernaar gestreefd de diverse soorten illustraties, zoals die in boeken te vinden zijn, aan bod te laten komen.
| |
| |
De jaarlijkse prijs is een initiatief van de Stichring cpnb en is ingesteld in 1987. In 1988 won Annie M.G. Schmidt in het genre ‘Gedichten en Verzen’; in 1987 kreeg Kees van Kooten de prijs in het genre ‘Romans en Verhalen’. Voor nadere informatie kan men zich wenden tot: Stichting cpnb, tel. 020-064971.
CPNB
| |
Boon - 10 jaar later
In het eerste nummer van Literatuur van deze jaargang kondigden wij een aantal manifestaties aan rond de herdenking van Louis Paul Boons overlijden op 10 mei 1979. Inmiddels is de grote Boontentoonstelling in het Cultureel Centrum De Werf in Aalst geopend, evenals de tentoonstelling ‘Drie Vrienden’, een expositie van werk van de schildersvrienden Maurice Roggeman, Robert van Kerckhoven en Louis Paul Boon, in de Belfortkelder in Aalst.
In de vorige publikatie in Literatuur kon van de eerstgenoemde tentoonstelling die ‘Louis Paul Boon, acht literaire werken gevisualiseerd’ is gaan heten, wel al vermeld worden dat het om een reizende tentoonstelling ging, maar nog niet precies waar naartoe en op welke data. Intussen zijn die gegevens beschikbaar en we zetten ze hieronder nog even op een rij:
Van 1 tot 25 juni is de expositie te zien in het Cultureel Centrum van Zaventem (België);
28 juni tot 1 augustus: Cultureel Centrum Krankhoeve te Bonheiden (België);
2 augustus tot 17 september: Gemeentelijke Bibliotheek te Jette (België);
25 september tot 25 oktober: Cultureel Centrum De Brakke Grond (Amsterdam);
november 1985 (datum nog nader te bepalen): Bibliotheek Vrije Universiteit te Brussel.
De catalogus behorend bij deze tentoonstelling is uiteraard verkrijgbaar op de tentoonstelling zelf, maar kan ook besteld worden bij het Louis Paul Boon Genootschap (Fossebaan 65, b 1741 Ternat, België) of bij het Cultureel Centrum De Werf te Aalst (tel. 053/76.13.11).
Op 18 november 1989 wordt in het Vrijzinnig Ontmoetingscentrum ‘Karel Cuypers’, Lange Leemstraat 57 te Antwerpen, het Boonjaar afgesloten met een colloquium ‘Louis Paul Boon, een geus in Belgenland’.
Ter gelegenheid van de Boonmanifestaties werd door het Dirk Martens-comité en het Boon Genootschap een herdenkingslitho gedrukt in 8 kleuren en op handgeschept papier in een oplage van driehonderd genummerde exemplaren. Deze litho, vervaardigd door de kunstenaar Luc de Blok, bij wiens werk Boon enkele maanden voor zijn overlijden 5 gedichten schreef, kan worden besteld door bfrs. 7.500 over te maken op rekeningnummer 068-0500960-79 van het Gemeentekrediet België t.n.v. het Dirk Martens Comité te Aalst.
Met steun van het Louis Paul Boon Genootschap gaf Willem M. Roggeman Boons reportages Brussel een oerwoud opnieuw uit, nu compleet met de originele tekeningen van Maurice Roggeman zoals ze oorspronkelijk verschenen in De Roode Vaan in 1946. Het boekje is verschenen in de Dilbeekse Cahiers en is te bestellen bij het Louis Paul Boon Genootschap (adres hierboven).
GvB
| |
Leest over Lezer!
