| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Plantijnjaar 1989
In 1989 herdenkt het Museum Plantin-Moretus het feit dat vierhonderd jaar geleden Christoffel Plantijn is overleden. In dat kader zal een aantal manifestaties plaatsvinden, zullen publikaties uitgegeven worden en zal een serie projecten worden uitgevoerd. Een overzicht volgt hieronder
De tentoonstelling ‘Christoffel Plantijn en de exacte wetenschappen in zijn tijd’ wordt gehouden in het museum aan de Vrijdagmarkt van 18 maart tot en met 31 mei 1989. Tentoongesteld worden tal van drukken uit de wetenschappelijke produktie van de Officina Plantiniana ten tijde van Plantijn (1555-1589) met betrekking tot de wiskunde (o.a. Simon Stevin), de astronomie (Cornelius Gemma, Rembert Dodoens e.a.), de natuurwetenschappen (Charles Estienne, Alessio Piemontese e.a.), de plantkunde (Rembert Dodoens, Mathias Lobelius, Carolus Clusius e.a.), de geneeskunde (Johannes Valverde-Vesalius, Nicander, Joannes Sambucus e.a.), de krijgsbouwkunde en de aardrijkskunde (o.a. Abraham Ortelius, Pierre Belon de Mans, Ludovico Guicciardini). Tevens worden koperplaten en houtblokken tentoongesteld die gebruikt werden voor de illustratie van de geselecteerde boeken.
Op het internationale wetenschappelijke colloquium ‘Christoffel Plantijn en zijn tijd’, te houden op 20 maart 1989 in het museum, zal de figuur van Christoffel Plantijn nader belicht worden. Als sprekers zullen optreden prof. dr. L. Voet (ereconservator Museum Plantin-Moretus), prof. dr. A. Hamilton (universiteiten van Urbino, Leiden en Amsterdam), dr. G. Colin (Koninklijke Bibliotheek Albert i, Brussel), dr. G. Janssens (Algemeen Rijksarchief, Brussel) en dr. K. Bostoen (Rijksuniversiteit Leiden). Aan het slot van het colloquium wordt de ‘Plantijnbundel’ gepresenteerd.
De stadswandeling ‘ In de sporen van Christoffel Plantijn...’ leidt langs plaatsen en gebouwen waar Plantijn woonde, werkte, vrienden bezocht en uiteindelijk zijn laatste rustplaats vond.
Het bestendig Dotatiefonds voor de Stadsbibliotheek en het Museum Plantin-Moretus organiseert een tweetal concerten in het museum. Op 9 februari 1989 brengen Brigitte Hertogs (harp) en Robert Waelkens (fluit) werken van Bach, Telemann, Glück, Mozart, Donizetti, Popp, Bizet, Massenet, Doppler, Pessard, Mortelmans en Ravel. Dejan Mijajev (viool) en Luc Vanvaerenbergh (klavecimbel) voeren op 9 maart 1989 werk uit van Vivaldi, Bach, Mozart en anderen.
Vanaf 23 juni tot eind augustus 1989 stellen de bekroonde laureaten van de prijs voor grafiek van het Complex van Maatschappelijke Werken ( c.m.w.) een zestigtal werken tentoon in de expositieruimte van het Stedelijk Prentenkabinet. In het Hessenhuis (Falconrui 53) loopt vanaf 22 oktober 1988 nog tot 31 januari 1989 de tentoonstelling ‘Vijftig jaar Stedelijk Prentenkabinet; aanwinsten uit de collecties moderne prenten en
Museum Plantin-Moretus, de gieterij
tekeningen’. Voor het najaar van 1989 staat in het Prentenkabinet aan de Vrijdagmarkt een expositie op het programma over ‘Frans Masereel; vernieuwer van de houtsnijkunst’
In het kader van de manifestatie Europalia-Japan wordt in oktober en november 1989 een tentoonstelling georganiseerd over ‘Japanse boekillustratie’ uit de collectie van dr. von Kritter, aanwezig in het Gutenberg-Museum te Mainz. Ook de Japanse versie van de museumgids en van de rondleiding op cassette wordt in 1989 ten doop gehouden.
Het Plantijn-jaar zal uiteraard ook een aantal publikaties voortbrengen:
- | een wetenschappelijke catalogus ter begeleiding van de tentoonstelling over Plantijn en de exacte wetenschappen, uitgegeven door het Gemeentekrediet van België; |
- | een Plantijnbundel als bijzondere uitgave van De Gulden Passer; |
- | een brochure ter begeleiding van de stadswandeling, uitgegeven door de Dienst voor Toerisme; |
- | een publikatie over het museum in de reeks Musea Nostra onder auspiciën van het Gemeentekrediet; |
- | een didactische brochure in vier
|
| |
| |
| talen (Nederlands, Frans, Duits, Engels) en in brailleschrift over de ontwikkeling van de druktechnieken vanaf de tijd van Plantijn tot nu, in samenwerking met de Educatieve Dienst; |
- | een muurkrant ter aankondiging van de activiteiten in het Plantijnjaar; |
- | een sluitzegel ter promotie van het Museum en het Plantijn-jaar; |
- | een bijzondere postzegel ter gelegenheid van het Plantijn-jaar; |
- | een Plantijn-krant, op te nemen als bijlage in De Antwerpenaar. |
Ook worden in verband met het herdenkingsjaar de volgende projecten gerealiseerd:
- | een videomontage in vier talen over de drukkunst vanaf Plantijn tot nu; |
- | de inrichting van een videozaal; |
- | de inrichting van een blindenzaal in de achttiende-eeuwse keuken aan het binnenplein; |
- | de vernieuwing van de presentatie van zaal 7, de didactische zaal, op een educatieve wijze; |
- | plaatsing van verklarende tekstpanelen in vier talen in de hal en in alle zalen; |
- | achtergrondmuziek in de museumzalen; |
- | drukdemonstraties op de oude persen in de drukkerij. |
PJV
| |
Huygens' sneldichten
Constantijn Huygens heeft vele duizenden puntdichten - of ‘sneldichten’ zoals hij ze zelf noemde - geschreven. In zijn Koren-bloemen van 1658 en 1672 vinden we er een 163-tal van terug, gegroepeerd in de afdeling ‘Sneldicht. Menschen’. De gedichten die in deze afdeling opgenomen zijn, hebben vrijwel alle betrekking op beroepen. Huygens biedt ons met deze sneldichten een verrassende en boeiende kijk op zijn tijdgenoten uit alle lagen van de zeventiende-eeuwse bevolking: naast de Stillevegher, de Hondeslagher en het Appelwijf ontmoeten we onder meer de Advocat, de Ouderling en de Doctor.
