Literatuur. Jaargang 4
(1987)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 355]
| |||||||||||
Uit het Letterkundig Museum
| |||||||||||
[pagina 356]
| |||||||||||
Tekening van Albert Kuyle door Otto van Rees, circa 1927
vent, zeer internationaal georiënteerd. Dat kwam vooral door zijn schoonvader Otto van Rees, een eerste klas schilder, die in zijn jeugd in een groep jonge kunstenaars heeft gezeten, waarvan onder anderen Picasso deel uitmaakte. Albert Kuyle had veel moderne schilderijen thuis hangen en ik heb veel van hem geleerd op het gebied van de toenmalige moderne schilderkunst. Hij wist ook alles over planten, bloemen en vogels. In de natuur was er niets vreemds voor hem én hij had een verdomd goede literaire smaak en kennis van de moderne literatuur. Hij heeft eens tegen me gezegd: “Bob, ik mag het eigenlijk niet van mijn bisschop zeggen, maar jij moet Blaise Cendrars eens lezen.” Een dergelijk advies van Kuyle volgde ik altijd op en het bleek altijd een goed leesadvies te zijn.’ Den Doolaard was, zoals misschien bekend, enige tijd mederedacteur van De Nieuwe Gemeenschap. Toen Kuyle zich in dat blad in antisemitische zin uitte, verliet Den Doolaard onmiddellijk de redactie. Kuyle en Den Doolaard bleven evenwel bevriend, ofschoon uit de tot Louis en Henk Kuitenbrouwer, circa 1925
na de oorlog doorlopende briefwisseling blijkt dat Den Doolaard niets voor de fascistische ideeën van zijn vriend voelde en dat niet onder stoelen of banken stak. Kuyle blijkt, zo is uit het archief duidelijk geworden, met tussenpozen steeds in de uitgeverijwereld werkzaam te zijn geweest. Na zijn vertrek bij uitgeverij De Gemeenschap in 1932 werkte hij vanaf vrijwel het begin voor de in 1935 opgerichte uitgeverij Het Spectrum, waarvan de geschiedenis verweven is met die van uitgeverij De Gemeenschap. Na de oorlog werkte Kuyle eerst voor de Nijmeegse uitgeverij De Koepel en later voor De Lanteern, een Utrechtse uitgeverij van de katholieke arbeidersbeweging. Voor al deze uitgeverijen verrichtte Kuyle onder meer reclamewerk. Met dit soort werk, waarin hij zeer bedreven was, trachtte hij vanaf het eind van de dertiger jaren zijn hoofd boven water te houden. Dat lukte aanvankelijk, blijkt uit Kuyles papieren, vrij aardig, maar in de jaren vijftig kon hij de schoorsteen van ‘de Kuyl’, zijn huis te Bilthoven, nauwelijks meer rokende houden. Kuyles uitsluiting door de Centrale Eereraad voor de Kunst en het geruchtmakende proces naar aanleiding van zijn houding tijdens de oorlog, zijn hier zeker mede debet aan. Een dergelijk lot is mutatis mutandis enkele andere ‘foute’ katholieke schrijvers, zoals Chris de Graaff, Gerard Wijdeveld en Henri Bruning, beschoren geweest. Hun naoorlogse brieven aan Kuyle zijn bepaald geen opwekkende lectuur en geven stof tot overpeinzing. De vele doorslagbrieven van Kuyle tonen dat hij een niet gering epistolair talent bezat, en uit het gehele archief komt een beeld naar voren dat overeenstemt met Den Doolaards typering: een veelzijdige, innemende en actieve duizendpoot. Maar evident is ook dat Kuyle tevens een nare fatsoensrakker is geweest met abjecte politieke ideeën. De eerlijkheid gebiedt me trouwens te zeggen dat lang niet al het materiaal uit Kuyles archief even belangwekkend is. De omvangrijke correspondentie inzake Oostpriesterhulp - een anticommunistische katholieke hulporganisatie waarvoor hij in de jaren | |||||||||||
[pagina 357]
| |||||||||||
vijftig werkte - is meer iets voor de freaks onder ons. Maar de collectie als geheel acht ik van aanzienlijke waarde, omdat mede op basis van dit materiaal een meer historisch gefundeerd beeld van Kuyles leven en werk verkregen kan worden. En daar heeft deze belangrijke figuur van het tweede plan recht op. Th.A.P. Bijvoet | |||||||||||
Tentoonstelling ‘Goed gezien’, LeidenDe Universiteitsbibliotheek Leiden organiseert in het kader van haar vierhonderdjarig bestaan in samenwerking met het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden een grote tentoonstelling, waarin honderddertig van de fraaiste geïllustreerde handschriften en gedrukte boeken uit het rijke bezit van de Universiteitsbibliotheek getoond worden. Naam, plaats en tijd van de tentoonstelling zijn: goed gezien: tien eeuwen wetenschap in handschrift en druk. Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, Leiden. 31 oktober 1987 tot en met 17 januari 1988. De tentoonstelling geeft een beeld van de ontwikkeling van de illustratie in dienst van de wetenschap over een periode van duizend jaar (800-1800 na Christus). De volgende wetenschapsgebieden zijn vertegenwoordigd:
