Limburgsche sermoenen
(1895)–Anoniem Limburgse sermoenen– Auteursrecht onbekend
De Limbursche Sermoenen
editie J.H. Kern
J.H. Kern (ed.), De Limbursche Sermoenen. J.B. Wolters, Groningen 1895.
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1075 B 14
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Limbursche Sermoenen in de editie van J.H. Kern uit 1895. Het origineel dateerd uit de dertiende eeuw.
redactionele ingrepen
De ‘Verbeteringen en toevoegsels’ op p. 691-696 zijn in deze digitale editie niet doorgevoerd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. I, IV, VI, 172, 174, 646 en 648) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina II]
Dit werk bevat Afl. 46, 47, 48, 50, 51, 52 en 53 der Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde.
[pagina III]
BIBLIOTHEEK VAN MIDDELNEDERLANDSCHE LETTERKUNDE, ONDER REDACTIE VAN Dr. H.E. MOLTZER, Hoogleeraar te Utrecht, EN Dr. JAN TE WINKEL, Hoogleeraar te Amsterdam.
TE GRONINGEN BIJ J.B. WOLTERS. 1895.
[pagina VII]
DE LIMBURGSCHE SERMOENEN, UITGEGEVEN DOOR DR. J.H. KERN Hz.
TE GRONINGEN BIJ J.B. WOLTERS. 1895.
[pagina VIII]
Stoomdrukkerij van J.B. Wolters.
[pagina XIII]
INHOUD.
Inleiding. | Blz. | ||
---|---|---|---|
I. | Het handschrift. Vroegere uitgaven | 1 | |
II. | De bron der Sermoenen | 3 | |
III. | Algemeene opmerkingen over het dialect der Sermoenen.
Hulpmiddelen |
11 | |
IV. | Klankleer | 13 | |
A. | De klinkers der wortellettergrepen | 13 | |
De klinkers der wortellettergrepen in de Sermoenen, vergeleken met de Oudnederfrankische | 19 | ||
B. | De klinkers der zwakke lettergrepen | 51 | |
C. | Medeklinkers | 57 | |
D. | Sandhi (assimilatie, inlassching, enz.) | 78 | |
V. | Verbuiging | 88 | |
A. | Zelfstandige naamwoorden | 88 | |
B. | Bijvoegelijke naamwoorden | 103 | |
C. | Voornaamwoorden | 111 | |
D. | Telwoorden | 127 |
[pagina XIV]
Blz. | |||
---|---|---|---|
VI. | Vervoeging | 129 | |
A. | De uitgangen van den tegenwoordigen tijd | 129 | |
B. | De uitgangen van 't sterke praeteritum | 136 | |
C. | De uitgangen van 't zwakke praeteritum | 138 | |
D. | Wijzigingen in den wortelklinker der sterke werkwoorden | 141 | |
E. | Zwakke werkwoorden | 155 | |
F. | Werkwoorden met verschoven praeteritum | 159 | |
G. | Werkwoorden op -mi | 162 | |
H. | Omschreven tijden | 166 | |
VII. | Plaats en tijd | 167 | |
tekst. | |||
Wijze van uitgave | 175 | ||
Hir vint mi alle de sermone van den bueke | 177 | ||
De Limburgsche Sermoenen | 182 | ||
woordenlijst. | |||
Inhoud en inrichting der woordenlijst | 649 | ||
Woordenlijst | 651 | ||
Verbeteringen en toevoegsels | 691 |
[pagina 691]
VERBETERINGEN EN TOEVOEGSELS.