Huygens' Sneldichten. Menschen zijn nu naar de autograaf uitgegeven en toegelicht door H. Blijlevens, M. van Drunen en P. Lavrijssen (256 p.). De uitgave bevat een facsimile van het manuscript, een transcriptie, manuscriptologische aantekeningen, een variantenapparaat, een hertaling van de gedichten in hedendaags Nederlands, grammaticaal en zakelijk commentaar, registers en een bibliografie.
Men kan in het bezit komen van de editie door overmaking van ƒ 26,- op giro 2515670 van M. van Drunen-Van Schijndel, Dommel 35, 5061 nj Oisterwijk onder vermelding van ‘Uitgave Huygens’, waarna het boek zonder bijkomende kosten wordt gezonden naar het adres dat op de overmaking vermeld is. Telefonische informatie: 04242-19062.
PJV
| |
Vaste grond
Het ‘literair cahier’ Begane grond, het letterkundig tijdschrift van de culturele organisatie van de Universiteit van Amsterdam Crea, heeft duidelijk vaste grond onder de voeten gekregen (vgl. Literatuur 5 [1988], p. 113). Het is in ieder geval enthousiast aan jaargang 2 (1988) begonnen. Naast het in meerderheid creatieve werk bevat ieder nummer een interview met een gerenommeerd letterkundige. In de tweede helft van de jaargang-1987 werd Jan Kuijper ondervraagd en werd een driehoeksgesprek gevoerd met Wilma en Max Schuhmacher. Bij de laatsten uiteraard geklaag over bezuinigingen van de overheid op het wetenschappelijk bibliotheekwezen en enthousiaste verhalen over collatie-avonturen met betrekking tot Nijhoff, Hermans en andere modern-letterkundigen.
In 1988 waren Willem Jan Otten (‘Talent is een vorm van zelfkritiek’), Doeschka Meijsing (‘Literatuur als klein wapen tegen de dood’), Drs. P. (‘Ik schrijf niet voor mijn verdriet’) en Frans Kellendonk (‘De geschiedenis en de klerk; de feiten en de verbeelding’) de geïnterviewden.
De redactie berust bij Hans van Daalen, Mattijs Diepraam, Jan Schrijvers, Reinout Wiers en Atie Zwering. Abonnementsprijs: ƒ 12,50 voor 6 nummers per jaar op giro 1479767 van P.J. Schrijvers te Amsterdam onder vermelding van Abonn. bg 1989’. Administratie: Tweede Oosterparkstraat 40/3, 1091 je Amsterdam.
PJV
| |
Van Alkmaar tot Zwijndrecht
Bij de Stichting Neerlandistiek vu is verschenen: B.P.M. Dongelmans: Van Alkmaar tot Zwijndrecht. Alfabet van boekverkopers, drukkers en uitgevers in Noord-Nederland 1801-1850. Aangevuld met boekbinders, steen- en plaatdrukkers, colporteurs, leesbibliotheekhouders en andere verwante beroepen. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek vu, 1988. 247 pagina's, met register.
In Van Alkmaar tot Zwijndrecht wordt per gemeente in alfabetische volgorde een overzicht geboden van boekverkopers, drukkers en uitgevers in Noord-Nederland vanaf 1801 tot en met 1850. De gegevens voor deze inventarisatie, die werden ontleend aan een groot aantal secundaire bronnen, zijn in chronologische volgorde gezet. De gebruiker kan zich op grond van deze data direct een beeld vormen van de jaren van werkzaamheid van de gezochte persoon of firma.
Voor het eerst wordt hiermee niet alleen een totaal-overzicht voor deze periode gepresenteerd, maar is tegelijkertijd ook een aantal unieke bronnen toegankelijk gemaakt voor nader onderzoek. Het gebruik van de antwoorden op Napoleontische enquêtes uit 1810-1812 levert voor vele honderden boekverkopers en druk- | |
| |
kers miniatuurschetsjes op inzake oprichting, specialisme, letterbezit, aantal persen, enzovoort; de confraterboeken van boekverkopers als S. van Benthem (Middelburg), J. Immerzeel Jr., Jan ten Brink Gz. en D.F. Berntrop (Amsterdam) bieden interessant materiaal voor en over vrijwel elke uitgever uit deze periode.
Voor wie onderzoek doet naar een of meer personen uit de wereld van het boek uit de eerste helft van de negentiende eeuw, is dit Alfabet het aangewezen hulpmiddel.
Men kan dit naslagwerk bestellen door storting van ƒ 39,50 plus ƒ 5,50 porto- en verpakkingskosten op postgiro 2790626 ten name van Stichting Neerlandistiek vu, Alphen aan den Rijn.
| |
Ach Amsterdam
In de ‘Ach lieve tijd’-serie van uitgeverij Waanders is Amsterdam aan de beurt. In samenwerking met het gemeente-archief moet in twee jaar tijd een prachtig geïllustreerd boek ontstaan, elke maand een aflevering tot de in totaal vierentwintig nummers door de abonnee zelf in de band gezet kunnen worden. Over de wetenschappelijke kwaliteit waakt een redactie, bestaande uit drs. B. Bakker, mr. J.H. van den Hoek Ostende, mr. G.L. Mak, prof. dr. L. Noordegraaf, M.B. de Roever, drs. B.M.J. Speet en drs. E.L. Wouthuysen.