De bezoeker krijgt een unieke gelegenheid kostbare stukken te zien, die buiten de tentoonstelling niet toegankelijk zijn voor het publiek. Bij de tentoonstelling zal een uitgebreide, rijk geïllustreerde catalogus verschijnen bij de Universitaire Pers Leiden. De catalogus is verkrijgbaar bij de tentoonstelling of via boekhandel Kooyker, Nieuwe Rijn 16, 2312 jc Leiden. De prijs bedraagt f 25,-. A.J.M. Linmans | |||||||||||
Gysbreght van AemstelcolloquiumTer gelegenheid van de vierhonderdste geboortedag van Joost van den Vondel en ‘350 jaar Gysbreght van Aemstel’ zal op 20 november 1987 in de Universiteit van Amsterdam een klein colloquium plaatsvinden, gewijd aan de Gysbreght van Aemstel. Plaats: Agnietenkapel, Oude Zijds Voorburgwal 231, Amsterdam. Tijd: 13.30-18.00 uur. Als sprekers zullen optreden: dr. B. Albach (over de latere opvoeringen van de Gysbreght), drs. D.G. Carasso (over de historische achtergronden), prof. dr. K. Porteman (over de receptie van het stuk in België) en mevr. dr. M.B. Smits-Veldt (over de literairhistorische plaats van het stuk). Liederen van Vondel zullen ten gehore gebracht worden door Kees de Bruijn en René Genis. Het colloquium zal worden besloten besloten met een receptie, aangeboden door de faculteit der letteren van de Universiteit van Amsterdam. Aanmeldingen bij mevr. dr. M. Spies (vakgroep historische letterkunde, afd. Renaissance), Instituut voor Neerlandistiek van de U.v.A., Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam, tel. 020-5254608. Marijke Spies | |||||||||||
Min in 't LazarushuisOp 14 oktober 1987 vond in Den Haag de première plaats van Focquenbrochs Min in 't Lazarushuis uit 1674. De voorstelling, die onder regie van Aram Adriaanse staat en waaraan bijna de hele cast van de Haagse Comedie meewerkt, zal de hieropvolgende maanden op verschillende plaatsen in ons land te zien zijn: op 20 november in Eindhoven, op 21 november in Groningen, 24 november in Apeldoorn, 27 november in Leeuwarden, 28 november Nijmegen, op 30 november en 1, 2 en 3 december in Amsterdam, op 7, 8 en 9 december in Utrecht, op 21 januari 1988 in Enschede en op 25 januari in Arnhem. In de Koninklijke Schouwburg van Den Haag zal het stuk nog op 4, 14 en 18 december te zien zijn en vervolgens opnieuw op 15,17 en 31 januari 1988, waarbij op de beide laatste data een matinee en avondvoorstelling gegeven zal worden. In samenwerking met de International Theater Bookshop verschijnt bij deze gelegenheid een op een breed publiek afgestemd tekstboekje, waarin de komedie in herspelde vorm is opgenomen, met een duidelijke cultuur-historische inleiding en woord- en begripsverklaring. Het boekje is verkrijgbaar tegen een zeer lage prijs van f 6,- bij deGeënsceneerde foto van ‘Min in 't Lazarushuis’. V.l.n.r. René van Asten, Kees van Lier, Victor Löw en Carline Brouwer
foto: pan sok Haagse Comedie, de theatervoorstellingen in het land en de Theater Bookshop te Amsterdam. Het kan ook besteld worden door overmaking van f 8,50 (per exemplaar) op gironr. 511616 t.n.v. de Haagse Comedie onder vermelding van de titel en het gewenste aantal exemplaren. Jeroen Jansen | |||||||||||
[pagina 358]
| |||||||||||
Multatuli-huldeOp zaterdag 28 november aanstaande wordt in de Rode Zaal van het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond (Nes 45, Amsterdam) een Multatuli-dag georganiseerd door het Humanistisch Studiecentrum Nederland. In de galerie van de Brakke Grond is een tentoonstelling ingericht op het thema ‘Multatuli en Vlaanderen’. In de namiddag zullen lezingen worden gehouden door prof. dr. Marcel Janssens, prof. dr. Balthazar en de heer Oscar Dewandel van de Nederlandse Taalunie. Het theater Malpertuis uit Tielt speelt een toneelbewerking van een lezing die Multatuli in Gent heeft gehouden onder de titel ‘De roeping van de mens’. GvB | |||||||||||
