Het liedboek van Liisbet Ghoeyuaers
(1966)–Anoniem Liedboek van Liisbet Ghoeyvaers, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het handschriftHet handschrift, waarvan signatuur en bewaarplaats reeds zijn genoemd, bevat 88 papieren blaadjes, genummerd in modern schrift. Een oude foliëring is niet aanwezig. De oudste bekende eigenares noemde het een ‘leiisenbuecsken’.Ga naar voetnoot1 De oudste aantekening in een catalogus van de Bibliothèque Nationale beschrijft het als volgt: ‘Recueil de prières, de cantiques et de légendes en vers néerlandais. Traduction Néerlandaise du Bref apostolique pour le jubilée de 1600, imprimée à Bruxelles en 1603’.Ga naar voetnoot2 Huet noemde het in zijn catalogusGa naar voetnoot3 een ‘Recueil de poésies pieuses en l'honneur de la Vierge et de divers Saints’. Hij gaf de incipits van alle teksten en verschillende bijzonderheden betreffende het handschrift. Hij vermeldde ook de beide in het handschrift genoemde eigenaressen.
De folio's 81 tot en met 88 behoren niet tot het eigenlijke handschrift. Ze bevatten de gedrukte vertaling van de apostolische brief die de voorwaarden vaststelde waaronder de jubileeaflaat in 1603 verdiend kon worden. Deze tekst loopt tot fol. 84ro. Daarna volgt nog een begeleidend schrijven van de aartsbisschop van Mechelen. De brieven worden buiten beschouwing gelaten bij het beschrijven van het handschrift. Ze zijn echter onze aandacht waard als de herkomst en de geschiedenis van het handschrift onderzocht worden.
Voor de vervaardiging van het handschrift is alleen papier gebruikt. Het is gebonden in een betrekkelijk modern kartonnen kaftje. Het formaat, gemeten aan de kaft, is 114 × 119 mm en gemeten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan het beschreven gedeelte 93 × 105 mm. De folio's 77 - 78 - 79 - 80 zijn aan de onderkant 4 mm korter dan de voorgaande. Het handschrift is opgebouwd uit de volgende katernen:
Tussen fol. 45 en 46 is een blaadje weggesneden, waardoor het zesde katern slechts zeven in plaats van acht blaadjes telt. Van het tiende katern zijn de laatste drie folio's verloren gegaan. Het elfde katern bestaat uit vier oorspronkelijk losse folio's. Hiervan is nr. 77 aan nr. 80 en nr. 78 aan nr. 79 gelijmd. Opvallend is de manier waarop het zevende katern is gevouwen uit een dubbelvel. Uit de verspreiding van de watermerken over de folio's kan men opmaken dat een katern normaal werd gevouwen uit een plano dat eerst in de lengte werd dubbelgevouwen. Het zevende katern wijkt hiervan af. Het is gemaakt uit een dubbelvel dat niet eerst werd opengeslagen, maar onmiddellijk door een horizontale en verticale vouw in vieren werd gevouwen. Rekening houdend met de besnoeiing van het handschrift bij herbinding kan men schatten dat de plano's waaruit de eerste tien katernen zijn samengesteld, ongeveer 29 × 43 cm groot zijn geweest.Ga naar voetnoot1
Voor de katernen 1 - 2 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 is papier gebruikt met het watermerk dat Briquet vermeldt onder nr. 1808.Ga naar voetnoot2 Volgens de door hem gegeven papierbeschrijving kwam dit watermerk voor in vellen van 30 × 43 cm, hetgeen ongeveer overeenkomt met de gegeven schatting. Dit papier zou in onze streken zijn gebruikt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tussen 1470 en 1490.Ga naar voetnoot1 Voor het derde en vierde katern is een papiersoort gebruikt dat als watermerk een gekroond kannetje met kruis heeft. Het is niet duidelijk te determineren doordat er in