Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516)
(1952)–Anoniem Limborch, Roman van Heinric en Margriete van– Auteursrecht onbekendF.J. Schellart (ed.), Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516). Wereldbibliotheek, Amsterdam 1952
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1054 A 49
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Volksboek van Margarieta van Lymborch (1516) in de editie van F.J. Schellart; het is diens proefschrift uit 1952.
redactionele ingrepen
p. XLV-XLVI: de noten op deze pagina's zijn in de lopende tekst geplaatst. De betreffende pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
Op een aantal plaatsen zijn tussen vierkante haken koppen toegevoegd.
In het origineel is geen hoofdstuk met het nummer ‘CXII’ opgenomen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. VI, LV, 2 en 152) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
VOLKSBOEK VAN MARGARIETA VAN LYMBORCH
(1516)
[pagina II]
Promotor: Prof. Dr Gerard Brom
[pagina III]
VOLKSBOEK VAN MARGARIETA VAN LYMBORCH (1516)
ACADEMISCH PROEFSCHRIFT
TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN EN WIJSBEGEERTE AAN DE R.K. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS Dr. M. GOEMANS O.F.M. HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER GODGELEERDHEID VOLGENS BESLUIT VAN DE SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP WOENSDAG 9 JULI 1952 DES NAMIDDAGS TE 4 UUR
DOOR
FRANCISCUS JACOBUS SCHELLART GEBOREN TE 'S-GRAVENHAGE
UITGEGEVEN VOOR DE STICHTING ‘ONZE OUDE LETTEREN’ DOOR DE WERELDBIBLIOTHEEK TE AMSTERDAM EN ANTWERPEN MCMLII
[pagina V]
INHOUD
bladz. | |
Bibliografie | VII |
Bibliografie over de houtsneden | X |
Inleiding | XI |
I De Teksten | XIX |
A. De Handschriften | |
B. De Volksboeken | XX |
C. Het Volkslied. | XXVI |
II Confrontatie der Teksten | XXVIII |
III Karakteristiek van het Gedicht | XXXI |
IV Karakteristiek van het Volksboek | XXXV |
Noten | XLIV |
Wijze van uitgave van het Volksboek | XLVII |
Opschriften der Capittels | XLVIII |
Tekst van het Volksboek | 1 |
Bijl. I Tekst van het Volkslied | 144 |
Bijl. II Aantekeningen over de hout sneden | 151 |
[pagina 153]
Stellingen
I
De oudst bekende druk van Mariken van Nieumeghen moet, gezien de houtsnede van Mariken's ontmoeting met Moenen, welke is overgenomen in het volksboek Margarieta van Lymborch, gedateerd worden in het najaar van 1516 in plaats van in 1518.
II
De rederijkersverzen in de proza-volksboeken, die bewerkt zijn naar vroegere gedichten, zijn het meest overtuigende bewijs voor de zelfstandigheid en de eigentijdse opvatting van de schrijvers.
III
De literair-historische waardering der volksboeken vindt nog onvoldoende steun in de door verschillende schrijvers verstrekte opgaven van titels, bewaarplaatsen en dateringen.
IV
Als men rekening houdt met het feit, dat Nic. Beets zijn Camera Obscura uitgaf onder pseudoniem, en dat zijn spot een sociale houding was, kan men niet de mening staande houden, dat Beets in zijn verhalen zich zelf een te gunstige rol toebedeelde.
V
De vraag om zekerheid over leven en dood in de poëzie van dichters als Leopold, Bloem en van Eyck vond geen evenwaardig antwoord in de poëzie van hun Katholieke tijdgenoten.
VI
Een moderne vertaling en vertoning van het middeleeuwse Ludus de Antichristo zal door de probleemstelling bij het hedendaagse publiek weerklank vinden.
VII
De geschiedenis van het woord ‘historia’ vanaf het klassiek latijn via het middeleeuws-latijnse ‘historia rhytmica’ en ‘historia rimata’ zou wellicht opheldering verschaffen over de achtergrond der 15e en 16e eeuwse boeken, die het woord ‘historie’ in hun titel dragen.
VIII
De veronderstelling is gewettigd, dat de fresco met de voorstelling van Sint Clara, die Simone Martini schilderde in de benedenkerk van Sint Franciscus in Assisi, een voorstelling kan zijn van Sint Elisabeth van Thüringen.
[pagina 154]
IX
De oorsprong van het Dumhar-handschrift, in de Catalogus der Bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde I (1887) vermeld onder de naam ‘G. Dumbar Jr (?)’, geeft aanleiding het vraagteken achter de naam te handhaven.
(Het Dumbar-handschrift, uitg. door H.L. Bezoen, Deventer 1952).
X
De mening, dat het gebruik van het achtervoegsel -lijk in de loop der tijden aanmerkelijk is uitgebreid (WNT VIII, 2300), is niet houdbaar.
XI
Voor een juiste beleving van de hernieuwde Paasvigilie is een ruimere voorlichting over de liturgie in het algemeen een onontbeerlijk element.
XII
In vele landen nemen de leken in de werkzaamheid van de kerk inzake opvoeding en onderwijs niet de plaats in, die hun krachtens vorming en verantwoordelijkheid toekomt.