Uitgeverij Servo en VestdijkDe ‘Rondom S. Vestdijk’-reeks, die na drie delen leek te zijn gestaakt, blijkt een tijd lang alleen maar opgeschort te zijn geweest. Als deeltje vier is inmiddels dit najaar verschenen De grote explosie. Vestdijks gedichten van 1930-'32, een overzicht over dat hele vruchtbare tijdperk, met inventarisatie van de poëzie, biografische achtergronden en werkstatistische gegevens. Als deel vijf komt dan nog begin 1988 Verder met Vestdijk, diverse losse opstellen bevattende, terwijl in 1988 als deel zes zijn voorzien de ingeleide, geannoteerde en van een register voorziene kritieken, die Vestdijk voor de nrc heeft geschreven. De reeks kwam in moeilijkheden, toen in april 1985, bij het naoverleg na de presentatie van deel drie te Harlingen, waaraan deelnamen Gerrit Borgers, Hans Visser, Anne Wadman en de Groningse uitgever Willem Diemer van Stabo-All-Round bv, Hans Visser uit dat overleg wegliep en op de solotoer ging, terwijl niet lang daarna de genoemde bv haar faillissement moest aanvragen. Door het tijdig doen wegstrepen van zijn leningen aan de bv tegen een groot deel van het Stabo-fonds en de outillage, kon Willem Diemer intussen een nieuwe eenmansuitgeverij beginnen in het Groningse Garrelsweer (Rijksweg 27, 9918 pb), en een nieuwe start maken met circa 80% van het Stabo-fonds (ruim 100 titels). Zijn nieuwe uitgeverij, met als vignet een lezend mannetje en de randspreuk ‘Uit standvastige geest’ (staande voor Uitgeverij Servo Garrelsweer), zal de regionale uitgaven voortaan tot een minimum beperken, en, zich richtend tot het hele Nederlandse taalgebied, vooral zogenaamde ‘algemene’ titels uitbrengen met de nadruk op de Nederlandse letteren, Diemers oorspronkelijke vakgebied. Uitgeverij Servo is in mei 1987 erkend en per 1 juli jongstleden bij het Centraal Boekhuis in Culemborg aangesloten. Tot de vele auteurs van Stabo, die zich achter Diemer zijn blijven opstellen, behoort dr. A. Wadman, die voor de ‘Rondom Vestdijkreeks’ nu de redactie voert. Behalve twee volgende delen van de reeks heeft Servo voor 1987, deels al gerealiseerd, deels in produktie, op stapel staan: Een Groninger in Japanse gevangenschap, door mr. H.J. Koerts, Het draaiorgel, een herdruk van het met vijftig foto's versierde werk van mr. R. de Waard, enkele dichtbundels en andere werkjes, waaronder een driemaandelijkse huisorgaan Vierkant voor het betere boek, waarin Diemer recenserend fungeert op het gebied van nieuwe uitgaven op vooral zijn vakgebieden. Naar De grote explosie zal de belangstelling des te meer uitgaan, omdat er ook een aantal ‘primeurs’ in voorkomt in díe zin, dat het teksten betreft die in de Nagelaten Gedichten, bezorgd door Tom van Deel en anderen, niet zijn opgenomen, omdat ze in hun ogen gelegenheidspoëzie waren of onaf. Maar ze blijken wel degelijk interessant, en uit biografisch oogpunt onmisbaar bij het definitief omlijnen van leven en werken van ‘de duivelskunstenaar’. W. Diemer | |||||||||||
Pé HawinkelsIn het voorjaar van 1988 zal bij uitgeverij De Stiel een tekstkritische uitgave verschijnen van de Verzamelde Gedichten van Pé Hawinkels (1942-1977). Omdat in de geplande uitgave naast jeugdwerk, reeds gepubliceerde gedichten en nagelaten werk ook de nog ongepubliceerde/ verspreide gedichten worden opgenomen, is de redactie druk doende met het benaderen van vroegere vrienden van Pé Hawinkels, teneinde ongepubliceerde gedichten, tekstvarianten, correspondentie over de gedichten en ander voor de uitgave relevant materiaal te verzamelen. Tijdens deze werkzaamheden is gebleken dat er veel materiaal in het bezit is van vrienden en bekenden. De redactie heeft een groot aantal mensen aangeschreven, maar het is zeer waarschijnlijk dat daarmee slechts een deel van het materiaal boven tafel komt. Om in deze uitgave een zo volledig mogelijk beeld te geven van de poëzie van Pé Hawinkels verzoekt de uitgever eenieder die over voor de uitgave relevant materiaal beschikt contact op te nemen met de redactie. Van belang zijn met name nog ongepubliceerde gedichten, tekstvarianten en brieven over de gedichten. Indien u over voor de uitgave relevante informatie beschikt kunt u contact opnemen met: Uitgeverij De Stiel (Paul Sars), Postbus 1381, 6501 bj Nijmegen (tel. 080-220381). Paul Sars | |||||||||||
Literatuur en filmAl eerder informeerden we de lezers | |||||||||||
[pagina 359]
| |||||||||||
