Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)
(2010)–Anoniem Liesveltbijbel– Auteursrechtelijk beschermdVanden candelaren, offerhanden, reyningen, ende ouderdom der Leuiten | |
2spreect met Aaron, ende segt hem, Als ghi die lampen op set, suldise aldus setten, | |
3dat si alle seuen totten candelaer waert lichten, Ende Aaron dedet also, ende sette die lampen op, als teghen den candelaer waert also als die HERE Mose geboden had, | |
4Dat werc vanden candelaer, was van gesmeden goude, beide sine staecken, ende sijn bloemen, na den gesichte dat dye HERE Mose ghetoont hadde, also maecte hi den candelaer | |
5Ende die HERE sprac met Mose seggende, | |
6Neemt die Leuiten vanden kinderen van Israel, ende reynichtse, | |
7Aldus suldi met hen doen, om te reynigen, ghi sultse bespringen met ontsondwater, ende sultse laten sceren ouer al haer lijf, ende wasscen haer cleederen, so zijn si suiuer. | |
8Dan sullen si nemen eenen iongen verre, ende dat spijsoffer, bloemen vanden mele, met olye gemengt. Eenen anderen iongen verre suldi totten sondoffer nemen | |
9Ga naar margenoot+Ende ghi sult die Leuiten voor die tente des getuychnis brengen, ende alle die geheele gemeynte van Israhel vergaderen, | |
10ende die Leuiten voor den HERE brengen, Ende die kinderen van Israel sullen haer handen op die Leuiten leggen, | |
11ende Aaron sal die Leuiten voor den HERE Weuen, tot eender giften, vanden kinderen van Israhel, op dat si dienen mogen inden dienst des HEEREN. | |
12Ga naar margenoot+Ende die Leuiten sullen haer handen op des verren hooft leggen, ende die een sal tot een sondoffer, ende die ander tot een brantoffer den HERE gemaect worden om die Leuiten te versoenen, | |
13Ende ghi sult die Leuiten voor Aaron ende sijn sonen stellen, ende voor den HERE Weuen, | |
14ende ghi sultse also scheyden vanden kinderen van Israel, dat si mijn sijn, | |
15Daer na sullen si ingaen dat si dienen in die tente des getuychnis, Also suldise suyueren ende Weuen, | |
16want si sijn mijn gifte vanden kinderen van Israel, ende ic hebse mi genomen, voor al dat sijn baermoeder ontdoet, te weten, voor die eerstgeboren voor al die kinderen van Israel. | |
17Want alle eerstgeboren onder die kinderen van Israel, is mijne, beyde vanden menscen ende vanden vee, van dier tijt aen, dat ic alle eerstgeboren in Egipten lant versloech, ende heylichdese mi, | |
18ende ic nam die Leuiten aen voor alle eerste geboren onder die kinderen van Israel | |
19ende ic gafse tot eender giften Aaron, Ende zijn sonen, vanden kinderen van Israel, dat si dienen souden aen die officie der kinderen van Israel, in die tente des getuychnis, om die kinderen van Israhel te versoenen, op datter nyet en come eenighe plage onder die kinderen van Israel, of si ghenaken wilden totten Heylichdom | |
20Ende Mose met Aaron, ende met al die gemeynte der kinderen van Israel, deden metten Leuiten, also de HERE Mose geboden had, | |
21Ende die Leuiten ontsondichden hen, ende wiesscen haer cleederen, ende Aaron Weysterdese voor den HERE, ende versoendese, dat si dan reyn werden, | |
22Daer na gingen si in, om haren dienst te doen in die tente des ghetuychnis voor Aaron ende sijn sonen so die HERE Mose geboden had, vanden Leuiten, so deden si met haer lieden | |
24dat ist dat den Leuiten behoort, Vanden .xxv. iaren ende daer ouer sullen si ingaen onder theyr, aenden officie der tenten des getuygenis, | |
25mer vanden .L. iaren sullen si aftreden vanden heyr des diensts, ende en sullen nyedt meer dienen, | |
26mer op haerder broederen dienst sullen si wachten, in die tente des getuigenis. Den dienst en sullen si selue niet hanteren. Also suldi metten Leuiten doen dat elc tzijn wachte. |