Blz. | |
---|---|
5, r. 5 vlgg. v.b. | Eenige onnauwkeurigheden in de aanhalingen uit S.-G. en Z. kunnen verbeterd worden naar de noten onder den tekst, blz. 444-452. |
5, na r. 7 v.o. | Voeg bij: H. 25 met Z. 38 (ald. s. 150 flgg.); |
6, r. 12 v.o., 1e kol. | vraghinghe Lees: vraginge |
6, r. 18 vlgg. v.o., 2e kol. | Verbeteringen aan te brengen naar de noot onder den tekst op blz. 375, XVIII. |
8, r. 20 v.b. | Over de taal der hd. hss. zie men Wackernagel (Weinhold), t.a.p.s. 462 ff. |
8, r. 7 v.o. | driuzehen Lees: drivzehin |
12, r. 9 v.b. | 13e eeuw Lees: 12e eeuw |
12, r. 20 v.o. | Willem, prior van Afflighem, Lees: zekeren brueder Gheraert, 't laatste misschien naar een oudere bewerking van Willem, prior van Afflighem, |
22, r. 17 v.b. | Voeg bij: logen (insidiarum) 102b, |
22, r. 19 v.b. | (venas?) Lees: (nervos) |
22, r. 21 v.b. | Voeg bij: we❘enwoers (aptus seduci) 210c. |
22, r. 16 v.o. | 22 Lees: 24 |
22, r. 12 v.o. | zes Lees: acht |
23, r. 19 vlg. v.b. | Schrap: onweragteg - 50b, |
24, r. 11 v.o. | als LvJ. Lees: wat meer e dan LvJ. |
25, r. 19 v.b. | Voeg bij: Serv. M. heeft: genedege (pius) 2, 2086, 't Leipziger fragment van den Serv. (Zs. f.d. Alt. 34, 218 ff.): salde (saluti) 1, 455; name (sumeret): getame (deceret) 482 vlg.; geue (daret) 486; mare (fama) 487; neme (optat- pt.) 499. |
26, r. 11 v.b. | Schrap: ook - 193c; |
26, r. 16 v.b. | Schrap: en eld |
26, r. 20 v.b. | moet geschrapt worden. |
27, r. 12 v.b. | sig - facere). Lees: sig rigten (dirigere se) 30b, sig gerigten (rectum fieri), |
27, r. 14 v.b. | Schrap:, sig - 30b |
27, r. 16 v.o. | hilpt Lees: gilt, hilpt |
27, r. 10 v.o. | Schrap: gilt, |
29, r. 2 v.b. | Over blenden, enz. zie men de Woordl. op erblenden. |
29, r. 3, 6 v.b. | (de) Lees: (deinde, postquam cet.) |
29, r. 5 v.b. | (4 maal) Lees: (7 maal) |
[pagina 692]
Blz. | |
---|---|
30, r. 2 vlg. v.o. | heden - ten daege. Lees: hiden ook in 't Gl. Bern.; Aiol 288 hůde; Serv. 1, 2101 hude[n], e. dgl.; Limb. Wijsd. huyden, huden, huiden; LvJ., Kerst., Lutg. heden. |
31, r. 3 v.b. | gerde. Ééns vindt men girde: 209c. |
32, r. 1 v.o. | Voeg na *gîrîg bij: (of *gĭrîg?) |
33, r. 16 v.b. | Schrap: en penwert 213a |
33, r. 15 v.o. | Schrap: dup - c, |
33, r. 13 v.o. | 4 Lees: 3 |
35, r. 18 v.o. | oe naast ùe Lees: oe = â naast ùe = ô |
39, r. 8 vlg. v.b. | Schrap: (ééns - 109c) |
39, r. 18 v.o. | Schrap: *logene (mendacium), |
40, r. 3 v.b. | voor. Lees: voor, behalve in seldi (debetis) 205a. |
40, r. 18 v.b. | Schrap:, natueren - 41a |
41, r. 17 v.b. | sile: sele = 18:17. |
42, r. 4 v.b. | Schrap: verscheit, |
44, r. 6 v.o. | Schrap:, d. pl. vueren |
45, r. 1 v.b. | dgl. Lees: dgl., vlijt (fluit) 80d, 208b e.e. |
46, r. 1 v.b. | Schrap: , vlijt - eld |
46, r. 2 v.b. | moet geschrapt worden. |