van Literatuur over op handen zijnde filmbewerkingen van Nederlandstalige romans en over filmscripts vervaardigd door Nederlandse auteurs (zie Literatuur 4[1987]1, p. 44). Voor het komende seizoen zijn weer tal van activiteiten op dit terrein uit de Nederlandse filmwereld te verwachten. Van Cees Nootebooms roman Rituelen werd een scenario geschreven voor een film van Herbert Curiel die dit najaar met de opnamen is begonnen. De algemeen als onverfilmbaar beschouwde roman Nooit meer slapen van W.F. Hermans vormde voor Gerard Verhage blijkbaar een uitdaging. Hij bezocht Lapland om zich ter plaatse te oriënteren en werkt nu aan een scenario naar deze roman. Rolf Orthel denkt de film volgend jaar te kunnen produceren. Digna Sinke schreef een scenario over Belle van Zuylens relatie met Benjamin Constant, een verhouding die negen jaar geduurd heeft. De film Hersenschimmen naar de roman van J. Bernlef moet op het moment dat dit stukje geschreven wordt, voltooid zijn. Heddy Honigman verfilmde de roman in Canada. Joop Admiraal en Marja Kok spelen de hoofdrollen en Bernlef zelf schreef het scenario. Dimitri Frenkel Frank schreef een filmscript naar de succesvolle kolderroman Adriaan en Olivier van Leonard Huizinga. Rob Houwer zal deze filmkomedie gaan produceren. De novelle Oeroeg van Hella S. Haasse wordt bewerkt tot filmscript door Hans Hylkema. Hij ontving voor deze film een subsidie van het Produktiefonds. Oscar-winnaar Fons Rademakers stelt zich voor de roman van de Zuidafrikaanse auteur André P. Brink Instant in the wind te gaan verfilmen. Gerard Soeteman stelt zich verantwoordelijk voor het scenario. Léon de Winter, wiens belangstelling van meet af aan op film gericht is geweest, werkt niet alleen mee als tekstschrijver van de film The Sinner, een rolprent die de laatste levensjaren van Jacob Israël de Haan in beeld brengt (verfilming: Rudolf van den Berg), maar zag ook zijn eigen roman Het zoeken naar Eileen W. verfilmd. Hij werkt bovendien nog aan een script onder de titel Hofmans honger. Zoeken naar Eileen
De verfilming van Heere Heeresma's verhaal Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp door Joost Ranzijn verkeert nog in een zeer pril stadium. Veel meer dan wat plannen en afspraken bestaan er niet voor. Frans Weisz loopt na de voltooiing van de film Havinck naar het boek van Marja Brouwers, een film die op 8 oktober jongstleden in première ging, rond met plannen voor verfilmingen van Langs lijnen van geleidelijkheid van Louis Couperus en van Hoogste tijd van Harry Mulisch. Omdat de bijdragen in deze rubriek steeds ongeveer twee maanden na het schrijven ervan in druk verschijnen, is hierboven de stand van zaken rond half september 1987 weergegeven. Het is dan ook heel goed mogelijk dat sommige gegevens inmiddels achterhaald zijn of dat gemelde plannen intussen in een definitief stadium verkeren. GvB | |||||||||||
Vers voor de persDe op maandag 14 september jongstleden gehouden halfjaarlijkse informatiemarkt van de Nederlandse uitgeverijen, Vers voor de Pers, hield ook weer een aantal beloftes in voor een neerlandistisch publiek. In het najaar van 1987 of iets later zullen de volgende titels verschijnen. Uitgeverij ambo publiceert in de serie ‘Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland’ een door H. Bonger verzorgde bloemlezing uit Coornhert onder de titel Op zoek naar het hoogste goed. Bij aramith verschijnt in september 1988 een naar het lijkt interessante bundel, Oog in oog met de spiegel, die wellicht de door Hanna Stouten aan het begin van haar artikel op p. 244 in nr. 5 van Literatuur gesignaleerde lacune met betrekking tot de aard en geschiedenis van de spiegel zal opvullen. De samenstellers van de bundel zijn Nico J. Brederoo, Leendert D. Couprie, Mireille J.H. Madou en Gerhard J. Nauta. De arbeiderspers kondigt een goedkope herdruk in één band aan van Omzien in verwondering van Annie Romein-Verschoor. Komrij heeft zijn bloemlezing uit De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten herzien en uitgebreid. Deze nieuwe editie zal in de periode van 5 november tot 5 deember 1987 samen met de bloemlezing uit de zeventiende-achttiende-eeuwse poëzie verkrijgbaar zijn voor de prijs van f 39,90. Na Sinterklaas rekent uitgever bert bakker weer f 29,90 per deel. Dezelfde uitgever brengt ook de verzamelde Huizinga-lezingen op de markt onder de titel Alle cultuur is streven. Wie zowel zijn zakelijke als zijn persoonlijke notities bij elkaar wil houden, moet onverwijld de Dagboek-Agenda 1988; Wat deed ik - wat dacht ik bestellen bij uitgeverij balans. De neerlandicus René van Stipriaan, die onlangs voor dezelfde uitgever Hotel in Holland samenstelde, heeft ter aanmoediging dag- | |||||||||||
[pagina 360]
| |||||||||||