Ach lieve tijd. Zeven eeuwen Amsterdam en de Amsterdammers behandelt in goed leesbare taal na de algemene inleiding, geschreven door Paul Knevel, in aflevering 1 van oktober 1988 de volgende thema's: reizen, ziel en zaligheid, vertier, Amsterdam als hoofdstad, handel, familieleven, zieken, haven, eten en drinken, stadsbeeld, armoede, cultuur, bestuur, nijverheid, vreemdelingen, onderwijs, scheepvaart, oorlogen, recht en orde, rijkdom, kunstenaars, huizen en de omgeving van Amsterdam. Uiteraard zullen ook
Amsterdamse literatoren uit heden en verleden ter sprake komen.
Ach lieve tijd is letterlijk overal te koop, van kwaliteitsboekhandel tot sigarenwinkel. De prijs per aflevering bedraagt ƒ 6,95; de verzamelband kost ƒ 17,50. Alle afleveringen blijven tot november 1990 leverbaar.
PJV
| |
Liber amicorum Langvik-Johannessen
Onder redactie van de Leuvense hoogleraar K. Porteman en prof. K.E. Schöndorf uit Oslo verschijnt bij de zeventigste verjaardag en het emeritaat op 10 april 1989 van de hoogleraar Nederlandse taal- en letterkunde te Oslo, K. Langvik-Johannessen, een liber amicorum. De bundel zal bijdragen bevatten op het terrein van de taalkunde (o.a. door W.G. Klooster), de Nederlandse letterkunde (door A. Bolckmans, A. Deprez, G. Farner, R. Jansen-Sieben, M. Janssens, A. van Marken, G. Otterloo, K. Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen, K.E. Schöndorf, M.B. Smits-Veldt, L. Strengholt, H. Vekeman) en de Oostenrijkse letterkunde.
Tot 1 februari 1989 geldt de intekenprijs van bfr. 980. Na 14 april is het boek in de boekhandel verkrijgbaar voor bfr 1280. Men kan zich opgeven bij prof. dr. K. Porteman, Blijde-Inkomststraat 21, b-3000 Leuven, met vermelding van hoe men opgenomen wenst te worden in de tabula gratulatoria.
PJV
| |
Manteau vijftig jaar
De ‘verantwoordelijk uitgever’ van de Antwerpse uitgeverij Manteau, Lionel Deflo, weet de aandacht van pers en publiek te trekken. De vijftigste verjaardag van zijn uitgeverij werd onder meer begeleid met zakjes zand, vastgehecht aan persuitnodigingen voor de presentatie in oktober 1988 van de negende misdaadroman van Jef Geeraerts, die - uiteraard - de titel Zand (ƒ 29,90) draagt en nieuwe avonturen verhaalt van het inmiddels bekende opsporingsduo Vincke en Verstuyft. Voor de literair geïnteresseerde was in het jubeljaar 1988 echter nog veel meer te beleven.
Toen Angèle Manteau in 1938 haar eerste literaire boeken aan het Nederlandstalige publiek aanbood, zal ze allicht gehoopt maar vermoedelijk nooit gedacht hebben dat de geschiedenis van de Vlaamse of zelfs de Nederlandstalige letteren onafscheidelijk zou worden verbonden met de ontwikkeling van de uitgeverij die haar naam draagt. Uitgeverij Manteau heeft vanaf haar ontstaan, ook in de oorlogsjaren, het literaire landschap in Vlaanderen en deels ook in Nederland bepaald.
Het eerste boek met het impressum van Manteau was de roman Wrakken van Emmanuel de Bom. Samen met twee andere vroege succesvolle boeken uit het fonds is die eerste publikatie vorig jaar herdrukt in een eenmalige beperkte fraai-uitgevoerde serie ‘Bouwstenen’. Het betreft dus De Boms psychologische stadsroman Wrakken (ƒ 45,-), Richard Minnes bundel verzen, verhalen en brieven Wolfijzers en schietgeweren (ƒ 49,90), waarvan de bekroning met de Belgische staats- | |
| |
prijs voor het Proza in 1946 de nodige - achteraf gezien onnodige - kritiek uitlokte, en Raymond Herremans Vergeet niet te leven (ƒ 49,90). Voor de uitvoerige literair-historische inleidingen, die deze herdrukken nog waardevoller maken, tekenen resp. Emiel Willekens, Gaston Durnez en Jean Weisgerber.
Dat Angèle Manteau al direct aanstuurde op een intense samenwerking met Nederland blijkt uit haar uitgave In aanbouw uit 1939, een bloemlezing samengesteld door Kees Lekkerkerker, met werk van de toenmalige jongeren als Aafjes, Achterberg, Blaman, Dubois, Van Hattum, Hoekstra, Hoornik, Lehmann, Marja, Morriën, Van der Veen en Vlamingen als Marcel Coole, Daisne, Decorte en Jonckheere. Van deze bundel is vorig jaar een facsimile-uitgave verschenen in het oorspronkelijke omslag van Helmut Salden en met de drieëntwintig portretten van de gebloemleesde auteurs (ƒ 29,90). Op het omslag en de flappen evalueert Lekkerkerker na negenenveertig jaar zijn bloemlezing.
Een vijftigste verjaardag betekent voor Manteau echter niet alleen maar terugblikken. Aspecten van het jonge literaire proza van vandaag werden gebundeld in een thematische bloemlezing Het rijk der lichten (ƒ 29,90), samengesteld door Myriam Libert en Jan Lampo. Het betreft een verzameling verhalen van jonge
Vlaamse auteurs (Van Babylon, Bernauw, Rudi Hermans, Van Heulendonk, Holsters, Hoste, Neetens, Noens, Van Poucke, Tulkens en Vermeiren) rondom een schilderij van René Magritte, ‘L'empire des lumières’, naar analogie van de in 1940 verschenen bundel van Smeding rondom Carel Willinks schilderij ‘Het gele huis’: Het gele huis te huur. Met deze bundel wordt tevens de draad opgepakt van de in de jaren zestig verschenen serie ‘Werk van nu’ (nr. 5).