47, r. 15 vlgg. v.b. | Over -iren zie men Franck, Mndl. Gramm., § 125, en over kaniel de noot bij blz. 242, r. 8. |
49, r. 5 v.b. | moet, met de daarbij behoorende noot, geschrapt worden. |
49, r. 3 v.o. | 184b. Lees: 184b, ééns u: vruden (gaudio) 207d en ééns ů: vrůde (gaudium) ald. |
51, r. 9 v.b. | 97d. Lees: 97b (zie echter § 201, Opm.). |
51, r. 13 vlg. v.b. | (imp. schu 105d) Lees: (imp. pl. + -se: schuse 105d) |
53, r. 5 vlg. v.b. | Schrap: tweuoldig 107c, |
53, r. 4 vlg. v.o. | Schrap: Blijkbaar - jonger. |
54, r. 8 v.b. | Schrap: dinre 117d, |
54, r. 19 vlg. v.b. | Ook de uitspraak gēdêrsĕ enz. is mogelijk: vgl. nwmstr. nêjêrsĕ, Public. 27, p. 348 oigsteersen (a. pl.). |
55, r. 20 v.b. | *ondet Lees: *ontet |
56, r. 19 v.o. | sehamede, Lees: schamede, |
56, r. 18 vlgg. v.o. | Zie blz. 131, noot 2). |
59, r. 9 vlg. v.b. | Over rigde zie men de noot op blz. 631, r. 10. |
59, r. 11 v.o. | rosenvarwe enz. Lees: *rosenvarwe enz., waarvoor rosenvarwen |
60, r. 16 v.o. | tweuoldig Lees: tweuoldeg |
65, noot. | Zie over gesogt ook de Woordenlijst op soeken. |
65, r. 1 v.o. | 3262 Lees: 3264 |
66, r. 21 v.b. | Voeg bij: en viermaal volcke 143d, 150d, 151c en 169c. |
67, r. 9 vlgg. v.o. | Zie over de k en de ch bij Veldeke ook Literaturblatt 13 (1892), sp. 404. |
69, r. 14 v.o. | sch vóór een medeklinker alleen in geschreuen 143d. |
70, r. 8 v.b. | vlîzegen Lees: vlîzec |
[pagina 693]
Blz. | |
---|---|
70, r. 13 v.b. | ch, Lees: chs, |
70, r. 14 vlg. v.b. | Schrap: ongekust 191d, |
71, r. 19 v.b. | 37 Lees: 36 |
71, r. 20 v.b. | Voeg bij: lecgen 13c, en lees voor 26:28 |
71, r. 21 v.b. | 6 Lees : 7 |
71, r. 22 v.b. | Schrap: legen 13c, en lees voor 4:3 |
72, r. 15 v.o. | 48d Lees: 52b |
73, r. 2 v.b. | Schrap:; ééns - 95c. |
73, r. 15 v.o. | Schrap:, geseit |
74, r. 14 vlgg. v.o. | Over de h aan 't einde zie men thans v. Helten in Tijdschr. Lettk. 12, 191 vlgg. |
77, r. 12 v.b. | Schrap: geregtegheid 63b, |
81, r. 15 vlg. v.b. | Schrap: Dit - hoorden. en zie blz. 156, noot. |
83, r. 4 v.o. d.s. | - 128a, Lees: ute vannen 138d? |
85, r. 14 vlg. v.b. | Schrap: minnentlike (minnetlike), en: willentlic (mhd. willentlîche); |
85, r. 19 v.b. | te❘empt 201d behoort bij een ander ww. dan getempt, nl. bij temmen. |
87, r. 11 v.b. | liuer niet = lif + ĕr, maar = liue + (ĕ)r. |
88, na r. 9 v.b. | Voeg bij: De Latijnsche genitief wordt vaak door van met den datief uitgedrukt. |
89, r. 17 v.b. | Voeg bij: hus 153c, 168a, thus (domum), waarover men P.-Br. Beitr. 12, 553 vergelijke. |
90, r. 15 vlg. v.o. | telg heeft zijn meervoudsuitgang -ere blijkbaar te danken aan ris, blat en *loef. |
92, r. 16 v.o. | Schrap: getelde, Immers de nom. sg. is getelt. |
93, r. 21 v.b. | dinre, Lees: dinere, |
95, r. 9 v.b. | Schrap: notdorft - enz.), |