boekfragmenten uit de wereldliteratuur bij elkaar gezocht. Het ‘patriottisch program uit 1781’ van J.D. van der Capellen, Aan het volk van Nederland, wordt in dit herdenkingsjaar met een inleiding van H.L. Zwitser opnieuw uitgegeven door de bataafsche leeuw, welke uitgever eveneens een boek presenteert over Nederland betoverd; toverij en hekserij van de 14e tot in de 20e eeuw onder redactie van Marijke Gijswijt en Willem Frijhoff. De eerste fotomechanische herdruk van Ulenspiegel van uitgeverij berghmans was vrijwel onmiddellijk uitverkocht; een tweede oplage in luxe uitvoering, gebonden in imitatieperkament, van de druk-1580 bij Jan van Ghelen in Antwerpen komt nu beschikbaar, ingeleid door Loek Geeraedts. Tom van Deel publiceert bij de bezige bij zijn opstel over de poëzie van Vestdijk: Veel lied'ren zijn gezongen. Remieg Aerts, Piet Calis, Tineke Jacobi en Joke Relleke beschrijven de geschiedenis van De Gids sinds 1837 en Wil Kusters heeft daarbij een poëziebloemlezing uit dat tijdschrift gemaakt. Van Cyrille Offermans verschijnt bij de Bezige Bij een essaybundel, Niemand ontkomt, met ‘hoofdstukken uit de geschiedenis van de Verlichting’. Aldert Walrecht geeft via zijn eigen citroenpers, maar niettemin gesteund door een comité ter aanbeveling van (alle) 78 bekende Nederlanders, de Grote-poëziebloemlezing ‘Mij liet je leven’ uit. Dat ‘grote’ heeft niet alleen betrekking op de kwaliteit van de poëzie, maar ook op de afmetingen van de gebruikte letter, echter zonder het ‘duffe imago van hetgrote-letter-boek’, aldus de folder. Peter van Zonneveld is de door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde afgevaardigde redacteur van twee nieuwe reeksen van uitgeverij conserve. In de serie ‘Indische letteren’ worden drie herdrukken aangekondigd van Carry van Bruggen, namelijk Goenong-Djatti, Een Indisch huwelijk en 'n Badreisje in de tropen, alle drie met inleiding en toelichting van Suzan van Keulen en Peter van Zonneveld. In de serie ‘Negentiende Eeuw’ verschijnt Nicolaas Beets’ Teun de jager en J. Kneppelhouts reisverslag In den vreemde. Uitgeverij contact heeft een drietal vertalers aangetrokken voor het geruchtmakende werk van de Harvard-hoogleraar Simon Schama, The embarrassment of riches. Eugène Dabekaussen, Barbara de Lange en Tilly Maters hebben hun vertaling de titel Overvloed en onbehagen; de Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw meegegeven, die als gebonden editie voor de prijs van f 59,00 vanaf februari 1988 verkrijgbaar zal zijn. In de categorie literatuurwetenschap verschijnen bij coutinho twee bundels, namelijk Over literatuur en Verhaal & relaas. De eerste is samengesteld door Jan van Luxemburg, Mieke Bal en Willem G. Weststeijn en bedoeld voor eerstejaars studenten en verdere nieuwsgierigen; de tweede bundel bevat zes colleges van de Haagse Leergangen, gegeven door P.W.M. de Meijer, F. van Vree, A. Reitsma, W.C.M. Gelens, D.A. van Stekelenburg en M. Buning. Uitgeverij den gulden engel brengt in het Multatuli-jaar de monografie van Philip Vermoortel over Multatuti in Vlaanderen en voor het Vondel-jaar de bundel studies Het treurspel spant de kroon; de tragiek bij Vondel van K. Langvik-Johannessen. Bijzonder interessant lijkt ook de uitgave door de kenner bij uitstek van de Nederlandse emblematiek, K. Porteman, van De maanden van het jaar, de twaalf schilderijen van Joachim Sandrart, de twaalf gedichten daarbij van Vondel en de Latijnse verzen van Barlaeus bij de naar de schilderijen vervaardigde gravures. De nog jonge uitgeverij H van Wim Hazeu en Julien Weverbergh kondigt een bloemlezing aan uit het tijdschrift De Brakke Hond onder de titel Knap woud, vooral de bomen. Verder verschijnen bij H de Gedenkschriften van George K.L. Bergmann, de vader van Tony (Ernest Staes) Bergmann; De broek van Sartre door Paul de Wispelaere; en deel 2, van Kroniek van een karakter, brieven van Jeroen Brouwers uit de jaren 1982-1986. Het polemische essay Postmodern van Carel Peeters wordt uitgegeven door de harmonie. Bij uitgeverij helmond verschijnen de door Paul Mommaers vertaalde, becommentarieerde en geëditeerde Visioenen van Hadewijch in twee delen. Dezelfde editeur verzorgde een editie (oorspronkelijke tekst met vertaling) van de Samenspraak van Claesinne van Nieuwlant met Pelgrim Pullen uit 1587. De i.c. uitgeverij geeft een cassetteboek-serie ‘Hun eigen stem’ uit. Deze uitgeverij die ook een prijs, De Gouden Stemband, uitreikt aan ‘een auteur die op literair gebied iets moois met zijn stem heeft gedaan’, brengt cassettes met het geluid van Annie M.G. Schmidt, Kees van Kooten, F.B. Hotz, Leo Vroman, Hubert Lampo, Remco Campert en Oek de Jong. Bij uitgeverij hes verschijnen twee interessante dissertaties, die van J.L.P. Blommendaal over ‘de pastorale poëtica van Jan Baptista Wellekens (1658-1716)’ onder de titel De | |||||||||||
