Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)
(2010)–Anoniem Liesveltbijbel– Auteursrechtelijk beschermdVan die oprichtinge der wooningen ofte tenten, Ende wat die hooftliednn opter wijdingen geoffert hebben | |
1Ga naar margenoot+ENde als Mose den Tabernakel op gerecht had, ende hadden gesalft, ende geheylicht met alle sijn gereetschap, ende den outaer met alle sijn gereetschap, gesalft ende gheheylicht, | |
2Doen offerden | |
[pagina *]
| |
die hooftlieden van Israel, die die ouerste waren in haerder vaders huysen, Want si waren die hooftlieden onder die geslachten, ende stonden ouer die getelde, | |
3ende brachten haer offer voor den HERE, ses bedecte wagenen, ende twalef rinderen, twee hooftlieden eenen wagen, ende eenen os, ende brachtense voor den Tabernakel | |
4Ende die HERE sprack tot Mose, | |
5Neemt van hen op, dattet diene totten dienst der tenten des ghetuygenis, ende geuet den Leuiten, eenen yegelijcken na sijnder officien, | |
6Doen nam Mose die wagenen ende rinderen, ende gafse den Leuiten | |
7twee wagenen ende rinderen, gaf hi Gersons kinderen nae haer officien, | |
8Ende vier waghenen ende acht ossen gaf hi den kinderen Merari, na haerder officien, onder Ithamars hant, Aarons, des priesters soon, | |
9Maer Kahaths kinderen en gaf hi niet, om dat si een heylige officie op haer hadden, ende op haren schouderen dragen mosten | |
10Ende die hooftlieden offerden tot eender wijngen des altaers, inden dage, dat den outaer gesalft wert ende si offerden haer gauen voor den outaer, | |
11ende die HERE sprac tot Mose, laet elcken hooftman, in sinen bisonderen dage sinen offer brenghen, Ga naar margenoot+ totter inwijdingen des outaers. | |
12Inden eersten dage offerde Nahesson, die soon van Aminadab, vanden geslachte Iuda sijn gaue, | |
13ende sijn gifte was, Een silueren scotel, hondert ende dertich sikels weert, een silueren scale .lxx. sikels weert, na den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olie gemengt, tot eenen spijsoffer. | |
14Daer toe eenen gulden lepel, tien sikel gouts weert vol ruecwercs, | |
15eenen verre vanden rinderen, eenen ram een iarich lam tot eenen brantoffer, | |
16eenen boc tot een sondoffer, | |
17Ende tot een dootoffer, twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarige lammeren | |
18Dit is. Nahessons Aminadabs soons gifte | |
19Inden anderen dage offerde Nathanaeel die soon van Zuar, die hooftman van Isachar, sijn ghifte was een silueren scotel, hondert ende dertich sikels waert een silueren schale .lxx. sikels waert, na den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt, tot een spijsoffer, | |
20Daer toe eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol ruecwercx, | |
21eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam, tot eenen brantoffere, | |
22eenen boc totten sondoffer, ende tot een dootoffer, twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarige lammeren, | |
23Dat is Nathanaeels gifte Zuars sone | |
24Inden derden dage, offerde die hooftman der kinderen Sebulon, Eliab Helons sone, | |
25sijn gifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikel waert, Daer toe een silueren scale .lxx. sikel waert na den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt, tot eenen spijsoffer, | |
26Daer toe eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol rueckwercx | |
27Eenen verre vanden runderen, Eenen ram, een iarich lam, tot eenen brantoffer, | |
28Eenen boc tot eenen sondoffer, | |
29Ende tot een dootoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarighe lammeren. Dat is Eliabs gifte, Ga naar margenoot+ Helons soon | |
30Inden vierden dage die hooftman der kinderen Ruben EliZur Sedeur soon, | |
31sijn gifte was, Een silueren scotel, hondert ende dertich sikels weert. Een silueren schale .lxx. sikels weert na den sikel des heilichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olie ghemengt, tot een spijsoffer. | |
32Daer toe eenen gulden lepel, thien sikel ghouts waert, vol van ruecwerck | |
33Eenen verre vanden runderen, Eenen ram, Een iarich lam tot eenen brantoffer, Eenen boc tot een sondoffer, | |
34Ende tot een dootoffer, twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarighe lammeren. | |
35Dat is EliZur Sedeurs soon ghifte | |
36Inden vijfsten dage die hooftman der kinderen Simeon Selumiel, SuriSadais soon, | |
37sijn gifte was Een silueren scotel, hondert ende dertich sikels waert Een silueren scale .lxx. sikels waert, Ga naar margenoot+ nae den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olie gemengt tot een spijsoffer. | |
38Daer toe eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol ruecwercs, | |
39Eenen verre wten runderen, eenen ram een iarich lam tot een brantoffer, | |
40eenen boc tot een sondoffer, | |
41ende totten dootoffer twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarige lammeren, Dat is Selumiels ghifte ZuriSadai soon. | |
42Inden sesten daghe die hooftman der kinderen Gad, Eliasaph Reguel soon, | |
43sijn ghifte was, Een silueren scotel, hondert ende .xxx. sikels waert, een silueren scale .lxx. sikels waert, na den sikel des heylichdoms beyde vol bloemen vanden meele, met olie gemengt tot een spijsoffer, | |