96, r. 5 vlg. v.o. | hare - zijn. Lees: Vgl. ook eenrehande (erehande), eingerhande, enz., oudere, verstijfde vormen. |
97, r. 12 vlg. v.b. | Schrap: te stade - testade), |
99, r. 1 v.b. | schime, Lees: *schime, |
99, r. 11 v.b. | 108b, 113d; Lees: 113d, 218d; |
99, r. 15 v.o. | Schrap:, zelfs - 70c |
99, r. 8 v.o. | (ter) Lees: (quinquies) |
100, r. 15 v.b. | in den n.s. Lees: in den n. en instr. s. |
100, r. 15 v.o. | Schrap: wil dat 65c, |
100, r. 4 v.o. | *logene - 102b), Lees: ordene, |
101, r. 7 v.b. | Schrap:, der - 47a |
101, r. 13 vlg. v.b. | Schrap: sine - 100b, |
101, r. 10 v.o. | logen 102b. Lees: D. pl. versen 145c, 149c. |
103, r. 19 v.b. | moet geschrapt worden. |
105, r. 17 v.b. | Schrap: een - 209d, |
106, r. 12 v.o. | heileg gest Lees: heilege gest |
106, r. 3 v.o. | gebedide Lees: gebenedide |
[pagina 694]
115, r. 6 v.b. | nasalen Lees: n |
119, r. 19 v.o. | Schrap: (sine 59a) |
119, r. 16 v.o. | Schrap:, 103a |
119, r. 7 v.o. | vg. Lees: g. |
123, r. 1 v.o. | Voeg bij: deser 143b |
124, r. 9 v.o. | de sterke vorm Lees: meestal de sterke vorm |
130, r. 13 v.b. | (uit *vliets, fluis) Zie echter de noot op blz. 609, r. 14. |
137, r. 17 v.o. | beuaen, Lees: gesin (visus); beuaen, |
137, r. 7 v.o. | Voeg na 10a, bij: n. pl. m. dus dan 168c, g.s.m. sus dans 135a, |
138, r. 18 v.b. | XI, Lees: IX, |
141, r. 13 v.o. | Voeg bij: slipen, dat vier regels verder moet geschrapt worden. Vgl. verslepen 131c. |
143, r. 13 v.o. | vliten Lees: vlien |
144, r. 8 v.b. | Voeg bij: duwen is zwak: geduwet 179d; van beruwen komt geen praeteritale vorm voor. |
145, r. 9 v.o. | Voeg bij: *-drengen (vgl. dordrongen 185c), |
146, r. 2 v.b. | wennen Lees: winnen |
146, r. 3 v.o. | Voeg na 150d. bij: Alleen 167d 3. sg. pt. ind. began. Ook in Serv. began (alleen in 't rijm), naast begonde, begonste; osa. bigan. |
148, r. 17 v.b. | Schrap: te❘empt 201d, |
148, r. 9 v.o. | Voeg na (genesen), bij: *sneuen (3. sg. sneft 188b), |
149, r. 3 v.b. | stict 4ab kan ook bij *sticken (z. de Wdl.) behooren. |
152, r. 2 v.b. | Voeg na verhauen bij: (verheuen 189d) |
153, § 210. | Voeg bij: Opm. malen (pingere) is zwak: partic. gemaelt 92a e.e. |
154, r. 6 v.b. | *houwen, Lees: houwen 165b, |
155, r. 15 v.b. | Voeg vóór hets in: heefter (habet eorum) 229b, |
155, r. 14 v.o. | legen Lees: lecgen |
157, r. 11 v.o. | Schrap:, bekanden 83c |
160, r. 5 v.o. | Als 2. sg. ind. pr. vindt men ook sals 180b. |
161, r. 20 vlg. v.o. | Vgl. ook sout 172d, soudi 175b en de noten op blz. 538, r. 21, en blz. 543, r. 4. |
161, r. 9 v.o. | (moget - 100c); Lees: (moget 42a, 164b, mogedi 100c e.e.); |
161, r. 7 v.o. | 2. pl. mogt Voeg bij: (moget 138b) |
161, r. 4 v.o. | Plaats (vgl. - 128a) na: vermocht 166b |
162, r. 8 v.o. | Voeg na 31d bij: siet 104ab, 163c |
164, r. 15 v.b. | Voeg na daden bij: (deden [naar 't Wmndl.] 168b) |