[pagina 361]
| |||||||||||
zachte toon der herdersfluit, en die van B. van Selm over ‘Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de 17de eeuw’ onder de titel Een menighte treffelijcke boecken. Verder bij hes een door Gé Vaartjes uitgeleide uitgave van Top Naeffs Zo was het ongeveer; een monografie van J.J. Oversteegen over de literatuuropvatting van Multatuli, De redelijke natuur; een deel in de serie Utrechtse Bijdragen tot de Mediëvistiek door R.E.V. Stuip en C. Vellekoop, Culturen in contact; botsing en integratie in de Middeleeuwen; en de monumentale tweedelige editie van de Briefwisseling van Betje Wolff en Aagje Deken door P.J. Buijnsters. Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (i.i.s.g.) kondigt het tweede deel aan van het Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland. Bij de najaarsaanbieding van kok in Kampen is een boekje van Hans Werkman over Nel Benschop en haar werk - een fenomeen ter gelegenheid van het feit dat twintig jaar geleden haar eerste dichtbundel verscheen. kritak publiceert het Dagboek '66-'68 van Daniël Robberechts. Volgens de begeleidende tekst zijn ‘de jaren zestig in dit dagboekdeel woekerend aanwezig’, onder andere de censuurrellen rond Daele-Claeys, Claus en De Buck. Rob van Santbrink en andere Toonder-kenners hebben ‘meer dan vier jaar gewerkt’ aan het boek De curieuze wereld van Heer Bommel en Tom Poes. Op nog geen 200 pagina's A-4 zal een compleet overzicht gegeven worden van het totale Bommel-gebeuren, inclusief ‘alle merchandising en curiosa’. Parbleu, de uitgever is loeb! Bij manteau komt begin 1988 een bloemlezing over Brussel in de letterkunde, Op versvoeten door Brussel, samengesteld door A.G. Christiaens. Er zijn teksten opgenomen vanaf ongeveer 1350 tot heden. Uitgeverij meulenhoff verrast met een ‘fascinerende literatuurgeschiedenis over de Hollandse middeleeuwen’ van de Leidse mediëvist F.P. van Oostrom: Het woord van eer; literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. Een goedkope (ongeveer f 25,-) derde druk van de vijfde editie van Van Vrieslands De spiegel van de Nederlandse poëzie; dichters van de twintigste eeuw verschijnt, bewerkt door Hans Warren, eveneens bij Meulenhoff. Warren stelt ook Meulenhoffs dagkalender 1988. Dagboeken samen. De herinneringen aan de Vijftigers van Jan G. Elburg zullen verschijnen onder de titel Geen letterheren. Interessant voor de neerlandicus die zich met het oude boek bezighoudt, wordt (in april 1988) de vertaling van Bamber Gascoigne's How to identify prints door Johan de Zoete: Prentkunst en drukwerk, een complete handleiding voor het herkennen van manuele en mechanische drukprocédés van houtsnede tot ink jet printing. Het neerlands bijbelgenootschap pakt uit met een Jubileumbijbel Statenvertaling, gebonden in gewatteerde zwarte kunstleren band met op het omslag een fraai kroontje met de vermelding ‘350 jaar Statenvertaling’. Het Genootschap heeft ook een begin gemaakt met De Statenbijbel in grote letter en brengt een bijgewerkte en aangevulde herdruk van het standaardwerk van C.C. de Bruin over De Nederlandse bijbelvertalingen in de middeleeuwen. Met een nawoord van Tom van Deel komt bij nijgh & van ditmar een uitgave met Brieven over litteratuur door H. Marsman en S. Vestdijk. Martin Hartkamp schreef een nawoord bij de facsimile-uitgave van Vestdijks Vrouwendienst. Van Joop van der Horst en Fred Marschall verschijnt bij deze uitgever de Korte geschiedenis van de Nederlandse taal. In de serie ‘Gastschrijverschappen’ verschijnen bij nijhoff/stenfert kroese de lezingen Doeschka Meijsing, Hoe verliefd is de toeschouwer? en Frans Kellendonk, Geschilderd eten. De eerste Couperus-lezing in de Nieuwe Kerk in Den Haag van F.L. Bastet wordt eveneens door Nijhoff uitgegeven: Met Louis Couperus op reis. Voor volgend jaar staat op het programma de Handleiding literatuurdidactiek en literatuurmethodiek van Jacques Vos. Bij van oorschot verschijnt binnenkort deel achttien van de Volledige werken van Multatuli. De mythe van Lebak van Rob Nieuwenhuys moet dan al op de markt zijn, evenals | |||||||||||
[pagina 362]