het handschrift teveel van is weggesneden. Soortgelijke kannetjes geeft Briquet op voor de laatste twee decennia van de vijftiende eeuw. Het watermerk in katern elf, een gotische P met kruis, lijkt het meest op nr. 8671 bij Briquet, hoewel het niet precies te determineren valt. Watermerken die veel overeenkomst ermee vertonen, komen alle voor in papier van de laatste twee decennia van de vijftiende eeuw en het eerste decennium der zestiende. We mogen uit deze gegevens afleiden dat het handschrift wel vóór 1500 zal zijn geschreven, met uitzondering misschien van het elfde katern.Ga naar voetnoot2
De bladspiegel is nergens in kolommen verdeeld. In de eerste vijf katernen en in een deel van het zesde is hij zeer regelmatig: katern 1:91 × 75 mm, katern 2 - 3 - 4: 92 × 68 mm, katern 5 en katern 6 tot en met fol. 45: 92 × 67 mm. Prickings zijn er vrijwel overal nog aanwezig. In iedere bladspiegel staan 19 lijnen. Op de laatste twee folio's van het zesde katern is de bladspiegel onregelmatig: 46ro 92 × 65 mm. 46vo 92 × 66 mm, 47ro 95 × 66 mm, 47vo 96 × 67 mm. 46ro en 46vo hebben 19 lijnen, 47ro en 47vo hebben er 20. Prickings zijn ook hier aanwezig. Het zevende katern heeft alleen een bladspiegel met 19 lijnen van respektievelijk 91 × 68 mm en 91 × 69 mm op 48ro en 55vo. De rest van het katern is blanco. Prickings zijn aanwezig. In het achtste katern zijn de bladspiegels bij een constante breedte van 69 mm voor wat betreft hoogte en aantal lijnen onregelmatig. Er is evenwel een bepaalde overeenkomst tussen de eerste en de tweede helft van het katern.Ga naar voetnoot3 Ook hier zijn prickings aanwezig. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de katernen 9 en 10 meten de bladspiegels 91 × 69 mm, hebben ze 19 lijnen en zijn prickings aanwezig. Alleen op 76vo ontbreekt een bladspiegel. Katern 11 heeft bladspiegels van 60 × 80 mm en 16 lijnen. Enkele prickings.
De codex is geschreven door verschillende handen. De eerste hand heeft de folio's 1 tot en met 45 beschreven in een goed verzorgde littera textualis. Initialen en paragraaftekens zijn steeds rood. Bij twaalf van de zesentwintig initialen staat een representant. Paragraaftekens zijn zeer onregelmatig geplaatst. Op sommige plaatsen staan nog custoden of restanten ervan.Ga naar voetnoot1 Op folio 46ro vangt een tweede hand aan, eveneens met een goed verzorgde littera textualis. Het is opmerkelijk dat dit samenvalt met het begin van de onregelmatigheden in bladspiegel en liniëring. Deze copiiste liet 48vo tot en met 55vo onbeschreven, maar heeft wel 56ro tot en met 76ro met teksten gevuld. Het valt ook op dat er onregelmatigheden zijn in de rode initialen. Er zijn er vijf die drie en tien die twee regels beslaan. Ze hebben geen representanten. Bij de eerste copiiste besloegen alle initialen twee regels. Ook hier zijn de rode paragraaftekens onregelmatig geplaatst. Slechts éénmaal is er een restant van een custode.Ga naar voetnoot2 In het achtste, negende en tiende katern staan verschillende correcties. Op 76ro staan in de marge enkele pen- of schrijfoefeningen. Onderaan begint, in een littera notularis, met verwaarlozing van de bladspiegel, een prozatekst die op 76vo wordt vervolgd. Het elfde katern is weer door een andere hand geschreven, ook in een goed verzorgde littera textualis. Een initiaal op 77ro is met penwerk versierd. Een rode initiaal op 79ro is weer normaal over twee regels geschreven en heeft geen representant. Custoden zijn niet aanwezig, paragraaftekens evenmin. |
|