Na de beste verhalen van Cyriel Buysse en Johan Daisne verscheen in het jubileumjaar een deel met De beste verhalen van Jos Vandeloo (ƒ 39,90), gekozen en ingeleid door Johan Diepstraten. De met de Prijs van de stad Gent voor Nederlandse Literatuur 1986 bekroonde essays van Stefan Hertmans werden gebundeld in Oorverdovende steen (ƒ 39,90). Het zijn grondig omgewerkte artikelen die in de jaren 1981-1985 verschenen in de tijdschriften Poëziekrant, Yang en Restant over onder anderen Willy Roggeman, Claude van de Berge, Huub Beurskens en Hedwig Speliers.
Dat de vijftigjarige uitgeverij nog springlevend is, blijkt uit het feit dat in 1988 ook nog begonnen is aan het Verzameld werk (dl. i ƒ 99,50) van de negentigjarige Gerard Walschap. Daarmee wordt een verzameld-werk-traditie voortgezet waarin reeds Vermeylen, Van de Woestijne, Teirlinck en Buysse hun plaats hebben gevonden. Over de wetenschappelijke begeleiding van het verzameld werk van Walschap waakt een redactiecommissie bestaande uit Veerle Daelman, Paul Hadermann, Anne-Marie Musschoot, Jean Weisgerber en Emiel Willekens. Het laatste (zesde) deel moet verschijnen in 1993. Intussen wordt het eerder verschenen Album Gerard Walschap, dat ƒ 66,75 kostte, aangeboden voor de jubileumprijs van ƒ 19,90.
De gouden fondslijst van uitgeverij Manteau uit 1988 bevat een indrukwekkend aanbod aan interessante titels, al dan niet verzwaard met zandzakken.
PJV
| |
Ik film wat ik lees
De Stichting cpnb organiseert een publiekswedstrijd onder het motto ‘Ik film wat ik lees’, waarbij ieder wordt uitgenodigd een reclamefilmpje (commercial) te maken over een roman, een novelle of een verhaal. De winnaar wordt bekendgemaakt op het Boekenbal, de opening van de Boekenweek 1989 die als thema heeft ‘Boek en Film’ (8 tot en met 18 maart 1989).
De Stichting cpnb heeft in samenwerking met Bulkboeks Dag van de Literatuur een aparte prijs ingesteld voor jongeren tot twintig jaar. Deze zal op 1 maart 1989 worden uitgereikt in het Haags Congresgebouw op Bulkboeks Dag van de Literatuur.
Voor verdere bijzonderheden kan men contact opnemen met Stichting cpnb, tel. 020-264971.
| |
Ab Visser Sociëteit
Op 15 oktober 1988 werd tijdens een bijeenkomst in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag officieel de Ab Visser Sociëteit opgericht.
Ab Visser (1913-1982) was een van de veelzijdigste en produktiefste auteurs van Nederland. Hij heeft 72 boeken gepubliceerd, waaronder romans, verhalen, gedichten, memoires, studies, jeugdboeken, detectives en kritieken.
De Ab Visser Sociëteit wil de belangstelling voor dit werk op vele manieren stimuleren: er wordt geijverd voor nieuwe uitgaven en voor een Ab Vissermonument in zijn geboorteplaats Groningen; in oktober verscheen de eerste aflevering van een aan Ab Visser gewijde periodieke
| |
| |
uitgave; verder is een biografie van Ab Visser door Gerlof Leistra in voorbereiding; ten slotte ligt het in het voornemen in 1990 een tentoonstelling in het Letterkundig Museum te Den Haag en de Universiteitsbibliotheek te Groningen in te richten gewijd aan Ab Visser en zijn Groningse schrijvers- en schildersvrienden.
Men kan lid worden van de Ab Visser Sociëteit door storting van ƒ 20,- op postgiro 532836 ten name van Ab Visser Sociëteit, Thorbeckelaan 271, 2465 bl Den Haag; men krijgt dan de publikaties van de Ab Visser Sociëteit toegestuurd.
Ter gelegenheid van de oprichting van de Ab Visser Sociëteit was in het Letterkundig Museum te Den Haag van 23 september tot eind november 1988 een beknopte expositie gewijd aan Ab Visser.
| |
ECI-Prijs
De Adviesraad van de eci-prijs heeft het eerste onderwerp van deze literair-wetenschappelijke prijsvraag bekendgemaakt. Het onderwerp luidt: ‘Gaat het Nederlands teloor?’ Gegadigden kunnen tot 8 maart 1989 anoniem een oorspronkelijk Nederlandstalig essay of verhandeling over dit onderwerp inzenden. In november 1989 zal op een nader bekend te maken plaats de prijsuitreiking geschieden. De prijswinnende inzendingen zullen in een bundel, die ook in de boekhandel verkrijgbaar zal zijn, worden gepubliceerd.
Er zijn vijf prijzen beschikbaar. Een eerste prijs van ƒ 45.000,-, een tweede prijs van ƒ 30.000,-, een derde prijs van ƒ 20.000,- en twee kleinere prijzen van ƒ 5.000,- voor de origineelste aanpak en het origineelste taalgebruik.
De adviesraad en jury van de eci-prijs bestaat uit prof. dr. H. van den Bergh, J.P.A. Gruijters (voorzitter), prof. dr. G.A. Kohnstamm, R. Kousbroek en mevrouw M. van Paemel.
| |
Werkgroep literaire activiteiten Zwolle
Naast de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (slaa) en Utrecht (slau) is nu een derde werkgroep actief op literair gebied in de stad Zwolle. De werkgroep kwam tot stand door samenwerking van de gemeente Zwolle, de Christelijke Hogeschool Windesheim, de Openbare Bibliotheek Zwolle, de Culturele Raad Overijssel, Odeon, Kreatief Centrum Cele, de Zwolse Courant, het Literair Café in de Sinnepoppen en de boekhandels Waanders en Westerhof. De werkgroep stelt zich ten doel literaire avonden te organiseren waarvoor bekende schrijvers zullen worden uitgenodigd. Maar ook zal men het schrijven van amateurs bevorderen door het geven van cursussen creatief schrijven en het verschaffen van publikatiemogelijkheden.
