De arbeiders en de schrijvers
De schrijvers van ‘Links Richten’ gaan met de arbeider van gedachten wisselen over hun roman-werk.
In Holland.
Een nieuw, opzienbarend plan van het schrijvers-collectief ‘L.R.’
De arbeiders moeten de boeken waar het om gaat, lezen, en dan met hun opmerkingen over het beeld van hun eigen wereld, voor den dag komen.
De schrijver die het eerst aan de beurt is, moet zijn lezers zelf oproepen om te komen zeggen wat zij van zijn werk denken: Sam. Goudsimt, met zijn boek: ‘Ter Bruiloft’.
Ik roep de arbeiders die dit tijdschrift in handen krijgen op, niet alleen om te komen praten over mijn boek, maar over alle boeken die verder ter behandeling zullen worden gebracht, in een reeks avonden van ‘Links-Richten’.
Ik ben het eerst aan de beurt.
Zullen de arbeiders werkelijk komen?
Het gaat niet om de schrijvers; het gaat om ieder die zichzelf maar een beetje een ernstig lezer noemt. Het gaat er niet om, een letterkundige discussie-avond in elkaar te zetten, waar het jullie om de ooren zou ratelen van allerlei letterkundige vak-termen! O, nee! Het gaat om het leven van de boeken; om het beeld van het leven dat de schrijver jullie voorzet. Het gaat erom, dat de schrijvers en de arbeiders-lezers noodzakelijk van elkander moeten leeren.
Schat de beteekenis van zooiets niet te gering.
Niet alleen dat de arbeider-lezer de schrijvers die hem nastaan, hierdoor zal leeren kennen en onderscheiden. Maar hij zal ook van enorme invloed gaan worden op het werk van die schrijvers, door de inwerking van wat hij te zeggen zal hebben op den geest, op het werk van die schrijvers.
En dit: de arbeider-lezer van zijn kant zal er die schrijvers die hem niet nastaan, die schrijvers uit die andere wereld, zal hij door-en-door gaan proeven; ja, precies zooals hij elk politiek gebaar van zijn vijanden nu al proeft, zoo zal hij dan ook de maatschappelijke daad van het vijandige boek leeren doorzien. En dat is van het grootste belang!
Komt dus vooral, juist deze eerste avond: het zal zeer zeker voor beide partijen nog wat ongemakkelijk gaan. Maar er is goede wil om de juiste toon met elkaar te vinden; en de tweede keer zal het oneindig veel beter gaan. Kom de eerste avond Zaterdag 17 December. Laat er niet gezegd worden: de Hollandsche arbeiders zijn te sloom; ze zijn bang zich aan koud water te branden. Critiek is niet alleen geoorloofd, maar geboden. De eerste keer, en de tweede keer, en de derde keer.
De eerste keer dus over ‘Ter Bruiloft’. De schrijver van dit boekje noodigt de lezers dus uit, daar een hartig woordje over te komen praten. Moet hij soms liever zeggen: hij daagt ze uit?
Het mag niet zoo wezen dat er enkel ‘collega's’ zijn en ijdele zabbelaars.
Sam. Goudsmit.