| |||||||||||
de vertaling van brieven van en aan Belle van Zuylen: Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid. Brieven 1950-1956 van Hans Andreus en Simon Vinkenoog worden in het vooruitzicht gesteld door uitgeverij de prom. Uitgeverij querido kondigt een essaybundel aan van Kees Verheul, Een volmaakt overwoekerde tuin, waarin ook een afdeling over Nederlandse poëzie. J.J. Oversteegen heeft zeven delen Ideeën van Multatuli voorzien van uitgebreide nawoorden. ‘Steeds meer Nederlanders lezen Snoecks’, aldus de folder waarin Snoecks 88 wordt gepresenteerd, zoals altijd voorzien van een aantrekkelijk omslag. Uitgeverij snoeck komt met dit jaarboek dat voor elk wat wils brengt steevast op de bestsellerlijst! Uitgeverij veen brengt een Bloemlezing uit de correspondentie van Louis Couperus en L.J. Veen, samengesteld door H.T.M. van Vliet. Als aardigheidje tenslotte een Verjaardagsalbum met bij elke dag een citaat uit Couperus. PJV | |||||||||||
Faetons val in veelvoudVrijdag 16 oktober 1987 vindt de première plaats van Vondels tragedie Faeton, gespeeld door toneelgroep De Appel onder regie van Hans Croiset. Met de opvoering van dit mythologische toneelstuk herdenkt De Appel Vondels vierhonderdste geboortedag. Ter opluistering van de voorstellingen is in de foyer van het Appeltheater te Den Haag een tentoonstelling ingericht die gewijd is aan de opvoeringsgeschiedenis van Faeton met als titel ‘Faetons val in veelvoud’. Vanaf de eerste opvoering in 1685 is het toneelstuk elke eeuw wel een aantal malen gespeeld; aan de hand van de tentoonstelling kan men zich een beeld vormen van de vroegere opvoeringen. Hiermee worden de voorstellingen van De Appel in een lange traditie geplaatst. In de foyer zullen onder andere te zien zijn: maquettes van oude schouwburgen, oude drukken van het toneelstuk, een diavoorstelling en videofilms. De tentoonstelling is te bezichtigen van 16 oktober 1987 tot ongeveer 1 januari 1988 vóór en na de voorstellingen in de foyer van De Appel, Duinstraat 6, Den Haag. Voor nadere informatie kunt u terecht bij: Marisa Groen of Ton Amir, Prins Hendrikkade 125, 1011 an Amsterdam, tel. 020-243937. | |||||||||||
Literaire programma's CreaDe Stichting crea, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, zal voor het komende studiejaar een aantal literaire programma's verzorgen. Vanaf 5 november houdt Johan Polak een reeks van zes lezingen onder de titel ‘Uitbloei der Décadence’, over de literatuur van 1900 tot heden. Jan Kuijper zal een werkgroep begeleiden over moderne westerse poëzie. Hij zal daarin werk van Leopold, Van Ostaijen, Mallarmé, Hopkins en Ingold analyseren met de deelnemers. De bijeenkomsten zijn wekelijks, gedurende tien weken op maandag van 20.00-22.00 uur. De cursus begint op 2 november. De dichter Arie van den Berg verzorgt een cursus Amerikaanse poëzie aan de hand van het werk van Delmore, Schwartz, Randall Jarrell en John Berryman, eveneens in tien wekelijkse bijeenkomsten op woensdag van 20.00-22.00 uur. Deze cursus is echter al op 14 oktober begonnen. Voor de cursus ‘Toneelschrijven’ onder leiding van Willem Jan Otten zullen door de cursisten zelf geschreven dialogen uitgangspunt zijn. Veertien dagen voor aanvang van de reeks dienen deze dialogen te worden ingeleverd: Eén pagina tekst met als openingszin ‘Ken ik jou ergens van?’ De cursus begint op zaterdag 12 december om 10.00 uur. Uiterlijk 28 november aanstaande moet de dialoogtekst dus binnen zijn. In de loop van het studiejaar 1987-1988 zullen voorts lezingen gehouden worden in de reeks ‘Het Splendide Hotel’ en zullen werkgroepen geformeerd worden rond de onderwerpen ‘Proza-schrijven’ en ‘Vrouwenlevens’. Een folder met informatie over alle activiteiten van crea en de plaatsen waar die zich zullen afspelen kan men aanvragen bij crea, Grimburgwal 10, gebouw 2,1012 ga Amsterdam (tel. 020-262412). GvB | |||||||||||
Wederopstanding MandrilDe Haarlemse fotograaf Peter Dicampos streeft de herleving na van het tijdschrift Mandril. In samenwerking met de Stichting Promotion Beeldende Kunst bracht hij inmiddels een nulnummer van het tijdschrift uit dat gebaseerd is op materiaal zoals dat in het oorspronkelijke Mandril tussen 1948 en 1953 verscheen. Dit licht ironische en satirische tijdschrift met de aap, met zijn fel- | |||||||||||
[pagina 363]
| |||||||||||