Voor meer informatie over de werkgroep kan men zich wenden tot het secretariaat van de werkgroep laz, ter attentie van B.P. Borst-Bom, Stadhuis Zwolle, postbus 10007, 8000 ga Zwolle.
GvB
| |
Vestdijk opnieuw verfilmd
Vestdijks Een Alpenroman uit 1961 zal door Paul Verhoeven worden verfilmd. Uitgeverij De Bezige Bij heeft met de filmmaatschappij Riverside Pictures en het Administratiekantoor Auteursrechten Simon Vestdijk overeenstemming bereikt over deze verfilming en nog een tweede verfilming, die van de roman De ziener van 1959.
Voor die laatste roman zal regisseur Gerrit van Elst verantwoordelijk worden als verfilmer. Van Elst heeft naam gemaakt met films als Blonde Dolly en de bekroonde film De kick. Eerder werden al de romans Pastorale 1943 en Het verboden bacchanaal van Vestdijk verfilmd.
GvB
| |
Bulletin voor het boek
In het najaar van 1987 werd in Leiden het Bulletin voor het boek opgericht met het oogmerk Nederlanders in het buitenland van actuele informatie betreffende de recente Nederlandse literatuur te voorzien. Bovendien bestaat er de mogelijkheid uit dit informatieve bulletin boeken te bestellen, zonder dat er de plicht bestaat tot aankoop. Men kan zich op het Bulletin voor het boek abonneren. Het is dan ook het best te omschrijven als een internationaal verzendbedrijf voor overwegend Nederlandstalige boeken. Het blad is nu ook voor lezers in Nederland - bijvoorbeeld mensen die zelf moeilijk naar een boekhandel kunnen - verkrijgbaar.
Ieder nummer van het Bulletin voor het boek bevat een aantal redactionele artikelen, zoals een biografisch essay van een Nederlandse auteur. Elk artikel wordt gevolgd door een lijst van leverbare titels.
Elk nummer bevat ook een aanbod van vierhonderd vrij recent verschenen boeken, hetgeen op jaarbasis zestienhonderd titels betekent. Belangrijk is echter dat de redactie op een objectieve manier tot een keuze komt; het bulletin beoogt een onafhankelijk orgaan te zijn en staat niet onder invloed van een uitgever. Elke titel wordt op een korte en bondige manier, zonder superlatieven omschreven. Waar zinvol worden citaten uit de pers toegevoegd.
De boeken zijn overzichtelijk onderverdeeld in vijftien rubrieken, bijvoorbeeld taal- en letterkunde, Nederlandstalige en vertaalde literatuur, biografieën, geschiedenis en politiek, filosofie, kunst, thrillers en detectives, maar ook jeugdboeken.
Bij de selectie van de op te nemen titels staat de redactie bovenal voor ogen dat zij het betere boek aan haar lezers wil presenteren. In elke aflevering van het Bulletin voor het boek wordt bovendien een totaal nieuw pakket geboden. De mogelijk- | |
| |
heid om titels uit oude nummers te bestellen blijft echter aanwezig; bovendien kunnen ook titels buiten het bulletin-aanbod (Nederlandstalig of niet-Nederlandstalig, nieuw of antiquarisch) via deze bestelservice verkregen worden. De boeken worden geleverd tegen de in het algemeen in Nederland geldende voorwaarden, dus tegen normale winkelprijs plus een minimum aan portokosten.
Een abonnement op het Bulletin voor het boek, dat vier keer per jaar verschijnt, kost ƒ 25,- per jaar. Een abonnement betekent niet tegelijkertijd een verplichting tot aankoop, noch dat ongevraagd boeken worden toegestuurd.
Voor informatie en aanvraag van een gratis kennismakingsnummer kan men zich richten tot Bulletin voor het boek, postbus 16191, 2301 gd Leiden.
Folio 4 verso en 5 recto van het handschrift, met linksboven de handtekening van de auteur en het hekeldicht, getiteld: ‘Aan den bandanesen gouverneur’
| |
Nieuws over de oude Indisch-Nederlandse letteren
In december 1693 stuurt de dichter Laurens van Elstland vanuit Batavia een afschrift van zijn voornaamste gedichten aan zijn neef Jan van Elsland [sic, zonder t] te Haarlem, zelf een liefhebberend poëet. Het handschrift, dat sinds de tweede helft van vorige eeuw berust in de Bibliothèque Nationale te Parijs, is beschreven in de Catalogue des Manuscrits néerlandais uit 1886. Toch was de Indisch-Nederlandse dichter Laurens van Elstland een onbekende voor auteurs van werken over de oudere Nederlandse literatuur in Indië zoals De Haan, Du Perron en Nieuwenhuys.
Vanuit cultuurhistorisch gezichtspunt zijn Van Elstlands Mengeldichten bijzonder waardevol. Als groot liefhebber van Vondels hekeldichten, stelt deze bescheiden tweederangsdichter in zijn tussen 1668 en 1693 geschreven werk allerlei Indische wantoestanden aan de kaak, zoals het machtsmisbruik van ‘dat oude vercken’ dat wil zeggen de gouverneur van Banda. Ook de vrouwen in Indië (‘dat gescheurde goet gevult vol ijdle praat’) ontkomen niet aan zijn welversneden pen, bijvoorbeeld het feit dat de kerkdeuren moeten worden uitgebroken omdat de dames het letterlijk hoog in de bol hebben, wekt zijn spot. Met hun hoogopgestoken kapsels weigeren ze namelijk te bukken zoals zwanen plegen bij bruggen. De neef in Haarlem reageert hierop in zijn berijmde reactie achter in het handschrift met de verzuchting dat deze stomme mode ook nu in Holland op haar hoogtepunt is, zodat regelmatig op trek- | |
| |
schuiten weerklinkt: ‘De juffers die de huijven draagen / die salmen voor den duijvel jaagen.’