Het tijdschrift Uitgelezen boeken; katern voor boekverkopers en boekenkopers 3 (1989) heeft een special gewijd (nr. 3, febr. 1989) aan Leo Lezer, schrijver van gedichten en verhalen in het Nederlands en van taalkundige werken betreffende het Soedanees, boekhandelaar en uitgever in Nederlands-Indië. Joop van den Berg schetst een uitermate boeiend beeld van de in Drenthe geboren zoon van een joodse voddenkoopman en schapenslachter die in 1906 als beroepsmilitair naar de Oost vertrekt en dertig jaar later de eigenaar is van een florerende boekhandel-uitgeverij-antiquariaat in Bandoeng. Behalve op schriftelijke getuigenissen kan Van den Berg terugvallen op de ‘oral history’ van de zoon, Samuel Lezer, en van Leo's nicht, de schrijfster Margaretha Ferguson.
Na de oorlog en de internering begint Lezer in 1946 een boekhandeluitgeverij in Den Haag. ‘Leest Lezers Leesboeken’ moet een vaak gehoorde slogan geweest zijn. Voor zijn dood in 1962 publiceerde hij (herdrukken van) zijn Cantinevertellingen en Liedjes van Blank en Bruin. Het manuscript van zijn lijvige autobiografie Er was eens is spoorloos verdwenen.
Uitgelezen boeken kost in de losse verkoop ƒ 10,-; een abonnement op drie nummers per jaar bedraagt ƒ 25,-, te bestellen bij Uitgeverij De Buitenkant, Schippersstraat 11-13, 1011 az Amsterdam, postgiro 1781409 (t.n.v. Jan de Jong).
PJV
| |
| |
| |
Marginalen
Met een zeer uitgebreid ‘voorwoord’ van Martin Ros en een ‘inleiding’ van Theo Gaasbeek verscheen een soort gecombineerde fondslijst van een aantal kleine uitgevers: Klein uitgeven; 2000 bijzondere boeken uit de marge van het boekenbedrijf 1989-1990 (Amsterdam: bis/Nederhof, 1988; 204 p., ƒ 14,90). Het is een uitvloeisel van de jaarlijkse Beurs voor Kleine Uitgevers in Paradiso, gesteund door Margreet Ruardi van de Stichting Schrijvers School Samenleving en Huib van Krimpen van de Stichting Drukwerk in de Marge.
Het is wel een beetje jammer dat deze uitgave subsidie van de afdeling Letteren van het ministerie van wvc heeft opgeslokt terwijl ook met smart gewacht wordt op voortzetting van de Bibliografie van marginale uitgaven van Drukwerk in de Marge die na aflevering 3 van 1983 is blijven steken bij de beschrijving van de uitgaven van voor 1 juli 1981.
Achterin bevat Klein uitgeven een overzicht van literaire tijdschriften, literaire clubs en cafés, een auteurs- en een titelregister. Het ligt in de bedoeling jaarlijks een nieuwe, bijgewerkte editie te laten verschijnen.
PJV
| |
Register op Ons Erfdeel 1983-1987
De inhoud van het algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift Ons Erfdeel wordt op gezette tijden goed toegankelijk gemaakt via registers. In 1980 verscheen de Bibliografie Ons Erfdeel over de jaren 1957-1977 van de hand van Hilda van Assche en Richard Baeyens en in 1984 die over 1978-1982, samengesteld door Wim Chielens. Wim Trommelmans heeft nu de periode 1983-1987 op de beproefde wijze onder handen genomen. Die beproefde wijze impliceert een op auteur gealfabetiseerd overzicht van de in het tijdschrift verschenen bijdragen, een chronologische inhoudsopgave van de kronieken en een veelheid aan registers.
Behalve een register op medewerkers zijn er personenregisters op besproken auteurs, op beeldende kunstenaars en mecenassen, op auteurs, chansonniers, cabaretiers, cineasten en regisseurs, op musici en op politici. Registers op portretten en zaken completeren het geheel.