44Daer toe eenen ghulden lepel, tien sikel gouts waert, vol ruecwercx, | |
45eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam tot eenen brantoffer, | |
46eenen boc tot eenen sondoffer, | |
47Ende totten dootoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bocken, vijf iarige lammeren, dat is Eliasaphs gifte Reguels soon. | |
48Inden seuensten dage die hooftman der kinderen Ephraim, Elisama Amihud soon, | |
49sijn gifte was een silueren scotel, hondert, ende dertich sikel waert, een silueren scale tseuentich sikels waert, nae den Sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olie gemengt, totten spijsoffer, | |
50Daer toe eenen gulden lepel thien sikel gouts weert, vol ruecwers, | |
51eenen verre vanden runderen, eenen ram, een iarich lam, tot een brantoffer, | |
52eenen boc tot een sondoffer, | |
53ende totten dootoffer, twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, vijf iarige lammeren, Dat is Eliasama Amihud soon gifte | |
55sijn gifte was Een silueren scotel hondert ende dertich sikels waert Een silueren scale tseuentich sikels waert, nae den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt totten spijsoffer. | |
56Daer toe eenen gulden lepel tien sikel gouts waert, vol ruecwercs, | |
57eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam tot een brantoffer, eenen bock totten sondoffer, | |
58ende totten dootoffer, twee runderen, | |
59vijf rammen, vijf bocken, vijf iarige lammeren, Dat is Gamaliel PedaZur sone gifte. | |
60Inden negenden dage die hooftman der kinderen BenIamin, Abidan, Gidions sone, | |
61sijn ghifte was een silueren scotel hondert ende dertich sikel waert, een silueren schale .lxx. sikels weert, na den sikel des heylichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt, tot een spijsoffer, | |
62eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol ruecwercx, | |
63eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam totten brantffer, | |
64eenen boc totten sondoffer, | |
65ende totten dootoffer, twee rinderen, vijf rammen, vijf bocken, vijf iarighe lammeren. Dat is Abidans Gidions soons ghifte. | |
66Ga naar margenoot+Inden thienden dage, die hooftman der kinderen Dan, AhiEsar AmmiSadai soon, sijn gaue was een silueren schotel hondert ende dertich sikel waert, | |
67een silueren scale .lxx. sikel waert, na den sikel des heylich- | |
[pagina *]
| |
doms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt, totten spijsoffer, | |
68eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol ruecwercs, | |
69eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam, tot brantoffer, | |
70eenen bock tot een sondoffer | |
71ende totten dootoffer, twee rinderen vijf rammen, vijf bocken, vijf iarighe lammeren, Dat is AhiEsar gifte AmmiSadai soon | |
72Inden elfsten dage, die hooftman der kinderen Asser Pagiel Achran soon, | |
73sijn gifte was, een silueren schotel, hondert ende dertich sikel waert, een silueren scale lxx. sikel waert na den sikel des heilichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye ghemengt, tot eenen spijsoffer, | |
74eenen gulden lepel, thien sikel gouts waert, vol rueckwercs, | |
75Eenen verre vanden runderen, Eenen ram, een iarich lam, tot eenen brantoffer, | |
76Eenen boc tot eenen sondoffer, | |
77Ende tot een dootoffer twee runderen, vijf rammen, vijf bocken, ende vijf iarighe lammeren. Dat is Pagiel Achrans soon gifte. | |
78Inden twaelfsten dage, die hooftman der kinderen Naphthali, Abira Enan soon, | |
79zijn gifte was Een silueren scotel, hondert ende dertich sikels waert, Een silueren scale tseuentich sikels waert, na den sikel des heilichdoms, beyde vol bloemen vanden meel, met olye gemengt totten spijsoffer, | |
80eenen gulden lepel thien sikel gouts waert, vol ruecwercx, | |
81eenen verre vanden rinderen, eenen ram, een iarich lam, tot een brantoffer, | |
82eenen boc totten sondoffer, | |
83ende totten dootoffer, twee runderen, vijf rammen, vijf bocken, vijf iarige lammeren, Dat is die gifte Ahira Enans soon. | |
84Dit is die inwijdinge des altaers, ter tijt doe hy gesalft wert, daer toe dat die hooftlieden van Israhel offerden, Twaelf silueren schotelen, twaelf silueren schalen, twaelf gulden lepelen, | |
85Also dat een scotel hondert ende dertich sikels siluers, ende een scale tseuentich sikels hadde, dat die somme van alle den silueren vaten droech twee dusent vier hondert sikels, na den sikel des heylichdoms, | |
86Ende die twaelf gulden lepels, Ga naar margenoot+ vol ruecwercx so hadde elcken lepele thien sikels, nae den sikel des heylichdoms, dat die somme gouts van lepelen droech, hondert ende twintich sikels | |
87Die somme der runderen, totten brantoffer was twalef verren, twaelf rammen, twaelf iarige lammeren met haren spijsoffer, | |
88ende twaelf bocken tot sondofferen Ende die somme der runderen totten dootofferen was vier ende twintich verren, tsestich rammen, tsestich bocken, tsestich iarige lammeren, Dat is die inwijnge des outaers, als hi gesalft wert | |
89Ende als Mose inder tenten des getuychnis ginck dat met hem gesproken mocht worden, so hoorde hi dye stemme tot hem spreken, vanden Genaden stoel, die op die Arcke des getuygenis was, tusscen die twee Cherubim, van daer wert met hem ghesproken |
|