Het handschrift heeft ook een bijzondere documentaire waarde. Uit een sonnet op het portret van gouverneur-generaal Cornelis Speelman wordt duidelijk dat een zekere Dyckman hiervan de schilder is. Kunsthistorici hadden in het verleden de neiging dit portret vanwege zijn kwaliteiten toe te schrijven aan Cornelis Suythof, de schoonzoon van Rembrandt. De Indisch-Nederlandse schilder Dyckman bestond niet voor de kunsthistorische wereld, evenmin als de Indisch-Nederlandse dichter Laurens van Elstland voor literair historici bestond.
Over dit Parijse handschrift en zijn auteur (die zijn carrière in dienst van de voc eindigde als meesterknecht der koperslagers) is van de hand van Karel Bostoen een uitvoerig artikel verschenen in het decembernummer van het tijdschrift Indische Letteren.
PJV
| |
Hollands glorie
In het kader van de museummanifestatie Nederland-Waterland (een onderdeel van Nederland Museumland 1988) wordt van 19 oktober 1988 tot en met 12 februari 1989 een grote tentoonstelling gehouden in het Letterkundig Museum te 's-Gravenhage. De tentoonstelling kent een viertal thema's: ‘De Vliegende Hollander’, ‘zeevaart’, ‘rivierenlandschap’ en ‘waterstaat’.
De Vliegende Hollander. Dit thema, dat in de internationale literatuur aan het begin van de 19e eeuw bij Byron en Scott opduikt en later door Heine en Wagner gebruikt wordt, zal in Nederland vooral tussen 1920 en 1950 in de literatuur veelvuldig worden uitgewerkt. Auteurs als Marsman, Slauerhoff, Vestdijk, Nijhoff, Prins, Last, Werumeus Buning, Engelman en vele anderen maakten er bewerkingen van. Na de tweede wereldoorlog werden door Gerard Reve en Louis Ferron bijzondere interpretaties van het gegeven aan het arsenaal toegevoegd.
Zeevaart. Dit onderdeel van de tentoonstelling is gewijd aan de zeevaarders onder de auteurs. Natuurlijk is een belangrijk gedeelte ervan ingericht rond Jan de Hartog, die met zijn roman over de zeesleepvaart Hollands Glorie de titel voor de gehele tentoonstelling leverde. Maar ook auteurs als Jan Prins, J.J. Slauerhoff, Jef Last, Marten Toonder Sr. en Jan Gerhard Toonder hebben kortere of langere tijd gevaren en deden daarmee stof voor verhalen en romans op.
Rivierlandschap. De afdeling ‘Rivierlandschap’ wordt gedemonstreerd aan de hand van romans als De waterman (1932) van Arthur van Schendel, Dorp aan de rivier (1934) van Antoon Coolen, en dichtbundels als Het veerhuis (1945) van Ida G.M. Gerhardt en Laagland (1937) van haar zuster Truus Gerhardt. Ook Nescio heeft op deze afdeling een plaatsje. Voorts wordt een belangrijke plaats ingenomen door de auteur Herman de Man die onder andere met Het wassende water (1925) over onze bevolking aan de grote rivieren schreef.
Waterstaat. In deze afdeling wordt aandacht besteed aan de afsluiting van de Zuiderzee, de inundaties van Walcheren en aan de watersnoodramp van 1953. Romans die in dit kader als uitgangspunt dienen zijn Het verjaagde water (1947) en Walcheren komt boven water (1946) van A. den Doolaard.
De gehele tentoonstelling wordt geïllustreerd met tekeningen, gravures, scheepsplattegronden, foto's, affiches en dergelijke. Er zijn onder meer prenten te zien van tekenaar J.F. Doeve, scheepsmodellen en uiteraard veel boeken en omslagen. De tentoonstelling is gratis toegankelijk en behalve op maandagen dagelijks te bezichtigen van 10.00 tot 17.00 uur. Op zondag is de openingstijd 13.00 tot 17.00 uur. Het Letterkundig Museum is onderdeel van het gebouwencomplex van de Koninklijke Bibliotheek en is gevestigd op het Prinses Irenepad 10 in Den Haag.
GvB
| |
Louis Paul Boonherdenking
Op 10 mei 1989 zal het tien jaar geleden zijn dat Louis Paul Boon in zijn woning in Erembodegem overleed. Dat feit zal op die gedenkwaardige datum herdacht worden met een bijeenkomst in het Cultureel Centrum De Werf in Aalst, waar tevens een reizende tentoonstelling over het literaire werk van Boon zal worden geopend. Een reizende tentoonstelling, omdat het materiaal na Aalst ook te zien zal zijn in het Archief en Museum voor Vlaams Cultuurleven te Antwerpen en vervolgens in het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond in Amsterdam. De reizende tentoonstelling zal uiteindelijk te zien zijn in de Vrije Universiteit Brussel, waar dit herdenkingsjaar zal worden besloten met een symposium.
Dankzij de laatste verkiezingen in België is er in Aalst nu een gemeentebestuur gekomen dat het werk van Boon wat ruimhartiger benadert dan het vorige stadsbestuur. Het Louis Paul Boongenootschap wordt, dankzij dit nieuwe bestuur, financieel in staat gesteld om de omstreden Aalsterse ereburger op passende wijze te herdenken.