Bladerend in deze tijdschriftbibliografie valt eens te meer op dat Ons Erfdeel een tijdschrift is dat inderdaad over een zeer breed front het algemeen-culturele leven in de Nederlanden op de voet volgt. In de jaren 1983-1987 verschenen 1127 artikelen van 392 verschillende medewerkers over de meest diverse onderwerpen. De redactie doet er goed aan steeds weer opdrachten te verstrekken tot het indiceren van de verschenen jaargangen; op die manier krijgt een periodiek een meerwaarde ten opzichte van minder goed toegankelijk gemaakte tijdschriften.
De Bibliografie Ons Erfdeel, deel 3: 1983-1987 van Wim Trommelmans telt 176 pagina's, kost ingenaaid ƒ 41,- en gebonden ƒ 59,- en is te bestellen bij de Stichting Ons Erfdeel, (België) Murissonstraat 260, 8530 Rekkem, 056-411201 of (Nederland) Rijvoortshoef 265, 4941 vj Raamsdonksveer, 01621-13425.
PJV
| |
Het nieuwe zetten
Auteurs van artikelen en boeken worden tegenwoordig steeds meer geconfronteerd met de vraag van de uitgever of de tekst op de ouderwetse manier wordt aangeleverd of op diskette. De literairhistoricus die soms niet zonder weerzin zich tot de personal computer heeft bekeerd, vindt het al prachtig als zijn printer op nlq-stand een uitgevulde tekst produceert. Hij wordt vervolgens tot waanzin gedreven als blijkt dat voor het echt mooie zetwerk een zogenaamd conversieprogramma weer allerlei vreselijks heeft uitgehaald met zijn floppy, zodat hij opnieuw gedwongen is tot het ‘corrigeren’ van drukproeven.
De n.v.k. (Nederlandse Vereniging voor Kantoorautomatisering) had in samenwerking met de sectie zetterijen en grafische tekstverwerkingsbedrijven van het k.v.g.o. (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen) iets bedacht dat aan alle problemen een einde moest maken, namelijk asvat, de Afgesproken Symboolgebruik Voor Aanlevering Tekstvervaardiging, of met andere woorden een standaardcodering voor integratie van tekstverwerkig en fotografisch zetten.
Hoezeer de techniek voortschrijdt, blijkt uit een publikatie in de reeks ‘Grafische communicatie’ van uitgeverij Van Loghum Slaterus te Deventer: Conversie van gegevens: verbinding van personal computers en kantoortekstverwerkers met fotozetsystemen van de hand van de docent aan het Hoger Instituut voor Grafisch Onderwijs te Gent, E. Steuperaert (73 p.; ƒ 46,-). Wie daarin als schrijver van pakkende verhandelingen over triviaalliteratuur, intertekstualiteit of klassieke retorica ziet dat een ‘vierkant haakje open’ een ‘mnemonic’ veroorzaakt van de volgende aard: ‘/h;(=846b/’ voor de ‘etap-Editwriter conversietabel asynchroon met commentaar’, die beseft dat ook zijn wat exacter ingestelde collegae het wel eens moeilijk kan hebben met teksten.
Het werk van Steuperaert behandelt in deel 1 de eenvoudige en in deel 2 de complexe interfaces en de respectievelijke conversiemethoden en -problemen met toelichtende voorbeelden. Het is wel stof voor gevorderden.
PJV
| |
| |
| |
Nieuwtjes
□ De Vaderlandreeks van Uitgeverij Cadans zal worden opgevolgd door een nieuwe reeks waarin belangwekkend historisch materiaal zal worden gepubliceerd. De nieuwe reeks zal Spectator-cahiers gaan heten. Waar hebben we die naam eerder gehoord?
□ F.P. van Oostroms studie Het woord van eer over literatuur aan het hof rond 1400 zal worden vertaald in het Engels. Het boek zal verschijnen bij de University of California Press.
□ Per 1 september 1989 zal Frans A. Janssen voor twee dagen per week in dienst treden van de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Boeken Bibliotheekgeschiedenis. Janssen wordt daarmee de opvolger van prof. dr. H.T.M. Vervliet.