gekleurde achterwerk naar het publiek, steeds op het omslag, was een van de eerste naoorlogse humoristische periodieken waarin tal van later beroemd geworden cartoonisten bijgedragen hebben: Charles Boost, Opland, Fiep Westendorp, Ted Schaap, Hugh Jans, en anderen. Ook Lucebert treffen we in het oude Mandril aan als cartoonist. Net als aan het inmiddels vrijwel vergeten jongerentijdschrift Ruim Baan uit diezelfde jaren hebben aan Mandril nogal wat bekende auteurs meegewerkt, van wie sommigen erin hebben gedebuteerd. Zo werd ter gelegenheid van zijn veertigjarig schrijverschap aan Mandril-debutant Remco Campert op 30 augustus jongstleden, bij de verschijning van het nulnummer, de ‘gouden Mandril-ring’ uitgereikt. Andere auteurs van het oude Mandril waren onder anderen Eli Asser, Ed Hoornik, Henri Knap, Marga Minco, Annie M.G. Schmidt, Harry Mulisch, G.K. (toen nog) van het Reve, E. Elias en Simon Carmiggelt. Dicampos stelt zich voor zo ongeveer rond Sinterklaas het eerste nummer van het nieuwe Mandril uit te brengen. Behalve aan satire en humor zal het blad aandacht gaan besteden aan literatuur en beeldende kunst, maar dat niet al te zwaarwichtig. Voor nadere informatie kan men bellen: 023325400. GvB | |||||||||||
Nieuwtjes□ Bij de Uitgeverij Huis aan de Drie Grachten te Amsterdam verscheen Deugdelijk Vermaak. Opstellen over literatuur en filosofie in de negentiende eeuw. Deze opstellen verschenen als feestbundel voor prof. dr. C. de Deugd onder redactie van drs. E. Eweg. Hij kan worden besteld bij de genoemde uitgeverij of bij de Promotiewerkplaats Rijksuniversiteit Groningen, Rode Weeshuisstraat 8, 9712 et Groningen (tel. 050-636290). De omvang van de bundel is 230 bladzijden en de prijs bedraagt f 50,-. □ Het negende Europese Poëziefestival wordt van 17 tot en met 22 november 1987 te Leuven (België) gehouden. Daarbij wordt voor het eerst dit jaar de Europese Vertaalprijs voor Poëzie toegekend aan een vertaler die een bundel poëzie vertaald heeft van een (bij voorkeur levend) dichter uit één van de negen officiële talen van de Europese Gemeenschap. De prijs bedraagt 4000 Ecu's (ongeveer f 6500,-) en wordt toegekend door een jury bestaande uit dichters en vertalers uit de twaalf landen van de Europese Gemeenschap. □ Het Europese Parlement heeft een grote literatuurprijs ingesteld, in grootte vergelijkbaar met de Nobelprijs. Deze Europese Literatuurprijs zal jaarlijks worden uitgereikt aan een auteur uit een van de lidstaten van de Europese Gemeenschap voor een werk dat geschreven is in een van de talen van de eg. □ Van september 1987 tot februari 1988 zal Hannemieke Stamperius als gastdocente optreden bij de faculteit der letteren van de Katholieke Universiteit Brabant. Ze zal onderwerpen bespreken die te maken hebben met auteurs uit minderheidsgroepen en hun behandeling van personages uit diezelfde groepen in hun literaire teksten. Hannemieke Stamperius is na Sybren Polet en Hella S. Haasse de derde gastdocent van de Tilburgse letterenfaculteit. □ In 1981 werd het Genootschap voor Tegennatuurlijke Letteren (gtl) opgericht. Het genootschap houdt zich bezig met literatuur van en over homoseksuelen en geeft een eigen tijdschrift uit: Tegendeel. Bovendien beschikt men over een eigen bibliotheek en een uitgeverij. De stichting onderhoudt nauwe contacten met de Nijmeegse afdeling van het coc. Onlangs werd er een nieuwe secretaris-generaal benoemd in de persoon van een van de oprichters van de stichting, Cees van der Pluym. Dat had tot gevolg dat er een nieuw telefoonnummer voor de stichting kwam: 080-559610 of 558171. □ Het maandblad Letteren geeft vanaf januari 1987 een maandagenda uit van literaire gebeurtenissen die in de regio West-Brabant plaatsvinden. Daarnaast worden ook de belangrijkste evenementen buiten de regio gesignaleerd. Tevens wordt in de maandagenda aandacht besteed aan literaire radio- en tv-programma's in Nederland en België. Men kan zich op de maandagenda van Letteren abonneren door betaling van f 10,- op bankrekening 44.04.39.434 amro-Prinsenbeek onder vermelding ‘Letteren’ (Girorekening Bank: 1068635). □ De Stichting Feminist sche Uitgeverij Sara werd onder druk van grote financiële problemen dit najaar ontbonden. Het fonds van de uitgeverij werd overgedaan aan een tweetal uitgevers: Nijgh & Van Ditmar en Van Gennep. De laatste uitgeverij deed een bod op de naam Sara met het oog op het uitbrengen van een reeks onder het imprint ‘Sara’. Het tijdschrift Opzij zal de Vrouwenagenda gaan verzorgen. |
|