In het najaar van 1989 wordt het Boonjaar afgesloten met een tweetal symposia. Het eerste betreft het eerder genoemde symposium in de Vrije Universiteit in Brussel met als onderwerp ‘Boon in vertaling’. Een tweede symposium wordt gehouden door het Humanistisch Verbond in Antwerpen. De precieze data, tijden en plaatsen van deze symposia zijn op dit moment nog niet bekend.
| |
| |
Het Louis Paul Boongenootschap schrijft voor het jaar 1989 een prijsvraag uit voor scholieren onder de titel ‘Ondine-Prijsvraag’. Het is de bedoeling dat scholieren een creatieve bijdrage inzenden in de geest van het werk van Louis Paul Boon. Er zijn drie hoofdprijzen: een eerste prijs bestaande uit boekenbonnen ter waarde van ƒ 250,- + een Boonmedaille en een pakket boeken over Boon; een tweede prijs van ƒ 200,- aan boekenbonnen + een pakket boeken; een derde prijs bestaande uit ƒ 150,- aan boekenbonnen + een pakket boeken. Voorts zijn er vijf troostprijzen. De inzendingen dienen voor 1 februari 1989 bij het Louis Paul Boongenootschap binnen te zijn, waarna een jury de prijswinnaars zal aanwijzen. De winnende bijdrage zal worden gepubliceerd in de Tijdingen van het genootschap. Op 20 april 1989
zullen de winnaars bekend worden gemaakt. De opstellen worden ingewacht bij de heer W. van Cannegem, secretaris van het Louis Paul Boongenootschap, Fossebaan 65, b-1741 Ternat (België).
Vooruitlopend op het Louis Paul Boonjaar werd in het najaar van 1988 een tweetal publikaties uitgebracht die gepresenteerd werden op de Boon-manifestatie in Tilburg op 29 en 30 oktober 1988. Uitgeverij pan in Heerlen bracht onder redactie van Dick Gebuys het Zondagsleven van Pomponneke uit met een uitvoerig commentaar en nawoord van de redacteur. De uitgave verscheen in een oplage van 1500 exemplaren en kost ƒ 10,-.
Het letterkundig tijdschrift Sic kwam bij dezelfde gelegenheid met een speciaal Louis Paul Boonnummer waarin nog niet eerder gepubliceerde teksten van Boon werden opgenomen. Speciaal voor dit nummer gaven de erven Boon toestemming tot publikatie van deze unieke teksten. De uitgave kwam tot stand met bijdragen van de gemeente Tilburg en het Louis Paul Boongenootschap. Het nummer kost ƒ 12,50 en kan besteld worden door overschrijving van dit bedrag op gironummer 5685885 ten name van Louis Paul Boongenootschap, Kortenhoef (voor Nederland) of rekeningnr. 068-2004947-81 ten name van hetzelfde genootschap te Ternat (voor België). Men kan het ook rechtstreeks bestellen bij Sic, Postbus 358, 5000 aj Tilburg.
GvB
| |
Nieuwtjes
□ Op 7 september 1988 overleed te Amsterdam de op 13 maart 1912 geboren criticus, schrijver en vertaler H. Wielek, pseudoniem voor Willy Kweksilber. Hij schreef recensies van Duitse literatuur in Critisch Bulletin, publiceerde De oorlog die Hitler won en was als Duits vluchteling actief in de Exil-uitgeverij.
□ Adriaan Morriën heeft de Herman Gorterprijs 1988, een bedrag van ƒ 10.000,-, van het Amsterdams Fonds voor de Kunst gekregen voor zijn poëziebundel Oogappel.
□ Het ncrv-tijdschrift Literama is vorig jaar verdwenen en vervangen door de tweemaandelijkse coproduktie Nadruk, waarin ncrv en kro samen de literaire radio-uitzendingen in essayvorm bewerken.
□ Op 26 september 1988 ontving Annie Schmidt in Oslo uit handen van Astrid Lindgren de tweejaarlijkse Hans Christian Andersen Medaille van de International Board on Books for Young People voor haar gehele kinderboekenoeuvre.
□ Eind september 1988 werd bekend dat W.F. Hermans en Gerard Reve nog steeds figureren op de zwarte lijst van het Centrum voor de Bestrijding
| |
| |
van de Apartheid van de Verenigde Naties.
□ De P.C. Hooftprijs 1988 voor poëzie, groot ƒ 25.000,- werd op 30 september 1988 in de Koninklijke Bibliotheek uitgereikt aan Rutger Kopland. Lolle Nauta oreerde over ‘Poëzie en wetenschap’, Anton Korteweg las het juryrapport voor, Kopland bedankte met ‘Dankzij de dingen’, uitgeverij Van Oorschot presenteerde de bloemlezing Herinnering aan het onbekende; een keuze uit eigen werk en uitgeverij i.c. het gelijknamige cassetteboek.
□ Op vrijdag 4 november 1988 was de Pantheon Boekhandel in de St. Antoniesbreestraat te Amsterdam het decor voor de aanbieding van het eerste exemplaar van Dick Dooijes' Wegbereiders der moderne boektypografie in Nederland door de hoofdredacteur van Boekblad, Joost Nijsen, aan de auteur. De bundel is een verzameling van elf door Dooijes in 1986 in Boekblad gepubliceerde geschreven portretten van pioniers van de boektypografie: De Roos, Van Krimpen, Van Royen, Nijpels, Stols, Van Doesburg, Wijdeveld, Werkman, Zwart, Cohen en Sandberg. De oblong-bundel telt 128 pagina's en is uiterst fraai vormgegeven door uitgeverij De Buitenkant, Schippersstraat 11, 1101 az Amsterdam. De prijs bedraagt ƒ 36,-; een luxe uitvoering in half leer en in cassette kost ƒ 150,-.
□ In het vara-televisieprogramma Het Ontroerparcours is op zondag 6 november 1988 de winnaar bekendgemaakt van de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek, categorie Gedichten en Verzen, waarvoor negen dichters genomineerd waren: Nel Benschop, J.A. Deelder, Toon Hermans, Judith Herzberg, Rutger Kopland, Lucebert, Huub Oosterhuis, Annie Schmidt en Willem Wilmink. Uit handen van de Commissaris der Koningin in Groningen, de heer H.J.L. Vonhoff, ontving Annie Schmidt de bij de prijs behorende sculptuur van Jeroen Henneman en het geldbedrag van ƒ 15.000,-.
□ Op 11 november 1988 ontving de in 1951 in Gent geboren auteur Stefan Hertmans de Multatuli-prijs 1988 van het Amsterdams Fonds voor de Kunst voor zijn verhalenbundel Gestolde wolken.
□ Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het ‘vrij onderzoekend artistiek tijdschrift’ Gierek werd op vrijdag 18 november 1988 een Herfstsalon gehouden in het Kasteel van Schoten. Na een debat over het thema ‘Kwaliteit in de kunst’ waaraan zowel beeldende kunstenaars als auteurs deelnamen, werd een expositie van werk van eenendertig kunstenaars geopend. Op zondag 27 november vond een literaire matinee plaats. Naast de uitslag van de tweede Gierikhandpalmverhalenwedstrijd (juryverslag door Emiel Willekens; gastspreker Fernand Auwera) vond de presentatie plaats van nieuwe dichtbundels van Guy van Hoof (De wetten van Copernicus; bfr. 350 op postrek. 000/1010172/14 van Guy van Hoof, Antwerpen) en Guy Commerman (De Himalaya uitvinden; bfr. 350 op postrek. 220/0580587/78 van Guy Commerman, Antwerpen).
□ De uitreiking van de Anna Blaman-prijs aan Jules Deelder en van de Anna Blaman-aanmoedigingsprijs aan Jaap Koopmans vond plaats op vrijdag 18 november 1988 in het Rotterdamse stadhuis. Het juryrapport werd voorgelezen door J. Eijkelboom; Michaël Zeeman hield de feestrede.
□ Eveneens op 18 november 1988 ontving Willem Wilmink in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag de Theo Thijssen-prijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur 1988. Harry Bekkering las het juryrapport en Kees Fens hield zijn lezing ‘Het Oosten komt altijd tekort’.
□ De jury van de Libris Woutertje Pieterse-prijs 1987 heeft om der continuïteitswille en ter waarborging van de kwaliteitsnormen zichzelf gehandhaafd voor 1988. Dat wil zeggen dat Jan Blokker voorzitter blijft en dat leden zijn Bregje Boonstra, Kurt Löb en Wam de Moor. De prijs van ƒ 10.000,- zal begin maart 1989 uitgereikt worden als er tenminste een boek van voldoende kwaliteit gevonden wordt.
□ De jury voor de ako Literatuur Prijs 1989 is in september 1988 als volgt samengesteld: prof. mr. Erik Jurgens is voorzitter; leden zijn prof. dr. H. van Gorp van de Katholieke Universiteit van Leuven; dr. Hannemieke Stamperius als literatuurtheoretica en als auteur Hannes Meinkema; Jacq Firmin Vogelaar en Hans Warren als literaire critici. In april zullen de nominaties voor de ƒ 50.000,- grote prijs bekendgemaakt worden.
□ Op 18 oktober 1988 overleed, zestig jaar oud, Dimitri Frenkel Frank: journalist, reclame-, libretto-, hoorspel-, roman- en toneelschrijver en filmer.
□ De jury van het Hugues C. Pernathfonds, bestaande uit R. Renneberg (voorziter), J. Gerits (secretaris) en G. Segers, J. Vanriet, E. van Vliet en E. Willekens, heeft de driejaarlijkse Hugues C. Pernathprijs toegekend aan de dichter Dirk van Bastelaere (geb. 1960). De bekroonde bundel Pornschlegel en andere gedichten werd gekozen uit tweeënvijftig inzendingen uit Vlaanderen en Nederland. De prijs van 50.000 Bfrs. werd uitgereikt op de Antwerpse Boekenbeurs op zaterdag 5 november 1988.
□ Op 12 maart 1989 zal een bronzen medaille worden uitgereikt voor de boekverzorging van Herman Gorterdocumentatie 1864-1897, samengesteld door Enno Endt. De vormgeving van het boek is verzorgd door Gerrit Noordzij voor uitgever G.A. van Oorschot. De uitgave was een inzending voor de tentoonstelling ‘Schönste Bücher aus aller Welt’ die in Leipzig werd gehouden. Een zilveren medaille was eveneens voor een Nederlandse inzending: de bibliofiele uitgave Een zwierige eenvoud. De cijferzegels van Jan van Krimpen viel
| |
| |
door de verzorging van Bram de Does en Niek Smaal in de prijzen. Het boek is een uitgave van de Houtpers in Haarlem.
□ Sinds september 1988 zullen reizigers in Amsterdam hun wachttijd kunnen korten met het lezen van poëzie. Een opmerkelijk initiatief van het cpnb en het Gemeente Vervoerbedrijf leidde tot het opnemen van poëtische teksten op de abri's bij tramhaltes naar een ontwerp van Harry Sierman. Voorlopig zijn teksten van de negen genomineerden voor de publieksprijs gekozen: Nel Benschop, Jules Deelder, Toon Hermans, Judith Herzberg, Rutger Kopland, Lucebert, Huub Oosterhuis, Annie M.G. Schmidt (de uiteindelijke winnares) en Willem Wilmink. In de loop van 1989 hoopt men de verzen regelmatig te verversen.
□ Het reglement voor de Prijs der Nederlandse Letteren is in die zin gewijzigd dat niet langer uitsluitend auteurs van de Nederlandse of Belgische nationaliteit voor bekroning in aanmerking komen. Iedere schrijver die een belangrijk werk in de Nederlandse taal heeft geschreven kan nu voor bekroning in aanmerking komen. Bovendien kan nu ook drama in de prijzen vallen. Maar de belangrijkste wijziging is toch wel dat men de prijs heeft opgehoogd van ƒ 18.000,- naar ƒ 30.000,-.
□ In het beleidsplan voor het Fonds voor de Letteren, dat vorig jaar werd aangeboden aan de vaste kamercommissie voor cultuur, wordt gestreefd naar een verhoging van de letteren subsidie met 2,5 miljoen gulden tot 6,3 miljoen gulden in een tijdsbestek van vier jaar. Het beleidsplan is gebaseerd op een onderzoek dat het Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk onderzoek iva verrichtte naar de inkomenspositie van schrijvers en vertalers. Inmiddels heeft de afdeling Letteren van de Raad voor de Kunst de minister van wvc laten weten het rapport te ondersteunen. |
|