proletarische schrijvers ‘Worba’, dat in een oplaag van 15.000 exemplaren verschijnt, en dat tot taak heeft te strijden tegen oorlog en fascisme, heeft deelname aan dit congres voorbereid.
Een vertegenwoordiger van Duitschland, ‘Links Gruppe’, deelt mede, dat het belangrijk is voor andere landen, om, evenals zij, een kartel te vormen, waarin meerdere groepen worden vereenigd tot uitwisseling van gedachten, terwijl elke groep op zijn eigen gebied autonomie behoudt.
Een vertegenwoordiger der S.K.K. (Holland) deelt mede, dat de Organisatie 5 jaar bestaat, 85 leden telt, waaronder 25 schrijvers, dat zij een tentoonstelling organiseerden en met Duitschland, ‘Links front’, en Moskou directe verbindingen hebben.
Een vertegenwoordiger uit Amerika deelt mede, dat New York, Chicago, Hollywood en Detroit 100 leden tellen in de John Reed Club, dat de werkwijze van de John Reed Club dè weg voor de Amerikaansche proletarische schrijvers is, dat groote schrijvers, als Dos Passos, Dreiser, enz., met de John Reedclub sympathiseeren, en dat zij in Chicago twee organen uitgeven: ‘Left’ en ‘New Masses’.
GERMANETTO (Italië) vindt, dat er getracht moet worden, bekende schrijvers tot de massa te brengen, dat de goede werkwijze daarvoor moet worden gevonden en dat er in Italië geen schrijvers meer zijn, die schrijven voor de massa, daar het fascisme alle mogelijkheid daartoe heeft verstikt. Terwijl vóór den oorlog jaarlijks ongeveer 11.000 werken verschenen, verschijnen er nu slechts ongeveer 5800, zoozeer heeft het fascisme de litteratuur vleugellam geslagen. Er verschijnen wel gedichten en werken, die een beeld geven van de toestand, op lyrische wijze, maar zonder de weg tot de strijd aan te geven, daar dit laatste door het regime onmogelijk is. Hij zegt, dat de werkwijze moet worden uitgestippeld, waarop schrijvers en arbeiders kunnen samenwerken, dat de schrijvers en kunstenaars, die nog aan de andere kant staan, bewerkt moeten worden, dat wij jonge schrijvende elementen van arbeiders en boeren in ons werk moeten betrekken, zooals dat in het programma van Charkow (1931) is vastgelegd.
STERN (Amerika) vertelt, dat de John Reedclub niet alleen een organisatie van schrijvers is, maar vooral de drager moet zijn van propaganda voor de revolutionnaire idee, en dat er theater- en muziekgroepen zijn van 100 werkende leden, die propagandamuziek en kleine scènes maken, alles in het teeken van: tegen oorlog en fascisme. Hij zegt, dat we de burgerlijke schrijvers niet noodig hebben, hetgeen juist tegengesproken wordt door een anderen Amerikaanschen kameraad, die zegt, dat wij ons niet moeten beperken tot de proletarische schrijvers, maar ook anders-denkenden moeten mobiliseeren, en bespreken moeten, op welke wijze dit gebeuren kan, daar de tegenwoordige werkwijze van de John Reedclub vele links georiënteerden heeft teruggeschrikt.
Een Duitsche kameraad zegt, dat er een groote beweging is in Duitschland van jonge prol. rev. elementen, die schrijven, terwijl zij toch arbeider blijven, en dat er in het kartell 800 leden zijn, collectieven van schrijvers, beeldhouwers, musici, tooneelspelers, - samenwerkend op de basis van het programma van Charkow. Hij vertelt, dat er in de bestaande organisaties een toenemende verschuiving naar links plaats heeft. Hij noemt Gläser, Renn, Brentano, Brecht, Seghers als leden van de ‘Internationale Bond van Rev. Schrijvers’, maar wij moeten de duizenden bereiken, voor wie het nog onduidelijk is, en die teruggeschrikt worden door onze scherpe aanvalspolitiek. Wij moeten nu komen tot het vaststellen van een manifest, dat ons de mogelijkheid brengt alle eerlijk-meenende uit de schrijvers- en kunstenaarswereld tot ons te trekken.
GERARD VANTER spreekt voor prol. schrijvers Holland en vertelt over de conferentie te Amersfoort, waar verschillende wegen en middelen besproken zijn; hij vertelt, dat het tijdschrift ‘Links Richten’ is uitgegeven, dat actueele gebeurtenissen, als stakingen enz. in gedichten en vlugschriften wordt weergegeven, dat zij scherp rev. reportage brengen, de strijd brengen tegen oorlog en imperialisme, dat naast ‘L.R.’ ‘Afweerfront’ verschijnt en ‘Feiten’ met schrijvers als Jef Last, Maurits Dekker e.a.
PALADINI (Spanje) zegt, dat Spanje vóór de republiek in dezelfde toestand was, als Italië nu nog, maar dat er nu veel is veranderd. Er is een club (Ataneo) te Madrid, waar discussies worden gehouden, een organisatie, in welke de schrijvers en kunstenaars staan in de klassestrijd. Hij noemt de weekbladen ‘Nosotros’ en ‘Nueva España’. Hij zegt, dat het moeilijk is de zaak in Spanje te organiseeren, dat er bibliotheken moeten komen in de dorpen.
Een kameraad uit Genève zegt, dat op het oogenblik de agit-props daar het voornaamste werk doen.