□ Het Genootschap Onze Taal organiseert dit jaar in samenwerking met de tros een spellingwedstrijd onder brugklasleerlingen om de spelvaardigheid en de woordenschat van de leerlingen te vergroten. In het begeleidend comité hebben onder anderen zitting genomen Harry Mulisch, Dick Dolman, Yvonne Keuls, Jan Terlouw en Ivo de Wijs.
□ Ter gelegenheid van de Nynke van Hichtum-herdenking gaf de Stichting It Fryske Boek een bibliografie van haar werk uit onder de titel Hûndert Jier Nynke fan Hichtum. Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de schrijfster overleed en tevens honderd jaar geleden dat ze als kinderboekenschrijfster debuteerde.
□ De Engelse historicus Simon Schama zal dit najaar in de Groningse Martinikerk de Van der Leeuw-lezing houden. Schama zal de negentiende-eeuwse visie op de Nederlandse cultuur bespreken. De Van der Leeuwlezingen zijn een initiatief van de ru Groningen, stad en provincie Groningen en van de Volkskrant.
□ De Marten Toonder-Stichting heeft de Geertjan Lubberhuizenprijs voor literaire prozadebuten, groot ƒ 10.000,-, toegekend aan gijs ijlander voor De kapper.
□ De tweejaarlijkse Visser-Neerlandiaprijs voor hoorspelen, televisiespelen en toneelspelen, groot ƒ 8.000,-, is toegekend aan haye van der heyden voor zijn toneelstuk Prambanan.
□ De door de sdu (Staatsdrukkerij en uitgeverij) ingestelde Dr. L. de Jong-prijs is voor de eerste maal toegekend aan gerard mulder en paul koedijk voor hun biografie van H.M. van Randwijk.
+++
□ Op 30 maart 1989 overleed op zevenendertigjarige leeftijd (*15 december 1951) de neerlandicus-bibliograaf paul vriesema. De heer Vriesema had sinds 1982 de dagelijkse leiding van het bureau van de Short-Title Catalogue Netherlands (stcn).
□ Niet geheel onbekend binnen de neerlandistiek wegens zijn relaties met Ter Braak en Marsman en met Geert van Oorschot, om wie hij Nederland weer verlaten zou hebben, was albert vigoleis thelen (*Süchteln 28 september 1903-Duelken (ddr) 9 april 1989). Van Oorschot gaf in 1953 zijn bekendste werk uit, Die Insel des zweiten Gesichts.
□ De essayist en romanschrijver henk van galen last (*1921) overleed, 68 jaar oud, op 11 april 1989 te Montpellier. Sinds 1970 werkte hij als columnist voor nrc Handelsblad: de bundel De waanzin van Ajax (1971) was een keuze van columns uit die krant. Van Galen Last editeerde ook de briefwisseling Ter Braak-Du Perron.
□ Op zevenenzeventigjarige leeftijd overleed op 26 april 1989 Jan Bernard Wemmerslager van Sparwoude, beter bekend onder zijn pseudoniem olaf j. de landell (*16 mei 1911). Hij schreef novelles (o.a. De porseleintafel, dat in 1951 als boekenweekgeschenk werd verspreid), hoorspelen, een operette, gedichten en romans (de laatste verscheen in 1979: Probleem in Aardenburg).
□ ‘Tijdens een wandeling in de bergen van Airole naar Fanghetto verdween Hans op 11 april. 7 mei werd hij gevonden, vlak bij zijn dorp Fanghetto.’ hans roduin (Johannes Jacobus Rooduijn *2 mei 1915) was de initiatiefnemer in de jaren vijftig van Galerie Le Canard in de Amsterdamse Spuistraat, waar de toenmalige avant garde exposeerde en waar ook de Vijftigers bijeenkwamen.
□ In de eerste week van mei 1989 overleed de dichter en godsdiensthistoricus theo van baaren (*13 mei 1912), nog geen jaar na zijn echtgenote Gertrude Pape, met wie hij in 1941 het surrealistische tijdschrift De Schone Zakdoek oprichtte.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|