164, r. 18 v.b. | Voeg na dun bij:, behalve in mesdue 178a |
175, r. 4 v.o. | Voeg bij: qua enz., ra (ar) enz., -ur(-). |
175, r. 3 v.o. | sal ic Lees: sal ic, ant cruce en an tcruce, en in bi lode en bilode |
176, r. 3 v.o. | Voeg na spͥ bij:, Spͥ |
[pagina 695]
Blz. | |
---|---|
176, r. 3 v.o. | Voeg daaronder bij: spͣ = sprac, en eenige gewone afkortingen van Latijnsche woorden, zooals: dn̄s = Dominus, d's = Deus, urā = uestra. |
185, r. 3 v.o. | welf. Lees: twelf. |
192, r. 6 v.o. | Voeg vóór 21. in: 20. B'. |
196, r. 20 vlgg. | Een anderen mndl. tekst van deze 3e preek vindt men in hs. K. 49, f. 126 r. - 139 v. van de Koninklijke Bibliotheek in den Haag. |
218, r. 7 v.o. | Bijaldien Lees: Omdat |
223, r. 11 vlgg. v.o. | Ik - ‘gedrenkt’ beteekent. Zie de Woordl. op soeken. |
232, r. 3 v.o. | 17. Lees: 17. B'. - |
235, r. 7 v.o. | archwenich Lees: archwenech |
246, r. 23. | f. 33 Lees: f. 33b. |
252, r. 17 vlg. | ver❘scheide Lees: versc❘heide of wel: verschei❘de |
267, r. 6 v.o. | 15. Lees: 13. |
269, r. 22. | tarwenkoren Wellicht beter, met het hs.: tarwen koren Vgl. Gl. Bern. tarwen, triticeus. Dgl. r. 24 en 25. |
285, r. 22. | hoeftsonde Lees: hoeftsonde |
297, r. 9, 14, noot. | Het is niet uit te maken of scrine een verbetering is naar 't oude hs. of niet. Over scrinen zie men de Woordl.; scrinen in r. 12 kan dat. sg. zijn. |
317, r. 1 v.o. | 3 Lees: 32. |
347, r. 15. | ouer stigt, Lees: ouerstigt, |
365, r. 19, vlgg. | Zie over 't zeventiende sermoen ook Tijdschr. Lettk. 13, 144-150. |
382, r. 1 v.o. | Schrap: Misschien - 30. en zie de Wdl. op tue leggen. |
407, r. 13. | Ewangeliste, Lees: Ewangelisten, |
407, r. 10 v.o. | niet Lees: f. 203a |
422, r. 7 v.o. | sin Lees: Sin |
429, r. 26. | Misericorda Lees: Misericordia |
437, r. 4 v.o. | Voeg vóór 20. in: 18, 23, 27. Jez. 9, 5. |
438, r. 17 v.o. | Voeg vóór 3. bij: 1, 20. Jez. 9, 5. |
439, r. 12 v.o. | Voeg vóór 6. bij: 3. Jez. 9, 5. |
440, r. 12. | ouer Lees: ouer- |
450, r. 18 vlg. v.o. | bat gerast - komt. Andere voorbeelden van gerast in dergelijke beteekenis vindt men bij Verdam i.v. |
452, r. 16. | ouer climt Lees: ouerclimt |
470, r. 11. | starker was, Lees: starker: was, |
470, r. 31. | he[e]ft, Lees: heeft, |
470, r. 2 vlg. v.o. | De - was. Lees: Ééns komt in de Serm. de spelling met ee voor: heefter f. 229b. |
475, r. 6. | he[e]ft Lees: heeft |
499, r. 4. | herten anxts. Lees: hertenanxts. |
510, r. 8. | inder Lees: in der |
[pagina 696]
Blz. | |
---|---|
519, r. 11. | ouer Of: ouer- Vgl. ouerstigen (Wdl.). |
558, r. 25. | lisliken Zie de Wdl. op lislike. |
564, r. 4. | ouer liden Of: ouerliden Vgl. ouerstigen (Wdl.). |
584, r. 2. | arbeide Lees: arbeide; |
595, r. 12. | ombe sien; Lees: ombesien; en dergelijk in r. 32. |
657, 1e kol., r. 1 v.b. | liefde), Lees: liefde) 113b, |